![]() |
Boekverslag : Jan Wolkers - De Doodshoofdvlinder
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2265 woorden. |
Bibliografie Eerste druk: 1979 Motto's: I think we are in rats' alley. Where the dead men lost their bones. (The Waste Land, T.S. Eliot) (Vertaling: Ik denk dat we in het steegje van de ratten zijn. Waar de dode mensen hun botten verloren.) 'You've got yourself in another jam, I see,' he said cheerfully. 'Why don't you try some quiet business like embalming?' (The Long Goodbye, Raymond Chandler) (Vertaling: 'Je hebt jezelf aardig in de nesten gewerkt, zie ik,' zei hij opgewekt. 'Waarom probeer je niet wat stille zaken, zoals balsemen.') Samenvatting SAMENVATTING VAN DE INHOUD Paul wordt op een ochtend wakker, zijn zus belt op en zegt aan hem dat zijn vader op sterven ligt. Hij moet daarom een barbecueavond met zijn klas (hij is leraar Engels) afzeggen. Hij gaat naar buiten om zijn auto te starten, maar hij doet het niet. Hij belt de accuwacht. Als Paul dan toch op weg is, krijgt hij een aanrijding met een meisje op de rotonde voor de RAI in Amsterdam. Als hij uit zijn auto stapt (hij heeft niets), gaat hij in de andere auto kijken. Daar zit een meisje dat met haar neus tegen de voorruit is geslagen. Ze zegt tegen hem dat haar vriendin zich in haar kut gesneden heeft. Ze wordt afgevoerd in een ambulance en Paul belt op naar het huis waar zijn vader op sterven ligt. Zijn vader blijkt intussen al dood te zijn. Hij gaat terug naar het autootje van het meisje, Carla. Hij neemt een pakje sigaretten van het merk Tigra mee uit het dashboardkastje. Hij rijdt uiteindelijk in zijn auto naar het huis waar de familie op hem wacht. Zijn vader ligt opgebaard in een kamer. Hij kust zijn vader op zijn voorhoofd, en vanaf die handeling heeft hij steeds pijn in zijn nek en hij voelt dat zijn vader ijskoud is. Ze zijn bezig met het opstellen van de rouwadvertentie. Er is onenigheid tussen de kinderen over welke spreuk er boven de advertentie moet komen. Ook wordt er een kist uitgezocht. Als hij weggaat uit het huis van zijn moeder, gaat hij naar Carla, in het ziekenhuis. Carla vindt het raar dat hij haar komt opzoeken met bloemen, terwijl zij fout was bij de aanrijding. Paul vraagt haar wat er was met die vriendin, maar zij antwoordt niet en zegt dat hij maar weg moet gaan vanwege de hoofdpijn. Hij gaat voor haar naar haar kamer om wat foto's te halen voor de chirurg. Hij snuffelt wat in haar kamer rond en vindt wat foto's. Dan gaat hij via het ziekenhuis weer naar huis. Als hij weer thuis is denkt hij aan Carla, maar in zijn gedachten ziet hij een vaart, waarin zijn dode vader komt aandrijven. Het vaartuig doet hem denken aan een doodshoofdvlinder die hij eens, op een vakantie gevonden had. Hij vroeg zich toen af hoe een vlinder ooit met de mensendood op de rug kon rondvliegen. Hij pakt dan een boek en gaat slapen. Als hij wakker wordt, herinnert hij zich de droom over zijn vader, die in de zuurkool begraven wordt. Hij stapt uit bed, doet zoals gewoonlijk zijn judojas en zijn tennisschoenen aan en ruimt de rommel in de kamer op. Hij gaat naar de reformwinkel om iets vegetarisch te halen. Daarna rijdt hij naar het kerkhof, want daar zouden de resten van zijn overleden broer in een beenderkistje worden gelegd, zodat zijn moeder te zijner tijd naast haar man komt te liggen. Als ze thuis gegeten hebben, gaat hij naar Carla in het ziekenhuis. Hij nam een bakje aardbeien mee, en ondanks dat ze geen eten mag, vreet ze het hele bakje leeg. Op haar kamer ligt nog een oude vrouw, die constant op haar loopt te letten. Thuis belt hij een kind van hem op om te vertellen dat hij dood is. Hij brengt ze na een bezoek naar huis. hij gaat de volgende dag weer naar het huis van zijn vader. Hij laat daar een broer van hem ontzettend schrikken. Hij praat met zijn familie ook nog over een eerder overleden broer. zijn vader ligt er nog goed bij omdat de cellen nog verzadigd zijn. Daarna gaat hij weer naar Carla. Daar vraagt hij wat er met die vriendin was. De vriendin van Carla heeft zich inderdaad in haar kut gesneden, omdat ze er niet tegen kon omdat Carla soms vriendjes had, terwijl zij lesbisch was en Carla een vriendin van haar was. Daarna gaat hij weer naar huis. De volgende morgen gaat hij Liz, een prostituee die hij wel eens meeneemt, ophalen. Hij gaat met haar naar bed maar het lukt niet zo. Hij praat ook met haar over zijn vader. Hij zet haar weer af en gaat 's avonds slapen. Hij denkt zich in wat hij met acht kippen moet doen die hij voor de barbecue gekocht heeft. Hij gaat naar Carla's kamer, en vindt daar naaktfoto's. Hij neemt er een mee en gaat weer naar zijn vader. Zijn zusje, Jenny die in Amerika zat, is er ook. de volgende dag wordt zijn vader begraven. Zij mag op het orgel spelen, ze is namelijk naar Amerika vertrokken en speelt nu in een nachtclub. Paul gaat met zijn zusje Jenny naar een seksshop, ze kijken naar wat filmpjes. Hij zet Jenny af bij haar vroegere muziekleraar en gaat naar huis. De dag daarna wordt zijn vader begraven. Hij gaat weer naar het ouderlijk huis, en daar begint de rouwdienst. Als de dienst afgelopen is gaat hij naar Carla in het ziekenhuis, die inmiddels weer naar huis mag. Paul brengt haar naar die vriendin, waar Carla en die vriendin elkaar in de armen vliegen. VERTELSITUATIE In dit verhaal is sprake van een personale verteller. Het verhaal wordt verteld uit Paul. De lezer kent zijn gedachten, in tegenstelling tot de andere personages. De lezer volgt Paul de hele tijd. Hij neemt met Paul waar. Citaat 1 Op de gang hoorde Paul hem bladeren in de telefoongids, daarna het geluid van het draaien van de kiesschijf. (Blz. 58 r. 15-17) Dit is een bewijs voor het feit dat de lezer door de ogen en oren van Paul waarneemt. Citaat 2 Hij zei dat hij naar vader ging kijken en vluchtte meteen de gang in. (Blz. 93 r. 2-3) We weten dat Paul vlucht. Dit 'weten' de familieleden niet. De lezer kent dus de gedachten. Functie vertelsituatie De lezer kruipt als het ware in het vel van Paul. Hierdoor word de lezer meer betrokken bij het verhaal. RUIMTE Het belangrijkste ruimtelijke element in het verhaal is de mist. De mist is steeds aanwezig. Paul merkt de mist ook steeds op. Naarmate het verhaal vordert, wordt de mist dunner. Citaat 3 Hij rook ze door de mist heen. De Airwick van de herfst. (Blz. 14 r. 6) Citaat 4 Op de autoweg leek het soms of de mist zou optrekken. Dan kwam er wat warm zonlicht door die blauwe armelijke kleur van taptemelk. Maar dan trokken de wolken weer, dicht als van een smeulende takkenbos, in golven over de weg. (Blz. 83 r. 15-19) Citaat 5 Toen ze over een houten bruggetje de botanische tuin inliepen kwam de zon helemaal uit de mist te voorschijn. (Blz. 189 r. 10-11) De mist staat voor de onwerkelijkheid en het niet begrijpen. Dit wordt geïllustreerd door het volgende citaat. Mist is niet een meteorologisch element voor Paul, maar ook een psychisch. Die wordt geïllustreerd door de volgende twee citaten. De mist komt met en door de dood van zijn vader. Citaat 6 Niets was er te zien van de tuin. Hij zou voor een onmetelijke afgrond kunnen staan. (Blz. 121 r.5-7) Citaat 7 Wat ik meteen moet doen na de begrafenis als de mist opgetrokken is. (Blz. 155 r. 4-5) Ook Dolf heeft last van de mist. Citaat 8 Toen Paul hem verteld had dat hij op weg hierheen een aanrijding had gehad, zei Dolf dat hij in Brabant op een ree gevlogen was. (Blz. 56 r. 17-19) PERSONAGES Hoofdpersoon De hoofdpersoon, Paul, is een leraar Engels. Hij houdt van Shakespeare. Hij heeft een Jaguar. Hij is niet getrouwd, maar heeft wel een dochter, Laura. Hij gaat wel eens om met prostituees. Hij komt uit een gezin van zes, hij heeft nog drie broers en twee zussen. Hij heeft veel herinneringen aan zijn vader, vooral dat hij mee moest gaan vissen. Hij houdt van tuinieren, hij let daarom ook op veel planten in zijn omgeving. Hij wil vegetariër worden. Hij houdt van koffie en ontbijt niet zo stevig. Hij heeft vaak last van angstdromen. Hij wordt in het boek voorgesteld als round-character. Bijpersonen Dolf Zijn broer, Dolf, heeft het goed voor mekaar en een hoop geld,hij heeft een Porsche en dure kleren. Hij is in het verhaal een flat character. Karel Karel houdt van Bonzai-bomen. Deze gaan voor zijn familie. Hij is erg precies. Samenhang personages (weer zelf) Paul en Dolf zijn beide twee gelukte figuren. Ze rijden allebei in een dure auto. Ze zijn ook beide vrijgezel. Dit alles in tegenstelling tot Karel. THEMATIEK Thema's: Citaat 16 Ineens boog hij (Dolf) naar binnen en pakte de krant van de achterbank. Paul probeerde hem nog, zich over Jenny buigend, uit zijn handen te grissen. 'Daar staat alleen maar de rouwadvertentie in, hetzelfde als op de kaarten,' zei hij snel. 'Daar ben ik nou juist zo nieuwsgierig naar,' zei Dolf. Nog voor hij de krant opensloeg zag hij de foto ertussen zitten en trok hem eruit. 'Als dat een rouwadvertentie is wil ik iedere dag doodgaan,' zei hij. 'Wat een meid. Jij weet je herfstvakantie aardig te vullen.' Jenny trok de foto naar zich toe en zei, 'Isn't she a lovely piece?! Mieters meisje! Is dat je girlfriend?' Terwijl hij startte trok Paul de foto uit hun handen, schakelde en reed weg. (Blz. 185 r. 4-18) Dit citaat is een belangrijk bewijs, dat seksualiteit en dood met elkaar in het verhaal geconfronteerd worden. Paul probeert als het ware de dood te vergeten door middel van seks. Dit lukt hem niet. Dit wordt gesymboliseerd door het niet vrijen met Liz, de prostituee en het niet krijgen van een relatie met Carla. Jenny daarentegen lukt het wel. In de seksbioscopen vergeet zij de ellende/dood om haar heen. Dolf presteert het zelfs nog om grapjes te maken bij de opgebaarde vader. Dus, men kan de dood niet verloochenen, zelfs niet door middel van seks. Motieven: Er zijn een aantal motieven te onderscheiden. Dood Dit is een verhaalmotief, omdat dood iets zeer abstracts is. De vader van Paul overlijdt in het begin van het boek. Citaat 9 (Anna, zus van Paul, belt Paul in de morgen) 'Het zou erg fijn zijn als je meteen naar huis zou kunnen komen,' vervolgde ze. 'Het is heel erg met vader. De dokter zegt dat het ieder moment...' (Citaat blz. 17 r. 28-30) Citaat 10 (Paul komt aan bij het huis van zijn ouders) Zijn oudste zuster Anna was bezig koffie in te schenken. Ze zag er vredig en beheerst uit, maar toen ze hem zag was het of haar gezicht van gips werd. Levenloos verkrampt. (Blz. 41 r. 18-20) ... 'Je had hier toch niet meer op tijd kunnen zijn met die mist, Paul,' zei ze en begon zachtjes te huilen. (Blz. 41 r. 29-30) Een symbool voor de dood zijn de halve kippen, die Paul in zijn koelkast heeft liggen voor zijn leerlingen. Citaat 11 Hij trok wild de koelkast open en keek met walging naar de kippenlijven. 'Jezus, een concentratiekamp,' zei hij. 'Wat moet je nou met al die dooi kippenlijken, man.' (Blz.113 r. 25-28) Seksualiteit Seksualiteit speelt een zeer grote rol in het verhaal. Paul's leven wordt er ten zeerste door beïnvloedt. Citaat 12 Terwijl hij naar het plafond staarde zag hij zichzelf alleen met die caissière in de supermarkt. Samen lagen ze in een diepe kuil in een berg koekjes en beschuiten. Zorgvuldig alsof het een broze avondjurk van tule was deed hij haar witte stijfgesteven winkeljas uit en ontkleedde haar in die vochtige vanillelucht. Hij wist wat voor opwindende stevig uitgegroeid lichaam er verborgen zat onder die middenstandsvermomming, want hij had haar vaak in gebukte houding iets uit een vak zien pakken.(Volgende gedeelte alleen voor 18 jaar en ouder. -red) Zijn hand gleed onder de dekens naar zijn erectie en terwijl hij zich aftrok zag hij zichzelf de koekkruimels van haar lichaam likken. Uit haar bezwete okselhaar en haar navel. Zijn tong gleed tussen haar billen door. Hij proefde de opwindende bittere smaak van haar aars. 'De room uit je kut,' mompelde hij. 'Geef me de room uit je kut, schat.' Hij drukte op haar buik zodat het zijn mond binnengulpte. Op hetzelfde ogenblik spoot zijn zaad eruit. (Blz. 9 r. 19-einde-blz. 10 r. 1-7) Parafrase 13 Paul haalt Liz op. Liz is een prostituee. Paul kan niet tot een hoogtepunt komen. (Blz. 156-161) Paul probeert met seks de dood te vergeten. Het is een genotmiddel voor hem. Seksualiteit is een leidmotief, omdat het door de herhaling een betekenis krijgt. Mislukking Veel van wat Paul doet, mislukt. Er zijn een aantal voorbeelden te geven: als Paul met de auto naar het huis van zijn ouders rijden wil, is de accu leeg; onderweg heeft hij een ongeluk; de ontmoeting met de prostituee mislukt. Citaat 14 Toen hij achter het stuur schoof en startte wilde zijn motor niet aanslaan. (Blz. 21 r. 9-10) Parafrase 13 (2) Mislukking is een verhaalmotief. Het is abstract. Gezond eten Niet echt een belangrijk motief, maar het noemen waard. Paul wil gezond eten. Hij vindt het echter niet te eten. Dit is ook een middel om te vergeten/een nieuw leven te beginnen. Citaat 15 'Gistvlokken voor de vitamine B, grove havervlokken, biologisch-dynamisch verbouwde en gestabiliseerde tarwekiemen, de voornaamste bron van vitamine E. Van deze produkten neemt u gelijke delen en werkt die door elkaar. Dat kunt u dan eten met yoghurt, geraspte noten en gedroogde abrikozen. Dan hebt u een soort standaarddieet.' (Blz. 83 r. 5) EIGEN MENING Ik vind het boek beetje pervers, maar bij nader inzien ben ik het boek meer gaan appreciëren. Als men het boek begrijpt, gaat men de perversie als het ware vergeten. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |