![]() |
Boekverslag : Louis Couperus - De Stille Kracht
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1231 woorden. |
Uitgeverij: Reinaert Literaire Paperbacks Aantal blzn.: 206 1. Bespreek titel, ondertitel, thema, mottoDe titel, 'De stille kracht', is letterlijk op te vatten. Het hele verhaal handelt over de mysterieuze kracht die de Westerling ondergaat in een exotisch eiland als Java. Hij is er niet tegen bestand, is er bang voor en wordt er door veranderd. De titel geeft de essentie van het verhaal weer. Er is geen ondertitel en geen motto.2. Bespreek de stijl en de toonHet verhaal begint met lange, beschrijvende zinnen met veel adjectieven, die eigenlijk weinig vertellen, maar een sfeerbeeld creëren. Wanneer de dialogen tussen de personages beginnen, worden er korte, gemakkelijke zinnen gebruikt. De taal is poëtisch, zeer beschrijvend en vol stijlfiguren. Vb. p.6 'Op de trappen van de kantoorkamer zaten enkele oppassers,… Eén van hen stond op en begaf zich, met een rustige pas, naar een bronzen klok, bij het oppasserhuisje,…' Couperus speelt hier met het woord 'oppasser', dat bestaat uit 'op' en 'pas'. De zinnen worden meestal zo lang, omdat er veel gebruik wordt gemaakt van tussenzinnen en gedachtestreepjes. Couperus gebruikt verschillende vreemde (Javaanse) woorden, zoals 'nonna', 'Kandjeng' en 'kassian'. Soms zijn er hele zinnen in een vreemde taal, het Javaans, wanneer de inwoners onder mekaar praten of er bevelen worden gegeven aan het personeel. Vb. 'Ajo, kokkie, kloewar!' Wanneer de inwoners in het Nederlands spreken, is dit gebrekkig. Vb. p. 21 'Alleen nog deze twee flesjes. Alles geteld. Zij vertrouwt mij toe, om te verkopen.' De stijl is serieus, er komt weinig humor in voor, de mensen leven er met een zware druk op hun schouders, waar niet mee te lachen valt.3. Schrijf een korte inhoud van het verhaal neerHet Nederlandse gezin Van Oudijck woont in het residentshuis van Laboewangi in Java. Meneer Van Oudijck, de resident, is een gedisciplineerde harde werker, die een goede band heeft met het Javaanse vorstenhuis. Zijn vrouw, Leonie, een zeer knappe vrouw, heeft een koud, onverschillig karakter. Zij bedriegt haar man met elke interessante of knappe man die zij tegenkomt, zelfs met haar stiefzoon Theo, zonder dat zij daar ooit voor berispt wordt. Heel het verhaal handelt over de karakters van deze personages en andere inwoners van Laboewangi, zoals de kunstzinnige Eva Eldersma, die het plaatselijke sociale leven wat interessanter probeert te maken. Naargelang de tijd verstrijkt, evolueren deze personages, onderhevig aan wat men hier 'de stille kracht' noemt. Voor elke Westerling is deze stille kracht een beangstigend mysterie van het Oosten. Elk gaat er zeer verschillend mee om. Meneer Van Oudijck heeft heel zijn leven het bestaan van zo'n kracht ontkend, maar moet er op het einde van het verhaal toch voor wijken en trekt zich terug met een Javaanse vrouw op een afgelegen plaats. Leonie krijgt een inzinking door mysterieuze gebeurtenissen in de badkamer, waar zij met een rode vloeistof bespat geraakte. Haar mooie leventje wordt aan diggelen geslagen en zij vertrekt naar Parijs, waar zij een decadent leven begint. Eva Eldersma begint diep na te denken over haar leven en ontdekt dat 'kunst' toch niet het hoogste goed in het leven is. Zij keert terug naar Nederland, naar haar overwerkte man die al vóór haar vertrokken was.Zo wordt elk personage apart besproken en psychologisch ontrafeld. Alle personages moeten echter wijken voor 'de stille kracht', waar de Westerling geen begrip voor kan opbrengen. 4. Bespreek tijd en ruimteHet hele verhaal speelt zich af in de tweede helft van de 19e eeuw in de Nederlandse kolonie Java, waar Nederlanders naartoe trokken om zich op korte tijd te verrijken.Het verhaal blijft gesitueerd in Laboewangi, afwisselend in het residentshuis, het huis van Eva Eldersma, het paleis van de regent en de hutten van enkele nevenpersonages. Sommige personages verplaatsen zich, zoals Leonie, die regelmatig naar de grootstad Batavia trekt, maar de verteller volgt hen niet. Pas op het einde van het verhaal verplaatst de verteller zich naar Batavia, waar Eva Eldersma op het punt staat om terug naar Nederland te keren. Het is onduidelijk over welke tijdspanne het verhaal handelt: er zijn grote intervallen van verschillende maanden, maar soms wordt het verhaal van dag tot dag besproken. Het verhaal handelt waarschijnlijk over meerdere jaren. Leonie blijft een eeuwige jeugdigheid van lichaam behouden, maar meneer Van Oudijck is op het einde van het verhaal plots sterk verouderd, door de vreemde gebeurtenissen die in Laboewangi plaatsvonden. Daar kan men dus onmogelijk uit afleiden hoeveel tijd er verstrijkt van het begin tot het einde van het boek. Het boek is onderverdeeld in zeven hoofdstukken, verspreid over 206 bladzijden en het verhaal verloopt chronologisch. Echte flashbacks zijn er niet, wel denken enkele personages terug aan hun jeugd of aan vroegere gebeurtenissen. 5. In welk milieu speelt het verhaal zich af?Het verhaal speelt zich af in de hoge kringen van Laboewangi. Meneer Van Oudijck bekleedt het ambt van resident, een belangrijke functie. Hij gaat veel om met de familie van de regent, een oud adellijk geslacht van Java dat heerste over het eiland voor de Nederlanders hen koloniseerden. De plaatselijke bevolking wordt gebruikt als bediende voor de Nederlanders en wordt dus eigenlijk onderdrukt.6. Persoonlijk oordeelIk vind het boek zeer aangenaam om lezen, het is poëtisch, Oosters. Er wordt niet echt een omlijnd verhaal verteld, maar eerder een verandering in mensen, een overgang, een angstvallig vastklampen aan de Westerse gewoonten die men uiteindelijk toch moet loslaten. Dat wordt heel mooi beschreven. Elk personage is heel sterk getypeerd, misschien zelfs een beetje te veel. Alles wordt voorgeschoteld en verteld aan de lezer. Een eigen inbreng is helemaal niet nodig, Couperus schrijft zelf welke conclusies je er moet uit trekken. Het ligt er een beetje te dik op voor mij. De schrijver herhaalt angstvallig wat hij toch bedoelt met die 'stille kracht'. Hij beschouwt de lezer als onwetend, die geen ervaring heeft met deze Oosterse mentaliteit. Dat heeft Couperus zelf duidelijk wel. Hij heeft alles zeer grondig bekeken in Java en kan dus heel goed de Oosterse sfeer aan de lezer overbrengen. Daar is hij dan ook in geslaagd. Bijgevolg is het boek vlot leesbaar en omdat alles 'voorgeïnterpreteerd' is, zeker niet moeilijk. Het is een aanrader, maar als je het nooit te lezen krijgt, is het ook geen gemis. Ik vind het niet een boek dat je zeker gelezen moet hebben in je leven, maar wel interessant als aanvuller van je algemene cultuur.7. Geef enkele andere werken van de auteurEline Vere (1889), Noodlot (1891), Extase (1892), De berg van licht (1905-1906), Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan (1906), Xerxes (1919)8. Geef een korte biografie van de auteurLouis Marie Anne Couperus werd op 10 juni 1863 te 's Gravenhage geboren. Hij was afkomstig uit een familie van Nederlands-Indische ambtenaren en bracht bijgevolg een deel van zijn jeugd door op Java, een kolonie van Nederland. Hij mislukte op de Haagse HBS en studeerde daarna Nederlands. Hij huwde met zijn nicht Elisabeth Baud en vestigde zich rond 1883 in Zuid-Frankrijk en Italië. Hij debuteerde als dichter, maar werd pas geapprecieerd als prozaschrijver. Als verteller, romanschrijver en autobiograaf heeft hij een machtig oeuvre op zijn naam staan. Hij stierf op 16 juli 1923 in De Steeg. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |