Auteur: Frederik van Eeden
Titel: De heks van Haarlem, W. Versluys, 1919, 111 Bladzijden, (1e druk ± ?, Amsterdam)
Genre: Toneelspel
Druk: 1919
Verdieping:
Het stuk speelt te Haarlem in 1638, in Cousaerts woning.
Verschillende personen komen in dit boek aan bod. Ik zal ze hier kort toelichten:
Cousaert: De hoofdpersoon van het boek, in zijn huis gebeurt alles.
Barbara: De vrouw van Cousaert, zij heeft ook een belangrijke rol.
Arent van Bijland: Deze man is koopman, en verkoopt onder andere wapens aan de vijand van Holland.
Estella van Bijland: De vrouw van Arent, en de dochter van Cousaert. Zij offert zich op.
Professor de Bont: Hoogleraar in de geneeskunde, bovendien vriend van Cousaert.
Frans Hals: Een schilder, vriend van Arent, en iemand waarvan nu de meeste Nederlandse gehoord hebben.
Frans Baltens: Een predikant die bang is voor heksen, en deze ook probeert te vervolgen.
Jonkheer Jan van Beerensteyn: Adjudant van Prins Frederik Hendrik, hij komt achter het landverraad van Arent.
Pieter Ramp en Lot Loreyn: Luitenants der schutterij te Haarlem, deze mensen pakken Arent op.
Hille Babbe: Visvrouw, en later beschuldigd van hekserij. Ze is lelijk, maar ze heeft een goed hart.
Wessel: Bediende van Cousaert, als Arent vrijkomt laat hij hem binnen en verstopt hem.
Tijd:
Het verhaal speelt zich af in 1638, en is tussen 1880 en 1916 geschreven.
Samenvatting:
Ik verdeel het verhaal in bedrijven, zoals ook in het boek gedaan.
Het eerste bedrijf is vooral het voorstellen van de personages, en de onderlinge verhoudingen vastleggen. Aangezien ik dit hierboven al gedaan heb, ga ik verder met het tweede bedrijf. Het is rond etenstijd, en verschillende mensen komen eten. Cousaert, Barbaba, Baltens, Estella, Arent en Hille. Als ze aan het eten zijn komt van Beerensteyn binnen, en wil Arent arresteren. Dit mondt uit in een gevecht, maar in plaats van Arent, vangt Estella de degen op en sterft. Arent, erg onder de indruk, gaat met hen mee. Dan begint het derde bedrijf. Een stem buiten roept Wessel. Het is Arent, ontsnapt en verkleed als bedelaar. Wessel verstopt hem in zijn bediendekamertje. Ondertussen gaat het slecht met Barbara. Na de dood van haar dochter eet ze niet meer, en als het zo door gaat zal zij spoedig sterven. Dan komt Hille Babbe Angstig binnen. Men denkt dat zij een heks is, Baltens voorop. Hille rent in het bediendekamertje. Dan komt Arent, nog steeds verkleed als bedelaar, en hij doet alsof hij de duivel is en jaagt Baltens de stuipen op het lijf. Hierdoor kan Cousaert het niet over zijn hart verkrijgen de politie te roepen, en Arent vlucht. Dan wordt Barbara \'wakker\' en zegt dat zijn hoogmoed brak, en dat ze nu mag sterven. Dat doet ze.
Beoordeling:
Dit is een zeer interessant toneelstuk, omdat het genoeg wendingen heeft om boeiend te blijven. Ook omdat het in een toneelstuk geschreven is, zodat je er bij wijze van spreke tegen aan kijkt. Je weet dus nooit wat de personages denken, alleen wat ze zeggen.
;\n <\/div> |