Boekverslag : Jan Terlouw - Koning Van Katoren
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2800 woorden.


A. Algemene gegevens:


Het boek ‘Koning van Katoren’ is geschreven door Jan Terlouw. Het boek is in 1971 in Rotterdam voor het eerst uitgegeven door de uitgeverij Lemniscaat.

B. Personages:



  • De hoofdpersoon in het boek is de 17-jarige Stach. Stach komt uit het kleine plaatsje Wiss dat midden in het land Katoren ligt. Hij is lang en hij heeft helderblauwe ogen. Zijn bruine krullen vallen op in de tekeningen.

  • Stach is een brutale, zelfstandige en moedige jongen. Ook is hij heel nuchter en uitdagend. Al moet hij als opdracht, zichzelf onthoofden zonder dood te gaan, hij gaat de uitdaging altijd aan! Zo komt hij op geniale ideeën. Als hij niet zo nuchter en uitdagend was geweest, dan had hij het niet gehaald. Stach is iemand die nooit zal opgeven!


Brutaal is hij alleen tegen de zes ministers die ervoor willen zorgen dat Stach geen koning wordt. Dat staat duidelijk in het volgende fragment.

´Stach, mijn jongen,’ zegt minister Broeder bedroefd, ’ik moet enkele dingen tegen je zeggen. Op mijn ministerie van Deugd hebben wij een speciale studie gemaakt van brutaliteit. Het zal je niet onbekend zijn dat jij zeer brutaal bent.´

´Ik? Brutaal?’ Stach lijkt oprecht verbaasd. ´Waarom?´

´Omdat je gebrek aan respect hebt.’

’Respect voor wie?’

´Voor oudere en wijzere mensen.´

’O, maar dat heb ik. Ik heb enorm respect voor oom Gervaas.´

’ Maar niet voor ons. En al zijn we nog niet zo oud als je oom, we zouden best je vader, sommigen van ons zelfs je grootvader kunnen zijn.’

’U zei net niet alleen òuder.’

Minister Broeder wendt zich tot zijn collega´s.

’U ziet het, heren, er is geen kruid tegen gewassen. We waren op mijn departement ook al tot die conclusie gekomen.’

’Het is niet mijn bedoeling u verdriet te doen, Excellentie,’ zegt Stach. ’Ik wil u iets beloven. Als ik straks koning ben mag u tegen mij net zo brutaal doen als ik nu tegen u.’

’Je zult geen koning van Katoren worden,’ prevelt minister Zuiver.”



Er is ook een reden voor het zelfstandige gedrag van Stach. Stach is geboren in de nacht dat de vorige koning van Katoren stierf. Het is een voorteken; hij is uitverkorene om de volgende koning van Katoren te worden.

De vader van Stach kreeg bericht van het paleis dat de koning dood was gegaan. Hij kreeg de opdracht de vlag halfstok te hangen op de St. Aloïsius, de grootste kathedraal in Katoren. De man die dat normaal deed was ziek geworden. Omdat de vader metselaar was en op het moment de St. Aloïsius aan het restaureren was, dacht hij: ‘ Ach, ik moet toch naar boven.’ De man klom de kathedraal in, maar stapte mis. Hij viel naar beneden en was dood.

Toen de moeder van Stach dit te horen kreeg, schrok ze zich letterlijk dood. Stach had geen ouders meer.

Zijn oom Gervaas kreeg de opdracht het kleine hummeltje te verzorgen.



Moedig is Stach, omdat hij alle opdrachten die de ministers verzinnen aanvaardt, probeert en volbrengt. Hier moet je natuurlijk geen mietje voor zijn! Meerdere keren waagt Stach zijn leven, maar het komt dan net nog goed. Hier een citaat.

” Geruime tijd zitten zij zwijgend tegenover elkaar. Dan zegt Pantaar vermoeiend:

´Thans ken je het geheim van Ekilibrië. Ga nu naast het vuur staan.´

´Brandt het vuur op niets anders? Alleen op offers?´

´Alleen op offers. Het hoeven geen vrijwillige offers te zijn. Enfin, dat weet je wel. Ik dwing ze af. Als iemand zichzelf vrijwillig zou offeren, dan zou het vuur honderd maal honderdduizend jaar blijven branden. Maar mijn vader heeft zo iemand nooit iemand. Ik ook niet. Kom jongen, ga daar staan.´

´Een ogenblik nog. Als ik nu uit mezelf in het vuur spring, blijft het dan honderd maal honderdduizend jaar branden?´

´Natuurlijk niet. Ik heb je immers gedwongen hier te komen. Dat kun je slecht nog vrijwillig noemen.´

´Pantaar, laat me gaan. Morgenavond zal ik uit mezelf terugkeren en me in het vuur werpen.´”

  • Stach denkt nooit dat het hem niet zal lukken. Hij denkt niet dat de opdrachten makkelijk zijn, maar hij denkt dat hij het wel zal halen! Hij heeft een heel positieve opvatting van alles. Als Stach brutaal is tegen de ministers en de ministers gaan zuur terug doen, denkt hij altijd; `Ja ja, jullie zien wel, als ik straks koning ben! Wie het laatst lacht, lacht het best!´ Stach zal altijd voor het uiterste gaan om een opdracht te volbrengen. Stach weet eigenlijk te weinig van de moeilijke opdrachten om er bang voor te zijn. In dit fragment zie je dat heel duidelijk.



” ’Geloof je in tovenaars?’

’ Niet erg. Ik heb er nooit een gezien.’

’Dat moment staat voor de deur. Na lang beraad hebben we besloten dat je ongeschikt bent om koning te zijn. Daar hebben we als zesde opdracht iets gekozen wat je niet zult kunnen volbrengen.’

’ Zegt u het maar,’ moedigt Stach opgewekt aan.

’Je moet de tovenaar van Ekilibrië vernietigen.’

’Dat lijkt me een interessant werkje,’ zegt Stach, die nog nooit van Ekilibrië, laat staan van zijn tovenaar, heeft gehoord.

’Daar zul je van staan te kijken,’ meent minister Walsen. ’Hier is je treinkaartje.’ ”



De bijpersonen die in dit boek voorkomen zijn:

  • Oom Gervaas

  • De zes ministers

  • Kim

  • De zeven burgemeesters van de plaats waar de opdracht plaatsvindt

  • Het hondje van Stach; Vlot



Natuurlijk hebben al die personen met elkaar te maken. De voornaamste relaties zal ik nu beschrijven:



Oom Gervaas zorgt al voor Stach sinds zijn ouders zijn overleden. Oom Gervaas was ook de bediende van het paleis. Hij zorgde voor het paleis en zijn bewoners alsof het allemaal Stachjes waren. De zes ministers kenden Oom Gervaas dus erg goed en zij hadden nooit gedacht dat hij zo een brutale neef zou hebben.



De zes ministers regeerden Katoren sinds dat de koning was gestorven. Nooit hebben zij geprobeerd een nieuwe koning te kiezen, of zelf ook maar iets belangrijks te doen.

Toen Oom Gervaas de droom kreeg dat hij een troon zag staan in het paleis met zijn neef erop zittend, vroeg hij aan de ministers wat Stach zou moeten doen om koning van Katoren te worden. Ook Stach vroeg naar de voorwaarden om koning te worden. De ministers waren eigenlijk van plan Stach te onthoofden, maar omdat het de neef van Gervaas was gaven ze hem een kans. Ze lieten het Lot bepalen. Ze gooiden met een dobbelsteen; een of twee waren onthoofden, drie of vier waren verbanning, vijf of zes warenzeven opdrachten. Het werd een zes. Vanaf die dag waren de ministers grote vijanden van Stach die er alles aan deden om Stach geen koning te laten worden. Erg vriendelijk was Stach ook niet tegen hen.



Kim, de dochter van de burgermeester van Wapenfelt is het vriendinnetje van Stach. Ze ontmoetten elkaar in de trein op weg naar Wapenfelt.

Stach en Kim waren meteen verliefd op elkaar. Kim steunde hem bij de opdrachten en ze schreven elkaar lange brieven over alles wat Stach had meegemaakt en wat de krant te roddelen had. Kim komt zelfs een paar keer opduiken tijdens een opdracht.



De zeven opdrachten die Stach moest volbrengen waren in zeven verschillende plaatsen. Elke plaats had natuurlijk een burgermeester. De burgermeester gaf altijd veel informatie over de problemen in hun stad of dorp. Ze ontvingen Stach gastvrij en gaven hem een kamer in een hotel of in hun eigen huis. Hij mocht bij ze eten en wat al niet meer. De burgemeesters waren een soort van gastouders voor Stach in de tijd dat hij de oplossingen op de opdrachten aan het bedenken was. Natuurlijk sponsorden de burgermeesters hem ook.

Als Stach een opdracht had volbracht, schreven de burgermeesters een brief waarin dat stond uitgelegd, uiteraard met handtekening.



Stach heeft ook een klein hondje, genaamd Vlot. Vlot komt eigenlijk amper in het boek voor (hij gaat bijv. nooit mee met opdrachten), maar als hij er is, is hij ook duidelijk aanwezig. Altijd als Stach na een opdracht thuis komt, staat er wel iets over Vlot in. Hij gaat hem bijv. uitlaten, of met hem spelen enz.



Stach maakt tijdens het verhaal wel een ontwikkeling door. Hij wordt tijdens het verhaal volwassener, minder brutaal en vooral zelfverzekerder. Hij wordt volwassener omdat hij met heel veel verschillende personen moet omgaan. Hij leert veel van die personen. Zo weet hij dus ook hoe hij op bepaalde dingen moet reageren.

Dit heeft dus ook te maken met het minder brutaal worden van Stach. Om dat hij beter leert reageren op dingen en beter met mensen om kan gaan. In het begin kan het hem nog niet zoveel schelen wat anderen van hem denken. Op het einde van het verhaal is hij wel zichzelf, maar wat doelgerichter. Hij let dus meer op de mensen om hem heen.

Hij wordt steeds zelfverzekerder. Als hij de eerste opdracht krijgt, heeft hij wel zoiets van; ´Zal het me lukken, zal het me lukken?´ Maar als hij de eerste opdracht heeft voltooid denkt hij meer van; ´Misschien lukt de tweede dan ook wel…´Als deze dan inderdaad ook lukt krijgt hij steeds meer zelfvertrouwen dat hij de opdrachten zal volbrengen.

C. Bijzonderheden:


3. Spanning


Er zit duidelijke sfeer in dit verhaal. De gebeurtenissen spelen zich natuurlijk ook op heel veel plaatsen af (paleis, de plaatsen van de opdrachten). Omdat dat zo afwisselend is, denk ik dat dát de sfeer erg helpt. Hier twee citaten van elk een heel andere sfeer.

” Smook ligt in het moerassige binnenland van Katoren. Bijna altijd mist het er. Boven de drassige gronden hangen vuile nevels, die neerslachtige lieden doen likkebaarden, maar een normaal mens de rillingen over de rug jagen. Hier groeien schimmelige elzen en misvormde treurwilgen. Grootdoornige braamstruiken, brandnetels en moeraswolfsklauw laten maar weinig ruimte voor het nietige, paarbladig goudveil. Bleke rietpluimen staan roerloos met hun vochtige zijigheid in een voetbad. Onhoorbaar glijdt een gifslang over de vochtige grond. Dadelijk zal hij de rat grijpen die nu nog bezig is zelf het kuiken van een waterhoentje de kop af te bijten. Overal loert de angst. Een vermetele libelle probeert wat leven en beweging in de zaak te krijgen door met haat licht zoevende vleugels boven het water te helicopteren. Helaas, een vis springt op en sleurt het sierlijke engeltje der insecten onder water. Een afgerukt, ragfijn vleugeltje komt boven drijven.

In dit oord van dood en verderf huist de draak. Hier voelt hij zich thuis. Hier ìs hij thuis. Hier voedt hij zich met kadavers van gestoven vogels, met slijmzwammen en schimmels en met de zielen van de ongelovigen.”



” Minister de Seer komt met een stapeltje kranten onder zijn arm het oude paleis binnen. In de ministerskamer zitten alle andere bewindslieden, behalve Broeder, die ergens in het land een lezing houdt over ´ de vrucht van de deugd´. Hij smijt de kranten op tafel en begint driftig de koppen voor te lezen.

’Hier,’ zegt hij, ’het Nieuwsblad van Katoren: STACH VERSLAAT DE DRAAK. De Wiss koerier: STACH DOET HET OPNIEUW. Katoren in Druk: DRAAK VAN SMOOK DOOR STACH GEVELD. Het Katoreense Ochtendblad vindt het niet eens meer nodig zijn naam te noemen: OOK DERDE OPDRACHT GELUKT – DRAAK VERSLAGEN.’

De andere ministers vingeren nerveus aan de kranten.

’De jongen is niet bepaald gespeend van talenten,’ zegt minister Regtoe als hij het artikel in het nieuwsblad heeft gelezen.

’Dat is waar,’ antwoordt de Seer. ’Maar zijn methoden zijn onverantwoordelijk. Buskruit in een draak, stel je voor! Het beest had best in drieën kunnen splijten. En je weet hoe het gaat met draken: dan hadden ze er nu drie gehad in Smook. En daarom, ofschoon ik waardering voor zijn prestaties, houd ik er mijn hart voor vast om aan deze jonge knaap nog meer opdrachten te geven. Misschien moeten we de zaak opschorten tot hij dertig is.’

De meesten van zijn collega´s knikken instemmend, maar Walsem schudt het hoofd.

’Onmogelijk heren,’ zegt hij. ’Ze zouden het niet slikken’. En hij wijst op de kranten.

’Je hebt gelijk,’ geeft de Seer toe.”

In deze stukjes zijn dus, zoals al gezegd, twee heel andere sferen gemaakt.


Het eerste citaat beschrijft een landschap en een sfeer. Het is spannend, mysterieus en ook een beetje eng. Je ziet de plaats al helemaal voor je! De sfeer is zo gemaakt met de goede beschrijving van hoe alles eruit zag, en wat voor planten en dieren er allemaal leven. In het tweede stukje heerst er een beetje een paniekerige sfeer en tegelijkertijd heeft het iets typisch ´paleis’ ´. De ministers doen netjes en dat is denk ik de overtreffende trap.

5. Boodschap


Ik denk dat er inderdaad een boodschap in dit verhaal zit. Ik denk dat de schrijver duidelijk wilt maken dat als je een droom hebt, dat je er dan voor moet gaan! Dat je er dan alles voor moet geven om het te bereiken! Als je het dan eenmaal bereikt hebt, dat je voor je gevoel, een koning bent. De koning van je eigen overwinning.

Ik vind dit een heel goede boodschap, want het motiveert mensen na te denken over hun toekomst en te kijken wat ze écht willen. Ze gaan denken over wat ze willen en wat er in de wereld zou veranderen als dat daadwerkelijk gebeurt. Misschien krijg je wel een heel ander leven, of krijgt de hele wereld een heel ander leven!

Als je bijvoorbeeld heel graag later een goede acteur wilt worden, moet je er soms dingen voor opgeven. Soms zal je op school je huiswerk niet in orde hebben, maar als dat echt je droom is, moet je dat doen!

D. Beleving en mening:



  • Waarom heb je dit boek gekozen? Ik heb dit boek gekozen omdat ik hem al eerder had gelezen en hem heel erg goed bruikbaar vond. Er staan veel sferen in en het is heel erg mooi. Het is erg spannend, want er zitten heel veel wendingen in die je niet verwacht. Plotseling kan er dit gebeuren, en dan weer dat… Het is ook heel afwisselend. Als je een stukje niet zo leuk vindt, hoef je niet bang te zijn dat het hele boek saai wordt; het veranderd toch steeds. Zoals ik ook al eerder had gezegd; door het afwisselende verhaal, kun je er heel veel sferen in stoppen en dat maakt het verhaal veel echter. Het lijkt net of je erbij bent. Ik betrap mezelf er wel eens op, dat je de hoofdpersoon wilt helpen. Als het bijna mis gaat zit je te schreeuwen : `Nee!! Niet doen!!´. Het laat je dus ook erg meeleven. Je leeft mee met de persoon; voelt hij/ zij zich verdrietig, dan ben jij het ook, voelt hij/zij zich boos, dan ben jij het ook.

  • Herken je dingen die je zelf ook hebt meegemaakt? Nee, niet veel, want dit is een fantasieverhaal. Ik heb mezelf nog nooit met draken zien vechten, en in een vuur zien gooien voor een tovenaar. Dit zal ook nooit gebeuren ook. Sommige dingen zijn wel herkenbaar, hoe de mensen qua persoon zijn. Hoe ze zich voelen, hoe ze doen. Ook is het herkenbaar, vooral bij de ministers, met welke problemen ze zitten. Jaloezie en tijdnood bijvoorbeeld.

  • Herken je iets van je eigen wensen en dromen, dingen die je ook wel zou willen? Alleen de moraal; ik zou ook wel graag willen bereiken voor wat ik echt wil. Voor de rest is het echt een fantasieboek, dus daar zitten weinig dingen in die ik zou willen doen.

  • Kon je meevoelen met de gevoelens uit het verhaal? Ja, dat dus wel. Je wilt dat de hoofdpersoon het haalt, je verplaatst je in de hoofdpersoon zelf. Het lijkt net alsof je het zelf allemaal wilt en doet, zonder dat je jezelf er tegen kan verzetten.

  • Hoe vond je het taalgebruik, mooi of lelijk, moeilijk of makkelijk? Ik vond het best moeilijk taalgebruik. Van sommige woorden had ik gewoon geen flauw idee wat het betekende! Meestal werd het woord, als ik een eindje door las, vanzelf wel verklaard. Natuurlijk praat Stach ook anders dan de ministers, dat was ook wel duidelijk. Maar Stach had absoluut geen lelijk taalgebruik! De ministers praatten gewoon anders, formeler, meer naar de mensen toe. Stach praat voor zichzelf en voor bekenden, er zijn toch geen onbekende mensen waartegen je wat boeiends hebt te vertellen!

  • Welke kinderen zou je dit boek aanraden? Ik zou het in ieder geval afraden voor kinderen die meer van realistische verhalen houden. Dit verhaal is allesbehalve realistisch. Ik zou het ook afraden voor kinderen onder de 11 jaar om zelf te lezen, want er staan nogal moeilijke woorden in. Als je ouder bent dan vijftien jaar denk ik dat je het boek ook niet meer zo leuk vindt. Ik raad het vooral aan voor kinderen tussen de 11 en de 15 jaar die van een beetje een oude stijl houden en veel fantasie. Ook moet je het boek willen lezen, als je het na zo´n 40 bladzijden nog niets vindt, kun je er beter mee stoppen.

  • Wat voor soort boek ga je als volgende lezen? Waarom? Ik ga denk ik een boek lezen dat meer realistisch is. Waarschijnlijk een roman of een typisch jongerenboek. Dat is een heel ander soort boek, maar dat maakt mij niets uit! Ik hou van zeer veel verschillende soorten boeken! Je ziet dan ook dat ik waarschijnlijk beter ben geworden in boekverslagen maken.






Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen