Boekverslag : Jeroen Brouwers - Bezonken Rood
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1563 woorden.

Tot nu toe ben ik altijd erg geïnteresseerd geweest over de gebeurtenissen die in de Tweede Wereldoorlog voltrokken. Op het moment dat ik voor het vak Nederlands een boek moest lezen en daar verslagen over moest maken, ben ik op zoek gegaan naar een boek met een aspect van de Tweede Wereldoorlog als onderwerp. Bezonken Rood leek mij een goede keus: de ervaringen van een jongetje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in een ‘Jappenkamp’ heeft gezeten.





Samenvatting



In het roman Bezonken Rood, vertelt Jeroen Brouwers als ‘ik’ figuur een levensverhaal. Hij begint als de Ik-figuur in 1981 telefonisch verneemt dat zijn moeder is overleden. Dan krijgt hij een angstaanval welke hij met een pil onderdrukt. Zijn gedachten komen bij Liza, een vriendin van jaren geleden en bij het vrouwen-jappenkamp Tjideng , waar hij zijn eerste vijf levensjaren heeft moet doorbrengen samen met zijn grootmoeder, moeder, zus en duizenden anderen. Daar was hij gehard: dood en marteling werden hem zo gewoon, dat hij er niks bij voelde. Vrouwen werden verkracht en mishandeld, en hij kon er zelfs bij lachen (waar hij zich later voor tegen zijn hoofd sloeg). Deze gewenning zou grote invloed blijken te hebben op zijn latere leven: hij nam de foltering van vrouwen als vanzelfsprekend, vond dat zelfs Liza dat moest ondergaan.

In zijn jaren in het kamp was het enige wat de Ik-figuur had zijn moeder, zijn moeder was het enige wat niet dood mocht gaan, wat nog mooi was. Hij hield van haar schoonheid. Tot het moment vlak voor de bevrijding wanneer zij door de Jappen ‘kapot’ gaat en zij niet meer schoon is: sindsdien houdt hij niet meer van haar en zo blijft het de rest van haar of misschien zelfs zijn eigen leven.

Hij gaat na haar dood niet naar haar toe, maar gaat ‘onverstoord’ verder met zijn boek, totdat hij een angstaanval krijgt: de mist vervloeit met zijn gezicht.







Eerste persoonlijke reactie



Na het boek gelezen te hebben was ik erg onder de indruk. Het was een diepzinnige en shockerende test. Jammer alleen dat het lastig om te lezen was omdat het niet chronologisch was verteld.



Uitgewerkte persoonlijke reactie



In het boek sterft de moeder van de Ik-figuur, die dan haar leven, met zijn minstens ‘merkwaardige’ rol daarin, overziet (vooral gedurende hun verblijf in een Jappenkamp).

De titel vertelt niks over dit onderwerp, maar is in feite een open plek aan het begin van het boek. Na het boek te hebben gelezen staat het denk ik voor ‘het Japanse kamp’ en de Japanse vlag, wat het verlangen naar de dood symboliseert, waar hij het vaak over heeft.

Maar toen ik de samenvatting had gelezen was mijn interesse gewekt, welke tijdens het boek niet verdween. Gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog, vooral die in Europa, hebben mij altijd geïnteresseerd, en vaak, vooral na een film over dit onderwerp, denk ik na over het leven in de kampen. Het intrigeert mij hoe slecht mensen worden als ze ongestraft verkregen macht kunnen uitoefenen. Dit boek schepte een, misschien verdraaid, beeld van dat leven. Verdraaid, omdat mede kamp-bewoners verklaren dat de beschreven gebeurtenissen niet waar zijn. Jeroen Brouwers heeft in zijn boek, naar hun mening, de gruwelijkheden van de Duitse concentratiekampen naar het Tjideng kamp geprojecteerd.

Jeroen Brouwers weet op een indrukwekkende manier de gevolgen van zulke herinneringen te beschrijven: hij beschrijft de ik-figuur (die veel van Brouwers wegheeft) als gevoelloos (gesymboliseerd door de vereelting van het lichaam) en depressief met angstaanvallen door herinneringen. Ook is de omgang met vrouwen van de Ik-figuur hierdoor niet normaal: marteling en foltering van vrouwen zijn normaal.

De mooiste, of indrukwekkendste, gebeurtenis in het boek vind ik wanneer de Ik-figuur stopt met van zijn moeder te houden. Het beschrijft in mijn ogen op verschillende manieren de gekronkelde gedachtengangen en vreemde idealen, gevormd door zijn verblijf in het Jappenkamp, waar het hele boek over gaat. Ik zal uitleggen waarom ik dit vind: de ik-figuur zit in een kamp zonder vader, op 2½ tot 5 à 6 jaar, met alleen zijn moeder. Op die leeftijd heb je je moeder bijzonder lief (volgens Freud), maar probeer je je ook te identificeren naar het model van je vader. De Ik-figuur is echter nooit bij zijn vader, alleen bij zijn moeder. Zijn moeder is dus letterlijk én figuurlijk álles wat hij heeft, en is het enige wat niet dood mag gaan. Van andere familieleden en vrienden of vriendinnen laat hun dood hem koud, maar van zijn moeder slaat hij de vliegen, die door lijken niet worden weggeslagen, voor haar weg. Dit ideaalbeeld houdt stand, totdat zij door de Japanners wordt mishandeld: ‘Mijn moeder was de mooiste moeder, op dat moment hield ik op van haar te houden’. Vanaf dat moment is hij ‘verdwaald’; hij wil niet zien hoe zijn liefde en de schoonheid waar hij van houdt, wordt verwoest of beschadigd. Dit is zijn levensinzicht sindsdien.

De hoofdpersoon is in dit boek erg goed beschreven: je komt gaandeweg steeds meer over zijn karaktereigenschappen te weten, wat ik erg knap vind, omdat deze nogal afwijken van gebruikelijk: doordat hij als kleuter het Tjideng-kamp heeft meegemaakt is een onuitwisbare stempel op de rest van zijn leven gedrukt. Hij heeft nooit geleerd te voelen, waardoor zijn gevoel met ‘eelt’ bedekt is. Duidelijk wordt gemaakt dat deze ervaringen ook schuldig zijn aan zijn schuldgevoelens: hij schaamt zich dat hij alles zonder berouw heeft op kunnen nemen, en vooral dat hij om verkrachtingen kon lachen!

Ik vind het een moeilijk boek, want het bestaat uit allerlei herinneringen waar de hoofdpersoon door elkaar aan denkt. Dit zorgt ervoor dat het moeilijk wordt om te volgen. Ook wordt het niet in hoofdstukken geordend, maar zijn er enkel 17 fragmenten. De gebeurtenissen zijn wel duidelijk en zorgen er ook voor dat ik weet wat er in de hoofdpersoon omgaat, maar ik heb niet het gevoel gehad een verhaal te hebben gelezen. Ik vind het meer een aantal herinneringen die de schrijver vertelt met de bedoeling duidelijk te maken dat alles met elkaar verband houdt. Of zoals hij het in zijn eigen woorden zegt: "Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt". De opbouw zorgt er ook voor dat dit duidelijk wordt, want alles wordt door elkaar heen verteld met de bedoeling een verband aan te brengen tussen de gebeurtenissen.





Verdiepingsopdracht



Toen ik de samenvatting op de achterkant van het boek had gelezen, dacht ik dat het verhaal over een jongetje ging dat samen met zijn moeder in een Jappenkamp zat. Hier zou hij vreselijk dingen meemaken en dat zou later in zijn leven grote invloeden hebben op zijn gedrag, vooral wanneer hij een meisje ‘Liza’ geheten tegenkomt. Ik had verwacht dat deze persoon erg vreemd zou reageren op doodnormale dingen in het normale leven vanwege opgedane ervaringen in het kamp, en dat deze ‘Liza’ daar een eind aan zou maken door hem haar liefde te geven.

Aan deze verwachtingen zijn in grote lijnen wel voldaan: de hoofdpersoon wás vreemd en gedroeg zich vreemd in zijn leven na, en natuurlijk tijdens, het kamp. Maar de opbouw was totaal anders: ik had het chronologisch verwacht: het begint met een jongetje in een jappenkamp, het eindigt met een min of meer volwassen man in vrijheid. Maar het boek is aan de hand van flashbacks van herinneringen geschreven, en begint aan het eind. Ook heeft Liza een heel andere rol: zij is het ideaalbeeld, het Maria, van de Ik-figuur: de kleur blauw, erenamen “morgenster’, ‘Heil van de zieken’, ‘Troosteres van de bedroefden’, de woonplaats boven de klokkenwinkel, wat impliceert dat ze boven de tijd staat.

De reacties van de hoofdpersoon op normale dingen zijn wel vreemd gebleken: hij gaat niet naar zijn moeders crematie, hij denkt aan het martelen van zijn ideal, zijn nog schone Liza. Ook gaat hij niet naar zijn pasgeboren kinderen, en voelt niks bij het schrijven van deze boeken.

In het boek komen worden alle open plekken voor: de schrijver heeft er volgens mij voor gezorgd dat alle aspecten van het verhaal met elkaar in verband staan en elkaar ondersteunen. De open plekken die erin voorkomen ontstaan hoofdzakelijk in het begin: ik had de samenvatting gelezen en had dus mijn verwachtingen, maar het begon (zoals hierboven beschreven) anders dan ik had verwacht. Dus ik vroeg me af waarom de Ik-figuur niet naar zijn moeders crematie ging, waarom hij niet naar zijn vrouw ging die in het ziekenhuis was om kinderen te krijgen. Waarom moest hij anti-depressiva slikken en was hij min of meer alcoholist? De antwoorden komen allemaal naarmate je meer van zijn geschiedenis te weten komt: Hij ging niet naar zijn moeders crematie omdat hij sinds haar schoonheid in het Jappenkamp kapot gemaakt was niet meer van haar hield. Hij ging niet naar zijn vrouw die kinderen kreeg omdat hij zich gebeurtenissen in het Jappenkamp herinnerde: het getrap van de Jappen tussen de benen van de vrouwen, tussen die van zijn moeder. Hij wist dat de gevolgen van kinderen krijgen hetzelfde was: schoonheid ging kapot en het zaakje moest weer aan elkaar gemaakt worden.

Het boek was niet erg spannend, maar gaf me toch wel de nodige prikkelingen om door te lezen: het was shockerend vanwege de beschreven gruwelijkheden. Het was nieuwsgierigmakend vanwege de open plekken aan het begin. Het was diepzinnig omdat je aan het denken wordt gezet wanneer je van zulke gruwelijkheden verneemt: je begint te twijfelen aan het goede in de mens.

Ik vind het boek een (psychologische) roman, ookal hebben recensisten het onder veel verschillende genres geplaatst.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen