Boekverslag : Het Leven En De Wereld Waarin We Leven Vinden Zij Bv. Schijn, Want Het - Boeddhisme Ingezonden Door: Xantippe Categorie:
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 1749 woorden.

mijn eindwerk over Boeddhisme, met alles erop en eraan, misschien nog enkele kleine aanpassingen nodig, naar gelang de wil van je leerkracht

* enjoy *

Het boeddhisme als leer



Het boeddhisme is ontstaan in India in de 5e eeuw v.o.t.. Het verspreidde zich in de daarop volgende eeuwen over heel Azie en bereikte Thailand via Sri Lanka in de 2e Eeuw v.o.t.

De term boeddha duidt niet op een persoon maar op een toestand: je bent boeddha als je de verlichting of het nirvana hebt bereikt. Het doel van elke boeddhist is zelf “boeddha” te worden



Boeddhisten geloven in wedergeboortes. Dat betekent dat je na je dood steeds weer een nieuw leven krijgt. Deze cirkel van wedergeboortes wordt samsara genoemd. Je kan in een beter of in een slechter leven geboren worden. Maar hoe goed je nieuwe leven ook is, toch krijg je elke keer weer te maken met pijn, verdriet, ziekte en dood.



Een boeddhist wil uit die oneindige cirkel treden en het nirvana bereiken. Dat is voor hem de verlossing, want pas daar krijgt hij rust. Het nirvana beschouwt hij namelijk als een soort “niets” daar is geen lijden meer en kan je dus niet mee ongelukkig zijn. Het lijden van de mensen wordt volgens het boeddhisme veroorzaakt door 3 dingen:

- door de begeerte: hebzucht, verlangens, wensen die we niet altijd kunnen waarmaken

- door het gebrek aan zelfbeheersing: toegeven aan passies, opwellingen, driften

- door onwetendheid: geen onderscheid kunnen maken tussen wat schijn is en wat belangrijk is ( het leven en de wereld waarin we leven vinden zij bv. Schijn, want het is vergankelijk)



pas als je dat begrijpt kan je het nirvana betreden, dat niet vergankelijk en dus echt is. Dat is niet zo gemakkelijk, want een mens wordt met die 3 gebreken geboren. De boeddhistische leer geeft aanwijzingen hoe je tot het begrijpen ( of inzicht) hiervan kan komen. Het boeddhisme leert je hoe je boeddha kan worden. Met ander woorden: hoe je iemand kan worden die het inzicht heeft gevonden, iemand die verlicht is.



Je kan dus uit de cirkel van wedergeboortes treden door goed volgens de boeddhistische wet te leven. Boeddhisten zijn van oordeel dat je in je leven oogst wat je in je vorige leven hebt gezaaid. Ze duiden dit aan met de term karma: hoe beter je levenshouding en je daden, hoe mee je karma verbetert. Door in je opeenvolgende levens steeds je karma te verbeteren, kan jeuiteindelijk het nirvana bereiken.

Je karma verbeteren doe je door te mediteren, door te bidden, door een monnik eten te geven, door bloemen te offeren aan boeddhabeeld, enz …































De figuur van Boeddha



De term boeddha wordt, verwarrend genoeg, meestal gebruikt om een persoon aan te duiden, namelijk de historische Boeddha. Hij wordt soms ook als Siddartha Gautama genoemd, naar zijn prinsennaam. Siddartha betekent letterlijk ‘ die zijn doel heeft bereikt’ . een andere naam is Shakyamuni.



Siddartha Gautama werd in het midden van de 6e Eeuw v.o.t als prins in India geboren. Zijn moeder, Maya, had hem 10 maanden gedragen. Onmiddellijk na zijn geboorte zette Siddartha 7 stappen in elke windrichting. Deze 2 feiten wezen er al op dat dit kind geen gewone sterveling was.





De jonge prins groeide op in een prachtig paleis. Zijn ouders wilden hem beschermen en hielden alle ellende en sleur voor hem verborgen. Siddartha huwde met de beeldschone Yashodhara en werd op 29 – jarige leeftijd vader van een zoon, Rahula. Toen was hij nog altijd niet op de hoogte van wat er zicht buiten de hoge paleismuren afspeelde. Dat zou echter niet lang meer duren.





Op een dag ontmoet Siddartha namelijk een oude man. Het was de eerste keer dat hij zo iemand zag, en hij besefte dat al het leven gedoemd is om af te takelen. Dat bedroefde hem.



Later ontmoette hij een pestlijder, en nog later kruiste hij een begrafenisstoet. Dat alles zette hem aan het denken over ouderdom, ziekte en dood. Hij begon zich af te vragen waarom elk leven gepaard moet gaan met zoveel lijden.

Daarop ontmoette hij een bedelmonnik, de prins realiseerde dat hij in de beschermde paleisomgeving geen antwoorden zou vinden op zijn levensvragen en besloot alles op te geven, zelfs zijn gezin, om op zoek te gaan naar de hoogste waarheid.



Hij sloot zich aan bij een groep yogameesters – goeroe’ s – en ging bij hen in de leer. Zes jaar lang leefde hij met hen mee als kluizenaar, ver van de bewoonde wereld en zijn luxeleventje.

De meesters geloofden dat je geest pas ten volle kon werken als je je lichaam negeerde. Zo leerde Siddartha mediteren. Tijdens deze periode veranderde hij van naam: hij werd Shakyamuni. Na zes jaar was hij uitgeput door honger, dorst, koude en eenzaamheid. Hij kwam tot het besluit dat hij de verlichting niet zou vinden door zijn lichaam zo te verwaarlozen, maar dat hij zichzelf integendeel graag moest zien.



Hij verliet terstond de groep wijzen en trok in zijn eentje het bos in. Daar ging hij zitten onder een banyan – boom. (later ‘ boom van de Boeddha’ of Bodhi – boom ‘ genoemd)en kwam tot rust.

Tijdens zijn meditatie kreeg hij antwoord op al zijn vragen; hij werd een boeddha, een verlichte. Hij concludeerde dat de kern van de leer uit de vier edele waarheden bestond



De vier edele waarheden

- alle leven is lijden

- de oorzaak van dit lijden is begeerte, hebzucht

- om een einde te stellen aan het lijden moet je de begeerte opheffen

- de methode om dit te doen is het achtvoudige pad



het achtvoudige pad is de methode die Shakyamuni aangaf om de verlichting te verkrijgen. Zijn aanwijzingen luiden als volgt:

- let op je daden, want ze bepalen je volgende leven

- verban je slechte gevoelens

- spreek geen kwaad en laster

- zorg dat je je fouten goedmaakt

- handel juist

- leef juist

- heb het juiste inzicht

- mediteer juist



Terwijl Shakyamuni zo aan het mediteren was werd hij lastig gevallen door de demon Mara. Die probeert zijn meditatie te verbreken door een zware regenstorm te laten opsteken en door zijn dochters te sturen om hem te verleiden. Shakyamuni werd echter beschermd door Mucilinda, een slang met zeven koppen. Shakyamuni verwenste de demon en riep de aarde op als getuige in het conflict. Hierbij raakte hij met een hand de aarde aan. Boeddha wordt heel vaak in deze houding afgebeeld. De aarde begon meteen te beven om aan te duiden dat Boeddha gelijk had.



Na deze meditatie gaf Boeddha zijn eerste preek in een hertenpark nbij de stad Benares. Onder zijn eerste toehoorders waren ook twee herten. Zij worden later vaak afgebeeld in de boeddhistische kunst. Boeddha legde uit dat je de gulden middenweg moet volgen om verlost te worden uit het lijden: niet losbandig en luxueus leven, maar zeker ook niet als een asceet.

Dat had hij zelf ondervonden.

Daarna tekende hij in het zand het wiel der wet, om aan te duiden dat hij met zijn eerste prediking in gang had gezet. Ook dat wiel vinden we terug in de kunst



De rest van zijn leven trok Boeddha rond als een leermeester. Hij stichtte overal kloosters voor monniken en voor nonnen. Toen hij 80 jaar oud was wist hij dat zijn leven zou aflopen. Hij legde zich op zijn rechterzij, verzonk in meditatie en verliet in alle rust deze wereld om het nirvana binnen te treden.































































Handhoudingen en lichaamshoudingen



De verschillende houdingen die we terugvinden bij boeddhistische afbeeldingen hebben allemaal een betekenis. Handhoudingen worden mudra’s genoemd, lichaamshoudingen zijn asana’ s.



1. meditatiegebaar – dhyana – mudra

2. gebaar van in beweging zetten van het wiel der wet - dharmacakra – mudra

3. gebaar van onderricht – vitarka – mudra

4. vrees niet – gebaar – abhaya – mudra

5. aarde tot getuige – gebaar – bhymisparsha – mudra : dit deed Boeddha toen hij tijdens zijn meditatie werd gestoord door de demon Mara

6. gebaar van geven, het schenken – varada – mudra







lichaamshoudingen

1. de diamantpose – paryankasana : zithouding met rechterbeen over linkerbeen

2. de heldenpose – vajrasana : zithouding met beide benen gekruist en voetzolen naar boven

3. tribhanga: rechtstaand in de driemaal gebogen houding











































































Verspreiding van het Boeddhisme



Na de dood van Boeddha verspreidde zijn leer zich over heel Azië. Overal vermengde het boeddhisme zich met bestaande plaatselijke godsdiensten en gebruiken, en nam het vele verschillende vormen aan. Al deze boeddhistische scholen kunnen min of meer opgedeeld worden in twee groepen: het boeddhisme van het kleine voertuig – Hinayana en het boeddhisme van het grote voertuig – Mahayana.

In Thailand vinden we voornamelijk het Theravada terug. Het vermengde zich met het hindoeïsme; goeden uit het hindoeïsme werden mee opgenomen in het godendom van het Thaise boeddhisme.



In het Hinayana is de verlichting alleen weggelegd voor monniken en nonnen (vandaar het klein voertuig). Gewone mensen kunnen echter, door juist en goed te leven, ook geluk en voorspoed bekomen in hun bestaande leven. De aanhangers noemen zichzelf liever Theravada, wat letterlijk leer van de ouderlingen betekent, omdat zij vinden dat dit minder negatief klinkt.

In het Theravada – boeddhisme komen geen boddhisatca’s voor. Een boddhisatva is iemand die de verlichting heeft bereikt (m.a.w. boeddha is geworden) maar ervoor kiest nog niet naar het nirvana te gaan, om eerst andere mensen de weg te wijzen nar de verlichting.













Monniken



Haast alle Thaise mannen zijn ooit in hun leven monnik geweest, al was het maar voor een korte tijd. Tijdens hun verblijf in een klooster wordt hen de boeddhistische leer onderwezen. Pas na een verblijf in het klooster worden ze als een rijp man beschouwd. Wie nooit monnik was noemt men halve mannen, zij worden met minachting bekeken.



Momenteel zijn er in Thailand zo’n kwart miljoen monniken, allen met kaal geschoren hoofd en een oranje monnikskleed, op de linkerschouder vastgeknoopt. Op straat kom je ze voortdurend tegen. Monniken leven immer van aalmoezen die de bevolking hen geeft in hun bedelnap. Voor de bevolking is dit een manier om goed te doen, om hun karma te verbeteren.

Na zes maanden wordt het novice tot monnik gewijd, en de meeste Thais verlaten daarna het klooster. Om monnik te worden moeten ze een gelofte van zuiverheid afleggen en verzaken aan het materiele. Een monnik heeft maar enkele persoonlijke bezittingen, waaronder zijn bedelnap, zijn monnikskleed, een scheermes, een handdoek en een paraplu.



Het monnikenkleed bestaat uit drie delen: een onderrok die als een soort sarong rond zijn middel is geknoopt – antaravasaka, daarover de eigenlijk monnikspij – uttarasanga en tenslotte een sjaal – samghati, die alleen bij speciale gelegenheden wordt gedragen en soms tot een nauw pand samengevouwen, over de linkerschouder wordt gedrapeerd.

























De WAT



Deze term is de verzamelnaam voor het klooster met het bijhorende tempelcomplex. De wat vormt het centrum van het godsdienstige leven in elke wijk, stad of dorp. De heiligste plaats in de wat is de bot, de hoofdkapel met een of meerdere boeddhabeelden.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen