![]() |
Boekverslag : - De Historie Van Mejuffrouw Sara Burgerhart
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2992 woorden. |
Thema: Het deugdzaam leven staat centraal in het boek. De ratio (het verstand) wordt gezien als middel om de mens zedelijk te verheffen. Tweede, onderliggende thema: je kunt een uitstekend en deugdzaam mens zijn, ook al loop je niet weg met de kerk. Geloofsbeleving is geen privilege van kerkgangers. Motieven: liefde oprechtheid, trouw, kerkgang is niet hetzelfde als geloven en goed leven, bedrog, vriendschap, roddel. Titelverklaring: De Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart, niet vertaald. In die tijd werden nogal wat werken uit het Duits en Engels vertaald en in het voorwoord hekelen de schrijfsters dit fenomeen. Ze benadrukken het feit dat dit een oorspronkelijk stuk werk is, dus niet vertaald. Bovendien merken ze nog op dat zij wel degelijk de schrijfsters zijn en dat ze daar dus wel toe in staat zijn. Blijkbaar een reactie op de positie van vrouwen in de kerk. Tijd: Het verhaal speelt zich af in de derde kwart van de 18e eeuw (de eigen tijd van de auteurs). De vertelde tijd in de brieven is ongeveer zes jaar, tussen de laatste brief en de Narede zit een tijdsprong van ongeveer zes jaar. Plaats: Het speelt zich onder andere af in Amsterdam. Personen: De hoofdpersoon is Sara Burgerhart. Ze is enig kind, in rijkdom opgevoed. Op 17-jarige leeftijd is ze een wees geworden. Ze is ontwikkeld, 'onkerkelijk vroom', geestig en belezen, en bovendien bevallig. Later wordt ze een voorbeeldige moeder. Rond Sara zijn de andere personages gegroepeerd: de 'verdraagzamen' (o.a. Ds E. Redelijk), de 'fijnen' (Benjamin, Brecht, C. Slimpslamp, S. Hofland), de 'savantes' (C. Hartog, freule Van Kwastema), de 'losbollen' (heer R. en Jan G.), de 'verstandigen' (o.a. weduwe Spilgoed-Buigzaam), de 'vromen' (o.a. S. Doorzicht), de 'zorgzamen' (A. Blankaart, weduwe Willis-van-Zon, A. Helmers), de 'onbeduidenden' (Ch. Rien-du-Tout, P. Degelijk), de vrienden en vriendinnen (W.Willis, J. Brunier, H. Edeling, A. Willis, A. Brunier). De namen duiden vaak bepaalde karaktereigenschappen (speaking names, karakternamen of allegorische namen); ook komen initiaalnamen voor (R. en zijn vriend G.). Opbouw: 175 brieven, 44 van Sara, 35 aan Sara een 96 over Sara. Perspectief: telkens vanuit een briefschrijver, dus wisselend ik-perspectief. Genre: briefroman Historisch kader: Verlichting, zie thema: ratio. Regelmatig Franse zinnetjes en woordjes, dus Franse tijd. Het rommelt in Europa, er zijn Duitse en Engelse oorlogen en in Frankrijk is verzet voelbaar tegen de koning. De burgerij heeft geld genoeg op zich te onderscheiden van boeren en arbeiders, in die zin is het redelijk welvarend. Onderwijs is toegankelijk voor de beter gesitueerden. Opvallend veel vrouwen gaan schrijven. Literatuur wordt gezien als een mogelijkheid om het eigen innerlijk te doorgronden. De psyche is een belangrijk onderdeel van literatuur, vrijheidsdrang is groot (leve de patriotten). Overgangstijd tussen Classicisme en Romantiek. Kenmerken uit het boek: Sara Burgerhart is een zedenroman in briefvorm, met autobiografische en sentimentele trekjes, doortrokken van de geest van rationalisme en Verlichting. Hoewel de vrouwenopvoeding centraal staat is “Sara Burgerhart” geen emancipatieroman, eerder een anti-feministische roman; van streven naar absolute vrijheid en zelfstandigheid van de vrouw is geen sprake; traditionele waarden en normen worden juist bevestigd. Wel is “Sara Burgerhart” een tendensroman waarmee de schrijfsters vrouwenopvoeding beoogden; alle daden worden geredeneerd. Het boek beschrijft het maatschappelijke milieu van de ‘betere’ standen aan het eind van de achttiende eeuw. Onderdeel A: Samenvatting: De negentienjarige Sara Burgerhart is na de dood van haar moeder in de kost gekomen bij haar voogdes, Suzanna Hofland, een oudere, ongetrouwde zus van haar moeder. Haar tweede voogd is koopman Abraham Blankaart, een ongehuwde vriend van haar vader. Tante Hofland is een inhalige feeks, die haar nichtje Sara uitbuit; ze behoort tot de fijnen op godsdienstig gebied en houdt ‘oefeningen’ met een stelletje kwezels, zoals de huichelachtige en gemene Cornelia Slimpslamp en de sluwe klaploper broeder Benjamin (hun ‘fijnheid’ weerhoudt hen er niet van later hun ‘zuster’ Hofland te bestelen!). Sara heeft bij tante Hofland drie jaar lang een ellendig leven; ze moet ze kleden als een ‘kwakerinnetje’ (volgelinge van de Quakers), mag geen klavier spelen, moet vervelende huishoudelijke karweitjes doen, mag geen buitenlandse schrijvers lezen, wordt zelfs een keer geslagen en krijgt amper genoeg te eten. Ze klaagt in haar brief haar nood bij haar voogd Blankaart, want de opgewekte en levenslustige Sara kan zo’n leven niet volhouden. Blankaart is voor zaken in Parijs; Sara wil naar een ander kosthuis, maar haar voogd raadt haar aan dat alleen in uiterste nood te doen, want in een stad als Amsterdam schuilen voor jonge vrouwen allerlei gevaren. Een vroegere schoolvriendin van Sara, Aletta (Letje) Brunier, stelt Sara voor in haar kosthuis te komen wonen, bij de weduwe Spilgoed-Buigzaam, een levenswijze vrouw, die graag als een moeder voor de bij haar inwonende jongedames wil zorgen. Haar eigen leven is een waarschueing voor hrn, want ze heeft een ongelukkig huwelijk gehad met haar man, die nu hun hele vermogen verbraste. Op de dag dat Sara toestemming krijgt van kosthuis te veranderen, loodst ze de oude meid Brecht, die behoorlijk aan de drank is, naar de kelder om een fles wijn te halen; ze doet de deur op slot en vlucht met wat linnengoed en geld naar het huis van de weduwe Spilgoed. Daar heerst een hele andere sfeer. Letje, ook een wees, heeft een vrolijk maar luchthartig karakter; haar zorgzame voogd Arnold Helmers is de tegenstander van Blankaart. Verder wonen er nog de onbeduidende Charlotte-du-Tout (Lotje) en de geëmancipeerde ‘femme savante’ Cornelia Hartog. Tante Hofland is woedend over Sara’s vertrek en eist van Blankaart het volledige jaargeld van zevenhonderd gulden totdat Sara (die ze naar de duivel verwenst) trouwt of vijfentwintig jaar wordt. Blankaart leest de ‘oude meerkat’ geducht de les. Sara heeft het in haar nieuwe kosthuis erg naar haar zin. Ze krijgt van haar voogd duizend gulden om zich eens goed in de kleren te steken. Ze profiteert en geniet van haar vrijheid, waarover ze dikwijls schrijft aan haar beste vriendin Anna Willis. De brave Anna vermaant Sara nogal eens vanwege haar zorgeloosheid, maar die reageert daar vinnig op, waardoor aan de vriendschap bijna een einde komt. De weduwe Spilgoed houdt een oogje in het zeil en werkt aan Sara’s geestelijke vorming door met haar te musiceren en buitenlandse auteurs te lezen. Willem Willis, de broer van Anna, wordt verliefd op haar. Zijn moeder, de weduwe Sophia Willis-van Zon, ziet echter heel goed dat Sara geen partij voor hem is.; Sara zou hem overheersen en Willem heeft niet genoeg geld. Een tweede potentiële huwelijkskandidaat is Jacob (Cootje) Brunier, de broer van Letje, maar dit modegekje is allen geschikt om Sara bij gelegenheden te vergezellen en boodschappen voor haar te doen.. Een kandidaat met meer kansen is de rijke verstandige Hendrik Edeling. Hij wordt verliefd op Sara, maar ze wijst zijn aanzoek af: ze heeft haar vrijheid te lief. Bovendien eist Hendriks vader, dat zijn zoon trouwt met een Luthers meisje en Sara is gereformeerd. In zwaarwichtige gesprekken met Cornelia Hartog geeft Hendrik blijk van zijn intelligentie. Cornelia wordt verliefd op Hendrik en schrijft uit jaloezie een voor Sara lasterlijke, anonieme brief aan Blankaart. Ze wordt echter ontmaskerd en verdwijnt van het toneel. Hendrik heeft zijn vader ingelicht over zijn liefde van Sara, maar de oude wrikbare man blijft bij zijn standpunt. Op een dag maakt Sara kennis met de heer R., die haar aangeboden heeft zijn bibliotheek te gebruiken. Uit zijn brieven aan vriend Jan (de heer G. ) komt de rijke R. naar voren als een onbetrouwbaar sujet en een vrouwenverleider. Weduwe Spilgoed heeft de losbol R. spoedig door, maar Sara is zo dom om naar R.’s buitenplaats buiten de Muiderpoort te gaan om daar in de Hortus Medicus een of ander vreemd gewas te bekijken. Hij probeert zich aan haar te vergrijpen, sluit haar op, maar moet haar even alleen laten omdat zijn renpaarden in de leidsels verward geraakt zijn. Klaartje, de tuinmansdochter, helpt Sara ontsnappen en verbergt haar. Pas de volgende morgen keert Sara, helemaal over haar toeren, bij de weduwe Spilgoed terug. Uitvoerig schrijft ze Hendrik wat haar overkomen is; ze weet nu dat ze Hendrik liefheeft en op de verkeerde weg geweest is. Als Blankaart in Holland terugkomt, nemen veel zaken een goede wending. Weduwe Spilgoed krijgt een erfenis van negentigduizend gulden, die haar in staat stelt later met de weduwe Willis te gaan samenwonen. Blankaart brengt Willem Willis en Letje Brunier bij elkaar en steunt Willem ook financieel; verder houdt hij zich bezig met de belangen van Cootje Brunier. Weduwe Spilgoed, Blankaart en Hendrik Edeling zijn overtuigd van Sara’s onschuld in de hele affaire met R. Sara neemt Hendriks huwelijksaanzoek aan . Na een gesprek tussen Blankaart en Hendriks vader en bemoeienis van dominee Everard Redelijk stemt Edeling toe in het huwelijk van zijn zoon en Sara (ze belijden immers hetzelfde ‘fundamentele stuk van enigheid’). Ze krijgen spoedig een zoon (Jan). Anna Willis trouwt met dominee Smit, Letje Brunier met Willim Willis en Adriana Nijvenhart met Cornelis Edeling (broer van Hendrik). Narede: Sara en Hendrik hebben al tien jaar een gelukkig huwelijk en voeden hun vijf kinderen voorbeeldig op. Blankaart bezoekt vaak de dames Willis en Spilgoed. Cornelia Hartog en haar vriendin freule Wilhelmina van Kwastama worden ervan verdacht afgrijselijke geleerde prullen tegen de godsdienst en gezond verstand te schrijven. Lotje Rien-du-Tout woont bij haar oom en tante en breit onder andere ‘kinderkousjes’. Onderdeel C: Ik heb het boek “De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart” van Aagje Deken en Betje Wolff gelezen. Toen ik het boek voor het eerst zag in de bibliotheek, dacht ik dat het erg saai zou zijn. Het is tenslotte een boek van voor mijn tijd. Maar toen ik eenmaal begon te lezen, vond ik het boek eigenlijk helemaal niet saai. Integendeel, ik vind het een leuk boek. Het is het eerste boek op mijn lijst met een ‘happy end’, waar ik erg van houd. Het onderwerp van het boek is ‘deugd’. Dit onderwerp kom je op veel gebieden tegen. Bijvoorbeeld gehoorzaamheid aan de ouders, rechtvaardigheid, liefde en hulp ten opzichte van de medemens, eerbied voor het huwelijk en tolerantie op het gebied van de godsdienst. Ik vind het onderwerp goed uitgewerkt. In het boek is men van mening dat deugd vroeg of laat wordt beloond en ondeugd ontmaskerd of gestraft. Het onderwerp ligt binnen mijn belevingswereld. Ik heb ook wel bepaalde waarden en normen in mijn leven. Ik ben door het lezen van dit boek niet van mening veranderd. Ik ben van mening dat de hele maatschappij berust op het naleven van bepaalde normen en waarden. Als er geen normen en waarden zouden bestaan, zou iedereen elkaar bijvoorbeeld kunnen vermoorden, zonder er voor gestraft te worden of wroeging te voelen. Ik vind dat het onderwerp diepgaand is behandeld. Het boek gaat over het leven van Sara Burgerhart en met welke deugden zij te maken krijgt. Het boek is een brievenroman. In deze brieven komt het onderwerp ‘deugd’ telkens terug. Bijvoorbeeld in brief 159 ‘leven in het hiernamaals’, brief 8,71,90,98,102 en 159 ‘liefdevolle omgang met elkaar’ en in brief 96,159,166,172 ‘huwelijks -en gezinsleven’. Het boek heeft een heldere verhaallijn. Het gaat telkens over wat Sara in haar leven meemaakt. Door het overlijden van haar ouders is Sara wees geworden. Ze komt in een kosthuis terecht bij haar voogd Suzanna Hofland (haar tante). Het bevalt Sara daar helemaal niet en ze wil weg. Daarna komt ze terecht in een ander kosthuis, het kosthuis van mevrouw Spilgoed. Het bevalt Sara daar prima. Sara is erg gesteld op haar zelfstandigheid en vrijheid. Dat is de reden waarom ze elke huwelijkskandidaat afwijst. Pas als R. zich aan haar probeert te vergrijpen komt ze tot inkeer. Ze wil Hendrik Edeling trouwen, maar zijn vader is daar optegen, want Sara is geen Luthers meisje, maar gereformeerd. Na lange gesprekken met zijn vader is hij toch bereid toestemming te geven voor het huwelijk. Op het eind leven ze lang en gelukkig en hebben ze vijf voorbeeldige kinderen. Ik vind dat de gebeurtenissen goed uit elkaar voortkomen. Bijvoorbeeld: Sara heeft bij tante Hofland drie jaar lang een ellendig leven; ze moet zich kleden als een ‘kwakerinnetje’ (volgelinge van de Quakers), mag geen klavier spelen, moet vervelende huishoudelijke karweitjes doen, mag geen buitenlandse schrijvers lezen, wordt zelfs een keer geslagen en krijgt amper genoeg te eten. Hierdoor besluit bijvoorbeeld naar een ander kosthuis te gaan. Ik vind dat de gebeurtenissen erg geloofwaardig zijn voor zijn tijd. Het verhaal is ook waar gebeurd. Het is dus gebaseerd op een echt leven van een persoon. De gebeurtenissen hebben me aan het denken gezet. Ik kan me gewoon niet zo goed voorstellen dat de wereld vroeger zo anders was dan nu. Het was echt een wereld waar vrouwen niet veel plaats hebben en ze een ‘gevaarlijk’ leven leiden. Ik vind het een bevredigend einde. Het is een ‘happy end’. Sara en Hendrik trouwen en krijgen vijf voorbeeldige kinderen. Ik vind dat er een sfeer hangt waarbij je telkens op je hoede moet zijn voor wat je zegt. Bijvoorbeeld over zedelijke zaken als het huwelijk enz. Ik kon de gebeurtenissen goed voor me zien. Alle gebeurtenissen worden in brieven verteld. Het is dus levensecht. Er komen ook enkele onaangename gebeurtenissen voor. Een daarvan is bijvoorbeeld: Hendrik is verliefd op Sara, maar Sara wil haar vrijheid behouden en wijst hem dus af. Dan wordt Cornelia, een vriendin van Sara, verliefd op Hendrik en schrijft uit jaloezie een voor Sara lasterlijke, anonieme brief aan Blankaart. Ik snap niet dat iemand dat iemand anders kan aan doen. Ik vind het een achterbakse actie. Het boek heeft me van het begin tot het eind geboeid. Ik wilde wel weten of Sara op het eind toch nog met een man zou gaan trouwen. Het verhaal komt langzaam op gang. Dat is het nadeel van een briefroman. Nadelen zijn, dat de voortgang van het verhaal vaak onderbroken en vertraagd wordt en dat er veel herhalingen optreden. Ik vind dat het verhaal geen overbodige verhaallijn bevat. Alles hangt met elkaar samen en volgt elkaar op. Ik vind de opbouw niet ingewikkeld, omdat het boek een briefroman is. Alle brieven zijn genummerd en voorzien van een afzender, maar niet gedateerd. Het boek bevat veel korte scènes. Het is een briefroman. Er worden in korte tijd veel gebeurtenissen omschreven. Zo is het makkelijker om de brief te lezen. Er lopen twee verhaallijnen door elkaar. Sara schrijft 44 brieven en ontvangt er 35. De rest van het aantal brieven gaan over Sara. Ze is dus niet op de hoogte van deze brieven. Zo worden dus twee verhalen gevormd. Er wordt klein spel gespeeld met de tijd. De gebeurtenissen die in brief 1 tot en met 172 aan de orde komen, beslaan een periode van twee jaar. Aan het einde treedt tijdversnelling op: Sara trouwt, raakt zwanger en bevalt van een zoon. Na brief 172 wordt een tijdsprong gemaakt van ongeveer tien jaar. Tussen de laatste brief en de narede zit een tijdsprong van ongeveer zes jaar. Dit wordt dus doorzichtig gedaan. De personen gingen goed voor me leven. De namen duiden vaak bepaalde karaktereigenschappen (speaking names of karakternamen). Dit maak het makkelijker het karakter van de personen te leren kennen. Bijvoorbeeld: de verstandigen, zoals de weduwe Spilgoed-Buigzaam. Zij is het type van de verlichte, vooruitziende, verstandige vrouw. Ze waarschuwt Sara bijvoorbeeld voor vele gevaren, maar heeft onvoldoende gezag over haar. Een van die gevaren is bijvoorbeeld de rijke R. ,die naar voren komt als een onbetrouwbaar persoon en een vrouwenverleider. Weduwe Spilgoed heeft de losbol R. snel door. Ik raakte aan de ene kant wel en aan de andere kant niet betrokken bij de problemen. Aan de ene kant wel, ik kan me best voorstellen dat Sara erg van haar vrijheid en zelfstandigheid houdt. Ook al leeft ze in een tijd waarin dat voor vrouwen moeilijk is. Maar aan de andere kant heb ik er verder niet van wakker gelegen. Als ik dat zou doen zou ik een beetje gek zijn. Ik kan me best voorstellen dat het voor Sara moeilijk is geweest om haar vrijheid en zelfstandigheid te behouden. De tijd waarin ze leeft kent tenslotte veel gevaren voor jonge meisjes. Ik kan het beste meeleven met Sara. Zij is de hoofdpersoon van het boek en maakt de meeste dingen mee. Ze is wees geworden na het overlijden van haar moeder en moet dus bij andere mensen wonen. Deze mensen (o.a haar tante) hebben een hele andere kijk op het leven dan Sara. Ik kan me heel goed voorstellen dat Sara niet meer bij haar tante wilde wonen. Ik vind dat sommige personages zich niet gedragen zoals het hoort. Bijvoorbeeld: tante Hofland is woedend over Sara’s vertrek en eist van Blankaart het volledige jaargeld van zevenhonderd gulden totdat Sara (die ze naar de duivel verwenst) trouwt of vijfentwintig jaar wordt. Ik vind dit een stom gedrag. De tante van Sara heeft toch helemaal geen recht op dat geld. Ze heeft nooit goed voor Sara gezorgd en Sara woont nu ergens anders. Dus hoe haalt ze het in haar hoofd dat geld te eisen. Ik vind het onaanvaardbaar van Cornelia om een lasterlijke brief over Sara naar Blankaart te schrijven. Ze doet dit omdat Hendrik alleen van Sara en niet van haar houdt. Ik vind dat de personages voorspelbaar reageren. Ik had al lang gedacht dat R. zich aan Sara zou vergrijpen als hij de kans zou krijgen. In het boek kom je het meest te weten over Sara. Het boek heet niet voor niets “De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart”. Het boek is geschreven in oud Nederlands. In het begin vond ik dat lastig, maar na ongeveer tien bladzijdes ging het een stuk beter. Het is echt een kwestie van wennen. Het verhaal is beeldend geschreven en ik kon de gebeurtenissen dus goed voor me zien. Wat me vooral is opgevallen in het boek is dat de woorden ‘deugd’ en ‘geluk’ vaak herhaald worden. Ook wordt de taal realistisch, ongedwongen, eenvoudig en levendig aangepast aan de verschillende typen. Bijvoorbeeld: de brieven van Blankaart zijn openhartig, die van Lotje Rien-du-Tout kinderlijk, die van Sara levendig en geestig, die van de fijnen huichelachtig, die van Cornelia Hartog vol Franse woorden. De romanfiguren zijn dus kenbaar aan hun stijl. De manier van vertellen krijgt hierdoor veel soorten vormen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |