Boekverslag : Remco Campert - Tjeempie! Of Liesje In Luiletterland.
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1593 woorden.

Tjeempie! of Liesje in luiletterland



Hier volgt een korte samenvatting van de belangrijkste dingen uit het boekverslag van Tjeempie! of Liesje in luiletterland.

Het boek bestaat uit 12 getitelde hoofdstukken en bevat zo’n 141 bladzijdes. De eerste oplage werd in 1968 gedrukt en er zijn er inmiddels een groot aantal verkocht, dit boek wordt veelal door scholieren gelezen. Het thema van dit boek is dan ook sex, die symbool staat voor de generatie kloof tussen de jeugd en de ouderen die allebei op een zekere manier door sex geobsedeerd zijn. De titel, Tjeempie! of Liesje in luiletterland, betekent het volgende: Tjeempie is het stopwoord van Liesje, en zij begeeft zich in de luie wereld van de schrijvers. Het verhaal begint en eindigt in Wassenaar maar speelt zich zonder enig andere ruimtebeschrijving in Amsterdam af. De vertelde tijd omvat één week, namelijk de paasvakantie.





Samenvatting

Liesje is de hoofdpersoon in dit boek, ze is een nieuwsgierig meisje van 15 jaar oud. Haar vader is dood en haar moeder is lid van De Zedelijke Bepantsering en verbied haar om de paastaak van meneer van Dalen uit te voeren. Als taak had zij gekregen om een moderne schrijver te interviewen, maar haar moeder was er van overtuigd dat die schrijvers alleen maar over sex schrijven, en dat is nog niet goed voor Liesje. Zij vraagt zich nu af wat ‘sex’ is/ betekend en vraagt het en haar buur- en klasgenootje, maar die weet het niet (terwijl ze er eigenlijk al zelf aan doen), hij mag zijn paastaak ook niet uitvoeren van zijn ouders. Maar omdat ze bang zijn voor de straffen van meneer van Dalen en ook goed nieuwsgierig zijn geworden besluiten ze om ieder hun eigen taak te volbrengen. Liesje springt in de trein naar Amsterdam omdat daar veel schrijvers zouden wonen. Cees zit ‘stoont’ in de trein en Liesje gaat tegenover hem zitten. Zij vraagt hem of hij naar de hoofdstad gaat en of hij een schrijver kent, hij zegt haar dat hij zelf een schrijver is. Als Cees naar de wc gaat om een stickie te roken loopt Liesje achter hem aan, en terwijl hij er een op steekt haalt zij het onder zijn jeans verborgene uit de gulp en controleert met haar mond op echtheid. Liesje vraagt hem wat sex is, volgens hem is dat ‘lichamulluke informaatsie’. Als ze dan in

Amsterdam aankomt vraagt ze aan een keurig geklede meneer waar ze schrijvers kan vinden. Hij antwoordt haar dat ze het beter bij Cats kan houden maar wil het haar wel vertellen als hij haar hand beet pakt, naar zijn kruis brengt en zij daar het een en ander zou verrichten. Hij maakt zich iets later gillend en kermend uit de voeten. Ze loopt dan naar het informatiekantoor op het stationsplein en vraagt daar aan de balie juffrouw of ze weet waar ze schrijvers kan vinden. Het meisje achter de balie vraagt wie ze in gedachten had. Liesje moest even nadenken en vraagt dan naar Het Roofdier. Het meisje weet echter zijn adres niet maar alleen dat hij een gouden helikopter heeft waar hij in rond vliegt. Wel weet ze het adres van de Best Gekapte Schrijver van Nederland, en geeft dit aan Liesje. Ondertussen is haar moeder al over haar rooien en stuurt ‘Djeemz’ (James, de butler) om haar te zoeken. Liesje gaat op weg naar de Best Gekapte Schrijver. Dan wordt er in hoofdstuk 5 een stuk over Het Roofdier beschreven dat hij in een café zit. Hij is een soort god en kan bijna alles maken maar hij heeft wat financiële problemen doordat men zijn boeken iets minder leest, dit brokkelt zijn zelfvertrouwen wat af. Omdat hij vindt dat de barkeeper te veel lult geeft Het Roofdier hem een paar klappen, en als de agent geïrriteerd binnen komt lopen om te vragen van wie die helikopter is die het verkeer belemmerd, bied hij direct zijn verontschuldigingen aan als hij bemerkt dat deze van Het Roofdier is. Dit alleen al geeft aan dat iedereen tegen hem opkijkt en hem adoreert. (Dit hoofdstuk uit zijn gezichtsperspectief vertelt). Als hij opstijgt in zijn helikopter stapt Liesje net uit de tram.

Ze belt aan bij de Best Gekapte Schrijver van Nederland, in zijn wachtkamer zitten 2 jongens, die elkaar met termen uit de W.O. 2 bestoken, verder zitten er nog vier meisjes. De jongens worden als eerste binnen geroepen. Als Liesje eindelijk aan de beurt is mag ze zich in de behandelkamer uitkleden. Intussen voert de schrijver een telefoongesprek over de revolutie. Liesje strekt zich uit over de behandelbank, denkt aan Patrick en verbeeld zich dat hij haar nodig heeft. De schrijver kleedt zich ook uit en legt haar desgewenst uit wat sex is. Zijn eerste antwoord was: ‘De vraag is het antwoord’, ‘Seks is de filosofie van het Zijn in de praktijk’, ‘Ik ga nu het Niet- Zijn opheffen door het met het Zijn te vullen.’ (je weet uiteraard wel wat hier wordt beschreven, en hoef ik dat dus niet uit te leggen). Dan kleedt hij zich aan en wijst haar de deur.

Als James, met een witte aanplakbaard op, Amsterdam betreed wordt hij voor profeet Klaas aangezien en krijgt hij een grote menigte achter zich aan. Liesje beland ondertussen in het Lufcenter waar Pim optreedt. Na afloop gaat Liesje met Pim en Mien naar huis. Volgens Pim is sex communicatie. Al snel belanden ze met z’n drieën in bed en deelt hij suikerklontjes uit. Als deze beginnen te werken, trekken allerhande dingen aan Liesje voorbij.

Terwijl Het Roofdier terug denkt aan vroeger, verdwaald hij met zijn helikopter. Hij krijgt een huilbui, de benzine raakt op en maakt een noodlanding in een Wassenaarse tuin. Mevrouw van Zuylen (Liesjes moeder) ziet dit tafereel opgewonden aan. Aan haar voeten zakt Het Roofdier in elkaar.

Liesje wordt in de buitenlucht wakker. Ze ziet een boerenstulp staan en loopt er naar toe, het heet Huize Walgra. Een winterpeen etende man zit een brief te schrijven, en drinkt jenever uit een waterglas terwijl hij zijn ’Roede’ zit te kneden. Dan ziet ze verder op in de huiskamer Patrick staan die aan een paal is vastgebonden, met Indianenveren op het hoofd. Ze bonst op de deur, er wordt open gedaan. Ze kan de Grote Apachekoning meekrijgen; hij viel tegen in gebruik. Patrick had gemeend dat hier een parlementslid woonde; het huis was naar Walgra vernoemd. Er woonde echter een schrijver; geen moderne maar en broodschrijver. Volgens hem is seks alleen maar treurigheid.

Als de paasvakantie voorbij is maakt Liesje haar ontbijt klaar terwijl haar moeder nog in bed ligt. Sinds Het Roofdier inwoont is het veel gezelliger, moeder is vrolijker en James is vertrokken. Ze kregen nog een ansichtkaartje uit de uit Amsterdam van hem, met een zegening van Klaas. Het Roofdier is volgens moeder Liesjes nieuwe papa. Als ze hem vraagt wat sex is, antwoordt hij: ‘Vraag dat maar aan je moeder, die weet er alles van!’. Wat had ze nou aan zo’ n antwoord, dacht ze. Ze heeft er nu wel honderd gehad maar die waren allemaal verschillend geweest, en ze snapt er niets van.





Stijl

Het boek begint bij een informatieve opening en het eindigt met een gesloten einde. In dit boek wordt erg veel gebruik gemaakt van kinderlijke en vreemde spellingen van allerlei woorden, hij schrijft ze bijna fonetisch, zoals prussies (precies), sien (scene op z'n Engels uitgesproken), tjik (chick, meisje) en intupputtaatsie (interpretatie). De schrijver gebruikt meestal korte zinnen. Er is een alwetende anonieme verteller aan het woord die, op twee hoofdstukken na alleen Liesjes belevenissen beschrijft. Hij schrijft hier redelijk veel spreektaal in. Soms moet je een woord een keer hardop uitspreken om te horen welk woord er wordt bedoeld. R. Campert heeft zich in dit boek als satiricus kunnen uitleven. Tal van personen en gebeurtenissen uit de werkelijkheid smeden hij om tot romanpersonages en –situaties. Wat opvalt is dat men in dit boek Kola drinkt i.p.v. bier of wijn. Volgens de schrijver zelf heeft hij in dit boek met de spelling en de taal geëxperimenteerd en zal hij dit nu niet meer doen omdat dan de nieuwigheid ervan af is en het dan gaat vervelen.



Het motto van dit boek heeft Remco Campert uit ‘Time’ gehaald:

“Sex is far too important a matter to be left merely to writers.”

Dit kun je eigenlijk ook meteen als het thema zien want het boek bestaat uit de zoektocht naar het woordje sex, en de hoofdpersoon vraagt dit dan aan schrijvers die ze voor haar paastaak moest interviewen.

Personages

De hoofdpersoon in dit boek is Liesje van Zuylen. Verder spelen Patrick, haar moeder en de butler een belangrijke rol in het verhaal. Liesje is op zoek naar moderne schrijvers, en vindt er een paar die vaak een bestaande schrijver uitbeelden. Zoals:

Cees Bakels, die Jan Wolkers voor stelt; een ‘wiet’ rokende ‘koele vogel’ die ‘stoont’ en ‘hai’ is.

De Best Gekapte Schrijver, deze persoon stelt Harry Mulisch voor; hij wordt door iedereen bewonderd en heeft daar zelfs een wachtkamer voor nodig.

Het Roofdier, Jan Cremer; een ruig figuur waar iedereen respect voor heeft, en hij slaat als iemand hem niet aanstaat. Gedurende het verhaal verandert zijn karakter van een beest tot een gevoelig mens.

De man uit Huize Walgra, hij vertoont enige gelijkenis met Gerard Reve; hij is een vreemd figuur die bijbelse taal spreekt.



Citaat:

Afkomstig van hoofdstuk 2; Is dat niet iets dat Japanners met kuikens doen? Van bladzijde 28 t/m 30. Het is zo’n groot stuk omdat dan pas echt duidelijk wordt wat hier aan de gang is. Liesje loopt samen met Patrick in de tuin en hebben het over hun paastaak.

<<”Het Roofdier, met een hoofdletter. Die is het ergste van allemaal zegt mijn moeder. Hij is geen mens meer, maar een beest.”

“Die moet je hebben”, zei Patrick. “Misschien weet hij wat seks is.”

Ze stonden stil en keken elkaar aan.

In de verte begon een kerkklok te beieren.

Dat bracht Liesje op een idee.

“Weet je wat ik geloof”, zei ze.

“Nou?”

“Ik geloof dat het iets met godsdienst te maken heeft. Ons land heeft veel godsdienstige sekses. Dat hoor je wel eens zeggen.”

“Ja dat zou het wel eens kunnen zijn”, knikte Patrick.

“En het is trouwens bekend dat onze oteurs erg veel aan god doen”, zei Liesje.

Ze ging in het gras zitten en leunde met haar ellebogen op haar opgetrokken kniejen.

Haar kleine slipje trok zich bijna geheel terug tussen de zachte, bleke rondingen, waar ze, nu ze niet stond, op zàt.

De koesterende warmte van het lentezonnetje drong door haar oranje minizjuupje heen en wekte haar tepeltjes, die zich blij uitrekten.

“Maar dan begrijp ik toch niet”, fronste Patrick zijn wenkbrauwen, terwijl hij naast Liesje ging zitten en werktuigelijk haar knieholtes streelde, “dat je moeder ertégen is.”

Het lieve meisje dacht even na.

“Misschien vindt moeder seks op zichzelf niet erg”, zei ze toen, terwijl haar hand met de spitse vingertjes werktuigelijk in patricks broekzak verdween en naar zijn sleutelbosje begon te tasten, “maar heeft ze wél bezwaren tegen godsdienstige seks.”

Gek eigenlijk, dacht Liesje, zodra het woord godsdienstig opduikt, komen er allerlei bezwaren los; of is het allerlij?

Patricks wijsvinger gleed langs de binnenkant van haar dijbeen naar beneden (naar boven als ze had gestaan) en beroerde even haar roompotje.

“Het klinkt niet erg aannemelijk”, zei hij. “En al is het iets godsdienstigs, dan weten we nog niet wàt het is. Misschien is het een soort godsdienstige oefening.”

“Wacht eens”, zei Liesje, “is het niet iets met dieren? Iets waar verenigingen tegen bestaan? Viviseks?”

“Laten we er maar over ophouden. Misschien is het een van die dingen die je pas aan de weet komt als je volwassen bent, zoals de opofferingen die je ouders zich getroost hebben om je groot te brengen”, zei Patrick, terwijl hij zijn vinger in Liesjes roompotje doopte.

“Zullen we even naar het schuurtje gaan?”, vroeg hij.

“Goed”, zei Liesje. “Anders zitten we ons toch maar te vervelen”.

Ze stond op en sloeg haar zjuupje af.

Hand in hand liepen de schoolkameraadjes naar het schemerige, broeierige schuurtje achter in de tuin van de familie van Haeren.

Ze gingen er binnen.

In de boomtoppen zongen de vogels, al eijeren leggend, het hoogste lied.

Bijjen en vlinders besprongen bloemen, die bevend bogen onder hun vleugelend geweld.

De kater van de familie van Haeren bestoof het karpet, terwijl mevrouw van Zuylen en de dames van de Zedelijke Pantsering bespraken wat de best manier was om een komkommer klaar te maken en James, het trouwe faktotum, met zijn gieter het vetplantje van het meisje-voor-dag-en-nacht besproejde.

Hand in hand kwamen de kinderen een minuut of wat later het schuurtje weer uit.

Liesje sloeg wat stro van haar zjuupje. Haar wangen waren rood en haar haar zat een beetje slordig.

“Tjeempie”, zei ze zomaar.

Ze gingen weer op hun oude plekje zitten.







Bespreking citaat

In dit citaat zie je al duidelijk dat de schrijver gebruik maakt van beeldspraak en een spelletje met de spelling speelt. Het is op een vrij kinderlijke en onwetende manier beschreven. Liesje en Patrick proberen een antwoord op de vraag: wat is seks? Te vinden terwijl ze er ondertussen zelf aan doen. Dit is heel grappig om te lezen, mede omdat de schrijver de kinderen hun eigen taal laat spreken door woorden expres anders te schrijven dan in het woordenboek staat. Sommigen woorden zijn bijna fonetisch geschreven of zouden van zware dyslectici afkomstig kunnen zijn. Zo staat er bijvoorbeeld oteurs i.p.v. auteurs en kniejen i.p.v. knieën. Ze hebben tijdens dit gesprek zelf seks, dit is ook op een bijzondere manier beschreven namelijk met alleen maar beeldspraak; zijn sleutelbosje, haar roompotje, e.d. Wat ze in de schuur doen kun je natuurlijk wel raden, dit wordt echter niet nader omschreven, maar toch krijg je dan een paar suggestieve gebeurtenissen uit de omgeving te horen die je wel iets doen vermoeden.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen