Maarten t Hart, De jacobsladder
BOEKVERSLAGEN
1. Schrijver: Maarten t Hart
Titel: De jacobsladder
Plaats: Amsterdam Jaar: 1987 Druk: 15
Jaar 1e druk: 1986
2. Samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen:
Adriaan Vroklage (11 jaar) met de veerboot over naar het eiland Rozenburg. Daar ontmoet
hij Klaske, het dochtertje van tante Sjaan en heeft daar een paradijselijke middag. Bij
thuiskomst echter blijkt dat zijn ouders dachten dat hij dood was geraakt door te vallen
in de schroef van een marinevaartuig. Dat was echter Jan Ruygveen, zoon van de streng
protestante Ruygveen. Adriaan voelt zich schuldig, omdat hij vindt dat hij in zijn plaats
had moeten sterven. Hij blijft zitten en komt in dezelfde klas als Jans broer, Anton. Hij
wil bevriend raken met hem om over Jan te praten. Dat lukt alleen wordt in de familie
Ruygveen Jan doodgezwegen. Het "kerken" van de Ruygveens is helemaal in Delft en
als Adriaan een keer meegaat is hij erg onder de indruk van de toren van de Nieuwe Kerk.
In de kerk van Adriaans ouders ontstaat onenigheid nadat een nieuwe predikant een andere
manier van dopen heeft ingevoerd. Antons vader maakt daar handig gebruik van door in
Maassluis een strenge Calvinistische kerk op te richten. Tijdens de eerste bijeenkomst is
Adriaan er samen met zijn grootvader. Voor Adriaan is zijn grootvader erg belangrijk, met
hem bespreekt hij alles.
Als Adriaan samen met Anton op de lts zit ontdekt hij dat Anton condooms koopt. Adriaan
vraagt waarom hij dat doet en Anton vertelt dat hij samen met Job seks met Hendrikje (het
zusje van Anton) heeft. Adriaan verbreekt alle contact. Na afloop van de lts gaat Adriaan
als universeel slijper werken, een geestdodend werk. Hij maakt s avonds lange
tochten met zijn fiets om alles te vergeten. Een keer krijgt hij ruzie onderweg en maakt
een jongen kreupel. Anton, die hem toevallig ontmoette, vraagt Adriaan om te gaan kijken
of Hendrikje prostituee in Den Haag is geworden. Adriaan moet kijken of het klopt. Het is
inderdaad waar en Job pleegt zelfmoord. Adriaan geeft zichzelf de schuld. Op de fabriek
gebeuren twee ongelukken. De eerste is dat iemand een mes tegen zijn pols krijgt en daarom
ander werk in de fabriek moet gaan doen. Op die plaats wordt hij echter getroffen door een
beitel als iemand vergeet zijn magneet uit te zetten. Adriaan wordt de schuld aangepraat
en gaat bij de marine. Tijdens een reis pleegt een majoor zelfmoord. Ook hieraan voelt
Adriaan zich schuldig. Het eiland Saba, waar hij enige tijd verblijft ervaart hij als een
paradijs. Als hij terugkomt wacht zijn hele familie hem op, zelfs Anton met wie hij nooit
meer contact heeft gehad. Na zijn thuiskomst heeft Adriaan een gesprek met zijn grootvader
over de zin van het leven. Zijn opa kan hem echter niet vertellen wat Adriaan wil weten.
Hierna ontmoet Adriaan Klaske weer. Ze vraagt hem te komen solliciteren bij een kliniek
voor geestelijk gestoorden. Tijdens het sollicitatiegesprek wordt een patiënt agressief,
maar Adriaan maant hem door zijn kracht en rust weer tot kalmte. Adriaan gaat nu vrij
intensief met Klaske om en vertelt haar over zijn schuldgevoel en boetedoening t.o.v Jan
Ruygveen. Ze begrijpt hem niet en zegt dat het zijn schuld niet is, ze kan hem alleen niet
overtuigen. Vader Ruygveen wordt opgenomen in de kliniek. Adriaan heeft een gesprek met
hem, die hem vertelt dat de dood van Jan een zelfmoord was. Hierdoor heeft Adriaan zich
dus voor niks schuldig gevoeld. Het kost hem toch moeite zijn schuldgevoel te laten varen,
het is een deel van zijn leven geworden. Hij kon afstand houden van iedereen, zich nergens
bij betrokken hoefen voelend. Klaske voegt zich bij hen en vader Ruygveen laat Adriaan een
hand om haar middel leggen een tekst uit Jesaja citerend:" Hij heeft mijn ziel
liefelijk omhelsd."
3. Verklaring van de titel (en ondertitel):
De jacobsladder slaat op een thema uit het boek, namelijk de verhouding tussen Hemel en
aarde. Toen Jacob voor zijn broer Ezau vluchtte, verscheen God aan hem in een droom boven
aan een ladder tussen de hemel en de aarde. God beloofde dat Jacob naar dit land zou
terugkeren. Adriaan heeft in dit boek ook zon droom, hierin verschijnt de oude
Ruygveen aan hem, die op een trap staande hem wenkt om hem te volgen. Dit is heel
belangrijk, want hieruit blijkt dat hij Adriaan uiteindelijk de weg wijst.
Strekking van het motto (indien aanwezig):
Het motto is origineel: het lemma jacobsladder uit het Van Dale Groot Woordenboek der
Nederlandse Taal. De belangrijkste betekenis is: middel tot gemeenschapsoefening met de
hemel. Dit slaat ook op het thema de verhouding tussen hemel en aarde.
4. Genre:
Psychologische roman
5. Thema:
- Schuld en boetedoening: Adriaan wil boeten
- De zin van het leven: waarom zijn wij hier
- De verhouding tussen hemel en aarde: het geloof en het Paradijs
Motieven:
Het-sterven-motief: In Adriaan omgeving gaan vele mensen dood. Hij geeft zichzelf de
schuld daarvan, ook al heeft hij helemaal geen schuld. Ook de droom die Adriaan krijgt na
afloop van sterfgevallen hoort bij dit motief. De-hemel-motief: De hemel is het paradijs,
waarin Adriaan twee keer raakt aan het begin en einde van het boek. Ook gaat het om de
manier hoe je er kunt komen, Ruygveen en grootvader geven beide verschillende denkbeelden.
De-verschillen-binnen-het-geloof-motief: In het boek komen vaak de splitsingen binnen
de Calvinistische kerken ter sprake, ook is dat een belangrijk motief
De-drang-tot-boetedoening-motief: Adriaan wil boetedoening doen, ook al heeft hij helemaal
geen schuld Idee, wereldbeeld:
Er zijn verschillende ideeën in dit boek. Ze gaan vooral over hoe het leven te leven.
De grootvader zegt dat je alles moet accepteren zoals het komt en erom moet lachen. De
oude Ruygveen predikt echter dat je volgens de bijbel moet leven en dat van tevoren
vaststaat of je in de hemel komt. Deze twee staan haaks op elkaar en uit het eind van het
boek lijkt het alsof t Hart de oude Ruygveen gelijk geeft.
6. Symbolen en beelden:
De kerktoren van de Nieuwe Kerk in Delft: de jacobsladder. Een stenen ladder tussen
hemel en aarde.
Het eiland Rozenburg: het paradijs op aarde
Bijbelse beelden: vele figuren en situaties in het boek worden vergeleken met situaties
uit
de bijbel.
7. Opbouw en structuur:
Het boek is opgebouwd uit twee grote hoofdstukken die ieder vijf jaar beslaan uit het
leven van Adriaan, overigens zonder tijdsprong. Het boek verloopt chronologisch. Je zou
kunnen zeggen dat het boek begint en eindigt in het paradijs, met daartussen een periode
van boetedoening, precies zoals in de bijbel. Dit is dus een duidelijke verwijzing naar de
bijbel.
Spanning:
De spanning in het boek bestaat uit verschillende kleine en een grote boog. De grote
boog geeft aan hoe Adriaan uiteindelijk boete zal hebben gedaan en of hij ooit voor
zichzelf boete zal hebben gedaan. De kleine zijn o.a. hoe het Hendrikje vergaat, of hij
Klaske nog terugkomt, of zijn vader koster blijft en hoe de verhouding in de kerk komt te
liggen, of zijn grootvader hertrouwt.
8. Personages:
Adriaan Vroklage: hoofdpersoon en round character. Hij zag op jonge leeftijd Jan
Ruygveen in een schoepenrad vallen. Hij voelt zich schuldig en wil boete doen. Hij komt in
contact met de streng protestantse familie Ruygveen en wordt verliefd op Hendrikje
Ruygveen. Dit loopt op niets uit. Ook na de dood van Job Ruygveen, de fabrieksarbeider,
Majoor Terwal voelt hij zich schuldig, wil hij zich schuldig voelen en boete doen. Het is
een deel van zijn bestaan geworden. Hij zoekt de eenzaamheid op. Gek genoeg, wanneer hij
iemand kreupel maakt, voelt hij zich niet schuldig, terwijl hij het wel is. Adriaan vindt
het leven waanzin, het is een gekkenhuis. Alleen de oude Ruygveen kan hem het leven deels
verklaren. Het geloof is voor Adriaan belangrijk, want zijn grootvader kan hem niet
overtuigen over de zin van het leven, maar vader Ruygveen m.b.v. het geloof wel. Later
wordt hij verliefd op Klaske een meisje dat hij kent uit zijn jeugd. Wanneer de oude
Ruygveen op sterven ligt helpt hij hem van zijn schuld af.
Vader Ruygveen: streng protestantse man die zijn gezin tiranniseert, vanwege het
geloof. Wat niet in de bijbel staat mag niet en want er wel in staat moet. Tijdens een
geloofscrisis richt hij een nieuwe kerk op. Van zijn vijf kinderen plegen er twee
zelfmoord, emigreert er een naar Canada en wordt er een prostituee en een ander gaat dood.
Hij vindt Adriaan een goede jongen met wie hij, denkt hij, over de bijbel kan praten.
Wanneer hij later in een psychiatrische inrichting komt helpt hij, denkend dat Adriaan er
ook zit en niet werkt, van zijn schuld af en zorgt hij ervoor dat hij zich gaat bekommeren
over zijn eigen leven.
Grootvader: Oude man die het leven wel gezien heeft. In Adriaans jonge jaren was hij
erg belangrijk, Adriaan besprak alles met hem. Hij vindt kerkscheuringen interessant, het
geeft aan dat het geloof leeft. Hij trouwt met een oudere vrouw, Immeke Plug, omdat hij
toch nog altijd een vrouw om zich heen wil hebben en verhuist dan naar een ander deel van
de stad. Hij accepteert alles zoals het komt en blijft erbij lachen. Door deze instelling
verliest hij het echte contact met Adriaan, die serieuzer is.
Anton Ruygveen: erg slimme jongen. Adriaan zoekt hem op als vriend na de dood van Jan
Ruygveen. Anton is erg terughoudend en wil hem niet mee naar huis nemen. Adriaan leert hem
schaken en zelfs blind schaken. Anton beschouwt hem dan als goede vriend. Anton verzet
zich steeds meer tegen zijn vader. Hij bedrijft de liefde met Hendrikje samen met Job.
Hierdoor verliest hij het contact met Adriaan. Hij kwijnt weg in de tirannie van zijn
vader en emigreert naar Canada.
Vader Vroklage: koster van de kerk. Hij zorgt overal goed voor, maar heeft niet het
antwoord voor Adriaans vragen. Tijdens een kerkscheuring komt een deel van zijn ware aard
naar boven, hij kan geen keuzes maken, is bang om fout te kiezen.
Relaties tussen de personen:
Adriaan Vroklage is de zoon van de koster van de plaatselijke kerk. Op school leert hij
Anton kennen en raakt steeds beter met hem, vooral door de dood van Jan en als gevolg
daarvan met de familie bevriend. Vader Ruygveen is zeer belangrijk voor Adriaan, hij toont
het leven vanuit een diepgelovige kant en lost daarmee Adriaans vragen op. Klaske is een
meisje op wie Adriaan sinds hij haar het eerst heeft gezien, verliefd is geweest, alhoewel
hij zelf het idee heeft dat hij op Hendrikje verliefd is. Later valt dit allemaal toch nog
op zijn pootjes terecht. Adriaans opa is een familielid, waarmee het contact door
verschillende oorzaken verwatert. Adriaan is een sleutelfiguur die het verband legt tussen
alle personen.
9. Tijd (wanneer speelt het verhaal zich af):
Niet duidelijk, na de tweede wereldoorlog en voor ongeveer 1985
Vertelde tijd (hoeveel tijd omvat het verhaal):
10 jaar, van Adriaans 11de tot zijn 21 de
10. Perspectief:
Personaal perspectief: we kijken mee met Adriaan
11. Ruimte (plaats):
Maassluis, op een jager (marineschip), in een psychiatrische inrichting
12. Taalgebruik (stijl):
Makkelijk, leuk taalgebruik. Hij beschrijft boeiende dialogen waarin geestigheid
verwerkt is. Ook worden veel bijbelse spreuken aangehaald die voor het boek erg belangrijk
zijn, maar waarvoor een toch nog redelijke grote bijbelkennis vereist is. De stijl is erg
goed, je ziet echt in wat voor omgeving Adriaan zich bevindt.
13. Relevante gegevens over de schrijver:
Maarten t Hart woonde in zijn jeugd in Maassluis.
14. Gebruikte secundaire literatuur:
Uittrekselboek bibliotheek Aalst (naam en uitgever niet bekend !!)
15. Eigen mening over de vijf verhaalaspecten nl.: - het onderwerp
- de gebeurtenissen
- de bouw
- de personages
- het taalgebruik
De jacobsladder vond ik een erg fijn boek om te lezen. Het las makkelijk en was prettig
verteld. Dit in tegenstelling tot "Een vlucht regenwulpen", een boek waar ik me
doorheen moest worstelen. Ik was daarom ook aangenaam verrast door dit boek. Het onderwerp
van dit boek de boetedoening van Adriaan is erg duidelijk neergezet. Je in zijn situatie
inbeeldend kan ik me zijn daden (de fietstochten, de marine weg de wijde wereld in) goed
voorstellen. Maar een veel interessanter thema, hoewel niet het hoofdthema, vind ik de zin
van het leven. De discussies met opa en vader Ruygveen zijn interessant, zeker omdat zij
twee volledig verschillende ideeën uitdragen. Met opa kan ik mij het best in
overeenstemming brengen, accepteer alles en blijf lachen, maar de vraag is hoe je daarover
gaat denken als je eerst drie kinderen hebt verloren. Het geloof in dit boek is erg
belangrijk. Toch kan ik niet zeggen dat het mijn kijk op het boek erg heeft beïnvloed, ik
trok het meer bij de noodzakelijke gebeurtenissen die in een boek moeten gebeuren wil je
er een verhaal om heen schrijven. De personages zijn erg mooi beschreven. Adriaan een
jongen die niet weet wat hij moet doen met bepaalde gewetensvragen. Je kijkt echt met hem
mee hoe hij deze problemen probeert op te lossen. Opa vind ik een mooie man. Iemand die
alles heeft meegemaakt en met zijn levenswijsheid de jonge Adriaan het leven wil laten
verkennen. Alleen biedt dit Adriaan geen houvast. Ik weet niet of Maarten t Hart uit
een steng protestants gezin komt, maar anders vind ik het knap hoe hij de situatie bij de
Ruygveens thuis heeft beschreven. Zo duidelijk hoe steng het is. Staat het in de bijbel,
dan mag het. Anders niet. Een cursus: "Hoe tiranniseer ik mijn gezin." Toch
heeft t Hart het zo beschreven dat je, althans ik, vader Ruygveen begrijpt. Hij doet
het niet met opzet, maar uit liefde voor God. En het taalgebruik, ook dat was lekker
makkelijk en duidelijk. De dialogen waren makkelijk te lezen. Het enige probleem was dat
mijn bijbelkennis meestal te kort schoot om alle verwijzingen naar dit dikke boek te
begrijpen. |