1. Bibliografisch adres
Marga Minco, Het bittere kruid, Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, mei 1957, 90 bladzijden (vijfendertigste druk december 1990)
2.Biografie van de auteur
Marga Minco is het pseudoniem van Sara Minco, die op 31 maart 1920 geboren wordt in Ginneken. Ze is de enige die het wegvoeren van haar familie in de oorlog overleeft. De voornaam Marga is een overblijfsel van haar onderduikersnaam Marga Faes. Ze trouwt met de schrijver/dichter Bert Voeten, waar zij na enkele jaren van scheidt. Haar werk wordt grotendeels door oorlogservaringen gekleurd. Haar debuut is Het bittere kruid uit 1957, dat in 1985 wordt verfilmd door Kees van Oostrum. Marga Minco distantieert zich echter volledig van deze verfilming. Als haar verhalen niet over de oorlog gaan, dan spelen eenzaamheid en isolement een grote rol. Het toeval is ook belangrijk in haar boeken. Ze schrijft ook korte verhalen en kinderboeken, onder andere Kijk ´ns in de la (1963) en De verdwenen bladzij (1994). Ze krijgt in 1957 de Multatuli-prijs voor het verhaal Het adres en in 1958 ontvangt ze de Vijverbergprijs voor Het bittere kruid.
Doordat Marga Minco zelf heeft ondergedoken in de Tweede Wereldoorlog heeft ze zelf helemaal beleeft hoe het dan is. Doordat ze haar eigen ervaringen in het boek verwerkt, kan ze het beter vertellen dan menig buitenstaander, want die hebben het niet echt meegemaakt. Ik denk dat enkele (of misschien wel alle) gebeurtenissen in het boek rechtstreeks uit Minco’s eigen ervaringen zijn opgeschreven. Het boek zou zelfs autobiografisch kunnen zijn, maar dat heb ik nergens kunnen vinden.
3.Gebeuren
Toen de 2e wereldoorlog uit brak woonden Marga Minco en haar familie in Breda. In het eerste jaar van de oorlog werd Marga ziek en ze moest kuren in het paviljoen van een Utrechts ziekenhuis. Ze had namelijk een lichte vorm van t.b.c. (tuberculose). In die tijd waren haar ouders naar Amersfoort verhuisd. Haar vader en haar broer, Dave, moesten zich laten keuren voor een werkkamp zoals alle andere joodse mannen. Ze werden beide afgekeurd. Vader vanwege huiduitslag en Dave vanwege een middel waardoor hij ziek werd. Enige tijd later moesten haar ouders het huis uit en naar Amsterdam verhuizen omdat ze boven de 50 waren. Marga, Lotte en haar broer moeten zich melden. Ze zouden wat van de wereld te zien krijgen. Marga mocht thuis blijven omdat ze nog een beetje ziek was van de tuberculose en haar broer, Dave, mag ook thuis blijven omdat de dokter het onverantwoord vindt om hem te laten gaan vanwege zijn ‘ziekte’. Ook de vrouw van Dave, Lotte, mag blijven om Dave en Marga te verzorgen. Dave en Marga mogen het huis dus ook niet verlaten. Na een hele tijd van binnen zitten wil Marga weer eens de deur uit en ze besluit haar ouders een weekend op te zoeken in Amsterdam. Als Marga bij haar ouders is wordt er een inval gedaan door de Duitsers. Marga weet dat nooit meer terug kan keren als ze meegenomen wordt. Ze ziet een kans om te ontsnappen en het lukt. Ze gaat terug naar haar broer en z’n vrouw. Eenmaal aangekomen vertelt Dave dat het te gevaarlijk is om daar te blijven en ze gaan naar een ‘een adresje’ in Utrecht. Hoewel ze weten dat het voor Joden illegaal is om met de trein te gaan wagen ze het erop en gaan ieder afzonderlijk naar Utrecht om het niet te laten opvallen. Lotte wordt gepakt bij controle en Dave meldt zich vrijwillig aan omdat hij haar niet alleen wil laten gaan. Als Marga bij het adres in Utrecht aankomt blijkt dat er geen plaats meer is. Ze gaat terug naar Amsterdam. Daar regelt Wout, een vriend van Marga, een nieuw adres in een weiland. Ze reist van adres naar adres en verblijft bij sommige een tijdje tot de oorlog afgelopen is.
Epiloog (slotwoord)
Na de oorlog gaat nog een aantal keer op bezoek bij haar doodzieke oom in Zeist. Dat is samen met haar de enige overlevende van de familie. Dat komt omdat hij getrouwd was met een niet-joodse vrouw. Hoewel hij bericht heeft gehad van het Rode Kruis dat iedereen dood is blijft hij volhouden dat het een vergissing is. Daarom staat hij ook altijd bij alle trams te wachten in de hoop dat hij zijn broer of een ander familielid tegen kwam. Enige tijd later overlijdt hij.
4.Vertelstandpunt
ik-vertelstandpunt
5.Stijl
Het verhaal komt sober over, het taalgebruik is zeer gemakkelijk. Geen aaneengesloten verhaal.
De zinnen zijn kort. Minco gebruikt geen moeilijke woorden en beschrijft alles tot in de kleinste details. Dit alles geeft de lezer het gevoel dat hij met een kind te maken heeft, wat ook het geval is. Welliswaar is Marga nu geen kind meer, maar in die periode dat het verhaal speelt wel. De details geven een emotioneel gevoel aan de lezer.
;\n <\/div> |