Boekverslag : Adriaan Van Dis - Casablanca
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2044 woorden.

Van Dis, A

Casablanca

Amsterdam, Meulenhoff Amsterdam, 1986

Eerste druk 1986



UITTREKSEL (dit boek is een verhalenbundel die uit acht verhalen bestaat, ik heb hieronder van elk van de verhalen een uittreksel gemaakt):



Casablanca: Van Dis schrijft over zijn bezoek aan de Marokkaanse stad Casablanca. Hij speelt in dit verhaal zelf niet zo’n een grote rol maar hij neemt veel dingen waar. Hij is vooral geïnteresseerd in excentrieke personen, hij schrijft over een Marokkaanse delinquent die van Nederland naar Marokko mee reist in hetzelfde vliegtuig, hij schrijft ook over Bea, een man die zich in Casablanca om wil laten bouwen tot een vrouw.

Buiten excentrieke personen verteld de schrijver ook over zijn gesprekken met zijn Marokkaanse vrienden (Omar, Daoud en Abdelhaî) op een terrasje in de medina (oude binnenstad).



Van hoog tot laag: Ook in dit verhaal is de schrijver vooral de waarnemer en neemt hij niet echt zelf deel aan het verhaal. Het verhaal speelt zich af tijdens zijn bezoek aan New York, en dan met name Manhattan. Het gaat over de levenswijze van de New Yorkers die totaal anders is dan die van de Nederlanders. In New York gaat het met name om carrière maken, mensen zijn niet bescheiden en lopen aan ieder die het horen wil (en vaak ook aan diegenen die het niet horen willen) wat ze in hun leven hebben gepresteerd en wat ze van plan zijn voor geweldige dingen te doen. Ook is het patriottisme in New York vele malen groter dan in Nederland, tijdens Independence Day is heel New York in de ban van hun eigen land en vlag. Op veel plaatsen is het verhaal ironisch en de schrijver gebruikt op sommige plaatsen grappige vergelijkingen.



Het mussejong: Dit verhaal bestaat net als de vorige twee ook uit waarnemingen en beschrijvingen van de ik-figuur (schrijver?), maar in dit geval is er meer sprake van een verhaal. Het gaat over een jongen die liftboy is in een hotel en die bevriend raakt met de ik-figuur, de jongen is geestelijk gehandicapt en dat maakt de schrijver nieuwsgierig. De naam van de jongen is Raymond en ‘hij is soldaat’. Hij maakt constant knorrende geluiden en is goed bevriend met mussen. Het verhaal eindigt als de jongen zich van een balkon van de derde verdieping naar beneden gooit “als een vogel die vergat te fladderen.” (58)



God en de gekkenrechter: Dit verhaal gaat over een man genaamd Hemelrijk die denkt dat hij god is, hij bewaart al wat hij produceert (nagelrandjes, urine e.d.) bewaart hij in doosjes, kranten, melkpakken enz. als relikwieën Op straat zingt hij liederen en de buren krijgen ondertussen last van de stank uit zijn huis. Hij wordt nadat hij grafschennis heeft gepleegd door een krans van een nieuw graf te verscheuren en te verspreiden over alle graven, opgenomen in een gesticht. Hij eist dat hij vrijgelaten wordt omdat hij niet gek is, hij is immers God. De rechter komt een gesprek met hem voeren en Hemelrijk wil bewijzen dat hij God is door drie knikkers op een gladde tafel te laten vallen en er voor te zorgen dat ze niet wegrollen, dit lukt natuurlijk niet en hij geeft toe dat hij ook gewoon een mens is.

Charlotte’s baby: Dit verhaal gaat over een echtpaar dat gelukkig is en waarvan de vrouw in verwachting is van een zoon. Dan belt de benedenbuurman (Erik Bedstro) op, hij noemt de vrouw Charlotte en zegt met haar te willen trouwen. Erik Bedstro blijkt een gek te zijn en valt het echtpaar regelmatig lastig met telefoontjes, ook belt hij reisbureaus en bestelt hij babykleertjes die op hun beurt weer bij de vrouw bezorgt worden. De politie schenkt het echtpaar weinig aandacht. De man (van het echtpaar) stuurt Erik Bedstro een valse adreswijziging waarin staat dat ze nu op het adres van de wijkagent wonen. Nadat de wijkagent nu een tijdje wordt lastig gevallen laat hij Erik Bedstro opnemen. Als de baby van het echtpaar geboren wordt is het echtpaar weer helemaal gelukkig, maar een week later heeft Erik Bedstro een rouwadvertentie in de krant gezet, waarin staat dat de baby is overleden, ondertekend door Erik en Charlotte Bedstro.



De deserteur: Dit is een triest verhaal over een Canadese militair die vlak na de Tweede Wereldoorlog in West Duitsland gelegerd is. Hij wordt verliefd op een Duitse kokkin die Marthe heet. Hij deserteert uit het leger, verraadt zijn vrouw en gaat met Marthe naar haar oom en tante in Leipzig. Het gaat een tijdje goed maar na een tijdje gaat Marthe vrezen voor haar pensioenregeling en ze gaat in haar eentje terug naar West Duitsland. De militair blijft in het Oosten en gaat op het platteland werken. Daar ontmoet hij Inge, waarmee hij op een kamer gaat wonen maar waar hij niet van houdt. Na 25 jaar krijgt hij mondkanker en als hij op het land aan het werk is wordt hij door het Russische leger opgepakt omdat hij zich op militair terrein bevindt. Ze denken dat hij een spion is. Na een tijdje mag hij naar het westen en hij krijgt 60 dagen gevangenisstraf als hij terug is in Canada.



Beet: De ik-figuur van dit verhaal is een bibliothecaris die niet echt tevreden is met zijn saaie leventje. Hij is aanwezig bij het proces van een crimineel die de halve borst van een vrouw heeft afgebeten en raakt geobsedeerd door deze persoon en zijn enorme gebit. De dag dat Japie (zo heet de crimineel) wordt vrijgelaten wacht de ik-figuur hem op en vraagt of hij hem tegen betaling vragen mag stellen. Japie vindt het wel best en samen met zijn broer Dick neemt hij de ikpersoon op sleeptouw tijdens hun criminele praktijken. De ik-figuur komt op het idee om de brandkast van Eisenstein te stelen, een andere bibliothecaris waar hij een enorme hekel aan heeft omdat die zijn vriendin heeft afgepakt. Nadat ze de brandkast gestolen hebben gaan ze naar een café waar Dick en zijn vrienden allemaal lullige grappen over Japie maken waar Japie zelf bij is. Japie wordt zo agressief dat hij de ik-figuur die hem alleen een schouderklop wil geven tot bloedens toe in zijn hand bijt. Japie gaat in zijn eentje naar de brandkast toe die nog in de auto ligt om hem te kraken maar Dick en zijn vrienden duwen hem weg en gaan hem zelf open maken. Er blijkt niets in te zitten wat ze interessant vinden; alleen oude documenten, boeken en onderscheidingen. Ze zitten te mokken in het café als Japie schreeuwend en met en bebloed gezicht binnenkomt, hij heeft met een moker al zijn tanden uit zijn mond geslagen.



De vraatzuchtige spreekt: Dit is een zeer kort verhaal waarin de ik-figuur verteld dat hij moet afvallen, maar tegelijkertijd ook duidelijk maakt dat het voor geen meter lukt.



CITATEN STIJL:



1 “Om deel te worden van een stad hoef je haar niet eerst te kennen. Je neemt haar in je op zoals de kinderen de koran. Eerst leren zij woorden en beelden die zij niet begrijpen, dreunen zij klanken op zonder betekenis. Pas later krijgen de gebeden vat op hoofd en hart en zijn zij levenslang voor de islam gewonnen.” (19)

2 “Drie haltes verder overwon ik mijn verlegenheid en ik vroeg haar waar zij die kousen had gekocht. Nu, dat trof. Ze was juist op weg naar een partijtje van een vriendin die de kousen ontwierp. Ik zou haar spullen in Holland kunnen vertegenwoordigen. Het meisje in de nylons is crazy about Holland, zij kent iemand die een boetiek heeft in Kopenhagen.” (45-46)



COMMENTAAR CITATEN:



De schrijver gebruikt weinig lange zinnen, de woordratio van het eerste citaat is dan ook ongeveer 15 (14.8). Ook gebruikt hij niet veel moeilijke woorden, de lettergreepratio van de eerste 2 zinnen van het eerste citaat is 1.24. Ook worden er door de schrijver weinig bijvoeglijke naamwoorden gebruikt, hij schrijft heel direct en gaat niet te erg op in details. In het eerste citaat is er sprake van beeldspraak, die typerend is voor het boek. In het tweede citaat beschrijft de schrijver een gesprek, dit gebeurt in het hele boek, er is nauwelijks een echte directe dialoog te vinden. Ook is het tweede citaat een goed voorbeeld van de humor die in dit boek veelvuldig aan de orde is.



CITATEN KARAKTER:



1 “Ik weet zijn naam, Raymond; met de dag raken we meer vriendjes. Gelukkig spreek ik beter Frans dan hij, Waardoor ik mij meer op mijn gemak voel. Hij kan weer beter knorren. Ik weet nu hoe hij het doet. Hij perst een bolle wang lucht achter zijn kiezen en laat het knetteren tussen vlees en ivoor. Hij kan het heel lang, tot aan de bovenste etage, zonder naar adem te happen. Raymond is niet alleen lift, hij is ook soldaat. Dat blijkt uit een stokje dat hij als een maarschalk onder zijn oksel drukt. Met dat stokje marcheert hij en prikt hij op straat passanten in hun bil. Hoe kwaaier ze reageren, hoe luider Raymond schatert.” (54)

2 “Hij dacht dat hij God was. Al wat hij voortbracht beschouwde hij als goddelijk. Zijn afgeknipte nagelrandjes bewaarde hij als relikwieën in een luciferdoosje, urine in lege melkkartonnen, zijn ontlasting wikkelde hij in kranten en stapelde hij op in een hoek van zijn huiskamer.Niets van wat hij afscheidde mocht terugkeren in de grond. Hij die Hemelrijk heette, was niet van de aarde. Al wat hij aan de aarde onttrok werd in en door hem geheiligd. Zijn lichaam was een tempel van God, wat uit hem kwam moest als een altaarschat worden gekoesterd.”(61)



COMMENTAAR KARAKTER:



Omdat dit boek uit korte verhalen bestaat, zijn er geen hoofdpersonen die zich in de loop van het boek ontwikkelen. Wel komt de schrijver op zijn reizen (citaat 1) veel mensen tegen in wie hij geïnteresseerd raakt. Dit zijn vooral excentrieke of soms zelf geestelijk gehandicapte mensen. Als de schrijver in een van de verhalen zelf een personage verzint (citaat 2) werkt hij het meestal in het begin van het verhaal al uit en gaat daarna in op wat er met de persoon gebeurde. Uit citaat 1 en 2 blijkt overigens dat het niet gaat om flat maar om round characters gaat.



CITATEN STREKKING:



Géén motto.

Géén opdracht.

Ik denk ook dat de schrijver géén bedoeling heeft met dit boek, ook in de verhalen apart kan ik geen bedoeling vinden



COMMENTAAR STREKKING:



-

-

-



PERSPECTIEF:



Casablanca: Ik-perspectief, belevende ik.

Van hoog tot laag: Ik-perspectief, belevende ik.

Het mussejong: Ik-perspectief, belevende ik.

God en de gekkenrechter: Auctoriaal perspectief, de schrijver vermeld ook de meningen van de buren van de hoofdpersoon.

Charlotte’s baby: Auctoriaal perspectief, de schrijver praat over de gevoelens van de vrouw en die van de man

De deserteur: Auctoriaal perspectief, de schrijver vermeldt niet alleen wat de hoofdpersoon denkt, maar ook wat zijn vrienden denken.

Beet: Ik-perspectief, vertellende ik.

De vraatzuchtige spreekt: Ik-perspectief, belevende ik.



TIJD:



Op ‘De deserteur’ na, spelen alle verhalen zich in deze tijd af. De deserteur speelt zich vlak na de Tweede Wereldoorlog af, in de tijd dat de Amerikaanse troepen in het Westen van Duitsland gelegerd waren en de Russische troepen in het Oosten. Alle verhalen zijn continu geschreven en er komen geen anticipaties of retroversies in voor.



STRUCTUUR:



Het boek is ingedeeld in acht verhalen, sommigen van deze verhalen zijn ook nog eens ingedeeld in hoofdstukken, deze hoofdstukken hebben geen naam en ook geen nummer.



BIOGRAFIE:



“Adriaan van Dis wordt op 16 december 1946 geboren in Bergen. In 1967 gaat hij studeren; eerst Nederlands daarna Afrikaans. In 1974 gaat hij schrijven voor het NRC Handelsblad, dit doet hij tot 1985. In 1983 wordt hij landelijk bekend met het televisieprogramma “Hier is … Adriaan van Dis.”

Van Dis debuteert als schrijver in 1983 met het autobiografische boek Nathan Sid. Van Dis ontvangt voor het boek het Gouden Ezelsoor, de prijs voor het best verkochte literaire debuut. In 1996 schrijft hij het boekenweekgeschenk; Palmwijn.” Adriaan van Dis schrijft met name reisverhalen.



EIGEN MENING:



Ik vind het een redelijk leuk boek, omdat het lekker doorleest en het naar mijn menig ook humoristisch geschreven is. Vooral omdat het uit meerdere korte verhalen bestaat en daardoor goed doorleest, is het in één ruk uit te lezen. De verhalen hebben één ding gemeen; de ik-figuur (indien aanwezig) neemt vooral waar en speelt zelf niet echt een grote rol in het verhaal. Deze manier van schrijven had ik nog niet eerder in een ander boek gezien en bevalt mij wel.



BRONVERMELDING:



Ik heb dit hele boekverslag zelf geschreven op de biografie na, die heb ik van internet gehaald, hieronder staat de URL link:



http://www.google.com/search?q=cache:RmYfCx1BopAJ:vincent.vanscherpenseel.nl/school/get.php%3Fid%3D60+Biografie+van+Dis&hl
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen