Boekverslag : G.a. Bredero - Spaansche Brabander : Volledige Vertaling
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 697 woorden.


Leeuwarden, Uitg. Taal & Teken, 1992

(Vertaalde Tekstuitgaven, Zeventiende eeuw 3)

A Inhoud


Jerolimo is een berooide jonker uit
Antwerpen, die in Amsterdam is neergestreken. Hij weet met zijn keurige
manieren en nette kleren iedereen ervan te overtuigen, dat hij rijk is. Hij
krijgt dan ook schilderijen op zicht mee en zilver bestek te leen. Door die te
verkopen, komt hij aan geld. Hij ontmoet Robbeknol, die hij een aanstelling als
knecht geeft. Robbeknol, die hoopte eindelijk een rijke, gulle meester tegen te
zijn gekomen, komt bedrogen uit. Jerolimo heeft een oud stoffig huis gehuurd,
maar als hij de huur moet betalen, vraagt hij de huurbaas de volgende morgen
terug te komen. De volgende morgen is hij verdwenen.

In het verhaal komen ook enkele scènes
voor op straat over andere inwoners.

B Analyse



  1. Titel: "Spaansche Brabander"
    heeft een dubbele betekenis. Ten eerste is Jerolimo ervan overtuigd, dat hij
    het resultaat is van een avontuurtje van zijn Brabantse moeder met een hoge
    Spaanse officier. Ten tweede heeft Bredero zijn verhaal gebaseerd op de Spaanse
    schelmenroman 'Lazarillo de Tormes'.

  2. Soort boek: het is een klucht uit het
    begin van de zeventiende eeuw.

  3. Personages: Jerolimo is nep-edelman.
    Hij gedraagt zich niet alleen zo, hij denkt ook nog er werkelijk een te zijn.
    Hij is verwaand, spreekt hoogbeschaafd, maar heeft blijkens zijn taalgebruik
    wel enig onderwijs genoten. Hij is bijvoorbeeld op de hoogte van de Griekse
    mythologie.

    Robbeknol is een eenvoudige knecht. Hij
    prikt snel door de schijn van Jerolimo heen. Hij verdient de kost door uit zijn
    bijbeltje voor te lezen aan oude vrouwtjes en heeft een goed hart.

  4. Tijd: het verhaal speelt zich af in
    1575, hoewel Bredero ook wel uit eigen ervaring schrijft.

  5. Vertelsituatie: dialogen gebruikelijk
    voor een toneelstuk.

  6. Ruimte: het verhaal speelt zich af in
    Amsterdam, in het gehuurde huis van Jerolimo en op straat.

  7. Opbouw: het stuk bestaat uit vijf
    bedrijven, ingedeeld in uytkomens of tonelen.

    Het stuk volgt de volgende
    spanningsopbouw: Jerolimo krijgt het steeds moeilijker en als zijn schuldeisers
    allemaal tegelijk op de stoep staan knijpt hij er tussen uit. De spanning wordt
    verhoogd door het afwisselen van de situatie: straattonelen en monologen van
    Robbeknol wisselen het verhaal af. Na het hoogtepunt (Jerolimo is weg) volgt er
    nog een scène, waarin de schout en de notaris en alle schuldeisers tevergeefs
    zijn huis binnendringen.

  8. Thema is, dat de mens vaak door schone
    schijn bedrogen wordt. Dit is voor rijke mensen geen probleem, maar arme mensen
    zijn het slachtoffer.

  9. Bedoeling: de schrijver wil vermaken.
    Zoals gebruikelijk heeft deze klucht een moraal.

  10. Taal: de zeventiende eeuwse taal is
    moeilijk, vanwege de onbekende woorden en het gebruik van dialect. Dit probleem
    werd opgeheven door de bijgeleverde vertaling.



C Mening


Het verhaal bevatte verscheidene komische
momenten en leuke woordspelingen. Soms wordt er echter een beetje overdreven,
zoals wanneer Robbeknol een lijkstoet tegenkomt. De weeklagende vrouw van de
dode spreekt in beeldspraak als ze zegt: "O wee, waarheen brengt men u?
Naar 't ellendig huis? Naar 't droef en donker huis, naar het huis van 't
eeuwig vergeten? Naar 't huis waar men geen weet heeft van drinken en
eten?" Robbeknol raakt volledig in paniek, omdat hij denkt, dat de dode
naar het huis van Jerolimo wordt gebracht. Ik vind dat een beetje flauwe humor,
maar dat is natuurlijk subjectief. Voor het overige is Bredero er goed in
geslaagd de humor te verwerken in zijn stuk.

Het verhaal leest vlot (in de vertaling),
wat het begrip van het verhaal verhoogt. De vaart in het verhaal is noodzakelijk,
om bij te kunnen houden, wat er allemaal gebeurt. De afwisseling in het verhaal
door de straattaferelen is ook aardig, omdat het een soort rustpunt in het stuk
is.

De verhaallijn is in feite zeer eenvoudig.
Jerolimo probeert twee prostituées te versieren met mooie woorden maar zonder
geld, Robbeknol probeert zijn eten bij elkaar te schrapen. Jerolimo leeft
volledig op zijn edelmoedig uiterlijk en zijn uitstraling. Dit kan niet goed
gaan en uiteindelijk moet hij dan ook vluchten.

Ik vond het verhaal luchtig en
humoristisch, erg ontspannend om te lezen, mits in vertaling. Het steeds moeten
opzoeken van woorden in een notenapparaat maakt het namelijk erg moeilijk enig
leesplezier te beleven.

D De schrijver


Gerbrand Adriaensz. Bredero komt uit de
Amsterdamse middenstand. In zijn tijd maakte Amsterdam een sterke groei door,
waarin het zo'n zeven maal in inwonertal toenam. Hij heeft gedichten
geschreven, gebundeld in het bekende Boertig, amoureus en aandachtig groot
liedboek
en toneelstukken (ridderspelen, kluchten en komedies). Ook erg
bekend van hem zijn de Klucht van de koe en de Klucht van de molenaar.
Hij stierf in 1618 op 33-jarige leeftijd.

(Uit (behalve uit het boek zelf):
Nederlandse literatuur, J.A. Dautzenberg, blz. 78 e.v.)




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen