Boekverslag : Marnix Gijsen - Klaaglied Om Agnes
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1842 woorden.

1951

1. Het kunstwerk

Samenvatting van de inhoud

Een zestienjarige jongeman groeit op in België, wat bezet is door de Duitsers. Zijn moeder geeft hem elke week zakgeld, waarvan hij boeken van Goethe koopt. Als hij op een dag geen zakgeld krijgt, is hij boos. Op zondag gaat hij met zijn moeder altijd rondlopen door de stad. Dit eindigt dan altijd met een bezoekje aan de kerk. De jongeman kan de geur in een kerk niet verdragen. Als hij op een dag er zelfs van moet overgeven, hoeft hij nooit meer mee. Hij besluit dan wat anders te gaan doen, namelijk de bioscoop te bezoeken. Als hij daar voor de eerste keer heen gaat, komen er twee meisjes langs hem zitten, Henriëtte en Agnes. De film interesseert hem nu niet meer, hij volgt alleen die twee meisjes. Agnes is ook de naam van zijn zusje, die hij nooit gekend heeft, omdat zij, toen zij acht weken oude was, overleed. Een week later ontmoet hij Agnes weer. Tijdens de film gaan ze samen naar buiten. Ze lopen, terwijl het regent, door het park. Hij brengt haar naar huis, in het huis zitten twee zusjes en drie broers van haar voor de kachel. Bij de derde ontmoeting, beklimmen ze samen een toren, om van het uitzicht te genieten. Zij besluiten samen de wereld te gaan verbeteren.
De jongeman is inmiddels zeventien en krijgt een administratief baantje aangeboden bij het weekblad 'De Bannier'. De beheerder Kuypers raakt onder de indruk van hem nadat hij een overtollige voorraad weekbladen heeft verkocht. Als Kuypers hem op een dag onverwacht op kantoor aantreft, krijgt hij twee kaartjes voor een concert. Dit is voor de eerste keer dat de hij en Agnes met de muziek in aanraking komen. Zij raken door deze muziek diep ontroerd. Agnes krijgt een baan als secretaresse bij een handelaar.
Na een jaar bij de Bannier gewerkt te hebben, moet de ik figuur zijn dienstplicht gaan vervullen. Hij is van mening dat dit een man maakt van een jongen, zoals een bordeel een vrouw maakt van een meisje. Hij wordt hulp van de dokter bij de geneeskundige troepen. Hij komt voor het eerst een aanraking met het menselijk lichaam. Omdat hij anderen op de kazerne niet kan weerstaan, komt hij een beetje in isolement. De enige met wie hij kan opschieten is de zuster Beatrix. Hij schrijft Agnes regelmatig en na drie maanden komt Agnes hem bezoeken. Op een dag komt hij de ruimte van zuster Beatrix binnen. Hij ziet hoe zij een stervende jongen wast. Hij zegt dan: "On dirait que cela vous fait plaisir". Omdat deze opmerking niet door de beugel kon, werd hij overgeplaatst naar de hoofdstad. In feite was deze overplaatsing voor hem een promotie. Zijn nieuwe baas is kolonel Tussort, wie veel drinkt en veelvuldig met erotiek bezig is. De baas maakt veel schulden, daarom wordt de jongeman op een dag gedwongen om de schulden van de kolonel in een bordeel te gaan betalen, waar hij helemaal niet blij mee is en hij besluit dan ook nooit meer zo'n gebouw te betreden.
Na zijn diensttijd wil hij niet meer gaan werken bij de Bannier, maar wordt hij sportverslaggever van een Nederlandse krant. Hij volgt voornamelijk worstel- en bokswedstrijden. De bokswedstrijden vindt hij boeiend. De jongeman krijgt een bericht dat Agnes om gezondheidsredenen is vertrokken naar Doorwaarden. Hij bezoekt haar en krijgt te horen dat zij lijdt aan tuberculose, wat haar long heeft aangetast. Hij wordt ontslagen bij de krant en gaat werken als secretaris bij een parlementslid. Als Agnes is geopereerd, gaan ze samenwonen in een rustig dorp en de Kempen. Hij vindt dat ze stinkt naar ontbinding. Er treden allerlei complicaties op. Agnes zegt dan dat ze haar eerst willen afbreken als een huis, voordat ze doodgaat. Agnes wordt opgenomen in een sanatorium. Na een tijd is haar toestand zo verergerd, dat ze naar Zwitserland wordt vervoerd. Na drie maanden bezoekt de jongen haar. De directrice beliegt hem en probeert hem nog een beetje moed in te spreken, hoewel hij beseft dat alles toch al verloren is. Als hij Agnes spreekt, klaagt zij voor de eerste keer tegen hem. Ze vindt zich nog veel te jong.
Na enige tijd deelt Agnes' zus Carla hem mee, dat ze overleden is. Hij zweert dat hij in zijn leven geen onedele daad meer zal doen. Samen bezoeken zij nog het sanatorium. Ze worden verwezen naar het dodenhuisje van de stad. De roman wordt beëindigd met de zin 'Ik heb geweigerd de Heer te zien als een ijdele dwingeland en het hart bitter als alsem, ben ik godlasterend het leven ingegaan, omwille van Agnes, mij kuise bruid, mijn dode zuster, gelijk Eurydice tweemaal verloren.'

Literair theoretische begrippen

Romanvormen

  • De roman 'Klaaglied om Agnes' is een psychologische roman, maar tegelijkertijd ook biografie.

    Vertelperspectief

    • Personaal perspectief, er is sprake van perspectiefwisseling, omdat op het ene moment sprake is van vertellend-ik en op een ander moment van belevend-ik.

    Personages

    • Ik-figuur: 16 jaar als het verhaal begint. Hij is een jongen die alleen, kwetsbaar en twijfelachtig is en bovendien vaak met zijn hoofd in de wolken loopt. Hij vindt zichzelf een romanticus. Hij wil de wereld verbeteren, zijn enige methoden hiervoor zijn spot en verachting. Round character.
    • Agnes: Een jaar jonger als de ik-figuur als het verhaal begint, wel is zij rijper. De ik-figuur ziet haar als de kuise geliefde, die de schoonheid en het goede symboliseert. Ook ziet hij haar als de reïncarnatie van zijn overleden zus Agnes. Agnes is opgegroeid onder armzalige omstandigheden, waardoor haar gestel vrij zwak is geworden. Zij heeft een bleek gezichtje. Zij overlijdt aan tbc. Round character
    • Moeder van de ik-figuur: zij is een zuinige vrouw en wil graag gewaardeerd worden door de anderen 'van haar klasse'. De ik-figuur heeft nauwelijks contact met haar. Flat character.
    • Carla: De oudste zus van Agnes. Zij heeft een goede band met de ik-figuur. Flat character.
    • Kuypers: De beheerder van het weekblad 'de Bannier'. Zijn enige doel is geld verdienen. Flat character.
    • Beatrix: Zuster bij het militair hospitaal. Zij heet eigenlijk Netty Dujardin. Ze is knap en bloeit in het hospitaal op. Flat character.
    • Tussort: Kolonel, een levensgenieter, die veel drinkt en veel interesse heeft voor erotiek. Hij bezoekt regelmatig bordelen en maakt veel schulden. Flat character.
    • De politicus: werkgever van de ik-figuur. Een eerlijke en hardwerkende man. Bij hem voelt de ik-figuur zich op zijn gemak. Flat character.
    • De directrice van het sanatorium: indrukwekkend figuur, liegt veel en spreekt alleen troostend en geruststellend, hierdoor wekt zij woede op bij de ik-figuur. Flat character.

    Tijd

    • Verteltijd: 150 bladzijden
    • Vertelde tijd: ongeveer 20 jaar (ongeveer 5 jaar tot de op een na laatste bladzijde).
    • Tijdversnelling komt vaak voor,
    • Net als tijdsprongen.
    • De bouw is chronologisch.
    • De schrijver maakt gebruik van flashbacks en
    • Ook van vooruitwijzingen. Hierdoor is het
    • Verhaalrite onregelmatig.

    Ruimte

    • Topografische ruimte: België en Zwitserland
    • Klimatologische ruimte: vaak regenachtig, soms zonnig weer.
    • Historische ruimte: einde WO I.

    Thema en motief

    • Thema: Tegenstrijdigheid tussen goed en kwaad.
    • Motieven:
      • liefdesrelatie
      • ziekte en dood
      • muziek
      • volwassen worden
    • Motto: Siehe, es weinen die Götter, es weinen die Göttinnen alle. Dass das Schöne vergeht, dass das Volkommene stirbt. Auch ein Klaglied zu sein im Mund der Geliebten ist herrlich. Denn das Gemeine geht klanglos zum Orkus hinab.

    2. De kunstenaar

    Gijsen, baron Marnix is geboren te Antwerpen in 1899. Zijn eigenlijke naam is Jan-Albert Goris. Na een streng katholieke schoolopleiding werkte hij enkele jaren bij het uitgeversbedrijf 'De Standaard' en daarna als verslaggever van de Antwerpse Olympiade van 1922. Na zijn diensttijd promoveerde hij in 1925 in de geschiedkundige en zedenkundige wetenschappen. Tot 1939 vervulde hij in België allerlei officiële functies. Vanaf 1939 verbleef hij in New York, waar hij onder andere als professor aan de universiteit werkte. Gijsen behoorde tot de expressionistische dichters van de groep 'Ruimte', publiceerde in 1925 de bundel 'het huis' en was daarna actief als essayist en schrijver van reisverhalen. In New York brak hij definitief met de religieuze en morele waarden waarmee men hem vanaf zijn jeugd had opgezadeld en koos voor een rationele levenshouding die hij verwoordde in zijn romans en verhalen.
    In België ontving Gijsen in 1957 de driejaarlijkse Staatsprijs voor het proza voor zijn roman 'Er gebeurt nooit iets' en in 1970 de vijfjaarlijkse staatsprijs voor zij gehele oeuvre. In Nederland mocht hij bij zijn vijfenzeventigste verjaardag de driejaarlijkse prijs der Nederlandse Letteren in ontvangst nemen.

    3. De cultuurhistorie

    Het verhaal speelt zich af in de eerste wereldoorlog. Aangezien het verhaal een biografie is, kun je de tijd herleiden. Marnix Gijsen is in 1899 geboren. De roman gaat over een zestien jarige jongeman (in het begin van het verhaal.) Dat houdt in dat het verhaal in 1915 begint. Dit is in overeenstemming met het feit dat het verhaal zich in de eerste wereld oorlog afspeelt. Ook is er geen sprake van een televisie en dergelijke moderne apparaten. Dus het verhaal speelt zich voornamelijk af van 1915 tot 1920. Maar ook nog even enige tijd later. Wanneer dit precies is, is niet te zeggen, maar ik schat zo'n 5 jaar later, in 1925.

    4. De lezer - jijzelf en de recensent

    Mijn leeservaring

    Een vrij leuk boek, met eigenlijk veel te korte hoofdstukken (gemiddeld tien pagina's). Duidelijke omschreven waar het verhaal zich afspeelt, maar niet hoe de personages eruit zien. Zo was het voor mij moeilijker om echt in het verhaal te komen. Hoewel het verhaal zich gedurende de bezetting door de Duitsers afspeelt, is daar nauwelijks iets van te merken. In het verhaal zit naar mijn mening te weinig spanning. De gebeurtenissen zijn vaak te voorspelbaar. Er wordt alleen maar verteld, geen spanning opgewekt. Vooral de dood van Agnes, had Gijsen met meer spanning moeten omschrijven.

    De recensent

    Zie Bijlage

    Vergelijking

    Er zijn eigenlijk geen overeenkomsten tussen de mening van mij en van de recensent. Wel valt op dat de recensent het heeft over humoristische opmerkingen in het boek. Ik heb op geen enkel moment eraan gedacht dat er iets met humor verteld werd. Dus een verschil van mening. Wel zegt de recensent dat er erg veel informatie wordt aangedragen. Hiermee ben ik het eens.

    5. Bronnenlijst

    • Gijsen, Marnix
      Klaaglied om Agnes, 1951
    • Roet, Rob van
      Prisma uittrekselboek Nederlandse Literatuur 1945-1980, 1987
    • Winkler Prince Redactie
      Algemene Encyclopedie
    • Uittreksel Klaaglied om Agnes, op internetadres: http://www.internetcollige.nl/verslagen/view.php3?id=235
    • Script
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen