![]() |
Boekverslag : Thea Beckman - Stad In De Storm
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2528 woorden. |
Groningen: Wolters-noordhoff bv, 1999. (1e druk: 1979) (350 blz.) THEA BECKMAN Thea Beckman werd in 1923 geboren in Rotterdam als Thea Petie. Ze was enig kind. Toen ze twaalf was, was het haar droom om schrijfster te worden, of ontdekkingsreiziger. Dit laatste werd buitengesloten. Haar vader was kantoorbediende bij de Holland- Amerikalijn en raakte in de crisisjaren werkloos. Daardoor was er geen geld om verder te leren, maar haar ouders vonden het ook niet nodig, omdat ze een meisje was. Op de lagere school was ze de beste van de klas, toch moest ze naar de industrieschool om te leren voor naaister. Omdat ze veel te slecht was, werd ze van school gestuurd. Hierna mocht ze met veel pijn en moeite naar de mulo (havo). Hier kreeg ze een kantoor opleiding en ze maakte haar school af. Ze ging op kantoor werken. Ondertussen was er al oorlog, maar toch was het een gunstige tijd. Ze leerde haar man, Dirk Hendrik Beckmann kennen. Tijdens een razzia werd hij opgepakt en naar Duitsland gebracht. Ze trouwden toen de oorlog afgelopen was en hij terug kwam. Ze was toen 21. Ze verhuisden naar Utrecht en kregen drie kinderen Hij was elektricien, timmerman en metselaar. Zij probeerde met en journalistiek wat bij te verdienen. In 1947 begon ze al met schrijven: verhalen in jeugdtijdschriften en journalistieke stukjes in kranten. In 1957 verscheen haar eerste boek. Toen haar kinderen het huis uit waren, kon ze echt tijd besteden aan het schrijven van boeken en sinds 1970 is er bijna elk jaar een boek van haar verschenen. Thea Beckman is vooral bekend geworden om haar dikke historische boeken. Ze spelen zich af in Nederland of Frankrijk. Naast historische boeken heeft ze ook een aantal boeken geschreven die in het heden spelen, over kinderen met problemen en een trilogie die in de verre toekomst speelt. Zelf zegt ze dat ze twee belangrijke redenen heeft om jeugdboeken te schrijven. Namelijk dat ze dol is op kinderen en dat ze boeken schrijft die ze vroeger als kind zelf had willen lezen. Boeken die ze heeft geschreven zijn: 1957 De ongelooflijke avonturen van Tim Holderdebolder 1964 Bertus en het wonderkrijtje 1966 Mickey en de vreemde rovers 1970 Met Korilu de griemel rond (zilveren griffel ’71) 1972 Mickey en de Fiebeldewiebels 1973 Heremijntijd… wat een lastpost 1973 Kruistocht in Spijkerbroek (gouden griffel ’74) 1974 Mijn vader woont in Brazilië 1976 Geef me de ruimte! 1977 Triomf van de verschroeide aarde 1978 Het rad van fortuin 1979 Stad in de storm (zilveren griffel ’80) 1980 Wij zijn wegwerpkinderen (vlag en wimpel ’81) 1982 De gouden dolk 1983 Hasse Simonsdochter 1984 Wonderkinderen 1985 Kinderen van Moeder Aarde 1987 Het helde paradijs 1988 Een bos vol spoken 1988 De val van de Vredeborch 1989 Het gulden vlies van Thule 1990 Het geheim van Rotterdam 1991 Het wonder van Frieswijck 1992 De stomme van Kampen 1993 De verloren schat 1994 De doge-ring van Venetië 1996 Saartje Tadema 1998 Vrijgevochten Thea Beckman heeft met haar 76 jaren al heel wat boeken geschreven. Voor vele van hen heeft ze wel een tip of prijs van de Nederlandse kinderjury ontvangen. SAMENVATTING VAN HET BOEK Ruim dertig jaar geleden, leerde Hans Stevenzoon Ortelius, zoon van een drukker uit Utrecht, mensen kennen die hij zijn leven lang lief had. Hans was een jongen van vijftien jaar, toen hij voor het eerst alleen reisde, omdat hij een opdracht van zijn vader had gekregen. Hij moest naar Oudewater om pamfletten te halen. Onderweg op de trekschuit, leerde hij Joris Niemandszoon kennen, ook wel Het Sinjoorke genoemd. Joris vertelde hem dat er heksen werden gewogen op de Grote Markt. Hij ging snel daarheen om het te zien. Op de Grote Markt aangekomen zag hij een hele mooie vrouw van nog geen vijfendertig. Ook zag hij een meisje van zijn leeftijd. Eigenlijk zag hij alleen haar ogen. De vrouw werd gewogen en ze had het goede gewicht, iedereen haalde opgelucht adem. Heel even keek het meisje in zijn richting en toen verdwenen ze. Hij moest de pamfletten voor zijn vader ook nog ophalen, dus besloot hij zijn bezoek aan meester Volkertsz niet langer uit te stellen. Er werd opengedaan door een vrouw. Ze bekeek hem goed en wenkte haar te volgen. In de woonkamer zat het hele gezin aan tafel. Hij mocht aanschuiven. Meester Volkertsz las eerst voor uit de Bijbel, hierna mocht de vrouw opscheppen. Het was een dunne en smakeloze pap. Na elke hap werd er weer een nieuw citaat uit de Bijbel voor gelezen. Na de pap vroeg Hans aan meester Volertsz of hij de pamflettenklaar had voor zijn vader. Dat waren ze zeker. Bij het zwakke kaarslicht las Hans wat er op stond, hij schrok. Ze waren wel tegen Jan de Wit, maar dit kon zijn vader onmogelijk drukken. De volgende morgen, op weg naar de trekschuit, zag hij de vrouw en het meisje. Zijn hart begon sneller te kloppen. Het meisje herkende hem, ze had hem zien zitten toen haar werd gewogen en dat beviel haar niet. Ze werd kwaad. Het meisje en de “heks” waren gestopt, omdat de vrouw niet meer kon lopen vanwege haar voeten. Hij zag de blaren en haalde de speld van zijn kleren af. Toen het meisje de naald zag, pakte ze hem af en prikte handig de blaren door. Ze keek hem boos aan en zei dat hij moest helpen in plaats van ter blijven staan staren. Ze wees gebiedend naar de witlinnen knapzak, hij wilde protesteren, maar durfde dat niet. Hij wilde ze helpen, maar hoe? Hij stelde voor om ze mee te nemen naar Utrecht. Ze konden dat niet betalen dus betaalde hij hun reis. Bij de trekschuit kwam hij Joris weer tegen en ze groeten elkaar. Joris zag dat hij nog twee medepassagiers had meegebracht en hans stelde ze voor. Dit zijn Lina en haar moeder Elisabeth. Hans nam Joris even apart en hij vroeg of hij nog een stuiver voor hem had, want hij had niet genoeg. Joris zei dat zijn baas dat maar van zijn loon moest afhalen. En verder zei hij dat Lina een beeldschoon meisje was. Elisabeth wist niet hoe hij hem moest bedanken en ze vroeg of zijn ouders dit wel goed vonden. Hij vertelde haar dat zijn vader dit niet erg vond, maar dit wist hij niet zeker. Hij wist niet wat zijn vader hier van zeggen zou en hij hoopte dat het niets ergs was. In Utrecht aan gekomen verzorgde Moeie Neele, de huishoudster, de voeten van Elisabeth meteen. Elisabeth moest twee weken rusten. In die twee weken hoorde ze ook nog dat de weg naar Ausburg afgesloten was. Hans’s vader nam Elisabeth in dienst en Hans leerde Lina de weg kennen. Toen Hans Lina aan zijn vrienden had voorgesteld, zag GerritJan haar wel zitten. Een tijd later kwamen de Fransen naar de stad en namen deze in. Er werd geen krant meer verspreid, dus Hans en zijn vader besloten om illegale krantjes te drukken en deze door de stad te verspreiden. Toen de bezetting al een tijd aan de gang was, kwam het bericht dat de gebroeders De Wit vermoordt waren. Hans vader werd opgepakt, vanwege het drukken van de illegale krantjes, maar ze kregen niets uit hem vandaan, dus werd hij weer vrijgelaten. Op een dag stond een andere drukker bij hen voor de deur. Die zei dat ze geweldig werk leverde en alle drukkers er vanaf wisten. Ze wilde graag helpen, maar eerst werd een andere schuilplaats gezocht. Lina had ook werk gezocht. Ze werkte bij een naaister en elke avond als ze klaar was haalde Hans haar op. Op een dag stond ook GerritJan Vlieger voor het naaiatelier. Op dat moment kwamen er ook twee dronken soldaten aan lopen. Lina beet van haar af en ontsnapte er aan eentje. Toen die andere zijn sabel pakte en Lina wilde neerslaan, ving GerritJan de klap op. Hij redde het leven van Lina. Iedereen wilde weten hoe ze aan de krantjes kwamen. Toen GerritJan beter was had hij een plan bedacht om Hans in de val te laten lopen. Toen hij Hans tegen het lijf liep vertelde hij iets dat geheim moest blijven. De dag erna stond het in alle krantjes. GerritJan had Hans weer ondervraagd voor de plek van de drukpers. Maar Hans was niet zo erg dom, hij vertelde een andere plek en een aantal dagen werd daar een inval gedaan. Er kwam een bericht dat de prins met zijn leger eraan kwam. De vijandelijke legers trokken weg uit de stad weg, zodat de prins zo binnen kon rijden. Iedereen was blij en vrolijk , maar dit was helaas van korte duur. Deze legers waren ook niet erg vriendelijk. Joris zat in het leger, maar die hoefde nu niet meer te vechten en hans’s vader nam hem in dienst. Ondanks hij zijn werk goed deed, beviel hij niet echt. Dit kwam omdat hij steeds weg ging. Op een dag werd opeens alles donker en kwam er een hevige storm, die alles kapot maakte. Hans, Lina en GerritJan waren op dit moment buiten. GerritJan redde opnieuw het leven van Lina. Hij sprong over haar heen toen er een schoorsteen naar beneden viel. Dit was tevens het einde van zijn leven. Het huis van Hans stond er nog. Toen alles weer op orde was, werd Joris ontslagen. Joris wilde niet vast zitten aan werk en allerlei opdrachten en daarom trok hij de wijde wereld in en Lina ging met hem mee. Hans raakte zo het meisje kwijt op wie hij verliefd was. Hij is nooit getrouwd en had nog veel verdriet om Lina. Hans was drukker geworden en Elisabeth was met zijn vader getrouwd. HOOFD- EN BIJPERSONEN De hoofdpersoon is Hans Stevenszoon Ortelius. Hij is de ik-figuur. Hans is een karakter. Hans is 15 jaar en in de loop van het verhaal wordt hij ouder. Hij is een rustig persoon, verstandig en ijverig. Hij werkt bij zijn vader in de drukkerij en gaat in leer bij een kunstschilder. Hij is verliefd op Lina en wilde dat hij wat moediger was. Lina is ook een karakter. Ze is een beeldschoon meisje. Haar vader was zilversmid en is vermoord. Lina wilde een heks zijn en daarom had zij haar niet laten wegen in Oudewater Joris is een vondeling en gevonden door een weeshuis. Hij houd niet van op een plek blijven en daarom reist hij veel. Hij heeft gevochten bij het leger en werkte bij de trekschuit. GerritJan is een type. Hij is de held. Hij is gek op Lina en redt twee keer haar leven. Hij is een vriend van Hans SETTING Het verhaal speelt zich af in het jaar 1672. Dit is het dat Nederlands bezet is door de Fransen. Er zijn nog geen auto’s en treinen. Wel een schuit, maar die wordt voortgetrokken door een paard. Het hele verhaal is een flashback. Het is allemaal al eerder geberud. Het verloopt wel chronologisch. De plaatsen van het verhaal zijn Utrecht en Ouderwater. Hans woont in Utrecht en hier gebeurd alles. In Oudewater heeft hij Lina en Elisabeth ontmoet. HOOFDSTUKKEN Als er een nieuw hoofdstuk begint, heb je een verspringing van tijd of van plaats. Als hans de opdracht moet halen voor zijn vader is hij eerst op de Grote Markt kijken hoe de vrouw wordt gewogen en dan besluit hij zijn bezoek aan meester Volkertsz niet langer uit te stellen. Dan begint er een nieuw hoofdstuk. In dat hoofdstuk staat hij voor de deur van meester Volkertsz. PERSPECTIEF Hans Stevenszoon Ortelius is de verteller van het verhaal en daarom de ik-perspectief. Je weet zijn gedachtes en gevoelens. Je ziet de hele gebeurtenis door zijn ogen. THEMA Het thema van het boek is bezetting (oorlog) en verliefdheid. De stad Utrecht is bezet door de Fransen en na een tijdje worden de Franse legers, Zwitserse legers. Hans is verliefd op Lina en in hele verhaal komt dit naar voren. TITELVERKLARING De titel van het boek is: “Stad in de storm.” Aan het eind van het boek valt een orkaan de stad aan, die veel mensenlevens eist. Het gaat niet alleen over de storm maar ook de bezetting van de Fransen speelt een rol in de titel!! MIJN MENING Thea Beckman heeft heel wat boeken geschreven en daar heb ik er veel van gelezen. Ik vind het leuk om te lezen over het verleden, over wat er toen allemaal gebeurde en hoe het leven was. In ‘Stad in de storm’ word ook nog over heksen gesproken en als Hans ze dan meeneemt is de hele stad daar wel tegen. Het taalgebruik in het boek is gemakkelijk en prettig te lezen. Ik had het boek al snel uit, omdat ik wilde weten wat er vervolgens zou gaan gebeuren. Het eind van het verhaal was anders dan ik had verwacht en daarom wilde ik het ook snel uitlezen De gebeurtenissen volgen elkaar op en er zijn bijna geen gedeeltes waarvan je denkt: ‘waar gaat dit over?’ Ik heb dit boek al eens eerder in huis gehad, maar heb toen alleen de eerste bladzijde gelezen. Ik vond er niet veel aan en heb het weer terug gebracht. Achteraf is dat wel jammer, want ik vind nu, nadat ik het heb gelezen, dat het een heel mooi boek is. Aan het eind van het boek, staat geschreven dat het manuscript van zijn leven verborgen ligt. Thea Beckman heeft het verhaal zo geschreven, dat het lijkt alsof zij het manuscript heeft gevonden en er een verhaal van gemaakt heeft. Ik vind dit heel knap van haar. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |