Boekverslag : J. Bernlef - Hersenschimmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2383 woorden.

Auteur: J. Bernlef

Titel: Hersenschimmen

Plaats van uitgave: Amsterdam

Jaar van uitgave: 1999

Druk: 39e (1984)

Aantal bladzijden: 162



Motto en opdracht:

“A touching dream to wich we all are lulled but wake from separately”

(Philip Larkin)



Korte inhoud:

De 71-jarige Maarten Klein woont met zijn vrouw Vera in Gloucester, aan de oostkust van de Verenigde Staten, even ten noorden van Boston. In de jaren vijftig zijn ze vanuit Nederland naar Amerika geëmigreerd. Hun twee kinderen, Kitty en Fred, zijn teruggegaan naar Nederland. Maarten werkte tot zijn pensionering bij de Intergovernmental Maritime Consultative Organisation (IMCO), een instituut voor visserijonderzoek in Boston.

Op een winterse dag kijkt hij uit naar de schoolbus met kinderen die elke morgen bij zijn huis stopt. Hij denkt terug aan zijn vader, die griffier bij de rechtbank was en thuis temperatuurgrafieken bijhield en aantekeningen over het weer maakte. Uit opmerkingen van zijn vrouw wordt duidelijk dat Maarten een beetje verstrooid begint te worden: het is zondag, dus de kinderen hoeven niet naar school. Hij denkt dat het ochtend is, maar het is al middag. Eerder vergat hij al zijn koffie op te drinken en voor Vera hout uit de schuur te halen, hoewel ze hem daar tweemaal om had gevraagd. Hij zoekt de schuld van zijn vermoeidheid en concentratieverlies voorlopig bij de lange witte winter. Maarten piekert over zijn vergeetachtigheid. Er is iets mis, maar hij weet niet precies wat. Hij betrapt zich erop dat hij hardop in zichzelf praat. Woorden die hij alleen gebruikte op zijn werk als hij niets beters wist te zeggen, duiken plotseling op in zijn conversatie met Vera. Zijn gedachten dwalen vaak door associaties af naar gebeurtenissen uit het verleden, vooral uit zijn jeugd, uit de Tweede Wereldoorlog en uit de tijd dat hij op kantoor werkte. Soms roepen de herinneringen handelingen op waarvan hij zich niet bewust is. Als hij terugdenkt aan het mislukte vlechtwerkje dat hij op de kleuterschool van stroken papier maakte, scheurt hij onbewust de krant aan repen. De juffrouw vroeg hem destijds de potlodendoos te halen en Maarten gaat hem zoeken, op een plank in het washok, waar hij met een stoel bij klimt. Als Vera hem daar vindt, beseft hij pas wat hij doet. Tijdens een wandeling met de hond Robert verliest hij zich weer in het verleden. In het meisje achter de bar van het café waar hij even uitrust herkent hij zijn eerste vriendin. Daarna komt hij in het antiquariaat waar hij kort daarvoor ‘The Heart of the Matter’ van Graham Greene kocht. Maarten kan zich het boek op dat moment niet herinneren, hoewel hij er thuis af en toe een stukje in leest. Als hij mijmerend verder dwaalt door de stad, vindt Vera hem, ze maakte zich ongerust en is hem met de auto gaan zoeken. De symptomen van Maartens dementie worden duidelijker en heviger. Vera heeft de deur op slot gedaan toen ze even weg moest, maar Maarten breekt hem open om naar een IMCO-vergadering te gaan. Het gereedschap neemt hij mee in zijn aktetas Hij gaat echter niet als vroeger met de trein naar Boston, maar loopt naar een vakantiehuisje, waarvan hij de deur ook forceert. Terwijl hij wacht op de anderen oefent hij zijn betoog, waarin hij zijn twijfel uitspreekt over de zin van de organisatie, die aan de hand van computerprognoses aanbevelingen doet over vangstquantums. Dan realiseert hij zich de situatie en gaat hij op weg naar huis; hij vergeet echter zijn tas. Vera is in die tijd bij dokter Eardly geweest. Hij heeft haar aangeraden met Maarten foto's te bekijken om de herinneringen te ordenen. Maarten herinnert zich tot in de details het verhaal bij een foto uit zijn jeugd, maar kan andere gebeurtenissen, zoals het bezoek van zijn kinderen uit Nederland drie jaar geleden, niet plaatsen. Later weet hij dat weer en spijt het hem dat hij dat niet eerder wist. Als die dag de deur wordt gerepareerd kan hij zich het niet herinneren dat hij de deur heeft opengebroken. De deur wordt gerepareerd door William. Deze Amerikaanse jongeman komt vaak bij hen over de vloer om klusjes uit te voeren. Hij is best verlegen en stil maar na een paar pilsjes wil hij nogal eens loskomen. William had vroeger een hondje, Kiss, die al een tijdje dood is. Toch vraagt Maarten iedere keer weer als hij William ziet hoe het met Kiss is, wat natuurlijk niet leuk voor William en Vera is.

Op het tweede bezoek van dokter Eardly reageert Maarten met een redevoering, die imponerend bedoeld is. Daarna realiseert hij zich met machteloosheid, woede en angst dat hij niet meer helemaal meester is over de taal: hij moet zinnen soms eerst vanuit het Nederlands in het Engels vertalen voordat hij ze kan uitspreken en heeft moeite met het benoemen van voorwerpen. Steeds meer vermengt Maartens verleden zich met zijn dagelijks leven. Maarten verwart Vera met zijn moeder en zijn huis met het huis van zijn grootouders. Wat zijn vrouw hem het ene moment vertelt, kan hij direct daarna weer vergeten zijn. Als zij weg is, slaat Maarten een ruit in om de hond binnen te laten. Daarna vergeet hij het gas uit te zetten. Bij het volgende bezoek van de dokter ziet Maarten hem als een tegenstander in een moeilijke onderhandeling. Hij gaat hem verbaal te lijf met een vergaderstrategie van zijn ex-collega Karl Simic. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven slaat hij hem de spuit uit handen. Op dat moment waant hij zich in de oorlog. Omdat de toestand gevaarlijk wordt, komt de gezinshulp Phil Taylor inwonen om op Maarten te letten. Maarten vergeet steeds wie zij is en waarom ze er is en verwart haar met zijn pianolerares Greet van vroeger waar hij toen verliefd op was en met zijn dochter Kitty. Als hij tweemaal in een nacht door het huis dwaalt geeft Phil hem een injectie. Maarten wordt wakker doordat hij in zijn bed heeft gepoept. Vera en Phil maken de riemen los waarmee hij was vastgebonden en wassen hem in het bad; Maarten krijgt daarbij een erectie. Pas als hij het aanraakt beseft hij vol schaamte dat het zijn geslacht is dat boven water uitkomt. Maarten ontsnapt nog een keer uit het huis en komt na een wandeling door de duinen waarbij hij geen jas aanheeft terecht in het zomerhuisje waar hij eerder zijn aktetas had laten staan. De vuurtorenwachter ziet hem lopen en brengt hem terug naar huis in zijn jeep. Maarten houdt hem voor een Amerikaanse soldaat tijdens de bevrijding. Even later komt dokter Eardly, die Maarten voor een soldaat in burger houdt. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven denkt hij dat hij wordt verdacht van collaboratie. Als Maarten wakker wordt, maakt hij een vuur in de open haard en verbrandt hij uit het album de foto's waarop hij is afgebeeld. Hij herkent zichzelf niet meer. Vera en Phil binden hem op een stoel vast. Ook hen herkent hij niet meer. Dan wordt hij in een ziekenwagen naar een inrichting gebracht. Dit ervaart hij als iets onvermijdelijks maar raars. Er dringen nog maar flarden van buiten tot Maarten door; zijn wereld is gekrompen tot zijn onsamenhangende, maar soms plotseling heldere gedachten, waarin de taal een belangrijke rol speelt. Het boek eindigt met een mededeling die hij nog wel opvangt, al beseft hij niet dat die van Vera komt: zij vertelt hem dat de lente op het punt staat te beginnen.



Structuur:

Het boek bestaat uit 9 ongenummerde en ongetitelde hoofdstukken. Een stuk begint met een cursief geschreven zin, waarmee het begin van de nieuwe dag aangegeven wordt. Het is niet lastig om te lezen omdat het niet te langdradig is gemaakt en het zijn ook geen korte hoofdstukken.



Verhaalfiguren:

- Maarten Klein: Hij is de hoofdpersoon en heeft een round character. Het verhaal gaat over dementie en hij is diegene die er aan lijdt. Het draait dus allemaal om Maarten en zijn ziekte. Hij is een gepensioneerde secretaris die van zijn rustige oude dag wilt genieten. Hij is een man van 71, die sinds 15 jaar met zijn vrouw Vera in Amerika woont. Samen hebben hij en Vera twee kinderen en een hond. Hij werkte bij de IMCO (Intergovernmental Maritime Consultative Organisation) in Boston.

- Vera Klein: Zij is de vrouw van Maarten en heeft een flat character. Zij is een goede hulp voor maarten en probeert goed voor hem te zorgen. Ze heeft vroeger veel vrijwilligerswerk in de bibliotheek gedaan.

- Kitty en Fred Klein: Dat zijn de kinderen van Maarten en Vera. Zij hebben een flat character. Ze leiden hun eigen leven waarin ze weinig contact hebben met hun ouders.

- Karl Simic: Hij is een oud collega van Maarten. Maarten voelt zich nog steeds schuldig om het feit dat Karl kort na het bezoek van Maarten zelfmoord pleegde. Hij is een flat character.

- Dokter Nick Eardly: Hij een een wat naïeve plattelands-dokter. Hij denkt Maanten’s bewustzijn weer op te wekken door hem medicijnen voor te schrijven. Vera heeft wel vertrouwen in de dokter, maar Maarten niet. Hij is een flat character.



Tijd:

Het speelt zich af in de tegenwoordige tijd. Het verloopt in chronologische volgorde. Er zitten wat flashbacks in waarin we wat dingen te weten komen over zijn vader, zijn jeugd, over een meisje waar hij eens verloofd mee was, een vroegere collega die zelfmoord heeft gepleegd, etc. Er is niet duidelijk aangegeven hoeveel tijd er verstrijkt van het begin tot het einde van het boek. Ik zelf denk dat er een paar jaar tussen zit (inclusief flashbacks). Maarten kan namenlijk niet van de een op de andere dag aan dementie lijden en dan in een inrichting terechtkomen. Dat duurt jaren! Er zitten ook geen versnellingen of vertragingen in het boek.



Ruimte:

Het verhaal speelt zich af in en rond het huis van Maarten en Vera in Gloucester, dat in Amerika ligt. Met behulp van hun huis wordt er een voorbeeld van Maarten’s dementie gegeven: “Ze hebben gelukkig de televisie hard aanstaan, dus moet het wel lukken. De deur naar de huiskamer is dicht, een meevaller. Een dansorkest gilt met al zijn trompetten tegelijk de hoogte in, als ik de buitendeur zachtjes opendoe en weer sluit er meteen rechtsof het bos in de steek.”

Sneeuw en Amerika hebben ook een symbolische betekenis in het verhaal namenlijk isolatie en ruimte.

Het huis van Maarten en Vera speelt ook een rol. Bijvoorbeeld als Maarten de deur openbreekt om weg te gaan. Vera heeft een afspraak met dokter Eardly. Als ze weggaat doet ze de deur op slot voor Maarten, want ze maakt zich zorgen over hem. Als Vera weg is breekt Maarten de deur open met de gedachte een vergadering van IMCO bij te wonen.

Maarten keert ook in zijn gedachten terug naar Nederland.



Perspectief:

In het boek is sprake van het ik-perspectief. Je beleeft alles vanuit Maarten’s gezichtspunt. Je zit als het ware in Maarten’s gedachten. Als Maarten steeds meer last gaat krijgen van zijn dementie verandert het perspectief. Zodra hij in de inrichting komt, verandert het perspectief in ‘hij’. Dat is heel raar om te lezen, want het lijkt dan net alsof Maarten zijn eigen ondergang vertelt, terwijl hij al zwaar dement is.



Titelverklaring:

Hersenschimmen duiden op het idee, dat er van het leven uiteindelijk niets anders meer overblijft dan wat vage hersenschimmen. Aan het eind van het boek bestaat de gedachte van Maarten alleen nog maar uit schimmen. De herinneringen van Maarten aan zijn verleden zijn, als gevolg van het dementieproces, erg vaag.



Motto verklaring:

“Een droom waarin we allemaal in slaap worden gewiegd, maar waar we allemaal apart van wakker worden.” Dit slaat op de twee hoofdpersonen Vera en Maarten. De dementie van Maarten laat hem vergeten wie en waar hij is. Dit heeft een groot effect op Vera. Zijn leven is dus in dezelfde wereld als die van Vera, maar toch ook weer apart omdat alles bestaat uit schimmen.



Motieven:

Algemene motieven:

- Het accepteren van de ziekte van Maarten door Vera

- Het verdriet van Vera om Maarten

- Het geven van de schuld aan de winter van Maarten. Hij wil zijn ziekte niet accepteren.

- Het erger worden van dementie

Verhaalmotieven:

- Sneeuw: het gevoel van isolatie

- Amerika: het gevoel van ruimte

- Oorlog: op een gegeven moment kan Maarten door zijn dementie het heden en het verleden niet meer uit elkaar houden en denkt hij dat hij in een oorlog zit.

- De tas van Maarten: hij nam zijn werktas mee naar buiten zonder dat hij het nodig had. Hij was al gepensioneerd dus werkte hij niet meer. Dit was een geval van zijn dementie.



Thema:

Dementie is moeilijk te accepteren door degene die eraan lijdt.



Auteur:

J. Bernlef, een pseudoniem van Hendrik Jan Marsman. Marsman is geboren op 14 januari 1937 in St. Pancras, Noordholland. Na zijn jeugd in de hoofdstad gewoond te hebben verhuist hij in 1949 naar Haarlem. Vijf jaar later gaat hij weer terug naar Amsterdam, waar hij de HBS afmaakt.

Op die school wordt hij door zijn leraar Nederlands geïnspireerd om te gaan schrijven. Na zijn studie gaat hij in dienst waar hij zijn debuut als schrijver maakt. Na zijn dienst tijd gaat hij op aandringen van zijn moeder naar het buitenland. Zodoende belandt hij in Zweden, een land dat een grote betekenis krijgt voor hem. In de jaren '58 - '60 is hij veel in Zweden (hij werkt er in een hotel) waar hij veel begint te schrijven. In Zweden gebruikt hij voor het eerst de naam J. Bernlef. Op 23-jarige leeftijd trouwt hij met Eva Hoornik, familie van schrijver Ed Hoornik. Zijn beroep als schrijver/dichter wordt in 1965 definitief. In zijn beroep is voor hem ook het vertalen van Zweeds naar Nederlands en het schrijven van kritieken inbegrepen.

In 1993 wint Bernlef de PC Hooft prijs voor zijn proza, terwijl hij zichzelf vooral als dichter ziet.

Een aantal andere titels van J. Bernlef:

1963 Onder de bomen (verhalen)

1965 Wat zij bedoelen (met K. Schippers, interviews)

1965 Stukjes en beetjes (roman)

1966 De schoenen van de dirigent (poëzie)

1966 Paspoort in duplo (roman)

1967 De schaduw van een vlek (verhalen)

1981 Onder ijsbergen (roman)

1984 Hersenschimmen (roman)

1987 Publiek geheim (roman)

1987 Drie eilanden (roman)

1988 Gedichten 1970-1980

1988 Geestgronden (poëzie)

1989 Vallende ster (novelle)



Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen