Boekverslag : Anthony Horowitz - De Kruisboog
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1640 woorden.

Titel: De kruisboog

Auteur: Anthony Horowitz



Vele jaren leefde de bevolking van Zwitserland onder de strenge heerschappij van een tirannieke keizer. Terwijl de keizerlijke familie van de opbrengsten van het land profiteerden, leed de bevolking honger en werkte zich krom om genoeg belastingen op te brengen.



Het begon allemaal met een Prins, de Prisne heette Frederik. Frederik was de ouste zoon van de Keizer en een vaalbleke dikdoener die genoot van zijn gevoel van macht zonder eigenlijk te weten hoe hij ermee om moest gaan. Eén keer per jaar reisde hij het grote rijk door waarover zijn vader heerste, en hield in ieder gebied verblijf voor een bezoek aan het kasteel van de landvoogt aldaar, waar hij dan ene vorstelijk onthaal verwachtte. Dus als de Frederik, de zoon van de Keizer op bezoek kwam, werd als het mogelijke gedaan om hem een zo goed mogelijk onthaal voor te brengen. Maar in één gebied ging het er anders aan toe, de mensen waren het kotsbeu dat de landvoogt genoemd “Gessler” zichzelf aarde alsof hij een god was, hij pakte wat hij wilde, en hoe meer leed hij veroorzaakte, hoe meer plezier het hem bezorgde. Hij had er helemaal geen spijt van moest er iemand in opstand durven komen tegen hem want dat was dan een uitstekende gelegenheid om zijn zwarte ruiters uit te sturen. Het bezoek van Prins Frederik was dus voor Gessler belangrijker dan voor de andere landvoogten. Door indruk te maken op de zoon kon hij indruk maken op de vader, en alle vrees over het bestuur van zijn gebied de kop indrukken.Gessler wist a l lang dat hij een paar boeren kon laten afranselen of een dorp laten platbranden maar dat was niet genoeg , hij had een symbool nodig. Een symbool dat aantoonde dat hij een strenge absolute heerschappij had over zijn gebied en dat zijn volk onwankelbaar trouw was aan de keizer. Hij kreeg een belachelijk idee; in elk dorp moest een paal komen met de hoed van Frederik erop en telkens als er iemand van de inwoners voobij kwam moesten ze buigen. Ergens in ene schhuur in het dorp werd een opstand gehouden waarin dan Mathias Tell de leider was. Willem Tell, de vader van Mathias, ging het schuurtje binen waar de opstand bezig was en hij vernederde zijn zoon daar hem al klein kindje te behandelen zodat er aan de opstand een geweldloos einde zou komen. Enkele dagen laten kwam Tyrrol samen met 30 andere ruiters aanrijden op zijn paard, hij was de leider van de zwarte ruiters. Hij vertelde aan de bevolking dat ze moesten buigen voor de paal met de hoed op anders zouden er maatregelen getroffen worden. Mathias liep naar het dorpsplein en begon een opstand maar niemand deed mee en de zwarte ruiters stonden juist op het punt voor Mathias aan te vallen voordat Willem Tell er een stokkje voor stak. Omdat ze niet gehoorzaamd hadden werden ze gevangen genomen. Uiteindleijk kwam Frederik op rondreis aan in Gessler zijn gebied, bij het banket stelde Gessler de 2 opstandeling voor aan Frederik. Als straf moest Willem Tell een appel uit de mond van zin zoon schieten, als hij mistte was de zoon dood en als hij raak schoot dan gingen ze allebei vrijuit. Toen hij een kruisboog afvuurde zage je minder dan een seconde later de appel uiteenspatten. Toen nam hij een tweede pijl en hij had het hoofd van Gessler in het vizier. Maar Tyroll stond achter Willem Tell en hij had hem met eenn andere kruisboog geslagen zodat hij bewusteloos was. Willem Tell werd daarvoor gevangen genomen in het Doodsslot. Gessler had gezegd dat Willem de hoogste priorieteit moest krijgen en dat hij helemaal alleen moest gelaten woden. Uiteindleijk was het Willem gelukt om uit het doosslot te geraken door een bewaker te overvallen en een 50meter diepe duik te nemen in het koude water. Nadat hij ontsnapt was gingen de zwarte ruiters naar hem op zoek. Willem had al enkele dagen niets meer gegeten en zou het dus niet lang meer uithouden. Na 2 dagen stappen kwam hij uit op een geplundert dorp, er was nog maar 1 huis intact en daar kwam een vrouw buiten genoemd Isabel en die verleende hem onderdak en gaf hem ene stevige maaltijd. Willem wist dat het slecht een kwestie van tijd was voordat de zwarte ruiters hem zouden gevonden hebben dus hij kon niet lang blijven. Willem bleef er 1 nacht slapen. Toen hij wakker werd hoorde hij in de verte al een cavalerie met paarden op hem afkomen. Het was Tyroll samen met 6 andere ruiters... Willem dacht dat hij verloren was toen de ze voor hem stonden maar plotseling schoten er mensen vanuit het bos op de zwarte ruiters en die waren doodna 1schot. Willem zette het op een lopen en toen pakte Tyroll de zoon van Isabel en Willem bleef vervolgens staan.. Tyroll had een mes vast dus 1 verkeerde beweging van Willem en de zoon van Isabel was dood. Hij had dus geen keus en had dus snel een pijl geschoten juist in de hals van Tyroll en de zoon van Isabel was gered. Het was mooi accuraat geschoten met misschien een beetje geluk bij. Blijkbaar waren de mensen die geschoten hadden op de zwarte ruiters opstandelingen die de zwarte ruiters gevolgd waren. Alles was nu goed gekomen en Willem ging de tegenovergestelde richting uit als de opstandlingen. Na nog eens 2dagen stappen was hij in de bergen waar hij plotseling overvallen werd door een rare groep mensen. Toen ze elkaar beter kenden bleken Willem en de rare mensne oude vrienden te zijn. Ze besloten hem onderdak te geven en hem iets te laten zien. Ze lieten hem een heel snel paard zien , een hengst maar ze zeiden da het paard niet te temmen was. Willem ging het daarmee eens en liet het paard vrij. Onder de rare groep mensen waren er 3verraders waarvan er al 2vertrokken waren naar het kasteel van Gessler om te melden waar de specifieke locatie was waar Willem zicht bevond. Ondertussen had Gessler een nieuwe leider aangesteld van de zwarte ruiters genaamd Hors. Gessler stuurde de zwarte ruiters erop af. Willem had eindelijk door dat ze hem gevonden en ingesloten hadden en dat het dus te laat was. Maar toch hij zette het weer eens op een lopen. Hij werd werd snel bijgehaald door de ruiters maar toen plotseling dook er een flits op; het was de hengst die hij vrijgelaten had. Hij sprong op het paard en reed ver weg van de ruiters de bergen in. Uiteindelijk belande Willem in een klooster waar hij onderdak kreeg. Toen zag hij dat een van de nonnen zijn vrouw was. Zij was pissig en kwaad op hem omdat ze had gehoord dat Mathias Tell dood was. Hij ontkende en legde heel het verhaal uti en de spanning tussen hun was weg. Hij kon weer niet lang blijven omdat de zwarte ruiters hem op de hielen waren. Zoals Willm had voorspeld waren de zwarte ruiters daar. Nu kon hij niet meer weglopen dus hij moest iets ondernemen. Hij had enkele ruiters verschalkt en dus bleef er nog maar 1over die werd ook gedood. Diezefde avond nam Willem afscheid en beloofde aan Katrina (vrouw van Willemn) dat hij ging terugkomen en hij zetten zijn toch in op zoek naar zijn zoon. Het was storm, het regende pijpestelen en het bliksemde, het was een dodelijk weer dus hij moest onderdak vindne. Dat deedd hij bij 3 hertogen die een boodschapper verwachtten, Willem speelde het slim en hij deed zicht voor als boodschapper, hij moest niet onmiddelijk verslag uitbrengen maar hij mocht eerst gaan slapen in zijn kamer. Toen hij wakker werd moest hij wel onmiddellijk verslag gaan uitbrengen over een bepaalde oolog die niet bestond, de 3 hertogen waren namelijk seniel. Hij vertelde dat het oostelijk front een overwinning begaan had, maar daarnaa geloofden de 3 hertogen niet meer dat hij een boodschapper was. Hij werd dan direct terug naar zijn kamer gebracht en daar opgesloten. Hij kroop uit het raam van zijn kamer en vervolgens op een ander verdiep kroop hij weer naar binnen, daar was geen enkele bewaker te bespeuren. Hij ging naar benden naar de kerkers en daar vond hij een hok met een gevangene in. Hij heette Konrad. Willem peuterde met zijn mes in het slot en liet Konrad vrij. De 2 ontsnapten vertrokken. Willem wou nu gaan naar de stad Ursen; dat was zeer belangrijk voor het vinden van zijn zoon want het was de enigste landvoogd die toen op het banket met Prins Frederik vond dat het onterrecht was. Ze gingen dus naar Ursen. Eenmaal dat ze daar aankwamen was het de jaarlijke schutterswedstrijd.Willem had ondertussen al met de landvoogd van Ursen gesproken en die had verteld dat Gessler ook meedeed en dat zijn zoon in de Citadel in Aargau was. Daar verbleven alle keizers. De landvoogd van Ursa had ook met Gessler gewed voor al het belastingsgeld van 1 jaar en ook het gondgebied dat hij hem ging verslagen, iets dat in de laatste 10jaar niet geberud was. De wedstrijd was begonnen, eerst stond de landvoord van Ursa achter maar dan uitendelijk stonden ze gelijk. Het was de kamioen van Gessler tegen de kampieon van Ursa die moesten schieten. Iedereen was stil. Ze schoten allebei tegelijk af, hun pijlen raasden naast elkaar en de pijl van de kampioen van Ursa was in de roos en had onderweg de andere kamioen zijn pijl laten afwijken. De landvoogd van Ursa had dus de weddenschap gewonnen en dat betekde de ondergang voor Gessler. Als die wedstrijd gedaan was dan ging Willem naar de Citadel. Hij verkleede zicht als monnik want niemand anders dan monniken mogen daar binnen. En zo zag hij zijn zoon terug...
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen