Boekverslag : H. Adema - Van Den Vos Reynaerde
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1689 woorden.

H. Adema, Van den vos Reynaerde






Boekbeschrijving





tekstverzorger: H. Adema





titel: Van den vos Reynaerde





druk: derde druk





uitgever, plaats, jaar: Taal & Teken, Leeuwarden, 1990





jaar van eerste druk: 1985





aantal pagina’s: 130





indeling:





Pagina één is de titelpagina, op pagina drie staat een inleiding met de titel:

"Een woord vooraf". Op pagina zes staat de proloog in het middelnederlands en op

pagina zeven de vertaling van de proloog. Hierna begint het verhaal met op de even

pagina’s steeds de originele tekst en op de oneven pagina’s de vertaling. De

tekst is niet in hoofdstukken verdeeld.





Boekbeschrijving origineel





auteur: anoniem





titel: Vanden vos Reynaerde





jaar van schrijven: Deze versie komt waarschijnlijk uit ongeveer 1250.





aantal versregels: 3473





indeling:





De tekst is niet ingedeeld in hoofdstukken. Er is wel een indeling aaan de hand van de

inhoud denkbaar: vers 1-40: proloog;





vers 41-496: de hofdag van Nobel;





vers 497-1042: eerste dagvaarding (door Bruin);





vers 1043-1359: tweede dagvaarding (door Tybeert);





vers 1360-1754: derde dagvaarding (door Grimbeert);





vers 1755-2051: Reynaerts veroordeling;





vers 2052-2492: Reynaerts biecht;





vers 2493-3076: Reynaerts vrijspraak en pelgrimage;





vers 3077-3472: Reynaerts terugkeer.





Samenvatting





Het hinderde Willem, die Madoc schreef, erg dat Aernout het verhaal over Reynaert niet

in de volkstaal heeft voltooid. Na Franse boeken te hebben geraadpleegd is Willem begonnen

om het boek in het Diets te schrijven. Hij verzoekt de onbeschaafde mensen hem niet te

bekritiseren en niet voor onwaar te verklaren, waar ze zelf geen verstand van hebben. Hij

doet het op verzoek van een hoofse dame. (Dit is een stuk commentaar voor het echte





verhaal.)





Het is op een Pinksterdag en Nobel (de leeuw), koning van het rijk der dieren houdt

hofdag. Alle dieren verschenen uitgezonderd Reynaert (de vos), hij had erg veel dingen op

zijn geweten waarover de andere dieren hun beklaag deden. Ysengrijn (de wolf) was de

eerste die zijn beklag deed, hij beschuldigde Reynaert dat die zijn vrouw Herswint had

verkracht en daarna had Reynaert over zijn kinderen gepist. Daarna klaagde Cortoys (het

hondje) dat Reynaert tijdens een koude winter zijn enige worst gestolen had. Tybeert (de

kater) zei dat die worst door Cortoys van hem gestolen was. Daarna vertelde Pancer (de

bever) hoe Reynaert Cuwaerde tot kapelaan (hulppriester) zou opleiden, maar Reynaert nam

Cuwaerde in zijn bek en Pancer had Cuwaerde nog net kunnen redden.





Toen Ysengrijn erop aandrong Reynaert ter dood te brengen kwam Grimbert de das naar

voren (Reynaert was zijn oom) en hield een pleidooi. Ysengrijn had volgens hem ook veel

foute dingen gedaan en Reynaert was volgens hem kluizenaar geworden. Terwijl Grimbert zijn

pleidooi hield naderde een groep met de dode kip Coppe. Cantecleer vertelde hoe

schandelijk hij door Reynaert was bedrogen. Reynaert had een list bedacht om zo zijn

kinderen op te kunnen eten. Nu had Cantecleer door Reynaert nog maar vier van zijn

vijftien kinderen over.





Na deze aanklachten besloot de koning Nobel de vos Reynaert voor het hof te dagen. Er

werd een begrafenis voor Coppe gehouden. Bruun de beer werd dagvaardiger en moest Reynaert

gaan halen op zijn kasteel. Nobel waarschuwde Bruun voor Reynaerts listige streken, en

Bruun vertrok. Aangekomen bij het kasteel riep Bruun Reynaert en na een tijdje gaf de vos

gehoor. Reynaert zei dat hij niet mee kon, omdat hij veel te veel honing had gegeten. Hij

had berouw en at geen vlees meer maar honing. Reynaert zei dat er nog heel veel van die

honing was, waar de beer natuurlijk onmiddellijk voor viel. Bruun wilde vervolgens ook van

die honing eten en Reynaert liet hem dus zien waar die honing lag. De honing lag volgens

Reynaert op het erf van de timmerman Lamfroit in een door wiggen gespleten eik. Ze gingen

dus naar het erf van de timmerman en Reynaert zei tegen Bruun dat hij matig moest zijn,

maar daar gaf de beer weinig gehoor aan en hij stak zijn hele hoofd en zijn voorpoten in

de gespleten boom. Vervolgens verwijderde Reynaert de wiggen en zat de beer klem. Toen

ontdekte Lamfroit de beer en haalde alle dorpelingen erbij en ze begonnen de beer af te

tuigen. Bruun kon zich met veel getrek los krijgen, waarbij hij het nodige vel verloor.

Lamfroit gaf Bruun daarna zo'n harde klap met een bijl dat de Beer met een geweldige

sprong vijf vrouwen de rivier in gooide, waaronder de vrouw van de koster. Deze vrouwen

moesten worden gered en hierdoor kon de beer zwemmend ontkomen.





Vervolgens kroop de beer terug naar het hof. Tybeert de kater was de tweede die de vos

moest gaan halen. Tybeert was veel minder sterk dan de beer, maar hij moest het meer van

zijn slimheid hebben. Toen Tybeert bij de vos was aangekomen stelde de vos voor om de

volgende dag pas te vertrekken, omdat het al donker begon te worden. Hier had de kater

niet direct moeite mee, als de vos maar voor een goed avondmaal zorgde. In de schuur van

de pastoor zouden veel muizen zijn die de kater lekker vond. Dus besloten ze naar de

schuur toe te gaan. Reynaert liet de muis als eerst naar binnen gaan, maar achter het gat

in de schuur zat een val die door de zoon van de pastoor was gemaakt. Tybeert kwam in een

strik en maakte zo'n lawaai dat de bewoners van het huis wakker werden en de kat te lijf

gingen. Tybeert wist te ontkomen aan de dood door de pastoor zijn geslachtsdelen te

verwonden. En de kater ging vervolgens verwond terug naar de koning.





Alleen Grimbert, die vertrouwen in Reynaert had, was nu nog bereid om de vos te gaan

halen. En het lukte hem om Reynaert, die afscheid van vrouw en kinderen nam, mee naar het

hof te krijgen. Tijdens de reis biechtte Reynaert zijn gemene streken op en toonde berouw.

Grimbert sloeg Reynaert onderweg nog met een tak als beboeting. Toen Grimbert en Reynaert

langs een klooster met veel kippen kwamen had Grimbert nog de grootste moeite om Reynaert

van een nieuwe slechte daad af te houden.





Toen Reynaert bij het hof was aangekomen deden nog vele dieren hun beklag. Reynaert

vertelde de koning nog dat er geen trouwere dieren waren dan vossen. Maar dat mocht voor

de vos niet baten, omdat hij toch tot de galg werd veroordeeld. Reynaert beste vrienden en

familieleden wilden de terechtstelling niet zien en vertrokken. De galg werd door

Ysengrijn Bruun en Tybeert in gereedheid gebracht.





Toen werd door Reynaert een biecht gehouden waarbij hij zichzelf beklaagde. En Reynaert

ging de koning vertellen over een aanslag, die Bruun Ysengrijn en Tybeert op de koning

beraamd zouden hebben. De aanslag moest worden betaald volgens Reynaert van een schat van

koning Hermelike die Reynaerts vader had gevonden. Maar hier had Reynaert een stokje voor

gestoken door de schat ergens anders te begraven.





De koning wilde meer weten over de schat. Reynaert vertelde waar de schat zou zijn

begraven en de koning schold Reynaert zijn straf kwijt. Ysengrijn en Bruun werden gevangen

genomen.





Reynaert wilde boeten voor zijn daden en wilde daarom naar Rome gaan. Als hij terug

kwam zou hij met de koning Nobel naar de schat gaan. Hij zou de huid van Bruun gebruiken

als pelgrimstas. Cuwaerde en Belijn zouden met hem mee gaan.





De volgende dag gingen Cuwaerde en Belijn mee naar Reynaert zijn Kasteel. Reynaert

lokte Cuwaerde mee naar binnen en at hem op. Tegen Belijn, die buiten had staan wachten,

vertelde Reynaert dat hij hem een brief voor de koning zou meegeven. Reynaert deed de kop

van Cuwaerde in de pelgrimstas en zei tegen Belijn dat in de tas de brief zat die hij naar

de koning moest brengen. Reynaert vertelde Belijn dat hij veel roem zou krijgen wanneer

Belijn zou zeggen dat hij geholpen had bij het opstellen van de brief. Hij zei tegen

Belijn dat hij alvast moest gaan en dat Cuwaerde hem na een tijdje zou volgen.





Toen Belijn bij de koning kwam en ze er achter kwamen hoe het werkelijk in elkaar zat,

werd de koning ontzettend kwaad en verklaarde Reynaert, die met vrouw en kinderen was

gevlucht, vogelvrij. Ook Belijn en zijn hele familie werden vogelvrij verklaard.





Thema





Het thema is kritiek op de maatschappij. Het verhaal toont door middel van de

dierenwereld de maatschappij met zijn fouten. Zo wordt er kritiek geleverd op onder

andere: de feodale maatschappij met zijn corruptie en schijnheiligheid, op het kerkelijk

gezag en op de burgerij.





Titelverklaring





De titel verwijst naar de hoofdpersoon van het verhaal: de sluwe vos. "Van den vos

Reynarde" betekent zoiets als: "over Reynaert de vos".





Analyse





personages:





Reynaert (vos) is de hoofdpersoon in het verhaal. Hij is sluw, zelfverzekerd en

gewetenloos. Hij maakt gebruik van de zwakheden van zijn tegenstanders. Hij staat buiten

en boven alle standen.





Nobel (leeuw) is de koning der dieren. Hij is zwak en karakterloos, maar erg

hebzuchtig. Hij vertegenwoordigt de adel.





Grimbert (das) is één van de weinige die nog achter Reynaert staat. Hij is dan ook de

derde en meest gelukkige dagvaardiger.





Ysengrijn (wolf), Bruun (beer) en Tybeert (kater) vertegenwoordigen de slachtoffers van

Reynaert. Ze haten hem en zijn bang voor hem. Ze vertegenwoordigen de burgerij.





Belijn (ram) is de hofkapelaan. Hij is naïef en onnozel. Hij vertegenwoordigt de

geestelijkheid.





Het zijn allemaal dieren met (voornamelijk slechte) menselijke eigenschappen

(antropomorfisme). Allen zijn flat characters.





perspectief:





Het verhaal is geschreven vanuit een auctoriaal perspectief.





tijd:





De tijd waarin het verhaal speelt is dezelfde als wanneer het verhaal geschreven is.

Vermoedelijk de twaalfde eeuw.





Het verhaal is chronologisch en continu. Hoe lang het verhaal duurt staat er niet

duidelijk in maar zal waarschijnlijk enkele maanden zijn.





ruimte:





Het verhaal speelt zich af in Oost-Vlaanderen in het Land van Waas. De ruimte heeft

voornamelijk een symbolische functie.





Beoordeling





Ik vond het geen moeilijk boek, het is makkelijk in één keer uit te lezen. Het is wel

behoorlijk voorspelbaar dat Reynaert zich er elke keer weer weet uit te redden maar hoe is

toch wel verassend. Het is een leuke afspiegeling van de maatschappij van toen met een

hoop ironie en dat maakt het toch een leuk boekje.





Informatie over boek en schrijver





boek:





Over het ontstaan van het boek bestaan verschillende theorieën. Hoogstwaarschijnlijk

is het ontstaan uit "Le plaid" (de rechtszaak) een verhaal uit het Franse

"Le Roman de Renart". Dit verhaal werd met gegevens uit enkele andere verhalen

uit "Le Roman de Renart" door een Vlaamse schrijver gebruikt voor zijn dichtwerk

Van den vos Reynaerde.





schrijver:





Naar alle waarschijnlijkheid is de Reynaert in de tweede helft van de twaalfde eeuw

gemaakt door de jongleur Willem, die al een ander werk op z’n naam had staan,

getiteld Madoc (dit werk is verloren gegaan). De Reynaert eindigt met een acrostichon; de

laatste negen regels beginnen met de volgende letters: BIWILLEME, wat betekent: door

Willem. Er zijn echter nog meer theorieën over de schrijver van het verhaal. Er wordt

bijvoorbeeld ook wel gezegd dat er twee schrijvers zijn geweest.





Geraadpleegde literatuur





- Prisma uittrekselboek 1200-1880





- Overzicht van de inhoud van literaire werken, door C. Studeo





- Nederlandse literatuur door J.A. Dautzenberg





- Encarta 98 Encyclopedie, Winkler Prins editie





- Internetsite: www.internetcollege.nl

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen