Boekverslag : Thea Beckman - Kruistocht In Spijkerbroek
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 867 woorden.

Samenvatting
Het verhaal begint als Dolf Wega weg wordt geflitst naar het verleden.
Dolf moet namelijk na vier uur weer teruggaan naar de plek waar hij
is aangekomen want alleen dan wordt hij weer terug geflitst.
Als Dolf is aangekomen in het verleden ontmoet hij Leonardo, een jongen
die op weg is naar Bologna. Maar hij stopte op een gegeven moment met
het gesprek en zei dat hij weg moest, want de vier uur waren bijna
om. Maar op zijn weg terug loopt hij plotseling midden in een kinderkruistocht,
dat vertraagt hem zo erg dat hij niet snel genoeg kan terugkomen op de
plaats waar hij zou worden terug geflitst. Daarom gaat hij samen met Leonardo
mee met de kinderkruistocht om de veiligheid die het grote kamp geeft.
Op een gegeven moment begint Dolf door te krijgen dat deze kruistocht
op weg is naar Jeruzalem om de Saracenen te verjagen met hun
onschuld en dat de kruistocht onder leiding is van de heilige herdersjongen
Nicolaas die met de stemmen van de engelen was ingefluisterd en de
vier monniken Dom Johannis de aardigste monnik van de twee en
Dom Anselmus de onaardigste van de twee.
Dan Dolf er zat van dat er zoveel kinderen onderweg verloren worden dat
hij besluit om naar de leiders te stappen Dolf zei tegen hun dat de hele kruistocht
anders moest worden georganiseerd en ze lieten Dolf allerlei groepen vormen een
groep die vis ging vangen een groep die de ongure mensen op een afstand
hielden, enz. Dolf was heel vaak in een conflict met de leiders gewikkeld en op
een gegeven moment werd het zelfs zo erg dat het uitliep op een
rechtszaak, toen Dolf de rechtszaak bijna verloren had maar gelukkig
zorgde Dom Johannis ervoor dat hij werd vrijgesproken door te zeggen
dat het litteken van de hondenbeet die hij vroeger had gehad het teken van
God en dat hij dus door God was gestuurd. Op een bepaald moment komen ze
bij de Middellandse zee aan en toen was het de bedoeling dat de heilige
herdersjongen Nicolaas de zee droog zou laten vallen.
De monniken hadden er wel op gerekend dat het niet zou gaan lukken en
Dom Anselmus was de stad in om kapiteins van slavenschepen op te halen,
maar Dom Johannis had hem verraden aan Dolf en Dolf had het weer verteld aan
de belangrijke mensen in het kamp zodat al veel waren voorbereidt op de klap
dat het Nicolaas niet zou lukken en toen Dom Anselmus even later kwam
aanlopen uit de stad met de slavenhalers achter hem aan werden de kinderen
zo boos dat ze hem kompleet verscheurden. Na de mislukking reisden ze
verder langs de zee. Op een gegeven moment vindt Leonardo een
aluminium doosje waarin een boodschap staat voor Dolf uit de
toekomst. En Dolf zei tegen iedereen die meeliep, dat als iemand nog zo’n doosje
vond, dat ze hem direkt aan hem moesten geven. En een paar dagen later komt er een
jongen op hem af en die geeft hem het doosje. Op het briefje staat dat hij morgen
om half 10 op de plek moest staan. Als hij daar staat de volgende morgen komen er
plotseling heel veel mensen aan lopen, want het bleek een feestdag te zijn. De
mensen duwden hem bijna van zijn plaats af, en hij greep naar zijn mes plotseling
hoort hij allemaal bekend voorkomende stemmen hij kijkt en ziet zijn moeder staan
terwijl hij daar nog steeds staat met het mes hoog opgeheven staat. Dan barst hij in huilen uit.

- Waarom is de titel Kruistocht in spijkerbroek ?
Omdat Dolf een kinderkruistocht meemaakt in een spijkerbroek (Dit is zo vreemd omdat hij in
het verleden gaat, toen ze nog geen spijkerbroeken hadden).

- Wat voor genre is dit boek ?
Dit boek is een historische roman.

- Wie is de hoofdpersonage ?
De hoofdpersonage is Dolf Wega, hij is 16 jaar, en is redelijk lang, hij is soms erg koppig en sentimenteel.

- Wie zijn de bijfiguren ?
- Leonardo is de vriend van Dolf en is erg dapper.
- Carolus wordt de toekomstige koning van Jeruzalem.
- Hilde wordt de toekomstige koningin van Jeruzalem.
- Frank hoort bij de vissersgroep, en kan goed zwemmen.
- Nicolaas is een heilige schaapherder, die de fluisterringen van engelen heeft gehoord.
- Dom Anselmus is een monnik, hij wil de kinderen verkopen als slaven.
- Dom Johannis is een monnik, een aardige man waarin de kinderen vertrouwen hebben.

- Door wiens ogen beleven we het verhaal ?
We beleven het verhaal door de ogen van Dolf Wega.

- Welke vertelsituatie is gebruikt ?
De ik-vertelsituatie is gebruikt.

- Vond je het taalgebruik moeilijk ?
Nee, ik vond het taalgebruik niet moeilijk.

- Bevat het verhaal veel of weinig dialoog ?
Het verhaal bevat redelijk veel dialoog.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen