Boekverslag : Maarten 't Hart - De Jacobsladder
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1314 woorden.

Jaar: 1986
Druk :9¼e druk
Uitgeverij:Grote ABC

Inhoud

Een jongen van ongeveer negen jaar (Adriaan Vroklage) woont in een stadje (Maassluis),waar in de haven een oorlogsbodem ligt.Hij moet naar familie op een boerderij om daar eieren, melk en boter te halen.Hij wil eigenlijk zien dat de oorlogsbodem wegvaart, maar hij heeft zijn moeder beloofd om voor donker thuis te zijn.Als hij bij de boerderij aankomt ,ziet hij een meisje dat beweert dat hij helemaal geen familie is.Als ze haar moeder haalt,zegt deze dat het wel zo is en dat hij sprekend op zijn opa lijkt.Ze haalt een foto, waarop zijn grootvader en zijn grootmoeder staan.Het valt de jongen niet op dat hij zoveel op zijn opa lijkt,maar dat het meisje zoveel op zijn oma lijkt.Als het donker wordt gaat hij toch maar niet naar huis,maar blijft hij eten.Ze eten spinazie,en de jongen lust helemaal geen spinazie,maar hij denkt dat als hij het snel opeet dat hij er dan vanaf is. Maar hij krijgt gewoon nog een bord vol.Als hij de volgende morgen thuis komt,denken zijn vader en moeder dat hij dood is,omdat hij is weggebleven en omdat er in de haven een jongen van zijn leeftijd tussen de wal en het schip gevallen is en door de schroef vermalen.Zijn gezicht was,toen hij opgevist werd,niet herkenbaar meer.Als hij de volgende morgen naar school gaat,wordt hem verteld dat hij blijft zitten, omdat hij zoveel fouten maakt bij dictees.Tijdens de rekenles wordt de meester boos,maar Adriaan pakt hem vast en houdt hem vast.Na schooltijd neemt hij een vriendje mee naar huis.Dat vriendje blijkt erg veel aanleg te hebben voor het schaak-spel,maar bij hem thuis mag er niet geschaakt worden,ze zijn daar erg streng gereformeerd.Maar ze verzinnen een manier om toch te schaken,nl blind.Maar dit valt ook op en dus verzinnen ze een systeem met codering van de bijbel. In de vakantie krijgt de kerk daar (zijn vader is koster) een nieuwe dominee,maar deze doet de doop anders,hij schept drie keer water in plaats van een keer.Hierdoor ontstaat een kerkscheuring,en er is weer een nieuwe kerk bij (er zijn er nu 19).Hij gaat regelmatig met zijn opa wandelen of vissen. Na de basisschool gaat hij nar de LTS,waar hij vier jaar leert om machinebankwerker te worden.Hij gaat werken in een fabriek van papiermessen.Zijn collega's mogen hem niet,hij is zo verschrikkelijk heilig.Na het werk gaat hij vaak even met de racefiets fietsen.Op een dag rijdt een auto precies achter hem,om te kijken hoe hard hij wel niet rijdt.Ze rijden hem voorbij maar ze staan hem even verder op te wachten.Er ontstaat een vechtpartij,maar Adriaan wint het.Als hij thuiskomt vraagt een vriendje van hem,of hij een keer naar Den Haag wil fietsen om daar te kijken of zijn zus inderdaad hoer geworden is.Als de vriend zijn broer dat hoort,verhangt hij zich.Als hij naar zijn werk gaat,de volgende dag,komt er een man van de marine binnen en die vraagt of hij bij de marine komt.Dat doet Adriaan,hij wordt wasser aan boord van een onderzeebootjager,de Overijssel.Ze gaan naar de Nederlandse Antillen,de hele bemanning gaat naar de hoerenwijk,maar Adriaan niet.Als ze weer op zee zitten, blijkt de hele boot vol platluis te zitten.Niets helpt,maar op het eind vinden ze het enige middel,dieselolie.Als ze weer in maassluis aankomen,is de enige die Adriaan op staat te wachten zijn opa.Zijn vader is ondertussen geen koster meer,en zijn moeder is gestorven aan borstkanker.Als hij rondfietst,komt hij het meisje van zijn jeugd weer tegen.Ze werkt in een inrichting,hij gaat mee naar de inrichting voor zwakzinnigen.Haar familie is weggejaagd van Rodenburg,waar ze woonden.Als hij een gesprek heeft met de bedrijfsleider,wordt in de andere kamer iemand woest.Adriaan aarzelt geen moment,maar rent de kamer in en houdt de man even vast. Hij wordt meteen aangenomen.Hij wordt verliefd op Klaske,het meisje van de boerderij.Op de inrichting komen ze een man uit maassluis tegen,die de vader is van Hendrikje,die hoer geworden is,van Job die zelfmoord gepleegd heeft,en van wat later blijkt,Jan,die tussen de wal en het schip is gekomen. Dit bleek later zelfmoord geweest te zijn.Adriaan schrikt,hij heeft helemaal voor niets bij de marine gediend,hij is helemaal voor niets zo streng voor zichzelf geweest.

Personen

Adriaan Vroklage,opgevoed in een streng gelovig milieu,zijn familie woonde in Maassluis.Hij houdt van schaken,maar hij kan het niet zo heel erg goed.Hij houdt van de natuur,en van fietsen.Hij is niet zo intelligent,hij is machinebankwerker. Hij heeft zichzelf een hoop ontzegd,alleen omdat hij werd aangezien voor Jan Ruygveen,die zich tussen de wal en het schip heeft laten vallen.Hij is in het boek voorgesteld als een round character
Zijn vader is een gelovig man,maar niet zo streng.Hij is flat Zijn opa is een optimist,hij is gelovig maar vrij licht.Hij houdt van vissen,en neemt Adriaan nog wel eens mee om te vissen en te praten.Hij is flat.

Tijd

Er worden twee periodes verteld,de eerste periode is wat langer dan de tweede.Het tijdsverloop is chronologisch in elk van de delen,maar tussen de delen zit een behoorlijke tijd.

Ruimte

:Het verhaal speelt zich af in Maassluis,het derde deel gaat erover dat hij bij de marine zit,hij gaat dus naar curaá‡áao. Het is niet echt plaatsgebonden,het verhaal had zich ook ergens anders af kunnen spelen,maar het is wel belangrijk dat het verhaal in Zuid©Holland speelt,want nergens ter wereld kom je zoveel verschillende kerken tegen.

Vertelwijze

Het is een ik-verteller,de persoon kan niet vooruit kijken,het hele verhaal wordt gezien vanuit zijn oogpunt. De monoloog komt vrij veel voor,maar de dialogen in het verhaal zijn ook belangrijk.

Thema

Ondergang van een familie vanuit een derde persoon

Motieven

Geloof,Schuldgevoel

Leidmotieven

Zelfmoord,geloven,schaken,de bijbel en citaten daaruit, zijn opa,kracht.

Structuur

Het verhaal is opgedeeld in drie delen,een van zijn jeugd, een na zijn schoolperiode en een vlak daarna.Voorin staat nog een citaat uit het nederlandse woordenboek,nl een verklaring van het woord "Jacobsladder".Er zijn geen pro- of epilogen. Er is een climax,als de opa van de familie Ruygveen als enige nog over is van de hele familie,en tegen Adriaan vertelt dat zijn jongste zoon toendertijd zelfmoord heeft gepleegd door tussen de wal en het schip te springen. Het begin is midden in de handeling,het eind is gesloten,hij weet nu dat Jan Ruygveen zelfmoord heeft gepleegd,en hij vraagt zich af waarom hij zichzelf van alles ontzegd heeft.Hij voelde de zelfmoord van die jongen als een fout,dat hij eigenlijk had moeten verdrinken in plaats van die jongen. Hij denkt dat hij iets verkeerds gedaan heeft waarvoor hij zijn hele leven zal moeten boeten.Hij ontzegt zich dan ook alle lolletjes van het leven.

Titel

De jacobsladder wordt in het begin van het boek door middel van een citaat uit de dikke van Dale uitgelegd.Het is een ladder tot in de hemel,hij komt hierop omdat de oude Ruygveen hem vraagt of God hem niet komt halen met een wagen met paarden,maar Adriaan zegt dat hij hem in een droom nog een jacobsladder heeft zien opgaan.De man gelooft dit niet,omdat hij dan zelf zou moeten klimmen,maar God moet hem helemaal zelf komen halen,hij moet niets hoeven doen,omdat hij in zijn leven al gestraft is.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen