![]() |
Boekverslag : Corrie Hafkamp - Op Hugo Donker Mag Je Slaan
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1155 woorden. |
Titel Op Hugo Donker mag je slaan Illustrator Akbar Nikan Pour Uitgever Wormgoor, Almelo 1e druk 1994 Aantal hoofdstukken 6 Aantal bladzijden 128 Titelverklaring De titel slaat op een jongen, Hugo Donker. De vader van Hugo is NSB-er. Op een middag werd hij geslagen door de kinderen uit zijn klas, omdat zijn vader klasgenootjes van hem had verraden. Mensen keken hoe Hugo in elkaar werd geslagen, maar deden niks, omdat zijn vader NSB-er was mocht het, dachten ze. Korte inhoud Dit boek gaat over de oorlog, wat de schrijfster (Corrie) zelf meegemaakt heeft. Daar schrijft ze dus ook over. Op een dag moest Corrie hele nette kleren aan van haar moeder. Dat moest omdat ze naar school ging. Op school kon Corrie moeilijk contacten leggen met andere kinderen, ze was gewend om alleen te zijn. Al gauw werd ze gepest en geslagen. Op een middag, toen ze in de vierde klas van de basisschool zat, kreeg ze muziekles. Ze spande zich in om goed te zingen, ze trok haar wenkbrauwen hoog op en zong ijverig mee. Plotseling schoot het kind naast haar in de lach, ze zei tegen de leraar dat Corrie rare gezichten trok. Corrie werd de klas uitgestuurd en kreeg strafwerk. Er was een nieuwe jongen bij Corrie in de klas gekomen, Hugo Donker. Zijn vader was NSB'er. Op school lieten ze Corrie nu met rust, ze gingen Hugo pesten. Een paar dagen later kwamen een paar kinderen niet op school, ze moesten onderduiken. Iedereen dacht dat de vader van Donker daarvoor gezorgd had. s' Middags wachtte de meute op Hugo, ze sloegen hem. Corrie, die niks van het gepest wilde weten stond nu zelfs vooraan. Ze sloeg Hugo een paar keer met haar vuist op zijn hoofd. Corrie's ouders hadden alles gezien maar ze lieten ze gewoon hun gang gaan. Ze waren zelfs trots op Corrie, dat ze Hugo geslagen had. Corrie zelf was daar helemaal niet trots op. Er kwamen bombardementen. Het engste bombardement, volgens Carrie, was toen ze 's avonds het vliegveld Soesterberg bombardeerden. Carrie keek uit het raam, er werd een vliegtuig geraakt. Het toestel kantelde en begon schuin omlaag te schieten, in de richting van Carrie's huis. De bommen kwamen vlakbij hun huis neer en ontplofte. Hun hele huis schudde en het raam was gesprongen. Carrie vloog tegen het bed. Maar er was niks met haar aan de hand. Het nichtje van Corrie kwam logeren, Jopie. In die tijd gebeurde niet echt veel. Toen Jopie naar huis ging, bleek dat ze Corrie de schurft had bezorgd. Er kwamen allemaal witte jeuk bultjes over je hele lichaam. Na een tijd kwam eindelijk de wijkzuster, ze smeerde Corrie in met een donkerbruine zalf. De schurft verdween. Het werd winter. Er was steeds minder eten. Alles was bijna op. Al hun spullen werden geruild voor eten. Ze hadden alleen maar bonenbrood met maden erin. Op een middag ging Corrie's moeder weg. Ze was al uren weg, ze stond in een rij. Ze wilde niet zeggen waarvoor. Het was een verrassing. Na een tijdje kwam Corrie's moeder, ze had witbrood, zonder maden meegenomen. Er werden voedselpakketten geleverd uit Zweden. Eindelijk hadden ze eten. Na een paar weken was de oorlog over, er reden Engelse soldaten door de straten. Corrie werd door een soldaat opgetild en in de wagen gezet. Ze was inmiddels alweer vijftien jaar oud. Ze was heel mager, dat kwam omdat ze honger had gehad. Iedereen vierde feest op straat, de oorlog was eindelijk over. Plaats- en tijd bepaling Het verhaal speelt zich af in Bilthoven, de woonplaats van Corrie. Dat kun je bijvoorbeeld aan dit stukje zien: "Om bij de dokter te komen moest ik van Bilthoven, waar ik woon naar De Bilt lopen." De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is duidelijk, het speelt zich af in de tweede wereldoorlog (1940-1945). Hier komt een passage uit het boek die zegt dat het rond die tijd afspeelt: "Zon en zomer. Blauwe luchten. Breekbaar tere ochtenden. 1945 draait naar 1946 toe." Hoofdpersoon De hoofdpersoon van dit verhaal is Corrie, ze houdt van poëzie. Ze is een beetje een dromerig type. Ze wil het liefst voor altijd kind blijven. Haar uiterlijk wordt niet genoemd in dit verhaal. Ze heeft een kleinere zusje en een kleinere broertje. Ze is heel zelfstandig. Ze heeft geen vrienden. Bijfiguren Er waren niet echt veel bijfiguren, vaak kwamen ze maar heel even in het verhaal voor. Ik noem nu de belangrijkste. Corrie's moeder: Zij heeft best veel met het verloop van het verhaal te maken, als ze geen brood gehaald had, dan was Corrie overleden. Jopie: Zij had niet veel te maken met het verloop van het verhaal, ze heeft Corrie de schurft bezorgd. Begin en einde Het boek begint een beetje langzaam. Je komt niet gelijk in de oorlog terecht, maar je komt eerst wat te weten over de jaren voor de oorlog. Later wordt het spannender. Ik vond het een duidelijk begin, je weet alles dan van de personen, dat leest een stuk makkelijker. Het boek heeft een gesloten einde, de oorlog is afgelopen en Corrie wordt weer beter (ze was uitgehongerd) Het is een goed einde, Corrie is weer gelukkig en de oorlog is voorbij. Perspectief Het boek heeft een ik-verteller, de schrijfster is zelf de hoofdpersoon. "Je gaat naar school, je bent nu groot. Denk erom dat je niet huilt," zei mijn moeder. Ik begreep niet waarom ze dacht dat ik zou huilen. Dit is een stukje uit het boek dat duidelijk maakt dat er sprake is van een ik-verteller. Mening Ik vond het wel een leuk boek, een goed onderwerp. Het was alleen moeilijk te begrijpen en het was een beetje langdradig. Het verhaal sprong steeds over naar andere gebeurtenissen. Soms kwamen er personen voor waarvan je nog nooit gehoord had. Dat vond ik onduidelijk. Er zitten ook best veel moeilijke woorden in het boek. Je kon je niet echt in het boek verdiepen. Dit boek heeft me niet echt aan het denken gezet, wel een beetje omdat oorlog erg is maar verder niet. Ik heb niet echt veel van dit boek opgestoken. De schrijfster van het boek Corrie Hafkamp werd geboren op 15 augustus 1929 in De Bilt. Ze bracht haar jeugd en schooltijd door in Bilthoven, waar ze naar de Mulo (nu MAVO) ging. Na de oorlog had ze verschillende kantoorbaantjes. In 1948 trad ze in dienst bij de Marva, de Marine Codedienst. In 1957 trouwde ze met Herman Hafkamp. Ze kregen drie zonen, Gertjan, Radboud en Eelko Benjamin. Een zeer ernstig ongeluk van een van haar zoons heeft er toe bijgedragen dat zij zich meer is gaan bezig houden met wat er in een kind afspeelt. Toen haar kinderen iets ouder werden heeft ze zich door middel van zelfstudie verdiept in psychologische en filosofische vraagstukken. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |