![]() |
Boekverslag : J. Bernlef - Hersenschimmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3333 woorden. |
Zakelijke gegevens Auteur: J. Bernlef een pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman. Titel: Hersenschimmen. Ik heb het boek gelezen als deel van een ander boek waarin 3 boeken zijn opgenomen: Schijngestalten. Behalve Hersenschimmen waren hier ook ‘Vallende ster’ en ‘Eclips’ in opgenomen. Plaats en jaar van uitgifte: Amsterdam 1997 Jaar van eerste druk: 1984 Vooraf Ik heb dit boek gekozen omdat ik erover had gehoord via mijn vriend. Die had dit boek ook gelezen en hij vond het een heel aardig boek. Ook had ik er wat op tv over gehoord, dus het leek me wel leuk om dit boek ook eens gelezen te hebben. De omslag is dus van 3 boeken in één. De kaft is donkerblauw met in het midden een tekening van de aarde in een massa wolken met daaromheen alle standen van de maan. Boven deze afbeelding staat er in gouden letters: J.Bernlef. Onder de afbeelding staat er groot: Schijngestalten. Dan van boven naar beneden in kleinere gele letters: Hersenschimmen, Vallende ster, Eclips. Ten slotte, weer in ´t goud de uitgever. Mijn verwachting was een redelijk pakkend boek over dementie. In ieder geval, ik dacht dat het daarover zou gaan. Ik vind het een redelijk interessant onderwerp, en het is ook nog eens zeer actueel. Leek me dus leuk om iets te lezen over een verschijnsel waarmee ik zelf niet mee bekend ben. Die verwachting is ontstaan door de mening van mijn vriend, het onderwerpje op tv en mijn eigen verwachtingen. Titel en motto Titel: Hersenschimmen; Maarten lijdt aan dementie. De schimmen in mijn hersens kunnen van alles zijn. Situaties en mensen uit het dagelijks leven beginnen ook in schimmen en vlagen van herinneringen te veranderen. Uiteindelijk worden ook zijn herinneringen aan vroeger steeds onduidelijker. Aan het einde van het boek bestaan al zijn gedachten uit schimmen, hersenschimmen. De titel is dus al een deel van de verklaring, hoe dementie voelt. Motto: “A touching dream to wich we are all lulled but wake from seperately” – Philip Larkin Oftewel: “Een mooie droom waar iedereen wordt ‘ingewiegd’ maar elk afzonderlijk uit wakker wordt.” Dit geeft dus aan dat het iedereen kan overkomen wat Maarten overkomt en dat je op een dag verschillend wakker kan worden. Maar het geeft ook nog iets anders uit het boek aan. Het slaat ook op de geestelijke afstand die er tussen Maarten en zijn vrouw Vera begint te ontstaan. Het leven staat in het teken van de dood. Bernlef zelf vond het goed slaan op het feit dat het leven van een mens uiteindelijk oplost in flarden van herinneringen en flitsen van bewustzijn. Ik citeer: ‘Als je terugkijkt naar het leven dan merk je een soort droom en is het doodgaan een soort ontwaken, althans die beeldspraak vond ik treffend.’ Genre Dit boek is een Psychologische roman. Dit denk ik omdat een roman staat voor een lang verhaal. Dat is het. En het gaat over hoe mensen denken, de gevoelens en beleving van bepaalde gebeurtenissen en ontwikkelingen. Kortom, een psychologische roman. Korte inhoud De 72-jarige Maarten Klein woont met zijn vrouw Vera in de Verenigde Staten, in een dorpje ten Noorden van Boston, Gloucester genaamd. In de jaren vijftig zijn de vanuit Nederlands naar Amerika geëmigreerd. Hun twee kinderen bleven echter in Nederland wonen. Tot zijn pensionering werkte Maarten bij de “Intergovernmental Maritime Consultative Organisation” (IMCO), een in Boston gelegen onderzoeksinstituut voor visserij. Op een winterse morgen kijkt hij uit naar de schoolbus met kinderen die elke morgen voor zijn huis stopt. Hij denkt terug aan zijn vader, die griffier was bij een rechtbank en thuis temperatuurgrafieken en aantekeningen over het weer bijhield. Uit opmerkingen van zijn vrouw blijkt dat Maarten al een beetje verstrooid is. Het is Zondag, dus de schoolbus komt vandaag niet. Het is al middag, terwijl Maarten denkt dat het ochtend is. Eerder was hij vergeten zijn koffie op te drinken en hout te halen voor Vera, terwijl zij hem dat tot twee keer toe gevraagd had. Hij legt de schuld van zijn afwezigheid bij de lange winter, hij kijkt dan ook uit naar de lente. Maar toch piekert Maarten wel over zijn vergeetachtigheid. Eris iets mis, maar hij kan niet precies benoemen wat. Hij betrapt zichzelf erop dat hij in zichzelf praat. Woorden die hij alleen op zijn werk gebruikte, duiken nu opeens op in een gesprek met Vera. Zijn gedachten dwalen vaak door associaties af naar gebeurtenissen uit het verleden. En dan met name naar gebeurtenissen uit zijn jeugd, de Tweede Wereldoorlog en de tijd dat hij op kantoor werkte. Soms roepen de herinneringen handelingen op waarvan hij zich niet bewust is. Als Maarten terugdenkt aan een mislukt vlechtwerkje dat ze op de basisschool moesten maken, scheurt hij onbewust aan repen. De juffrouw vroeg Maarten destijds de potlodendoos te halen, en Maarten gaat hem zoeken. Hij klimt op een stoel om bij een plank in het washok te komen. Wanneer zijn vrouw hem daar aantreft, begrijpt Maarten pas wat hij aan ´t doen is. Tijdens een wandeling met zijn hond, Robert, verliest hij zich weer in het verleden. Hij rust even uit bij een bar, en ziet in het meisje achter de bar, zijn eerste vriendinnetje. Als hij daarna naar het antiquariaat gaat, kan hij zich het boek wat hij daar kort geleden heeft gekocht, niet meer herinneren. Terwijl hij daar vaak stukken uit leest. Als hij mijmerend door de stad loopt vind Vera hem, ze maakte zich ongerust en is hem gaan zoeken. De symptomen van Maartens dementie, beginnen steeds heftiger te worden. Als Vera de deur op slot doet als ze even weg moet, breekt Maarten hem open om naar een IMCO vergadering te gaan (terwijl hij allang gepensioneerd is). In zijn aktetas heeft hij zijn gereedschap bij zich. Hij gaat echter niet naar zijn kantoor in Boston, maar naar een vakantiehuisje, waarvan hij ook de deur forceert. Terwijl hij wacht op de anderen die bij de vergadering zouden zijn, oefent hij zijn betoog, waarin hij zijn twijfel uitspreekt over de zin van de organisatie, die aan de hand van computerprognoses aanbevelingen doet over vangstkwanta. Als hij zich eindelijk realiseert wat hij aan ´t doen is, gaat hij weer terug naar huis. Zijn tas vergeet hij in het vakantiehuisje. Vera is bij dokter Eardly geweest, om te praten over Maartens afwezigheid. Dokter Eardly heeft Vera aangeraden om samen met Maarten foto´s te bekijken, om zo de herinneringen te ordenen. Als ze dit doen, kan Maarten zich nog tot in detail herinneren welk verhaal er aan een foto uit zijn jeugd zat, maar andere gebeurtenissen, zoals het bezoek van zijn kinderen uit Nederland van drie jaar geleden kan hij zich niet meer voor de geest halen. Als de deur die Maarten heeft opengebroken wordt gerepareerd, kan Maarten zich in eerste instantie niet herinneren dat hij dat heeft gedaan. Als dokter Eardly langskomt reageert Maarten daarop met een redevoering, die imponerend bedoeld is. Daarna realiseert hij zich met machteloosheid, woede en angst, dat hij de taal niet meer helemaal meester is. Zinnen moet hij soms eerst vanuit het Nederlands naar het Engels vertalen, als hij ze wil uitspreken. Het benoemen van voorwerpen wordt ook lastiger. Steeds meer mengt Maartens verleden zich met zijn dagelijks leven. Maarten verward Vera met zijn moeder, en zijn huis, met dat van zijn grootouders. Wat zijn vrouw hem het ene moment verteld, is hij het andere moment direct weer vergeten. Als Vera weg is, slaat Maarten een ruit in, om de hond binnen te laten. Daarna vergeet hij het gas uit te zetten. Als de dokter hierna weer langskomt, ziet Maarten hem als zijn tegenstander in een moeilijk onderhandeling. Hij gaat hem verbaal te lijf met een onderhandelingsstrategie van zijn ex-collega Karl Simic. Als de dokter hem een spuitje wil geven om te kalmeren, slaat Maarten dit uit de handen van de dokter. Maarten denkt dat hij in de oorlog is. Omdat de toestand van Maarten gevaarlijk wordt voor zichzelf en voor anderen, komt de gezinshulp Phil Taylor bij hen inwonen, om op Maarten te letten. Maarten vergeet echter steeds wie ze is en waarom ze er is. Hij verward haar steeds met zijn pianolerares van vroeger of zijn dochter. Als Maarten op een gegeven moment twee keer per nacht door het huis dwaalt, geeft Phil hem een injectie. Maarten wordt wakker doordat hij in zijn bed heeft gepoept. Vera en Phil maken de riemen lost, waarmee hij vastgebonden zat en wassen Maarten in bad. Hierbij krijgt Maarten een erectie. Pas als Maarten het aanraakt beseft hij vol schaamte dan het zijn geslachtsdeel is dat boven het water uitsteekt. Maarten ontsnapt nog een keertje uit het huis en komt na een wandeling in de duinen weer terecht in het huisje waar hij zijn aktetas had laten staan. De vuurtorenwachter ziet Maarten lopen en brengt hem terug naar huis in zijn jeep. Maarten denkt dat de man een Amerikaanse soldaat is na de bevrijding. Als hij even later thuis is, komt dokter Eardy langs. Maarten denkt dat hij een soldaat in burger is en als de dokter hem een kalmerend spuitje wil geven raakt hij in paniek. Hij denkt dat hij wordt verdacht van collaboratie. Als Maarten even later wakker wordt, maakt hij een vuur in de open haard. Hij verbrand alle foto´s uit zijn album waarop hij staat afgebeeld. Hij herkend zichzelf niet meer. Vera en Phil binden hem vast aan een stoel. Maar ook hen herkent hij niet meer. Maarten wordt met een ziekenwagen naar een inrichting gebracht. Er dringen alleen nog maar flarden van buiten tot Maarten door. Zijn wereld is tot een onsamenhangende massa, met af en toe heldere gedachten geworden. Het boek eindigt met een mededeling die Maarten wel opvangt, maar niet beseft dat hij van Vera komt. De lente staat op het punt te beginnen. Thema en idee Thema: De dementie en de depersonalisatie van Maarten. Idee: Mensen te laten zien hoe het voelt om dement te worden. Wat voor een invloed dat heeft op je belevingswereld en op de wereld van de mensen om je heen. Het boek is helemaal gewijd aan het proces dat Maarten doormaakt als hij begint te dementeren en hoe zijn persoonlijkheid daarbij veranderd. Deze ontwikkeling wordt uitvoerig beschreven. Het idee is denk ik om dit te tonen, want erg gelukkig wordt je niet van het boek. Hoofdpersonen Maarten Klein: de hoofdpersoon uit het boek. Maarten is 72 jaar, geboren in Alkmaar, maar woont al vijftien jaar, samen met zijn vrouw in de V.S. De kinderen van Maarten wonen nog in Nederland. Voor zijn pensionering werkte Maarten als notulist bij de IMCO, een visserij organisatie. Maarten begint in het verhaal langzaam te dementeren. In het begin weet hij wel dat er iets mis is, maar later leeft hij volkomen in zijn eigen wereldje. Vera Klein: dit is de vrouw van Maarten. Zij is al vijftig jaar getrouwd meet Maarten. Vera moet hulpeloos toekijken hoe Maarten steeds verder in zijn eigen wereldje wegzakt. Vera maakt zich vaak zorgen over Maarten en probeert hem dan ook zo weinig mogelijk alleen te laten. Als hij weg is zoekt ze hem met de auto. Dokter Eardly: een goedmoedige maar naïeve arts, die denkt dat hij Maartens bewustzijn met behulp van medicijnen en rust weer kan doen opleven. Phil Taylor: de gezinshulp die Maarten en Vera krijgen toegewezen. Maarten denkt steeds dat zij zijn pianolerares of dochter is. Verteller Begin regels: “Misschien komt het door de sneeuw dat ik me ´s morgens als zo moe voel. Vera niet, zij houdt van sneeuw. Volgens haar gaat er niks boven een sneeuwlandschap.Als de sporen van de mens uit de natuur verdwijnen, als alles één smetteloze witte vlakte wordt; zo mooi! Eind regels: “Glas waar je doorheen kunt kijken…naar buiten… het bos en de lente die bijna begint… zegt ze… fluistert ze… de lente die op het punt staat te beginnen…” Het is geschreven in de ik-persoon. Je ziet alles gebeuren door de ogen van Maarten. De manier waarop hij de dingen ziet veranderd des te dementer hij wordt. Ook zijn persoonlijkheid verandert. Waardering Ik geef het boek een 8, omdat ik het heel erg ontroerend vind. De manier van schrijven was even wennen in het begin, maar het was toch wel heel erg interessant om het verhaal door iemands ogen te bekijken die zélf dement wordt. Ook vind ik dat het onderwerp goed gekozen is, het spreekt me aan, omdat iedereen wel eens hoort over een oma of opa die dement wordt. Ik vond de inhoud van het boek heel erg interessant omdat ik wel geïnteresseerd ben in hoe mensen iets beleven. En hoewel je nooit achteraf kan omschrijven of vertellen hoe het proces van dementie in z´n werking is gegaan bij jou, vind ik dit toch wel een hele realistische weergave. Het ontroerd je ook, omdat het je oma of opa kan zijn. Het grijpt je aan om te zien hoe Maarten vervreemd van zichzelf en zijn vrouw, van de wereld om zich heen. De schaamte die hij heeft in zijn momenten van helderheid, zijn ook heel zielig. Ik vond het verhaal makkelijk lezen. Het taalgebruik is makkelijk en toegankelijk. Het onderwerp is in dit boek ook heel helder omschreven. Sommige mensen gaan wel eens vaag doen als ze het over dementie hebben, maar dit boek niet. Het toont genadeloos alle aspecten van dementie. Dat maakt het dus niet zo moeilijk om te begrijpen en het leest lekker weg. Het verhaal is niet spannend omdat het niet echt een actieverhaal is. Het gaat meer om een geleidelijke ontwikkeling. Ik vind Maarten de leukste persoon. Dat komt waarschijnlijk omdat het boek in de ik-vorm is geschreven en ik me daardoor meer met de ik-persoon verbonden voel. Ik denk dat als Vera de ik-persoon was geweest, ik haar de leukste persoon had gevonden. Ik zou mensen dit boek wel aanraden. En speciaal als je een iemand kent die dement is. Dan leer je misschien een beetje zien wat er allemaal omgaat in het hoofd van zo iemand. En hoe het de persoonlijkheid van een mens kan veranderen. Omdat het dus leerzaam is wil ik het anderen aanraden, maar ook omdat het gewoon een pakkend, ontroerend boek is. Ik weet niet zeker of ik nog een boek van deze schrijver ga lezen. De andere twee boeken in de bundel zagen er ook heel erg interessant uit en gingen over een vergelijkbaar onderwerp, maar ik moet nog maar zien of ik er tijd voor heb. Voor mijn lijst ga ik er niet nog een van hem lezen, want ik heb liever totaal verschillende boeken daarvoor. Verwachting Ik geef mijn vriend gelijk, het is inderdaad een leuk boek. Ik vond het af en toe wel heel erg zielig, maar ook heel mooi. Zeer pakkend zoals ik al dacht van tevoren. Ook het onderwerp sprak me aan. Bijzonder was dat het boek in de ik-vorm in de tegenwoordige tijd was geschreven. Dat heb ik niet vaak meegemaakt. Extra opdracht nummer 31.7 1. Een biografie van de schrijver: J. Bernlef Hendrik Jan Marsman die later als schrijver het pseudoniem J.Bernlef kiest, word op 14 januari 1937 in Sint Pancras (N.H) geboren. Zijn jeugd brengt hij in Amsterdam-west door. Na zijn eindexamen in 1955 aan de H.B.S wordt Bernlef een half student aan de Politiek Sociale faculteit van de universiteit van Amsterdam en werkt hij als volontair bij een Amsterdamse boekhandel. Tijdens zijn militaire dienst debuteert hij onder zijn eigen naam met een kort verhaal "Mijn zusje Olga". Na zijn diensttijd gaat hij op aandringen van zijn moeder naar het buitenland. Zodoende belandt hij in Zweden, een land dat een grote betekenis krijgt voor hem. Hij werkt aan verhalen(Stenen Spoelen) en gedichten (Kok-Kels), die hij instuurt voor de Reina Prinsen Geerlingsprijs 1959, die prijs krijgt hij in november van dat jaar en velen zullen volgen. Verder schreef Bernlef nog enkele toneelstukken ,vertaalde boeken en beoefende de literaire kritiek.Ook was J.Bernlef samen met G.Brands en K.Schipper redacteur van een literair tijdschrift, Barbarber, dit blad verscheen na de oorlog. In dit blad ,met een lang formaat, werden in eerste instantie alleen teksten gepubliceerd. Later werden ook advertenties ,moppen ,teksten op deuren en kleerhangers stukken uit een spoorwegboekje en fragmenten uit stripverhalen in Barbarber gepubliceerd. Het eerste nummer kwam uit in oktober 1958 en het laatste nummer verscheen in 1971. In de jaren 58-60 is hij veel in Zweden (hij werkt in een hotel) waar hij meerbegint te schrijven, daarvoor gebruikt hij weer de naam J. Bernlef. Op 23-jarige leeftijd trouwt hij met Eva Hoornik, familie van schrijver Ed Hoornik. Zijn beroep als schrijver/dichter wordt in 1965 definitief. In 1993 wint Bernlef de PC Hooft prijs voor zijn proza ,terwijl hij zichzelf vooral als dichter ziet. Enkele werken van de schrijver: 1960 Stenen Spoelen 1962 De Overwinning 1963 Onder de bomen 1965 Stukjes en beetjes 1966 Paspoort in duplo 1967 De schaduw van een vlek 1967 De pyromaan 1968 De dood van een regisseur 1969 De verdwijning van Kim Miller 1971 Het verlof 1972 De maker 1973 De stoel 1973 Sneeuw 1974 Het complot 1974 Hondedromen 1975 Meeuwen 1976 De man in het midden 1978 Anekdotes uit een zijstraat 1981 Oude ijsbergen 1981 De ruïnebouwer 1982 Regen 1984 Hersenschimmen Bron: www.altavista.nl 2. Hoe J. Bernlef tegen het leven aankijkt: Bernlef is een naoorlogse schrijver. Het lijkt alsof hij enkele fascinaties heeft voor bepaalde onderwerpen, die steeds weer terugkeren in zijn romans of verhalen. De onderwerpen zijn: lege plekken, gaten, vergeten, het waarnemen, sneeuw, Laurel & Hardy, fotografie en jazz. Ik denk dat we hier een aantal dingen uit zouden kunnen afleiden (want we kennen Berlef zelf natuurlijk niet). Hij lijkt een fascinatie te hebben voor onderwerpen die te maken hebben met het leven en hoe het leven is opgebouwd. Is het leven wel echt zoals wij het zien, of is er meer? Is de dood en de weg daar naar toe, een begin of een einde? Bernlef heeft ook een boek geschreven ‘Vallende ster’. Dit gaat integendeel tot Hersenschimmen over een man die zijn leven, na zijn geheugenverlies, weer probeert terug te vinden. De gaten die hij heeft, juist weer op te vullen. Laurel & Hardy, fotografie en jazz, zouden dingen kunnen zijn die Berlef graag zelf doet, en daarom graag laat voorkomen in zijn boeken. Ik denk dat Bernlef redelijk positief tegenover het leven stond, maar dat hij wel erg geïnteresseerd is in de haperingen van het menselijk brein en het leven. 3. Wat vind ik terug in Hersenschimmen van de feiten bij 1 en 2? Van de biografie is weinig terug te vinden. De hoofdpersoon van het boek, toont geen overeenkomsten met de schrijver of iets dergelijk, en de invloeden van buitenaf zijn ook moeilijk te achterhalen. Van het 2e punt is wel echt veel terug te vinden. In hersenschimmen komen ook een aantal onderwerpen van Bernlef´s fascinatie voor: lege plekken, gaten, vergeten, en het waarnemen. Dit boek is denk ik geschreven uit interesse en fascinatie voor het leven en de afbouw. Wat ook wel een grappig detail is, is dat Bernlef een boek heeft geschreven: ‘Sneeuw’. In dit boek speelden de sneeuw en de eenzaamheid een belangrijke rol. Het schijnt dat dit boek Bernlef er toe heeft aangezet om Hersenschimmen te schrijven. Opmerkelijk is dat Hersenschimmen opent met een scène vol sneeuw. Ook verder in het boek speelt de winter een belangrijke rol. De winter van het leven. Als er aan het einde wordt gezegd dat de lente in aantocht is weet je dat hiermee de lente van de volgende periode begint. Het volgende leven?? Ook heeft Bernlef eens gezegd dat het leven misschien een droom is als je er op terug kijkt en doodgaan een soort ontwaken is. Dit boek, Hersenschimmen, staat natuurlijk heel erg voor de vergankelijkheid van het leven. Kortom, er is veel van terug te vinden! 4. Ik denk dat in het geval van Hersenschimmen de schrijver zich niet in een van zijn personages heeft gestopt. Misschien een klein beetje, dat lijkt me onvermijdelijk, omdat de schrijver de personages zelf bedenkt. Maar de persoonlijkheid Maarten heeft denk ik niet veel overeenkomsten met de schrijver. 5. De kennis over het leven en de achtergrond van de schrijver heeft voor mij het boek niet bijzonder veel interessanter gemaakt. Ik vond dit boek heel erg mooi, maar op grond van een biografie, weet je nog niet wat voor een persoon de schrijver is. Dus ik denk niet dat het veel uitmaakt bij mij. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |