Boekverslag :  - Buitenstaanders
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 5827 woorden.

Mijn laatste boekverslag van dit jaar gaat over een boek van Renate Dorrestein dat " Buitenstaanders " heet. Het boek is uitgegeven in het jaar 1997 in Groningen en gaat over een jong gezin dat met de auto te water raakt en dan een dag en nacht met vreemde mensen die daar wonen moet

blijven - het gezin heeft al een mening over hun, maar uiteraard is niemand wat hij lijkt te zijn ...



Motivatie van mijn boekkeuze



Dit boek ging ik om verschillende redenen lezen. Mijn vriendin had mij aangeraden om juist dit boek te gaan lezen. Je zult daar waarschijnlijk nog even over denken, want diezelfde vriendin had mij ook de twee vorige - vreselijke - boeken aangeraden, maar toch bleef ik geloven in haar goede mening met een beetje hoop dat het deze keer een echt goed boek zou zijn. En natuurlijk ook de achterflap maakte mij nieuwsgierig, want na het lezen van zo`n achterflap moet de lezer volgens mij zin krijgen om te weten te komen, wat er uiteindelijk gaat gebeuren en " wie wie " is . De titel lijkt mij heel filosofisch, of beter geschreven de titel laat je denken dat het boek toch wat filosofie en diepere zinnen zou bevatten. Want wie zijn eigenlijk de buitenstaanders? Dat is precies wat ik zoek - filosofie en psychologie, heel diepe boeken welke jou de mogelijkheid om urenlang over na te kunnen denken. Ik heb nog geen ander boek van deze auteur gelezen en daarom wilde ik het een keer proberen, want ik wilde weten welke manier van schrijven zij gebruikt, of haar boeken wel of niet leesbaar en spannend zijn ... Volgens mij is het een psychologisch roman ( het genre ) en psychologische romans horen ook op de lijst van mijn favoriete genres, dus het was weer een reden dat het twijfelen " lezen - niet lezen " een stuk makkelijker maakte. En uit eindelijk de laatste " voor " was het feit dat ik het boek meteen kon lenen en begin met lezen.



Samenvatting



Ergens in een drassig gebied staat een zogeheten fasehuis. Dit huis is een

onderdeel van een provinciaal psychiatrische inrichting die verderop in het bos ligt. In dit huis, dat wat weg heeft van een spookhuis, wonen vijf patiënten en hun psychiater die Wibbe heet en is door de anderen als een klusjesman gezien. Hij houdt zich van de domme en laat niet merken dat hij normaal is, zodat hij de anderen goed kan begeleiden en hun gedrag onderzoeken. Wibbe is de bedenker van het gezinsproject en geeft onopvallend leiding aan dit

gezin.

De oudste van de vijf bewoners is Agrippina, een vrouw van achtenzestig jaar die in het verleden slachtoffer is geworden van geweld en seks, ze lijdt aan waanvoorstellingen die waarschijnlijk door een hersentumor worden veroorzaakt. Daarna is haar zoon Lupo de oudste - hij werd na zijn geboorte ondergebracht bij een andere vrouw en is dus niet door zijn moeder opgevoed. Vroeger is hij met een lelijke vrouw getrouwd uit medelijden. Ze kregen een mismaakt kind dat hij uit medelijden heeft vermoord. Later is hij ook betrokken bij de dood van zijn vrouw die door een ongeluk haar beide benen verloor. Hij schreef toen gedichten onder andere over zijn vrouw en kind. Hij wordt heel beroemd maar wordt later opgenomen. In de inrichting schrijft hij liefdesbrieven. Biba en Ebbe zijn een tweeling en belanden via een lange weg het fasehuis. Ze komen uit een probleemgezin en waren eerst met z'n drieën, maar ze hebben hun drielingzuster Sterre bij haar zelfmoord geholpen, want Sterre dacht dat er een monster in haar huisde en ze wilde Biba en Ebbe niet besmetten. De jongste in het huis is Marrie, een mongooltje. Zij is door Wibbe uit een tehuis voor alleenstaande moeders gehaald en in het fasehuis geplaatst.

De bewoners treffen voorbereidingen voor een herdenkingsfeest want het

is de sterfdag van Sterre. Max, Laurie en de kinderen gaan op vakantie naar Elba, ze vormen een standaard gezin voor de buitenstaanders maar in werkelijkheid hebben ze een slecht huwelijk. Ze raken van de weg en komen met de auto in het water terecht doordat Agrippina een bord weg heeft gehaald. Ze besluiten Marrie te volgen die daar langsloopt en komen terecht bij het fasehuis. Hier weten ze echter niets van en denken bij een gewoon gezin te zitten. Max wordt wakker op een bed naast Ebbe, hij probeert haar te verleiden. Laurie komt erachter dat hij dit vaker doet en neemt wraak door Lupo te verleiden. De twee jongetjes gaan Marrie pesten, maar zij heeft niets door. Lupo ziet echter niets in deze bezoekers en wil ze zo snel mogelijk weg krijgen. Wibbe haalt de auto uit het water en de gasten willen alweer wegrijden maar de auto begeeft het. Hij moet in het dorp gerepareerd

worden.

Wibbe en Max brengen de auto weg en Wibbe legt Max uit over het fasehuis. Evertje Polder, de oude hond van Agrippina, wordt door Lupo per ongeluk doodgeschoten. In het bos waar de moord is gepleegd, probeert Laurie Lupo te verleiden maar daar heeft hij helemaal geen zin in. Waar Agrippina zin in heeft is in de twee jongetjes die ongestoord Marrie martelen. Agrippina denkt dat ze door vers bloed langer jong blijft en wil voor de verandering in plaats van muizenbloed eens mensenbloed drinken. Ebbe en Biba hebben een zwanenvleugel nodig voor het herdenkingsritueel van Sterre. Lupo schiet dus een zwaan af en snijdt er een vleugel af. Als Biba en Ebbe op het dak, waarvan Sterre is afgesprongen, het ritueel uitvoeren, raken Wibbe en Max in paniek en willen het ritueel onderbreken. De anderen waarderen dit niet en sluiten ze op in de kelder en op zolder. De twee zoontjes willen Marrie een lesje leren en er ontbreekt een groot mes uit de keuken. Agrippina verdwijnt in het bos, Lupo, Biba en Ebbe gaan op zoek en vrezen het ergste. Laurie gaat achter Lupo aan en verdwaalt in het bos. Uiteindelijk komt ze terecht bij het hoofdgebouw van de inrichting. Zij verteld daar aan de psychiater wat er in het fasehuis gebeurt. Deze vindt het niet verantwoord dat Agrippina " los loopt " en neemt via een zender contact op met Wibbe die nog zit opgesloten.

Deze zegt echter dat er niets aan de hand is en dat Laurie gek is. Laurie krijgt van de dokter een paar kalmerende injecties. Lupo, Biba en Ebbe laten Max en Wibbe vrij. Nadat ze Agrippina op bed vinden na een aanval besluit Wibbe haar terug te brengen naar de inrichting. Hij neemt Laurie mee terug van de inrichting. Vervolgens volgen ze het spoor van de jongens naar het botenhuis. Het blijft een raadsel wat ze daar aantreffen. Laurie droomt de volgende dag nog half en heeft een nachtmerrie. Ze ontwaakt versuft op een terras. Max verteld haar dat ze last heeft van de verdoving en vandaar de nachtmerries heeft. Ze gaan niet meer terug naar het huis maar willen op vakantie. Laurie vraagt zich af of alles maar een nachtmerrie is geweest of dat haar herinneringen kloppen.



Uitgewerkte persoonlijke reactie



Het boek gaat over geestelijk zieke mensen die door hun problemen van de

" gewone " mensen verschillen en hierover gaat ook het onderwerp. Het onderwerp vind ik heel interessant, het is psychologisch en het zette mij aan het denken, want het onderwerp stelt je de onbeantwoordelijke vraag " wat is eigenlijk normaal ? " en je denkt over de relativiteit van " het

normaal zijn " . Het onderwerp zelf is niet zo diep ( wel interessant ), maar de achtergronden laten je het boek niet uitlezen zonder na te denken en de uitwerking van de schrijfster heeft precies dezelfde invloed op jou als een lezer. Haar manier van schrijven en alle andere dingen die van het boek niet alleen maar iets psychologischs maken - spanning, goede leesbaarheid en aantrekkelijkheid voor lezers. Ik had bepaalde verwachtingen van dit boek, het was op de eerste plaats natuurlijk de verwachting van een beetje een leesbaar boek en een goede inhoud, daarna de psychologie. Ik heb al twee boeken voor mijn boekverslagen gelezen en het lezen daarvan gaf mij niet veel plezier en ik hoefde er nauwelijks over na te denken.

Het lijkt mij echt een wonder, maar bij dit boek zijn alle verwachtingen die ik net op heb geschreven heel goed uitgekomen. Het is natuurlijk niet perfect, trouwens: wat is perfect ? Meestal iets dat niet op de wereld bestaat. Het boek lees makkelijk ( hiermee bedoel ik niet dat het boek makkelijk is ... ) en is wel aantrekkelijk voor lezers, tenminste voor mij was het wel aantrekkelijk. Je moet er veel over nadenken, of ja, je moet niet denken, maar de meeste mensen vinden het volgens mij goed, want het boek heeft na het denken een nog veel grotere invloed en uitwerking op je. Na het lezen van de vorige boeken vind ik het echt als een psychologische paradijs. In een woord: geweldig ! Ik heb wel vaker over dit onderwerp nagedacht, want je komt ook in je dagelijkse leven mensen tegen die gehandicapt zijn - het maakt niet zoveel uit of het geestelijk of lichamelijk is - " wij " vinden hun " anders " - en je hebt de kans om verschillende artikelen er over te lezen of op de televisie te bekijken, als je het interessant of belangrijk vind. Het onderwerp is volgens mij door de schrijfster goed uitgewerkt, het is helemaal niet oppervlakkig, het bevat veel details en het zet je aan denken.

Er zijn eigenlijk twee visies op dit onderwerp gegeven - het eerste is dat je mensen die in zo'n fasehuis horen te zijn, je de absolute vrijheid moet geven. Het tweede is de jarenlang durende visie van gekken die heel veilig in ziekenhuizen zijn opgesloten en geisoleerd, zodat gewone mensen bijna geen kans krijgen om dichter bij hun te komen. Nou, ik vind de eerste mogelijkheid een goede oplossing voor mensen die niet zo erg ziek zijn, want ze kunnen zoiets leven als een gewoon leven, ze hoeven zich niet als een gevangene te voelen en het speelt volgens mij ook een groote rol bij het genezen en reconvalescenteren van zulke mensen. Dus - alle gevallen die wel alleen kunnen leven en geen wil hebben om destructieve dingen aan henzelf of andere mensen te doen, moeten volgens mij zo veel mogelijk vrijheid krijgen. Ik vind het wel een leuk idee om een begeleider tussen hun te plaatsen ( in het boek was het Wibbe ), maar zo dat ze niets van zijn doel merken. Het is ook interessant dat de gekken het enige normale mens tussen hun een gek vinden - hieruit kun je de conclusie trekken dat mensen iedereen die van hun verschilt gek vinden, het maakt niets uit of hij wel of niet gek is. Het is gewoon een menselijk eigenschap, maar hoe kun je dan weten wie echt gek is en wie normaal? Ik heb wel veel films met dezelfde soort onderwerpen gezien, maar toch zijn ze niet met dit boek te vergelijken. Boeken zijn meestal beter dan films, maar natuurlijk bestaan er ook uitzonderingen en bijzondere gevallen.



Bij de belangrijkste gebeurtenissen hoort het ongeluk van het jonge gezin, waarin ze ter water raken - als dit niet was gebeurt, konden andere gebeurtenissen ook niet gebeuren en kon de lezer eigenlijk de verhalen van alle mensen die in het fasehuis zaten niet bekijken of beleven. Daarna was het zeker de herdenking van Sterre`s dood, na deze gebeurtenis krijg je pas door wat er allemaal aan de hand. Je merkt dat de bewoners tot geestelijk zieke mensen behoren en de enige, die ze een gek noemden, was tegelijkertijd ook de enige die gezond was. De gebeurtenissen spelen in het boek wel een belangrijk rol, maar ze zijn niet van groter belang dan de gedachten en gevoelens - de gevoelens zijn de belangrijkste, maar je krijgt ze op de basis van de gebeurtenissen ... Er is een heel moeilijk merkbaar verband tussen de gebeurtenissen en de gevoelens, maar daar kom je pas later achter. Het boek is zo goed geschreven, dat het moeilijk is om te bepalen wat belangrijker is, alles hangt met veel andere dingen samen.

De gebeurtenissen vloeien logisch uit elkaar voort, elke gebeurtenis is behalve het " zijn " ook de basis voor de volgende. Hetgeen dat de grootste indruk op mij heeft gemaakt is een scene waarin Marrie ( het mongooltje ) heel voorzichtig met een zwanejong speelt. Ik vind het echt

zo ... onbeschrijfbaar ... ik kan mij precies de scene voorstellen, hoe voorzichtig ze voor haar kleintje zorgt en wat voor een grote indruk de aanwijzigheid van het diertje op haar heeft. Deze gebeurtenis zelf vind ik enorm goed beschreven, zodat je echt alles wat je leest meteen voor je ziet. Het is zielig en lief tegelijk, je kunt daardoor ook huilen - hoe jammer het is dat zij als een mongooltje is geboren, hoe vreemd is dat zelf een mongool meer liefde en zorg aan een dier kan geven dan mensen soms aan dieren of andere mensen kunnen geven! Je kunt het echt beleven. Dit is ook de gebeurtenis die mij het meest aan denken had gezet, maar anders dacht ik steeds in de loop van het verhaal.

Het is moeilijk om te bechrijven waar ik over heb nagedacht, maar het waren heel verschillende dingen en ze gingen steeds dieper en dieper - hoe het voor geestelijk zieke mensen moet zijn om in een ziekenhuis opgesloten te leven, hoe mensen zich gedragenals ze in contact komen met een " gek ", hoe zij voelen en wat zij denken, wat eigenlijk normaal is en hoe mensen kunnen bepalen wie gek is en opgesloten moet worden ... en zo verder, zonder einde. Soms moet je zelf verbanden tussen gebeurtenissen leggen, maar dat vind ik juist goed - dan kan ik het boek meer " beleven ".



Ik kan niet zeggen, of de hoofdpersoon een held is, want aan het begin leek het alsof het boek geen hoofdpersoon heeft. Er zijn alleen twee groepen mensen die twee verschillende werelden voorstelen - geestelijk zieke mensen en een normaal levend gezin. Aan het einde merk je pas dat Laurie waarschinlijk een hoofdpersoon was doordat ze moet kiezen, of het een nachtmerrie - dan was haar hele leven een illusie - of een echte gebeurtenis was. Dat zou betekenen dat de nachtmerrie ook in het echt was gebeurt. Maar ze was zeker geen heldin. Het is ook waar dat ik het gezin veel erger vind dan die mensen die in het fasehuis zaten. Max, de vader en man van het gezin is heel arrogant en egoistisch, denkt alleen maar aan zichzelf en terroriseerd zijn vrouw. Zijn twee jongens zijn heel slecht opgevoed - ik denk niet dat de gemene dingen die ze tegen Marrie, alleen omdat zij een mongool was, deden bij een goede opvoeding horen - zij zijn helemaal zonder spijt en verantwoordelijkheid, gemeen en op hoogte van alle anderen, zij denken dat zij de aller beste zijn. En Laurie, de moeder van de jongetjes - zij is nog best wel normaal, maar zij is erg beinvloed door alle gemene dingen die haar man tegen haar doet, dus zij is een beetje hysterisch geworden en ze is ook op het beste pad om geestelijk ziek te worden.

Zulke " typen " bepalen dus wie niet normaal is, vinden de zieke mensen vreemd, terwijl Lupo en anderen alles met liefde doen en veel begrip voor de fouten van anderen hebben. De karaktereigenschappen zijn bijna niet beschreven, maar je hoef het niet te lezen - je voel het gewoon en je weet meteen hoe ze waren, zonder het beschrijven " Max was ... maar zijn vrouw ... " enz. Het is zo duidelijk door hun daden, dat als het nog beschreven zou zijn, het mij overbodig leek. De personages vind ik levensecht, want er zijn geen fantastieke karaktereigenschappen en de personages kun je volgens mij net zo goed op straat tegenkomen, hoe ze in het boek zijn beschreven.

Eigenlijk zijn dat twee tegenover staande groepen - een groep is heel egoistisch, de tweede met veel begrip - het probleem is, dat de mensen die mij veel beter en aardiger lijken de geestelijk zieke mensen zijn. Maar je komt zo vaak, bijna dagelijks, gemene mensen tegen ... In het boek is eigenlijk alles in tweeen verdeelt - twee werelden, twee groepen van bepaalde karaktereigenschappen ... Je zie hoe verschillend de twee werelden in het echt zijn en soms als je tussen een " gek " en een " normale " mens moet kiezen, word je misschien verbaasd hoe onmenselijk de gewone mensen kunnen zijn. Ik vind de wereld van de gekken veel overleefbaarder dan de wereld van de gewone mensen - natuurlijk zijn niet alle mensen net als Max en Laurie en hun kinderen, maar je kunt soms twijfelen, of het niet andersom moet zijn - sommige geestelijk zieke mensen zijn heel aardig en zorgzaam, en is dat nou eigenlijk niet normaal ? Het is waar dat mensen problemen kunnen hebben, waardoor zijn ze in een ziekenhuis opgesloten zitten, maar hun eigenschappen zijn niet helemaal verandert ...

Ik vind geen personage echt sympatiek, maar wat ik zeker is dat ik de onsympatiekste personages Max en zijn zoontjes vond. Max is een heel oppervlakkig en arogant mens, alles moet volgens hem gaan en hij denkt alleen aan praktische dingen als geld en eer, liefde is volgens hem onbelangrijk, hij lachtte Laurie uit toen ze zei dat zij met hem uit liefde had getrouwd. Hij wilt iedereen verslaven, heeft een te grote zelfzekerheid en is veel te egoistisch. De twee jongentjes begonnen Marrie terroriseren en hadden plezier doordat ze alles wat zij tegen hun zeiden echt had gedaan. Zij deden alleen maar gemene dingen tegen haar, terwijl ze alles voor hun deed, was heel blij en dacht dat je vrienden toch niet elke dag maakt. Hun gedrag vond ik echt heel stom, want ze deden zo raar tegen haar alleen omdat zij een mongooltje was, maar het was toch niet haar schuld en ze konden haar toch accepteren ... In het algemeen keur ik het gedrag van het gezin af, want zij hadden problemen en die mensen probeerden ze op te lossen, ze probeerden vriendelijk te zijn en het dagje met hun een beetje leuk te maken - dat vond het gezin goed, maar alleen totdat de problemen kwamen, Laurie was kwijt, de zoontjes waren kwijt - toen begonnen ze meteen nog gemenere dingen te doen en te zeggen. Zo`n gedrag moet ik echt afkeuren. En wie niet ?



Ik vind het verhaal wel ingewikkeld van opbouw, want aan het begin snap je bijna niets en het lijkt alsof er geen verband tussen die twee groepen zal

zijn - je weet niet dat de mensen uit de groep eigenlijk gek zijn, je ziet alleen dat ze soms een beetje raar doen, maar dat zie je bij normale mensen ook vaak - dus je leest alleen twee verhalen : een over het jonge gezin, hoe ze een ongeluk kregen, hoe ze de gekken ontmoetten en zo gaat het verder ... en daartussen krijg je nog verhalen over het leven van alle personages die je in het boek ontmoet ( een Parabel dus ).

Pas aan het einde komen de parabellen bij elkaar, want het wordt uitgelegd dat de mensen eigenlijk gek zijn en dat waren eigenlijk allemaal toelichtingen tot hoe ze tot de klasificatie " gek " zijn gekomen. Het boek vind ik niet echt spannend ( op de klassieke manier ), maar daar is het ook niet voor bedoelt. Er zijn wel veel terugblikken aanwezig, maar dat vind ik juist mooi. De schrijfster heeft precies de goede hoeveelhied van het aantal teruglikken gevonden en ze heeft ook de grenzen van de werkelijkheid en het verleden goed bepaald. Alle gebeurtenissen zie je door de ogen van een objectief iemand, eigenlijk een buitenstaander, maar daarbij krijg je nog de meningen, gedachten en gevoelens van bijna alle personen die iets met die gebeurtenissen te maken hebben te lezen. Aan het einde blijven nog vragen over zonder antwoorden, maar niet in te grote hoeveelheid en het is niet lastig. Het boek boeide mij al aan het begin, waarschijnlijk ook door de opbouw - ik wist eigenlijk niet, waar het allemaal over gaat, maar ik voelde dat er iets achter zat en dat er nog iets zou komen.



Het taalgebruik is weer een andere vraag. Opzich vond ik het niet zo moelijk te lezen, maar dat betekent niet dat het te simpel was - er waren natuurlijk ook moeilijke woorden die ik niet begreep, maar de verhaallijn was goed te volgen en het boek was gewoon goed leesbaar. De manier van schrijven en het taalgebruik waren heel duidelijk bij deze schrijfster, het leest fijn en goed door, dus uiteindelijk ben je verbaasd en ook een beetje teleur gesteld, dat het einde al geweest is. Dit boek hoort niet bij het soort boeken waarbij je denkt : " AAh, het einde, eindelijk ! " , maar " Aah, het einde, neeee ". Dialogen en beschrijving waren wel in een goede verband, je had geen gevoel van een meerderheid van de een of de ander. Het taalgebruik vind ik goed bij de personages en het verhaal passen.



Verdiepingsopdracht



*Ik verwachte dat het boek wat psychologie zou bevatten, dat het een beetje leesbaar zou zijn en ik vond het boek door de achterflap al aantrekkelijk, dus ik hoopte alleen maar dat het hele boek ook zo aantrekkelijk zou zijn. Ik was wel bang dat het te moeilijk voor mij zou zijn, want ik had al eerder gehoord dat het een leuk boek was en leuke boeken horen meestal niet bij de simpelste. Ik dacht dat het boek mij aan zou grijpen en het niet zo saai lezen wordt als bij " Bint ", dat het wat dieper zou zijn.

*Als ik over de geleding moet praten, is het boek in hoofdstukken verdeelt. Zij hebben geen namen, maar zij sluiten wel goed op elkaar aan. De hoofdstukken konden ook de delen zijn ( als ze een naam hadden ), want het boek bestaat uit vier hoofdstukken en dat vind ik voor een boek van 169 bladzijden te weinig, maar ze lijken ook niet op echte hoofdstukken. Het boek heeft geen witregels, de tekst is op een andere manier in kleinere stukken verdeelt - met onderstrepen. Na elke gebeurtenis binnen een hoofdstuk krijg je een streep en vanaf dat moment lees je meteen over een ander personage of een gebeurtenis die niets met de vorige te maken hoeft te hebben.

De samenhang is niet zo groot, vooral in het begin, maar aan het einde merk je pas dat alles wat je gelezen hebt klopt. De elementen en gebeurtenissen lijken bijna niet op elkaar, het boek beschrijf niet steeds dezelfde overeenkomstige situatie. Tegenstellingen heb ik niet gevonden, maar het contrast kun je soms vinden. Spiegeling is er volgens mij helemaal niet. In het boek tref twee verhaallijnen aan: de eerste verhaallijn gaat over een jong gezin die met hun auto ter water raakt, ze ontmoeten een groep mensen en zij moeten een hele dag en nacht bij elkaar blijven, de tweede verhaallijn is eigenlijk een stuk van verschillende verhalen vanuit het verleden van alle aanwezige personages, die niet zo veel met elkaar hebben te maken. Uiteindelijk, als de twee verhaallijnen bij elkaar komen en een worden, merk je aan het einde van het boek dat de tweede verhaallijn meer een soort toelichting voor de eerste verhaallijn is - en dat is ook het verband tussen de verhaallijnen. De twee verhaallijnen vind ik gelijkwaardig.

Het verhaal begint klasisch ab vo met het in het water raken. Na het ongeluk volgt een serie gebeurtenissen in volgorde waarin de personages die gebeurtenissen meemaken en het verhaal heeft geen cyclische opbouw. De structuur en opbouw kunnen natuurlijk verschillende functies hebben, maar volgens mij is de meest belangrijke functie om het boek door het gebruik van de mogelijke soorten structuur aantrekkelijker te maken voor de lezers. Het boek heeft een alwetende vertelsituatie. Het wordt in de hij - zijvorm verteld, de verteller staat boven de situatie, overziet alles in ruimte en tijd. Hij weet wat op hetzelfde moment op verschillende plaatsen gebeurt, hij kent alle gebeurtenissen uit het verleden en weet ook wat er in de toekomst zal gebeuren. De alwetende verteller wordt ook wel een auctoriale verteller genoemd en speelt geen personage in de tekst. De verteller is niet objectief - je weet eerst niet dat het om een groep geestelijk ziek mensen gaat en de verteller houdt je voor dat ze normaal zijn, hetzelfde gebeurt met " Evertje Polder " - eerst denk je dat het een mens is, maar pas achteraf merk je dat het een hond is.

*De vertelsituatie is wel betrouwbaar, maar de schrijfster gebruikt bij de alwetende verteller manipulatie. Hij is niet objectief en hij houdt sommige belangrijke informatie voor zich alleen, zodat de lezersverwachtingen gemanipuleerd en gestimuleerd worden.

*De functie van de vertelsituatie is volgens mij niet zo erg duidelijk. Er is hier wel een relatie met het onderwerp, want dankzij de alwetende verteller krijg je meer inzicht in het hele verhaal, het beeld wordt meer globaal dan bijvoorbeeld bij een ik-vertelsituatie. Het boek kon daardoor ook oppervlakkig worden, maar dat heeft Renate Dorrestein goed in de gaten gehouden. Het ligt natuurlijk aan wat voor een boek je wilt schrijven, dan kies je de meest passende vertelsituatie. In dit geval waren er meer vertelsituaties bruikbaar, maar deze vind ik toch de beste en het boek is ook goed gelukt.



*Het effect van de vertelsituatie is op mij als lezer is in ieder geval zeer positief. Het boek is leuk geschreven en door de alwetende vertelsituatie heeft het boek ook meer psychologie - je weet veel over alle personages en hoe hun karaktereigenschappen verschillen ... Bij deze vertelsituatie is altijd het gevaar dat het boek minder psychologie zou bevatten dan bijv. een boek met een personale vertelsituatie, het ligt weer aan de auteur, of hij wel of niet de gevoelens goed uit kan werken. Het kost natuurlijk meer tijd en moeite om een boek te schrijven dat niet oppervlakkig is, je moet veel meer personages en gevoelens beschrijven. Vaak gebeurt het dat een boek van grote kwaliteit is en in een kleine hoeveelheid is - bij een personale vertelsituatie - of van een kleinere kwaliteit en van een grotere kwantiteit is - bij de alwetende vertelsituatie krijg je soms meer personages, maar hun meningen en beschrijvingen zijn zeer oppervlakkig. Het boek van Renate Dorrestein vind ik in die richting goed uitgewerkt en beschreven.

*Ik heb het perspectief uitgekozen om mij nader in te verdiepen. Ik vind het veel interessanter om het perspectief te bestuderen, dan om de opbouw van het boek wat dieper te bestuderen, daarom dus deze keuze.

*Henriette Bonarius: " Renate Dorrestein : We zouden niet langer moeten roepen dat we zo worden achtergesteld - een literair debuut van een feministe " in De Tijd, 6.1. 1984

*De secundaire literatuur heeft de vorm van een interview en de verteller is eigenlijk de geïnterviewde ( Renate Dorrestein ). De vertelsituatie van het interview is volgens mij eenik-vertelsituatie. De verteller ( de schrijfster ) is een ikfiguur en als je het interview als een verhaal bekijkt, speelt zij daarin wel een rol. Je raak goed op de hoogde van de ideeën en gedachten van de ik-verteller, het is de bedoeling dat je de emoties die invloed op de schrijfster bij het schrijven van het boek hadden opmerkt. Een interview moet natuurlijk subjectief zijn, want het gaat over de gevoelens van de gevraagde. Je weet natuurlijk wat voor een boek zij heeft geschreven, je kent de personages, het verhaal en het perspectief - maar waarom zij het zo heeft geschreven en wat haar inspiratie was merk je pas als je het aan haar vraagt en dat heeft de journalist dus gedaan.

*Ik kan mijn bevindingen moeilijk met bevindingen uit de secundaire literatuur vergelijken, want in het artikel dat ik als een bron voor secundaire literatuur heb uitgekozen staat niets over het perspectief van het boek. Je krijgt zelfs bijna geen samenvatting van het boek, het artikel is meer bedoelt voor de mensen die al weten waar het boek over gaat. Over structuur of perspectief is echt geen sprake, het gaat meer over de aspecten die invloed op de schrijfster hadden toen ze het boek schreef.

*Het artikel uit de krant dat ik als secundaire literatuur heb gebruikt vind ik wel overtuigend in perspectief. Het is ook waar dat je bij een interview moeilijk gebruik kunt maken van een andere perspectief dan de ik-vertelsituatie. De bevindingen zijn ook overtuigend, want het waren eigenlijk allemaal de gevoelens en de motivatie van de schrijfster en hierbij kun je veel dingen verzinnen. Iemand kan je moeilijk zeggen dat je deze en die motivatie niet had gehad, alleen omdat het in zijn oren vreemd klinkt. Er zijn veel verschillende factoren die mensen beïnvloeden en ook als ze een beetje fantastisch lijken te zijn, kunnen ze natuurlijk bestaan.

*De gebruikte secundaire literatuur vond ik voor mijn boekverslag niet zo erg nuttig. Je krijgt eigenlijk alleen de hoofdinformatie over Renate Dorrestein en daarna werden er vragen gesteld die meestal iets te maken hadden met het feit dat ze feministisch is. Er werd bijvoorbeeld gevraagd of er iets als feministische journalistiek bestaat, je krijgt haar reactie op de conclusie dat zij geen feministisch boek heeft geschreven ... Het is natuurlijk wel interessant, want je krijgt alle achtergronden die de schrijfster bij het schrijven van het boek gebruikte te zien, veel dingen die haar inspireerden en de reden waarom ze eigenlijk zo`n boek heeft geschreven, maar voor mijn boekverslag kon ik het niet echt gebruiken.



Evaluatie



Mijn eindoordeel over het boek is heel simpel - ik vind het gewoon een geweldig boek. Het had mij al aan het begin aangegrepen, de gebeurtenissen waren leuk beschreven en het boek was heel psychologisch. Het boek zette mij aan denken over verschillende dingen, van de waarheid van de gebeurtenissen tot zaken die bijna of helemaal niets met het boek te maken hebben. Niet omdat het zo moeilijk was, maar het thema en de motieven vond ik zo aantrekkelijk en interessant ... het is ook waar dat je over zulke dingen veel nadenkt - als je een keer met denken begint, is het heel moeilijk om te stoppen, want over geestelijk zieke mensen kun je urenlang nadenken. Mijn eerste mening is na de verdiepingsopdracht natuurlijk niet veranderd - het zou wel kunnen veranderen als je het boek aan het begin niet zo leuk vind, maar niet als je mening al aan het begin van het boekverslag helemaal positief is.

De beschrijving en de verdiepingsopdracht vind ik wel goed uitgevoerd, maar ik kan het niet zeker weten, daarvoor hebben wij een lerares die onze werkstukken beoordeeld. Ik heb wel veel tijd aan dit boekverslag besteed en wat ik ook knap van mijzelf vind is het feit dat het uitwerken eigenlijk zo weinig tijd kostte - ik heb gewoon heel hard gewerkt en ik had er ook zin in. Dat is natuurlijk heel positief en het heeft een zeer goede invloed op je motivatie en het uitwerken in het algemeen en ik hoop alleen dat er ook merkbare resultaten uitgekomen. Het lezen van het boek vind ik helemaal niet lastig, uiteindelijk vind ik het wel jammer dat ik het al af heb en ik niet verder kan lezen ( denken wel, want dankzij het boek heb ik nu weer thema's om een hele maand over na te kunnen denken ). Het boek vond ik opzich niet zo moeilijk, maar het ligt weer aan de lezer, want bij zo`n soort boek bepaal je het niveau van het boek eigenlijk zelf en ik denk dat het veel door de manier van schrijven van de schrijfster is gekomen. Als je er niet over na wilt denken, dan hoef je het niet te doen, maar als je het boek echt wilt begrijpen, dan merk je dat het heel psychologisch is en je kunt veel dingen daarin vinden. Het is helemaal niet simpel, maar het leest gewoon makkelijk en het is leuk om de verhaallijn proberen te volgen.

De verhaallijn is aan het begin echt niet zo duidelijk, je vraagt je af wat de twee verhalen met elkaar te maken hebben, want volgens mij is meer dan de helft van het aantal bladzijdes met het verhaal over het verleden van de personages ingevuld. Maar als je het idee van het fasehuis te lezen krijgt, dan kom je er pas achter aan waar alles over ging. Het is ook een leuke manier van vertellen en het maakt het boek ietsje spannender - want je weet niet wat er allemaal gaat gebeuren, maar toch denk je dat er wel een verband tussen zit

( anders was het boek waarschijnlijk niet zo geschreven ) en het maakt je nieuwsgieriger.

De verdiepingsopdracht vond ik een beetje lastig, want je moest er heel veel theoretische dingen opschrijven en dat is volgens mij geen echte verdieping - je kunt wel testen hoe het met jouw kennis over een bepaald onderwerp is ( in dit geval ging het meestal over de secondaire literatuur ), maar daardoor merk je toch de achtergronden niet en je mening en eindoordeel kunnen volgens mij niet zomaar veranderen ... Het is zeker leuk om te weten welke secundaire literatuur was gebruikt, maar door dat te weten kun je toch niet zomaar je mening veranderen ... ? Aan de andere kant vond ik de verdiepingsopdracht wel duidelijk geformuleerd , je wist precies wat zij van jou wilden - natuurlijk alleen als je kennis over de secundaire literatuur had, zodat je wist waar ze het eigenlijk over hadden. Ik had wel voldoende kennis, het kon natuurlijk beter, maar ook slechter - meestal wist ik meteen wat zij van mij wilden en ook het antwoord, ik ging alleen voor alle zekerheid mijn kennis met de tekst in het informatieboek vergelijken en een beetje goed zetten. Deze keer vond ik dat je je veel theorie moest herinneren, want over de secundaire literatuur moet je echt heel veel leren en weten, maar het ligt aan de persoon hoe ie het aan gaat pakken en of het hem wel of niet zou lukken.

Ik hoop voor de volgende keer dat het ook zo goed en snel uit zou komen, want deze keer was het echt een bijzonder geval. Ik had er genoeg tijd voor en ik kon er ook genoeg tijd aan besteden. Dan heb ik uiteindelijk gemerkt dat het helemaal niet nodig was, want het hele boekverslag heb ik binnen twee dagen geschreven. Ik hoefde me niet te haasten, dan ben je ook rustiger en hoef je er niet zoveel aan te denken of je het wel of niet op tijd af zou krijgen.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen