![]() |
Boekverslag : A. Den Doolaard - De Herberg Met Het Hoefijzer
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2005 woorden. |
De Herberg met het hoefijzer Door A. Den Doolaard (1933) Querido’s uitgevers-maatschappij, Amsterdam. Druk is niet vermeld Titelbeschrijving Erwin Raine, de hoofdpersoon van het boek, overnacht in een herberg, Grand Hotel London, omdat het grote hotel in Scutari vol is. Deze herberg staat in de volksmond bekend als "De herberg met het hoefijzer", omdat er boven de ingang een hoefijzer hangt. Hier werd eens een opstand beraamd, die goed is afgelopen en grote gevolgen voor Albanie heeft gehad. Leonard neemt het hoefijzer mee en gebruikt het als een geluksamulet. Na zijn dood wordt het weer teruggehangenen sindsdien is het hoefijzer een teken van vrijheid voor de Malissoren. Samenvatting Edwin Raine werkt als geoloog en exporteur bij de Trepca Mining Company. Hij wordt naar de Noordalbanese Alpen gestuurd om daar de koperlagen in het gebied van de Joegoslavische grens te onderzoeken. Als hij in Albanië aankomt, blijkt het grote hotel in Scutari vol te zitten en hij gaat naar een kleine herberg. Daar ontmoet hij de jongen Leonard, een Malissoor uit de stam van Sjosj. Als hij zich laat scheren door Leonard, komt deze erachter dat Raine een revolver bij zich heeft. ’s Avonds verlaat Raine de herberg, die in de volksmond bekend staat als de ‘herberg met het hoefijzer’. Wanneer hij terugkomt, is het hoefijzer echter verdwenen en op de plaats van zijn revolver ligt een briefje met wat geld: ‘Dit is het spaargeld van Leonard als pand voor de revolver’. De volgende dag neemt Raine een gids aan die hem vertelt over de rijkdommen van het land: de eer en de vrouwen, die elke Malissoor verdedigt met zijn geweer. De dag daarna hoort Raine van zijn gids een verhaal over een moord. Een man, de gids noemt hem Raouf, is naar Joegoslavië om daar te werken. Zijn 15-jarige broer, ‘Remzi’, moet op zijn bezittingen en zijn vrouw passen. Toen ‘Remzi’ de avond ervoor ontdekte dat zijn schoonzus een verhouding had, schoot hij haar minnaar neer. Raine beseft dat ‘Remzi’ Leonard moet zijn en hij zegt dat de revolver van hem is. De gids vertelt daarop dat Leonard verraden is, maar inmiddels is bevrijd door de Malissoren. Nu is hij voortvluchtig. Raine en zijn gids worden ontvangen door pastoor Jozef in Teth. Zij hebben een goed gesprek over het werk van de pastoor. Deze heeft de Malissoren gedreigd met hel en vagevuur tegen bloedwraak, maar sinds de invoering van de nieuwe wet, die bloedwraak verbiedt, is het aantal juist weer toegenomen. Hij prijst Leonard, al is hij tegen bloedwraak. Het blijkt dat Leonard ook van zijn schoonzus hield. Deze vrouw, Katharina heeft bij de priester haar zonden opgebiecht. Een boer komt die avond melden dat Leonard zijn verrader gedood heeft en dat de volgende dag begonnen wordt met een klopjacht. Ze vinden hem niet en Leonard komt die avond bij de pastoor. Bij zijn vertrek geeft Raine hem nog een paar patronen mee. De volgende ochtend gaat Raine met de pastoor naar hem op zoek. De gendarmes zijn hem op het spoor en Leonard zit verscholen tussen de rotstorens. Er wordt geschoten door beide partijen: één gendarme wordt gedood en Leonard is zwaargewond. Pater Jozef bedient hem en Leonard fluistert Raine toe: “De smaad is gewroken en de pater heeft mij bediend en mij zijn zegen gegeven. Uw revolver is terug en ook het hoefijzer is terug…Nu ben ik vrij!”. De pater draagt hem naar huis en voor zonsondergang sterft hij. Twee weken later kan Raine naar Engeland telegraferen: “Good health”. Dit is het teken dat er mineralen gevonden zijn. In de herberg nemen de Malissoren, wanneer ze over de drempel treden, hun kapje af en leggen hun hand plechtig op het hart: het hoefijzer is voor hen voorgoed het teken van vrijheid geworden. Verdiepingsopdracht Relatie met politieke achtergrond Het verhaal speelt zich af tussen de Eerste en Tweede wereldoorlog. Het exacte jaartal kan niet gegeven worden. De Eerste wereldoorlog duurde van 1914 tot 1918, de Tweede wereldoorlog duurde van 1940 tot 1945. In oktober 1929 kwam er een economische crisis, die veel mensen hun baan kostten. Het fascisme begon steeds meer aanhangers te krijgen in Europa. De Malissoren in het boek zijn een beetje raar volk. Het zijn bergmensen. Ze leven afgesloten van de buitenwereld en leven zo hun eigen leven. Buitenstaanders worden niet snel geaccepteerd, behalve als ze zich snel aanpassen aan het gedrag van hun volk. De stadsmensen zijn een totaal ander volk. “Gij eet als een bleekzuchtig stadsmens” ( blz.88) Ze hebben een speciale taal in de bergen om elkaar te waarschuwen voor vreemdelingen. Ze gebruiken dit dus ook om elkaar gerust te stellen, als er niks aan de hand is. “Ohe, Olahe! Raine herkende zijn stem niet: zij was hoog en hees. De stem riep onbegrijpelijke Albaneesche woorden in een vast cadans. Een heldere mannenstem antwoordde, schijnbaar van vlakbij” (blz.46) Malissoren zijn erg gehecht aan traditie en bijv. eer van de familie. Er zijn vaak jarenlange vetes tussen families, die extra lang duren door o.a. bloedwraak. Het feit dat Malissoren zo afgesloten van de rest van de wereld, is misschien wel te vergelijken met de ideeën van fascisten. Zij willen ook dat soort bij soort blijft. Die rare Malissoren moet ook diep in de bergen blijven, zou een fascist misschien zeggen. En ook de economische crisis wordt eigenlijk wel vermeld in het boek. Albanië is natuurlijk niet erg rijk, sterker nog, heel erg arm. Zo zie je dat bepaalde politieke aspecten toch wel terug kunnen komen in een boek van die tijd. Relatie met sociaal-economische achtergronden De techniek maakt het mogelijk om steeds meer te bouwen en te produceren. Er worden grote gebouwen neergezet en fabrieken gebouwd. Er ontstaat massaproductie. Sommige mensen huiveren bij dit idee, anderen moedigen het aan. In de Nederlandse samenleving treedt er verzuiling op. In het boek kan je misschien ook wel spreken van een soort verzuiling. Tenminste, de Malissoren sluiten zich zo af van de buitenwereld, dat je wel kan spreken van een soort extra zuil van de bevolking van Albanië. De Malissoren zijn bang voor verandering en willen hun eigen cultuurtje behouden. Ze willen niet mee doen met de rest van de wereld, maar hun eigen leven leiden. Dit valt ook wel te vergelijken met de sociaal-economische achtergronden van 1900-1940. De schrijvers schrijven steeds minder boeken, waarin hun eigen mening verwerkt is. Ze laten de lezers zelf hun mening ontwikkelen, doordat de teksten vaan meerduidig zijn. Lezers moeten hier erg aan wennen. Het boek “De herberg met het hoefijzer” is erg oppervlakkig geschreven, Het is inderdaad heel objectief. Het verhaal is heel vlot en daarom is het boek dan ook niet dik. Er worden niet echt gevoelens beschreven. Relatie met culturele achtergronden/Relatie met literaire stromingen en genres In de periode 1900-1940 worden er veel boeken geschreven met een romantisch idee erin. Daar hoort ook de onvrede met de eigen tijd en werkelijkheid bij. Ook speelt symboliek een belangrijke rol. Aspecten uit de Romantiek van de 19e eeuw worden voortgezet in de Neoromantiek. Daarbij hoort een voorkeur voor avonturistische romans. Door fantasie ontsnapt men aan de werkelijkheid. Ik denk dat dit boek aspecten bevat uit de Neoromantiek. Er zit zwerflust, vlucht uit de werkelijkheid en verzet tegen de maatschappij in. Raine, de hoofdpersoon zwerft door een onbekend land. Hij heeft dit voorstel van zijn werk aangenomen, omdat zijn verloving net verbroken was. Hij vlucht dus eigenlijk voor zijn echte wereld en stort zich op het leven van de Malissoren en hun problemen. Raine vindt het moeilijk om te moeten kiezen tussen de kant van de Malissoren en de wet. Hij verzet zich tegen de maatschappij door te laten merken dat hij voor de Malissoren kiest. De wet verbiedt namelijk bloedwraak (een cultureel aspect), maar aangezien het de traditie is van de Malissoren, is dit niet van de een op andere dag afgelopen. Omdat Raine zich verplaatst in de bevolking begint hij deze traditie te begrijpen. Het genre van het boek is : avonturistische roman. Thematiek Het boek “De herberg met het hoefijzer” is gedeeltelijk verzonnen en berust gedeeltelijk op ware feiten. De schrijver combineert fictie en non-fictie. In de lente van 1932 is A. den Doolaard neer Sarajevo. Hij ging te voet door de Noordalbanese Alpen, waar hij het volk “de malissoren” leerde kennen. Hij maakte hen dagelijks mee en leerde hun manieren en tradities kennen. Er heerste bloedwraak en de regering had de doodstraf ingevoerd om dit tegen te gaan. Daarom vluchtte na elke overval, de schuldige schutter de bergen in, waar de gendarmes hem dan weer moesten vinden. De bevolking hielp de vluchtelingen door ze van voedsel te voorzien. A. den Doolaard heeft met veel verschillende mensen gesproken over zulke gevallen, zowel met de vluchtelingen als de gendarmes en de bevolking zelf. Die mensen heeft hij verwerkt in zijn boek “De herberg met het hoefijzer”. Doolaard kwam uit Scutari, maar hij was niet van plan om terug te gaan. Hij was bang dat hij zelf ook moeilijkheden zou krijgen met de politie, aangezien hij precies tussen twee vechtende bevolkingsgroepen inzat, als toerist. Wat moet je doen als toerist? Terwijl hij lag te woelen in zijn bed en niet kon slapen van opwinding, bedacht Doolaard een mooi sterfscenario voor de hoofdpersoon, de doltrieste herdersjongen Leonard. “Doolaard verzint zijn verhaal stukje bij beetje. Als hij het in één keer op zou schrijven, zou de spanning verslappen ” (uit interview van Freddy de Schutter en A. den Doolaard.) Een half jaar later was Doolaard in Parijs. Hij liep daar door het Louvre en zag een schilderij van Holbein ; een portret van Sir Wyat. Een man met een stenen voorhoofd en een barse mond, maar een peinzende blikvol mededogen. “Mijn omgeving verdween even en ik stond daar tegenover een grimmige preister, in mijn verbeelding intussen uitgegroeid tot een man die als een koning regeerde over een kleine vallei, verscheurd tussen zijn evangelische plicht en zijn wilde malissorenbloed” (A. den Doolaard in “De herberg met het hoefijzer” samengesteld door Freddy de Schutter) Plotseling besefte Doolaard dat hij een soort derde dimensie nodig had in het verhaal; die van geestelijke diepte. Het verhaal , de winter daarna geschreven, ging voornamelijk over het gewetensconflict tussen de preister, de jonge Leonard en de geoloog. Het boek gaat over verschillende onderwerpen; familieeer, bloedwraak, natuur, geweten en onderdrukking. Doolaards boeken worden vaak tot het vitalisme gerekend, een strekking die zich voordeed tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Het thema dat bij deze strekking past, hoort ook bij dit boek, namelijk: de mens en zijn moeizame houding tot de natuur. Het gaat namelijk over twee soorten natuur: de eigenlijke natuur ( de bomen en de planten) en het geweten ( ook een onderdeel van de natuur). De natuur speelt bovendien nog een rol. De malissoren kunnen steeds ontstappen omdat zij zich veel meer in evenwicht voelen als ze in de bergen zijn. Daarom heeft dit volk zich kunnen afzonderen om zo een totaal ander soort beschaving te beginnen. De natuur is overweldigend en heeft de mens eigenlijk niet nodig. De mensen willen leven zoals de natuur, meer nog; zich uitleven. Mensen proberen totale vrijheid te krijgen, ook al is dit vaak niet mogelijk. De thematiek van het verhaal is de tegenstelling tussen eer, wet en geloof. Leonard en de Mailssoren staan tegenover de stadsmensen, de regering, de gendarmes en Pater Jozef. Raine weet niet goed waarvoor hij moet kiezen, of hij überhaupt moet kiezen. Iedere keer als het op het punt aankomt dat hij moet kiezen, maakt hij duidelijk dat hij slechts een buitenstaander is en de boel observeert. Het leven van de Malissoren interesseert hem alleen meer dan hij soms laat blijken, heb ik het idee. Het boek is opgedragen aan Dick. ('Voor Dick') Wie Dick is, is onbekend. Secundaire literatuur - Hans Werkman, “Aangekruist”, boekbesprekingen van JMA Biesheuvel tot Jan Wolkers, Vuurbaak Groningen 1982 - Ton Anbeek, “Na de oorlog”, De Nederlandse roman 1945-1960, Arbeiderpres 1986 - Adriaan Venema, “Schrijvers, uitgevers & hun Collaboratie, de harde kern, Arbeiderspres 1989 - Adriaan Venema, “Schrijvers, uitgevers & hun Collaboratie, het systeem, Arbeiderspres 1989 - Adriaan Venema, “Schrijvers, uitgevers & hun Collaboratie, de kleine collaboratie, Arbeiderspres, 1989 - Laagland - Topware, Uittreksel Top-100 cd-rom |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |