Boekverslag : Tim Krabbe - De Grot
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2464 woorden.

Titelverklaring:

Het boek heet ‘De Grot’, omdat de liefde tussen Egon en Marjoke daar voor het eerst groeit en omdat de liefde voor stenen die ze beide hebben daar groeit. Hierdoor opende Marjoke ook haar eerste stenen winkeltje, Marcies Gems, in Waterhead en Egon werd geoloog. Ze treffen elkaar ook door hun “obsessie” van stenen weer in Ratanakiri, omdat ze beide geld nodig hebben om iets voor te zetten die door hun “obsessie” is gekomen. Bij Marcie haar stenenwinkeltje die geld tekort heeft om open te blijven en Egon heeft dringend geld nodig om met een ontdekkingsexcursie mee te kunnen in de wilde natuur van Zuid-Amerika.



Ik verwachtte een mysterieus, duister en spannend boek. Ook verwachtte ik dat het een ‘levensecht’ verhaal zou zijn. Allereerst verwachtte ik dat door de titel: de grot. Deze titel vond ik duister en boeiend: het maakte me nieuwsgierig. De omslag vond ik ook onheilspellend, alhoewel ik daar niet echt op lette. Op de achterflap staat een kort, maar krachtige tekst: Oké, dacht hij, daar gaan we. Let goed op. Dis is hoe Egon Wagter zijn kamer verliet om naar de parkeerplaats te gaan. Dit maakte mij ook nieuwsgierig waar het verhaal overging.

Het boek bleek inderdaad duister en mysterieus. Het boek was op zich wel spannend, maar door de diepgang van gevoelens werd de spanning een beetje weggevaagd.

Het boek sloot dus behoorlijk goed aan bij mijn verwachtingen, want de meeste verwachtingen zijn wel uitgekomen.

Ik houd van mysterieuze en duistere boeken, maar wel zo dat het levensecht is. Dit boek was zowel mysterieus en duister als levensecht, zodat mijn verwachtingen uitkwamen en mijn oordeel ook goed was, omdat ik van zulk soort boeken houd.



In het boek kwamen veel open plekken, die later trouwens wel werden ingevuld. Toen je begon te lezen, kwam je gelijk midden in een handeling terecht. Het eerste hoofdstuk gaat gelijk over de drugsuitwisseling. Ik snapte toen echt niet wie die Egon was, hoe hij daar bezeild was geraakt en wat de aanleiding was. Ook in latere hoofdstukken wordt er door elkaar heen gehandeld, waardoor iets later pas verklaard wordt. Ook zijn er open plekken rond de verdwijning van Marcie, ook bepaalde personen ‘snap’ je soms niet. Je snapt dan niet wie ermee bedoeld wordt, bijv. de dictator Sophal, die eerder heel de tijd de heer zoveel werd genoemd. Er zijn dus veel open plekken door het ontbreken van informatie en soms ook door onduidelijke verwijzingen.



Er is een veranderlijk perspectief: in hoofdstuk 1&2 is de ik Egon Wagter, in hoofdstuk 3&5 is er een soort hij -perspectief, een verteller dus en in hoofdstuk 4 is er weer een ik -perspectief, maar dan vanuit de ogen van de zoon van Marcie. Maar het lastige is dat er niet verteld wordt wie nu de ‘ikpersoon’ is. Daar kom je pas achter aan het einde van het hoofdstuk. Vooral hoofdstuk 4 snapte ik eerst niet, want dat was door die zoon van Marcie verteld. Door bepaalde citaten die zijn moeder hem dan verteld had, kom je erachter dat de ik de zoon van Marcie is. De open plekken worden dus wel opgevuld, later in het hoofdstuk of door middel van de andere hoofdstukken.

De enige open plek die voor mij niet was ingevuld, was of Polak nou naar die terechtstelling is gegaan of niet. Ik heb die open plek zelf maar ingevuld en ik maak ervan dat hij er wel heen is gegaan, omdat Polak dat goed voor zijn reportage vond.



In het verhaal zitten behoorlijke spanningsbogen, die je nieuwsgierig maken naar het verdere verloop van het verhaal. Tim Krabbé maakt die spanningsbogen door informatie achter te houden, het vertragen van handelingen en door het overschakelen op een andere verhaallijn.

De lezer moet dus speurend en geconcentreerd lezen. Vooral het vertragen van handelingen door zeer uitgebreid op de gevoelens en gedachten in te gaan, is een belangrijke spanningsboog in dit boek. Ook het overschakelen op een andere verhaallijn maakt het afwisselend en dus spannender (dus de flashbacks in het verhaal en het veranderlijke perspectief)

Het boek dat ik gelezen heb, vind ik wel spannend, omdat je je heel goed kan inleven in de personen door de Vertragingen van de handelingen. Ook door die wisselende verhaallijn wordt het verhaal spannender.



De tekst heeft een gesloten einde. Egon Wagter is dood en de dader krijgt de doodstraf, maar toch ben ik niet tevreden met dit einde. Ik had liever een ander einde gehad, nl. dat Oum Phen als nog vrijgesproken wordt of dat er in ieder geval wordt bewezen (al is het na de dood van Oum Phen) dat hij het niet kan hebben gedaan. Ik vind het dus een oneerlijk gesloten einde.



Het boek is fictie, maar het staat wel aangeschreven als een literatuurboek en heeft dus wel erkenning. De stad Ratanak, de belangrijkste plek van het verhaal, is een verzonnen stad. In fictionele teksten staat verbeelding centraal, en dat was hier wel het geval, alhoewel de personages wel levensecht werden beschreven. De werkelijkheid is dus naar de hand van de schrijver gezet.



De verhaalfiguren zijn karakters en types, echte karakters in dit verhaal zijn Egon Wagter, Axel de Graaf en Marjoke Heffels. Een type in dit verhaal is bijvoorbeeld Arthur Nussbaum en Michiel Polak.



De meeste situaties zijn goed uitgelegd, alleen zijn de verschillende situaties niet in een logische volgorde gezet, wat het lezen wel leuk maakte. Doordat het verhaal niet chronologisch verteld is, is er niet echt sprake van een slotsituatie. De slotsituatie is eigenlijk hoofdstuk drie, want dat speelt zich het laatste af. Hoofdstuk 5 speelt zich namelijk af tegelijk met hoofdstuk twee en ook de hoofdstukken een en vier vallen ongeveer samen. Er is geen sprake van een open einde, maar een gesloten einde, dat ophoud aan het einde van het derde hoofdstuk, maar je begrijpt het verhaal niet helemaal als je de laatste twee hoofdstukken niet hebt gelezen.

De vertelwijze is wisselend, in de hoofdstukken 1, 2 en 5 is het een hij -perspectief. Het wordt verteld door iemand die met Egon Wagter meeloopt. In de hoofdstukken 3 en 4 is er ook sprake van het hij -perspectief, in hoofdstuk 3 is Michiel Polak de 'hij' en in hoofdstuk 4 is dat Arthur Nussbaum.



De twee belangrijkste personages in het boek zijn Egon Wachter en Axel van de Graaf.

Egon is een aardrijkskundeleraar. Uiterlijk:

Het uiterlijk van Egon Walter komt in het verhaal niet duidelijk naar voren. Het is waarschijnlijk een gewone, jonge man met een normaal postuur. Draagt normale kleding en heeft een goed verzorgd uiterlijk. Innerlijk:

Het is (of was) een rustige, verlegen man. Hij gedraagt zich beleefd en is voor iedereen aardig. Hij is wat onervaren op het gebied van de liefde en de vrouwen. Hij heeft een gevoelig karakter en is gauw bang. Hij heeft een enorme liefde voor de natuur, de oudheid, gesteenten, grotten en rotsformaties in de wereld.



Als hij gescheiden is weet hij even niet hoe hij verder moet. Hij wil graag mee met een expeditie naar de Andes en besluit in de drugs wereld te stappen om zo vlug veel geld bij elkaar te krijgen. Je maakt Egon ook mee als een jongetje van 14. Daar zie je hoe hij aan zijn liefde voor stenen en voor geologie komt. Egon ontwikkeld zich in het boek van een jongetje van 14 naar een man van 49, hij maakt dus een ontwikkeling mee en je komt ook dingen over zijn gevoelens te weten. Het is dus een round-character.



Axel ontwikkelt zich in het boek van een jochie van 14 naar een echte crimineel. Hieruit kun je al afleiden dat het een round-character is. Uiterlijk:

Axel van de Graaf heeft lang, krullend, donkerblond haar en vurige lichtblauwe ogen. Hij is ongeschoren en behaard. Hij ziet er onverzorgd en als een crimineel uit. Hij draagt een spiegelende zonnebril, een lange zwarte regenjas en cowboylaarzen. Hij draagt veel gouden ringen en kettingen.



Innerlijk:

Axel van de Graaf is enorm brutaal. Er was volgens hem maar één wet: Axels wet. Hij heeft een leidinggevend karakter. Hij is crimineel en houdt geen rekening met anderen en is dus egoïstisch ingesteld. Hij is bikkelhard tegen mensen die niet doen wat hij zegt en zich aan zijn regels houden

Als jongen van 14 was Axel al erg opstandig en luisterde hij niet naar de leiding. Ook handelde hij als jongen van 14 al in softdrugs. Als Egon Axel weer ontmoet is Axel een crimineel geworden. Hij hoort bij een mensensmokkel bende. Tien jaar daarna heeft Axel een drugsnetwerk opgezet. Het is dus duidelijk dat Axel zich ontwikkelt tot een crimineel.

De twee hoofdpersonen zijn dus twee round-characters.



Ik identificeer mijzelf het meeste met Egon Walter, want hij is een ondeugende jongen, en dat ben ik namelijk ook. Egon is een sympathieke jongen, want hij komt sympathiek over bij mij ( hij doet bijna geen verkeerde dingen in het verhaal, hij doet aardig in het verhaal enz. ).

Egon speelt een belangrijke rol voor Axel ( Egon moet de klussen klaren van Axel), voor Marjoke ( ze waren verliefd op elkaar), en voor de zusjes Laneker ( Axel en Egon hebben hen ontmaagd)



Andere personages:

Marcie Nussbaum is een vrouw van 42 jaar, van Nederlandse oorsprong, getrouwd

met een Amerikaan. Als kind emigreerde zij met haar ouders. Ze heeft een liefde

voor mineralen opgevat tijdens haar jeugd en is een winkeltje begonnen in

mineralen, een droom van haar. Ze heeft twee zoons en een niet zo goed

huwelijk. Ze weet dat haar man al jaren een relatie heeft met een gezamenlijke

vriendin. Als haar stenenwinkel niet goed loopt en met sluiten wordt bedreigd,

verdwijnt ze om haar droom te redden.



Adriënne

Zij is de vrouw van Egon, en haar vader bied Egon een baan aan in zijn hotel.

Oum Phen & z'n moeder

De bedelaar die eerst op de auto van Egon past, en die een veel te veel geld van hem krijgt, en daardoor wordt geëxecuteerd. Zijn moeder wordt door Michiel geïnterviewd.

Michiel Polak

Hij onderzoekt de moord op Egon en Marcie voor de krant, hij krijgt George mee als tolk

George Mijnherenland

de eerste secretaris van de Nederlandse ambassade in Ratnak. Hij is de tolk voor Michiel en regelt ook wat dingen voor hem.

Arthur en David

De zoon en de man van Marcie, gaan op onderzoek uit, maar krijgen niets te weten.

Kees

De leider van het Davykamp, hij betrapt Egon en Axel

En nog een paar figuranten: alle kinderen van het Davykamp, de vrouw achter de receptie, de bromfietstaxichauffeurs, de drugsbaronnen, alle mensen van het Grim, en nog veel meer!



Het boek is absoluut niet chronologisch. Het bestaat uit vijf verschillende hoofdstukken die bijna als afzonderlijke verhalen kunnen worden gelezen, maar aan het eind als één verhaal in elkaar passen. Deze hoofdstukken lijken wel willekeurig uit de tijd gegrepen. Zo speelt het eerste hoofdstuk zich af in 1997, de tweede grotendeels in de zomer van 1966, de derde weer in 1997 –een vervolg op het eerste hoofdstuk - de vierde beschrijft een leven tegen 1997 en de vijfde speelt zich opnieuw af in de zomer van 1966, gelijktijdig met het eerste hoofdstuk, alleen nu niet met wat er afspeelt tussen Egon en Axel, maar tussen Egon en Marjoke. De hoofdstukken afzonderlijk zijn redelijk chronologisch. Het op het eerste zicht onsamenhangend verhaal valt op het einde mooi samen. Er is dus ook geen sprake van inleiding, midden en slot. Het verhaal komt wel traag op gang, vooral in het eerste hoofdstuk, wat het begin zeer langdradig maakt, maar leest daarna heel vlot en dat maakt het weer goed. . De gebeurtenissen zijn fragmentarisch verteld.



Tijd:

Elk hoofdstuk speelt zich weer in een andere tijd af. Namelijk: een donderdag

halverwege augustus 1995, een paar weken erna, enige maanden later, de tijd vanaf

zomer 1966.





Het thema van het boek vind ik origineel, want ik heb verder nog niets gelezen dat een zelfde thema heeft. Ook vind ik het thema goed gevonden, het sluit namelijk goed aan bij de jaren negentig, vanwege de drugs en innerlijke problemen. Ik denk dat er meer mensen rond lopen, zoals Egon.

Ook het taalgebruik is goed, niet te moeilijk en met genoeg beeldspraak, maar zeker niet teveel. De taal die Tim Krabbé gebruikt zorgt ervoor dat het verhaal blijft boeien.

Het verhaal speelt zich af in plaatsen die per hoofdstuk verschillen: Ratanak, een verzonnen plaats in het verzonnen land Ratanakiri, gelegen in Zuidoost Azië; La Roche, een plaats in de Belgische Ardennen; Amsterdam; Waterhead, plaatsje in de Verenigde Staten. Ook de tijd verschilt per hoofdstuk: een donderdag halverwege augustus 1995, een paar weken erna, enige maanden later, de tijd vanaf zomer 1966.



Motieven:

Geluk, liefde, doorzettingsvermogen, durf, geen angst, brutaal zijn.



Ruimte:

Het verhaal speelt zich voor een deel af op het jeugdkamp in het plaatsje

La Roche in de Belgische Ardennen. Een ander deel in de grotten van Hurennes en het grootste deel van het verhaal speelt zich af in de Aziatische stad Ratanak, in de buurt van Hongkong.



Voorbeelden van ruimtes:

Beeldvormend: beschrijving van een plek in Ratanak (zie bladzijde 5)



“Een breed betonnen gebouw, vijf verdiepingen hoog, een eindje van de weg aan de rand van het vliegveld. Ervoor was de parkeerplaats. Er stonden wat auto’s, glinsterend in de zon. Een hek scheidde de parkeerplaats van een braakliggend terrein dat zich tot aan de weg uitstrekte, met lage struiken, afval, resten van omgevallen muurtjes en in het midden een eenzame, scheve palm.”

Er is wel een belangrijkste gebeurtenis. Alles draait eigenlijk om het verloop van allerlei gebeurtenissen tot de drugswisseling. Daarbij wordt er vooral op de gedachten en gevoelens van de personages diep ingegaan. Dit vind ik positief, want je kan je zo goed inleven in het verhaal. Die gedachten en gevoelens worden herkenbaar en levensecht beschreven, waardoor het verhaal veel indruk op me maakt.



Het boek “De Grot” werd in 1997 voor het eerst gepubliceerd. \

Tim Krabé is geboren op 13 april 1943 en hij schrijft allerlei verschillende soorten teksten, romans, gedichten en korte verhalen. Hij heeft belangstelling voor wielrennen en schaken. Over deze twee sporten heeft hij een aantal boeken geschreven. In 1967 maakt hij zijn roman debuut met De werkelijke moord op Kitty Duisenberg. Zijn doorbraak naar het grote publiek kwam pas in 1984 met de roman: Het gouden ei. Voor dit goede boek krijgt hij de diepzeeprijs. Duidelijk is dat hij veel goede verhalen heeft geschreven, want er zijn er al een aantal verfilmd.



De laatste jaren is handel in drugs flink toegenomen. Vanwege het groeiend aantal drugsverslaafden besloot de regering het aantal koffieshops te verminderen in hoop dat dit aantal zou dalen. Er werd veel gedeald in drugs, vooral aantrekkelijke geldbedragen trokken steeds meer jongeren om drugs te gaan verkopen. Het boek ‘De Grot’ sluit namelijk goed aan bij de jaren negentig, vanwege de drugs en innerlijke problemen. Ik denk dat er meer mensen rondlopen zoals Egon.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen