Boekverslag : Ongeveer 15% - Senegal Ingezonden Door: Ik Categorie: Werks
De taal ervan is Aardrijkskunde en het aantal woorden bedraagt 962 woorden.

Economie

De economie van het ontwikkelingsland Senegal behoort tot de zwakste in de wereld. De belangrijkste bron van inkomsten is op dit moment de visserij, gevolgd door de teelt van pinda's en de winning van fosfaat. De economie is daarmee sterk afhankelijk van klimaatschommelingen en prijzen op de wereldmarkt. Steeds belangrijker wordt het toerisme. Ontwikkelingsgeld en geld van Senegalezen die in het buitenland werken, zorgen ook voor veel inkomsten. De landbouw is weliswaar de grootse werkgever maar brengt in verhouding niet zoveel buitenlands geld in het laatje. Gevaren voor de Senegalese economie liggen in de bureaucratie, de nog steeds grote Franse invloeden, de vele laaggeschoolden, weinig natuurlijke hulpbronnen, corruptie en een gebrekkig elektriciteitsnet.

De landbouw lijdt sterk onder het gebrek aan water, de hitte en de voedselarme grond. Vandaar dat slechts ca. 15% van het landoppervlak wordt gebruikt voor de land- en tuinbouw. Ongeveer één derde van het landbouwareaal wordt gebruikt voor de teelt van pinda's. Senegal is Afrika's grootste producent van deze vrucht. Het gaat de laatste jaren echter niet zo goed meer met de teelt van de pinda. Enkele binnenlandse problemen zijn de steeds verschuivende regengrens en de daardoor oprukkende woestijn, en de monocultuur waardoor er roofbouw op de grond wordt gepleegd. Concurrentie uit het buitenland zorgt bovendien voor een sterk teruglopende export en kelderende prijzen. Toch zijn nog steeds ongeveer 1 miljoen mensen afhankelijk van de pindateelt.

In het noorden van Senegal wordt veel suikerriet verbouwd, dat echter geheel in handen is van een Frans bedrijf.

Andere producten die voor de handel verbouwd worden zijn rijst en katoen.

De fruitteelt in met name de Casamance biedt veel mogelijkheden. Voorwaarden zijn wel dat de kwaliteit, het transport en het conserveren moet verbeteren.

Voor de eigen voedselbehoefte wordt cassave, maïs, gierst en rijst verbouwd.

De veeteelt als economisch product stelt niet veel voor. De miljoenen geiten en runderen worden alleen voor eigen gebruik gehouden. Het zijn vooral de Fula-nomaden die dit werk doen.

Het toerisme is de laatste jaren een echte groeisector. Er gaan op dit moment zo'n 400.000 toeristen per jaar naar Senegal. In 1996 is er een plan opgesteld om dit aantal in 2010 te verveelvoudigen tot 1 à 1,5 miljoen toeristen per jaar. Iets meer dan de helft van de toeristen komt uit Frankrijk. Ongeveer 20% komt uit Afrikaanse landen. De rest komt vooral uit Duitsland, Italië, Spanje en België. Ongeveer 3000 Nederlanders bezoeken per jaar Senegal. Het hoogseizoen valt in de wintermaanden.



Cultuur

Hoewel het Frans maar door een klein gedeelte (ongeveer 15%) van de bevolking gesproken en geschreven wordt, is het volgens de grondwet de officiële (bestuurs)taal van Senegal.

Andere officiële talen zijn het Sérèr, het Pulaar, het Diola, het Mande en het Soninké. Daarnaast zijn er nog zo'n twaalf kleinere stamtalen. De meeste Senegalezen spreken en verstaan drie of meer talen. Het Arabisch is de onderwijstaal in de koranscholen.

Officieel is ongeveer 90% van de bevolking aanhanger van de islam. In tegenstelling tot de Arabische vorm van de islam, waar de imam een zeer belangrijke rol speelt, bestaat er in Senegal een duidelijke islamitische organisatie. De meeste islamitische Senegalezen behoren tot een van de Broederschappen. Aan het hoofd van een broederschap staat een kalief.

Ongeveer 35% behoort tot de Broederschap der Mouriden. De Mouriden zijn wat fanatieker in de leer van de islam dan de Tidianen en bezitten veel politieke en economische macht. De oudste broederschap in Senegal is die van de Qadiriya, die over de hele wereld miljoenen volgelingen heeft en Bagdad als religieus centrum heeft.

Tussen de vijf en tien procent van de bevolking, vooral Diola en Sérèr, is rooms-katholiek. De katholieken spelen vooral een rol in het onderwijs en in de gezondheidszorg.

Ondanks het feit dat bijna alle Senegalezen aanhanger zijn van een officiële godsdienst, speelt het animisme nog steeds een grote rol in het leven van de bevolking. Het animisme is een oergeloof waarbij men gelooft dat alle aardse dingen zoals bomen, dieren of zelfs stenen, een eigen spirituele kracht bezitten. Ook geesten van voorouders, goden, fetisjisme, inwijdingsrites, bijgeloof en talismannen spelen een rol in de godsdienstige belevingswereld van de Senegalees. Overtuigd animistische groeperingen komen voor in het zuidoosten en in de Casamance.



Milieu

Senegal ligt qua klimaat in een overgangsgebied. Het noorden ondervindt sterk de invloed van de Sahara-woestijn. De regentijd in het noorden is maar kort en net voldoende om landbouw en vooral de belangrijke pindateelt mogelijk te maken. De regenperiode loopt van juli tot en met midden oktober. De gemiddelde jaarlijkse neerslag neemt toe van noord naar zuid en van het binnenland naar de kust.De regen valt bijna altijd in de vorm van stortbuien die enkele uren kunnen duren. Door de zeer hoge luchtvochtigheid in combinatie met de hoge temperaturen is deze periode, hivernage genaamd, niet de meest aangename tijd.

Het klimaat in de kuststrook vanaf Dakar naar het zuiden is door de invloed van de zee wat gematigder. In december overdag ongeveer 22°C tot mei/juni zo'n 35°C. 's Nachts koelt het flink af. De heetste maanden zijn mei/juni en oktober aan de kust, en maart t/m juni en oktober in het binnenland. In het binnenland kunnen de temperaturen in de zomermaanden oplopen tot tussen de 40 à 50°C. Kaolack is de warmste stad van Senegal; 's middags is het meestal rond de 38°C.

De zuidrand van de Sahara doorsnijdt het noorden en oosten van Senegal. Door de steeds verdergaande woestijnvorming heeft de flora en fauna in de loop der tijden grote veranderingen ondergaan. Het rijke dieren- en plantenleven zal hoogstwaarschijnlijk nooit meer terugkomen.

Door de droogte en de oprukkende woestijn heeft het noorden van Senegal een savannelandschap met lage grassen, struiken en wat acacia's. Wat zuidelijker komen al fruitbomen en palmen voor. Mangrovebossen vinden in de mondingsgebieden van de Saloum en de Gambia. In de Casamance komen mangrovebossen, palmboombossen en tropisch regenwoud voor. En verder groeien er nog mangobomen, kapokbomen en kolanootbomen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen