Ben Borgart, De vuilnisroos
De bezige bij - Amsterdam 1972 - 149
Hoofdpersonen:
Cuzzie
Man van een jaar of 30. Is erg individualistisch ingesteld en wil zich niets van de
maatschappelijke regels aantrekken. Hij is wel vriendelijk voor alles wat leeft en dus ook
vegetariër.
Ellie
Meisje van een jaar of zeventien, gaat nog naar school, houdt van fietsen.
Thema
Onze maatschappij gooit te veel weg.
Titelverklaring
Op de vuilnisbelt waar Cuzzie een tijdje verblijft, groeit tussen al het puin een
prachtige roos. Een bloem die een soort symbool is voor de hoop. Niet alles is nog
verloren.
Tijd
Een paar weken, chronologisch, beginjaren '70
Kritiek
Kritiek op de maatschappij die ongelooflijke hoeveelheden afval produceert en dingen
weggooit die nog best te gebruiken zijn. Kritiek ook op de ambtenarij en op vastgeroeste
gewoontes van mensen.
Genre
Tendensroman
Plaats
Nederland, het verhaal begint in Amsterdam, maar speelt daarna in heel Nederland.
Motieven
Verzet tegen de maatschappij, vervuiling, zwerven
Samenvatting
Cuzzie heeft een vriend die hij Mees noemt. Hij logeert bij hem op een kleine woonboot.
Mees moet echter de gevangenis in en dus blijft Cuzzie alleen achter op de boot. Hij werkt
niet en heeft geen geld. Enkele gemeenteambtenaren komen langs om te vertellen dat hij met
zijn boot weg moet. Eerst negeert hij deze boodschap, maar na aandringen maakt hij de boot
los en met een primitieve peddel roeit hij weg. Soms komt hij een brug tegen waar hij met
moeite onder door kan en zijn enkele stenen ter verzwaring nodig om verder te komen. Hij
gaat het Ij over en peddelt wat kanaaltjes door. Als hij een mooi plekje gevonden denkt te
hebben legt hij aan. Al snel is er echter een agent om te vertellen dat hij geen
vergunning heeft en dus weg moet. Weer verder en weer aanleggen. Dit keer komt er een boer
klagen, maar Cuzzie biedt aan voor hem te werken. De boer accepteert dat maar de
resultaten van zijn werk vallen tegen, hij vindt ook dat de boer het nogal gewoon vindt
zijn dieren te mishandelen. Na een dag vertrekt hij al, met een kip. Na enige
omzwervingen, en het wegvluchten voor een motoragent komt hij bij een eiland in een
meertje aan. Het is geen echt eiland, maar een eiland van vuilnis. Snel went hij aan de
stank en tot zijn verbazing wonen er duizenden varkens op het eiland. Hij besluit een
tijdje te blijven. Op de belt vindt hij ontzettend veel spullen die na een eenvoudige
ingreep weer werken. De mens vervuilt te veel de wereld en verspilt te veel grondstoffen.
Op het eiland vindt hij verbazingwekkend genoeg een prachtige roos, die tussen de rommel
groeit. Hij neemt hem mee. Met een windmolentje maakt hij zelfs elektriciteit en 's avonds
speelt hij muziek voor de geïnteresseerde varken. Dan komt er een agent langs, en hij
moet mee naar het bureau. Men probeert hem van alles aan te smeren, maar laat hem toch
weer gaan. Hij besluit verder te varen, al is zijn boot er slecht aan toe. op een ander
meertje zinkt de boot en het enige wat hij redt is de roos. Hij zwemt naar de kant waar
een meisje, Ellie hem helpt, hij schenkt haar de roos en zij besluit hem te helpen. Ze
neemt hem mee naar huis en daar mag hij even blijven. Hij fietst veel met Ellie en vrijt
ook met haar. Op een dag ligt hij opeens in het ziekenhuis. Hij wordt behandeld als iemand
die zelfmoord heeft proberen te plegen. Hij loopt weg uit het ziekenhuis en daarna
besluiten hij en Ellie de wereld in te trekken. Zij loopt weg van huis met wat geld en
kampeerspullen en ze gaan naar het zuiden. In Maastricht laat hij Ellie plotseling alleen
en gaat met de trein terug naar Amsterdam. |