Boekverslag : Marga Minco - De Val
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2402 woorden.

Titel

De Val



Jaar druk

1993



Aantal blz.

92



Voorkantbeschrijving

De voorkant is in twee vlakken verdeeld een wit en een bruin. In het witte vlak staat geschreven: 'Geen woord is te veel geen woord is ernaast.



Motto

'I imagine, sometimes, that if a film could be made of one's life, every other frame would be death It goes so fast we're aware of it. Destruction and resurrection in alternate beats of being, but speed makes it seem continuous. But you see, kid, with ordinary conscousness you can't even begin to know what's happening.'



Saul Bellow (The Dean's december)



Hiermee wordt bedoeld dat het leven heel snel voorbij gaat zonder dat je er erg in hebt.



Titelverklaring

De titel heeft een dubbele betekenis.Er wordt de val mee bedoelt waar de familie borgstein in liep(waarbij Frida van de trap afviel) en de val van Frida in de put die haar dood tot gevolg had.



Opbouw

Het boek is opgebouwd uit hoofdstukken zonder titel of nummer. Het boek telt zestien hoofdstukken.



Personen

  • De hoofdpersoon van dit boek is Frieda Borgstein. Zij wordt ook wel "Moetje" genoemd. Frieda denkt steeds aan vroeger en heeft altijd een foto van haar man bij zich. Ik krijg soms het idee dat ze een beetje dement wordt. Ze is geen feestvierend persoon, want ze had in nog geen veertig jaar haar verjaardag gevierd. Maar omdat ze nu vijfentachtig werd, vond ze dat het wel leuk was om het nu wel te doen.



    Citaat: 'Wat zie ik nu, mevrouw Borgstein? Nog in bed? Geen zin om er uit te komen? en het wordt zo'n mooie dag.' Praat toch gewoon, wilde ze dan zeggen, wij hebben geen aanmoediging meer nodig , we maken zelf wel uit of we er zin in hebben of niet.'



    Hieruit blijkt dat ze ook nog een beetje koppig kan zijn.



  • Baltus en Verstrijen zijn twee monteurs van gementewerken. Baltus is de "onverschillige bul" en een nietnadenkend persoon. Verstrijen is meer het tegenovergestelde en iets jonger dan Baltus.



    Citaat: 'Baltus leunde met zijn ellebogen op tafel, de brede kop op de korte nek weggedoken tussen zijn schouders Met zijn gedrongen figuur deed hij denken aan een gewichtheffer....'



    'Verstrijen was jonger, een man van midden dertig met alerte grijs-blauwe ogen,, donkerblond krulhaar en een zorgvuldig bijgehouden snor.'



  • Bien Hijmans: Is nonchalant en spontaan en haar driftbuien zorgen vaak voor opschudding. Bien heeft altijd haast.Ze is het hoofd in de huishouding van het bejaarden tehuis



    Citaat:Met haar gevoel voor orde en haar effen teperament was ze de tegenpool voor de nonchelante, spontane Hijmans, wier driftbuien nog wel eens voor opschudding zorgden'



  • Rena van Straaten is de directrice van het tehuis. Ze is een zeer verzorgde dame met gevoel voor orde.



    Citaat:De directrice trok haar zorgvuldig geepileerde wenkbrouwen op en pakte een brief uit de standaard zoals alles op he bureau deel uitmaakt van een geometrisch patroon.'



  • Ben Abels: Hij kan ook niet loskomen van zijn oorlogsverleden. Maar in tegen stelling van Frieda zoekt hij niet meer naar verklaringen.



    Citaat: 'Waarom mij niet? Ik heb het nooit begrepen.' Wie heeft het wel ooit begrepen dacht Abels'



  • Meneer Marks is een zeer attente man die ook in het bejaardentehuis zit



    Citaat: 'Selma alsjeblieft!'Hij wilde voorkomen dat de milde stemming waarin Frieda kennelijk verkeerde werd aangetast.'



  • Hein Kessels is een korte gezeete man die in de oorlog de familie voor zesduizend gulden een reis naar zwitserland aanbood om te vluchtten. Door een lek is daardoor de familie omgekomen behalve frieda zelf.Hein kessels heeft hier daarna nooit meer over gepraat totdat Frieda was overleden.




Ruimte

Het verhaal speelt zich af in een stad aan de rivier. Vroeger woonde Frieda met haar gezin aan de Zuidkade aan de rivier, maar nu woont ze in een particulier bejaardenhuis. Het huis ligt temidden van gemeentekantoren.

De andere plaatsen die voorkomen in het verhaal zijn: het caf De Salamander, een ander cafe, een begraafplaats, en de cabine van het Volkswagen busje.



Citaten: '...ook al benamen de nieuwe panden haar het uitzicht' er staan dus panden voor de ramen van het bejaardentehuis.



Samenvatting

Frieda Borgstein woonde in een bejaardentehuis. Zij zou de volgende dag 85 jaar worden en wilde dat na 40 jaar eindelijk weer eens vieren. Ze stond vroeg op om alle voorbereidingen voor het feest te treffen. Ze dacht vaak terug aan haar man Jacob en haar kinderen Olga en Leo, die in de oorlog waren omgekomen. Op 21 april 1942 zou een zoon van een vriend van Jacob, Hein Kessels, hen ophalen en naar Zwitserland brengen. Het gezin stond al klaar in de gang, toen Frieda nog even een vest voor Olga ging halen. Plotseling hoorde ze lawaai in de gang. Ze rende naar beneden, struikelde en kon nog net een grijze auto zien wegrijden. Ze veronderstelde dat Kessels hen had verraden. Ze had nooit begrepen waarom zij niet was opgehaald. Ze was ondergedoken en na de oorlog boekhoudster geworden. Vrienden hadden haar gevraagd samen met hen te emigreren naar Australie, maar dat zou ze als een vlucht hebben beschouwd. Ze was altijd in dezelfde stad aan de rivier blijven wonen. Haar herinnering en aan Jacob en de kinderen hielden hen levend. Ze nam zelfs foto's van hen mee in een tasje als ze ging wandelen.

In het bejaardentehuis ging Frieda een tijdje veel om met meneer Marks, maar nadat ze zijn huwelijksaanzoek had afgewezen, werd het contact afstandelijker. Eigenlijk was de enige met wie ze omging het manusje-van-alles van het tehuis, Ben Abels. Hij was vroeger jongste bediende geweest op het makelaarskantoor van Jacob. Hij was destijds een beetje verliefd geweest op Olga. Hij had tijdens de oorlog in een kamp gezeten. Toen na de oorlog bleek dat hij de enige overle vende van zijn familie was, was hij gaan varen en in Amerika terechtgekomen. Na veel baantje te hebben gehad, dacht hij eindelijk rust te hebben gevonden in Brazili. Toen hij daar echter een kampbewaker herkende, was hij teruggegaan naar de stad aan de rivier. Diezelfde ochtend toen Frieda vroeg opstond om voorbereidingen voor haar verjaardag te treffen, waren twee gemeente monteurs, Baltus en Verstrijen, op weg naar hun werk. Ze legden eerst aan bij het cafe De Salemander. Beiden hadden geen zin in de klus. Baltus wond zich op over een koppelbaasaffaire. Verstrijen had weer eens ruzie gehad met zijn vrouw. Carla, die in het caf werkte, viel op Verstrijen, maar was kwaad dat de twee sjagrijnen haar ochtend kwamen verzieken. De monteurs moesten drie putten in de Uiter waardenstraat leegpompen. De buizen van de stadverwarming konden het in de water snel stijgende grondwater tot het kookpunt verhitten, waardoor kranen konden springen. Ook kon de dampontwikkeling gevaarlijk zijn voor het verkeer. Op hun gemak pompten de monteurs de eerste twee putten leeg. Omdat het zo koud was, gingen ze vaak in de auto koffie drinken. Toen Baltus de derde put had opengemaakt, ging hij even in het gebouw van de GEB naar de w.c., Verstrijen achterlatend bij de geopende put, waar ze voor het gemak geen hekken omheen hadden gezet.



Aan de overkant van het GEB gebouw stond het bejaardentehuis. De directrice Rena van Straaten en het hoofd van de huishouding Bien Hijman hadden het die ochtend druk met het aanstaande bezoek van een paar Zweden, die samen met architect Vlonder en een man van de provinciale bejaardenzorg hun gebouw zouden komen bewonderen. Na de koffie ging Frieda, ondanks alle waarschu wingen van het personeel en medebewoners, op weg naar de bakker. De wind blies haar de straat over. Ze zag dat het voetpad werd geblokkeerd door een auto, maar ze wilde geen omweg maken omdat ze al zo laat was. Op dat moment had Verstrijen er genoeg van om te blauwbekken bij de geopende put. Kwaad liep hij naar het GEB gebouw om Baltus terug te halen. Opeens hoorde hij een zwakke kreet. Hij holde terug naar de put en daalde erin af. Hij kon Frieda's arm nog wel grijpen, maar moest weet loslaten. Met tweedegraads verbrandingen klom hij weer omhoog. De omstanders die geen hand uitstaken, hadden inmiddels wel de brandweer gewaarschuwd. Het bejaardenhuis was in rep en roer toen de brand weer voor op het plein stopte. Met donker vermoeden ging Abels kijken: het was inderdaad Frieda Borgstein die meer dood dan levend uit de put werd gehaald. Ondertussen arriveerde het Zweedse bezoek. Abels herkende vaag een van de personen. Een paar dagen, tijdens de begrafenis van Frieda, dacht abels terug aan het gesprek dat hij de dag daarvoor had gehad met de vaag bekende man: Het was Hein Kessels. Ze hadden afgesproken in een caf. Kessels vertelde dat hij onervaren was geweest in het verzetswerk. De SD moest hem zijn gevolgd toen hij de Borgsteins ging ophalen. Hij begreep nog steeds niet waar het lek had gezeten; maar kennelijk wist de Sd alleen dat hij mensen over de grens zou brengen, niet hoeveel, want Frieda hadden ze niet meegenomen. Kessels had daarna in drie kampen gezeten. Hij had na de oorlog niet meer de moed gehad Frieda op te zoeken.

Abels luisterde naar het gezang van een lijster, dat het ploffen van de aarde op de kist overstemde.



Vertelinstantie

'Ze grinnikten namen nog een beker koffie en maakte hun eerste pakje brood open.'



De persoon die het verteld kent wel de gedachtes van de hoofdpersonen maar het wordt dus niet verteld door eenhoofdpersoon.



Waargebeurdheid

Alles in het boek kan echt gebeurd zijn. Er is niks onvoorstelbaars of raars aan. Dat ze in dat gat is gevallen kan dus heel goed omdat het ook zo stormde.



Thema

Het boek gaat over de macht van het toeval.De mens doet wat hij wil Oorlog + schuldgevoel.



Krantenbericht

Bejaarde vrouw komt om na val in put.



Gistermiddag is omstreeks 1 uur s'middags om het leven gekomen na een val in een put. De put was blootgelegd om de centrale verwarming weer in orde te maken.Beide werkers hebben er alleen niet aan gedacht om de put af te schermen met een omheining omdat er al een auto voor stond en omdat het erg slecht weer was waardoor er bijna geen mensen op straat te vinden waren. Dit laatste bleek mevr. Borgstein van 85 jaar fataal omdat het slechte weer het zicht belemmerde.De reddingspoging van een werker mocht niet baten hij werd met 2e graads verwondingen afgevoerd.



Eigen mening

Ik vond het een interessant onderwerp omdat het in het begin heel onschuldig lijkt dat ze weggaat maar dat ze toch in een gat valt. Wat ik ook erg origineel vindt is dat alle gebeurtenissen samenkomen in de titel. Wat ze vroeger meegemaakt heeft en wat ze nu meemaakt.Op zich gebeurt er niet zo heel veel in het boek omdat alles een beetje naar die ene val loopt.Het verhaal gabbelt maar een beetje voort op niet-interessante gebeurtenissen zoals rare dingen die in het bejaardentehuis gebeuren en andere gebeurtenissen bij de put.Het verhaal is absoluut niet moeilijk het is een dun boekje en er worden niet echt moeilijke woorden gebruikt waardoor het makkelijk wegleest.De terugblik naar de oorlog vind ik een mooie flashback omdat je zo de link legt tussen de val.De personages lopen in het begin allemaal een beetje door elkaar heen er is geen duidelijke verhaallijn dat komt omdat er 2 verhalen door elkaar heen lopen die later samen komen.Het verhaal boeide me niet echt in het begin omdat het gewoon nergens over gaat het is niet spannend daarom voel ik ook niet echt mee met de personages ze gingen niet voor me 'leven'.Zoals ik al had gezegd is het tuilgebruik erg makkelijk.Het enige wat een beetje moeilijk is het begrijpen van de verhaallijn aan het begin omdat alles een beetje door elkaar heen wordt verteld.



Achtergronden

Geboren: 1920

Debuut: Het bittere kruid (1957, roman)

Genres: Roman, novelle, kort verhaal, kinderboek, televisie-spel

Bijzonderheid: In 1984 ontstond een conflict over de verfilming van Het bittere kruid, er werd een ander scenario gebruikt dan Marga Minco had goedgekeurd. De schrijfster distantieert zich van de verfilming.

Citaat: 'Schrijven vervormt je herinnering. Als je ergens over geschreven hebt, weet je later niet meer of je het werkelijk beleefd hebt, of dat je het verzonnen hebt. Vandaar dat ik me moet documenteren. Ik snuffel regelmatig in archieven of in leggers van oude kranten.' (Haagse Post, 27-1-1979)

Recent werk: De verdwenen bladzij (1994, kinderverhalen), Nagelaten dagen (1997, roman)
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen