Boekverslag : Tim Krabbe - De Renner
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1107 woorden.

1. Beschrijving van het boek


Schrijver: Tim Krabbé

Titel: De renner

Uitgever: Uitgeverij Ooievaar (onderdeel van uitgeverij Prometheus)

Omslagontwerp: Erik Prinsen

1e druk: 1978

Aantal bladzijden: 130

Aantal hoofdstukken: 11 (niet genummerd)


2.Waarom ik dit boek gekozen heb


Ik heb dit boek gekozen omdat sport mij erg interesseert, en \"De renner\" dus

over een renner, (Tim Krabbé zelf) die verslag doet van een wielerwedstrijd,

en tussendoor over andere wedstrijden en coureurs vertelt.


. Hoe ik aan dit boek gekomen ben


Ik heb dit in de mediatheek van onze school geleend.


. Wat was mijn verwachting en is mijn verwachting uitgekomen?


Mijn verwachting vooraf van \"De renner\" was dat Tim Krabbé over het

wielerleven van een bekende persoon zou vertellen. Mijn verwachting is niet

uitgekomen; Tim Krabbé vertelt namelijk over een gebeurtenis uit z\'n eigen

wielercarrière. Ik wist niet dat Tim Krabbé zelf ook wielrenner is geweest.


3. Titelverklaring


Dit boek heet \"De renner\" omdat het boek gaat over Tim Krabbé zelf als

wielrenner.


4.Hoofdpersonen


De hoofdpersonen zijn Krabbé, Reilhan, Lebusque en Kléber.

* Krabbé. Hij was eerst een groot schaakmeester voordat hij wielrenner werd.

Hij werd pas laat wielerprof. Hij is lid van de ploeg \"Anduze\".

* Reilhan. Hij is een jongen van 19 jaar, die al vele prijzen in de wacht

gesleept heeft. Hij is een profiteur.

* Lebusque. Hij is een renner van al 42 jaar. Hij doet veel kopwerk. Hij

vind het niet leuk als iemand de kop wil overnemen, en laat dat dan ook niet

toe.

* Kléber. Hij is de vaste trainingspartner van Krabbé. Omdat Kléber echter

van een andere ploeg lid is dan van Krabbé, mag hij echter niet teveel

samenwerken met Krabbé.


5. Bijfiguren


De bijfiguren zijn de renners Barthélemy, Teissonnière, een renner van

Cycles Goff en Despuech.

* Een renner van Cycles Goff. Hij onderneemt een lange ontsnappingspoging,

maar wordt uiteindelijk 10e.

* Barthélemy. Wilde geen werk verrichten. Hij reed bijna altijd achteraan

het groepje van de koplopers. De andere renners worden dat op een ogenblik

zat. Hij wordt uiteindelijk 6e op 6 minuten van de winnaar.

* Teissonnière. Reed lang mee in de kopgroep, maar door een lekke band viel

hij in een afdaling en werd uiteindelijk 9e op ruim 8 minuten van de

winnaar.

* Despuech. Aan het begin van de rit ontsnapte hij uit het peloton. Hij wist

dat hij kansloos was voor de eindzege, maar hij eindigde liever in de

achterhoede nadat hij eerder in de schijnwerpers had gestaan, dan dat hij

gewoon in de achterhoede had gestaan. Hij wordt uiteindelijk laatste.


6. Inhoud


In \'De renner\' is de schrijver, Tim Krabbé, één van de 53 renners die op 26

juni 1977 deelnemen aan de Ronde van de Mont Aigoual (in het berggebied in

Zuid-Frankrijk, 137 km). De start en de finish zijn in Meyrueis. De hoogste

top die in de ronde voorkomt is de Mont Aigoual (1567 m). Krabbé rijdt voor

de club van Anduze; zijn verzorger is Stéphan. Tijdens de rit vertelt Krabbé

de lezer allerlei dingen over zichzelf, zijn jeugd, over zijn sportcarrière,

over andere wielrenners en over belangrijke wielerwedstrijden.

Voordat Krabbé en de andere coureurs gaan starten, verkent hij nog even

enkele kilometers van het parcours.

Al na 1 km ontsnapt Despuech en na 5 km ook Sauveplane en Krabbé. Na 15 km

ook Lebusque, Teissonnière, een renner van de Cycles Goff-ploeg en

Boutonnet. Er is dan dus een kopgroep van 7 renners.

Km 34-36. Er zijn dan enkele veranderingen in de kopgroep; het wordt een

groep van vier, nl. Kléber, Lebusque, Krabbé en Reilhan. De laatste doet het

minste werk.

Km 55-59. Lebusque krijgt een lekke band en valt af, Krabbé fietst geweldig,

maar hij is de slechtste daler: hij is bang. Elke keer denkt hij aan de

gevolgen als hij zou vallen.

Km 67. Ze komen door Meyrueis: de eerste lus van de ronde zit erop. Krabbé

heeft 20 m achterstand op Kléber, Lebusque en Barthélemy.

Km 82. Een kopgroep van drie: Krabbé, een renner van Cycles Goff en

Barthélemy. Ze worden op 15 sec gevolgd door Reilhan, Kléber, Lebusque en

Teissonnière.

Km 84. Het begint flink te regenen.

Km 88. Teissonnière is uitgevallen; er zijn nog zes koplopers.

Km 92. Barthélemy probeert te ontsnappen, maar hij wordt weer bijgehaald

door de groep.

Km 100. Er is een kopgroep van slechts vier renners: Lebusque,

Kléber, Krabbé en Reilhan.

Km 104. In Camprieu sleept Kléber de premie in de wacht.

Km 114. Kléber, Reilhan, Lebusque en Krabbé bereiken de top van de Mont

Aigoual. Ze moeten nu alleen nog maar dalen.

Km 121. Krabbé heeft een lekke band gekregen, maar zijn verzorger Stéphan is

er snel bij en zorgt voor een nieuw wiel. Krabbé krijgt een enorme

inzinking, maar Lebusque helpt hem er bovenop.

Km 130-132, Krabbé en Reilhan liggen op kop.

Km 136. Lebusque en Kléber voegen zich weer bij de kopgroep, Ze komen in

Meyrueis. In de laatste straat neemt Krabbé de kop.

Km 137. In de sprint verliest Krabbé met 10 cm van Reilhan, Lebusque wordt

derde en Kléber vierde.


7. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?


Het verhaal speelt zich af in 1977 in Zuid-Frankrijk, Meyrueis. De

wielerwedstrijd zelf duurt 4 1/2 uur.


8. Eigen Mening


Ik vond dit een leuk en spannend boek. Omdat ik veel van sport houd, was het

voor mij niet moeilijk dit boek over wielrennen in één keer uit te lezen.

Sommige mensen vinden dit boek te langdradig, omdat het Krabbé tussendoor

allerlei stukjes vertelt over andere renners en gebeurtenissen. Bij mij was

dit helemaal niet het geval. Je moest het boek in helemaal uitlezen, omdat

je dan pas weet wie \"De ronde van de Mont Aigoual \"heeft gewonnen.


9. Begin en einde van het verhaal


Het verhaal heeft een langzaam begin en een gesloten eind, want de \"Ronde

van de Mont Aigoual\" wordt van start tot finish verteld.


10. Vertelstandpunt


Het verhaal werd verteld in de ik-verteller.


11. Informatie over de schrijver


Tim Krabbe wordt geboren op 13 april 1943. Hij schrijft voornamelijk romans,

gedichten en korte verhalen. Naast wielrennen heeft hij ook veel

belangstelling voor schaken. Over deze twee sporten heeft hij een aantal

boeken geschreven, zoals bijvoorbeeld 43 wielerverhalen (1984) en Nieuwe

schaakcuriosa (1977). In 1967 maakt hij zijn romandebuut met De werkelijke

moord op Kitty Duisenberg. Zijn doorbraak naar het grote publiek komt pas in

1984, met de roman Het gouden ei. Hiervoor krijgt hij de Diepzeeprijs. Zijn

werk wordt meer in de filmwereld dan in literaire kringen gewaardeerd: vier

van zijn boeken zijn verfilmd, waaronder Het gouden ei in 1988.

Meest recente werk:

De paardentekenaar (1995, verhalen) en De Grot (1977, roman).

;\n <\/div>
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen