Oorspronkelijke titel: Hjärtans Fröjd
Genre: Romantiek, liefde
Vertaling: Femke Blekkingh-Muller
Jaar van eerste uitgave en de uitgever: 1992, Lemniscaat
Jaar van uitgave en de uitgever van deze uitgave: 2002, Malmberg
Het verhaal is ingedeeld in hoofdstukken.
Aantal hoofdstukken: 37
Aantal bladzijdes: 122
Leeftijd: vanaf 13 jaar
De beknopte analyse
De personages
- Derde persoon enkelv. manl.; HIJ.
- De hoofdpersoon is een zestienjarige jongen. Hij is een beetje in zichzelf gekeerd.
- In het boek wordt de jongen Derde persoon enkelv. manl.; HIJ genoemd.
- Zijn ouders zijn gescheiden en hij woont bij zijn moeder en stiefvader en diens dochter.
- Als hij Ann-Katrin ontmoet, is hij eerst verlegen, maar geleidelijk bloeit hij op.
- Zij vind hem aardig en grappig en hij voelt zich geaccepteerd. Hij is ook een beetje naïef: hij zit zo met zijn hoofd in de wolken dat hij bepaalde signalen niet opmerkt. Pas later, als hij de film opnieuw draait, herkent hij die.De gevoelens van de anonieme hij-figuur zijn herkenbaar.
Ann-Katrin (Melisse)
- Zij heeft rood haar en ruikt naar melisse. Ze is open en spontaan en lijkt volwassener dan de jongen. Zij neemt ook het initiatief, waardoor de vriendschap meer inhoud krijgt.
- Ze probeert hem duidelijk te maken dat ze de vriendschap op prijs stelt, maar dat ze niet gebonden aan hem wilt zijn. Ze vertelt eerlijk dat er in de zomer een vriend bij haar komt logeren. Als ze zich op de laatste avond voor de vakantie laat gaan, wekt ze verkeerde verwachtingen bij de jongen (‘hij’).
Thema
Het boek gaat over liefdesverdriet en de wanhoop van een jongen. Het gaat vooral ook over het overwinnen van die wanhoop.
Titelverklaring
De titel is de geur van melisse omdat Ann-Katrin een geur van melisse achterlaat in de bus en hij zal dat nooit vergeten want dat was het eerste wat hem op viel aan Ann-Katrin. Als hij bij Ann-Katrin thuis komt heeft ze citroen-melisse plantjes op haar kamer staan. Alles ruikt er naar melisse. Later geven de zaadjes van de melissenplant de jongen weer de kracht om verder te gaan.
Tijd en plaats van handeling
De geur van Melisse lijkt op een filmscript.
Het verhaal duurt een avond, maar daarnaast zijn er verscheidene ‘filmpjes’ uit zijn leven.
De jongen zit op zijn kamer, ergens in Zweden. En kijkt naar zijn eigen film.
In de eerste en laatste hoofdstuk zien we de jongen op zijn kamer. Uiteindelijk blijkt hij te wachten op een telefoontje van Ann-Katrin. De andere hoofdstukken spelen zich af in de hoofd van de jongen. De beschreven tijd is van november tot augustus.
Het speelt zich af ergens in Zweden. En de jongen brengt zijn vakantie in Amerika door.
Hoofdgedachte
Liefde maakt blind.
Vertelwijze
Met enkele woorden weet de schrijver een gebeurtenis beeldend neer te zetten en gevoelens goed te beschrijven. Bepaalde scènes zie je echt voor je.
In de hoofdstukken waarin de voorwerp worden beschreven neemt de schrijver het woord. Als een camera registreert hij dan wat er gebeurt. Er is hier sprake van een alwetende verteller
Samenvatting
Deze jeugdroman gaat over een jongen die op een zaterdagavond alleen thuis is. Het begint met het hoofdstuk ‘Wat je zou hebben gezien en gehoord’. De naam zegt het al, de schrijver vertelt je als je voor een huis had gestaan (ergens in Zweden) wat je dan gezien en gehoord had. In het 2e hoofdstuk kijk je mee met een jongen die in dat huis woont. Voor je ogen speelt zich een korte film af. In de rest van het verhaal wordt duidelijk welk verband het 1e met het 2e hoofdstuk heeft.
Het is een zaterdagavond en de jongen is alleen thuis en hij heeft een paar voorwerpen op zijn bureau liggen over elk voorwerp heeft hij een herinnering:
De voorwerpen op zijn bureau zijn:
- Buskaart (Hij had haar voor het eerst in de bus ontmoet)
- ansichtkaart (Gekregen van haar)
- Duitse grammatica boek (Gijzelaar om bij haar thuis te komen)
- Bloempot met kruidenplantje(Het citroen-melisse plantje dat hij van haar heeft)
- Bladzijde uit een zangboek (Het liedje over melisse)
- LP (Het liedje “Red hair” doet hem aan haar denken)
- Leeg plastic bakje (Daar heeft hij het haar van haar in opgezameld)
- Pakje condooms (Die hij had gekocht voor de avond hun alleen)
- Laken (Waar ze onder gevreeën hadden)
- Rafelige Amerikaanse vlag (Als hij niet in Amerika was geweest was het anders gegaan)
- Zwart notitieboekje (Als zijn aantekeningen over Melisse)
- Pakje met gekrulde linten (Cadeau dat hij voor haar had gekocht)
- Bioscoopkaartje (Naar de bios waar Hans-Peter bij was)
- Scheermesje en een potje pillen (Voor de zelfmoord te plegen)
- Telefoon (De telefoontjes die hij van haar krijgt)
- Zakje zaad (Voor Melisse plantjes te poten)
Al deze spullen doen hem denken aan haar, het meisje die hij Melisse noemt omdat ze naar melissenplantjes ruikt, maar in werkelijkheid Ann-Katrin heet.
De jongen die in het boek derde persoon enkelv. manl. ‘hij’ word genoemd vertelt zijn verhaal stukje voor stukje. Hij probeert Melisse te vergeten en doet daarom stuk voor stuk een herinnering weg en vertelt erbij wat de herinnering betekent.
In de bus zag hij haar voor de eerste keer en het was voor hem liefde op het eerste gezicht. Ze kwamen steeds meer met elkaar aan de praat. Hij kreeg een ansichtkaart met een kat en een meisje die op een kat leek van Ann-Karin, omdat hij haar de dag van tevoren met een kat had vergeleken. Ann-Karin moest leren in de bus voor een Duitse repetitie voor de dag erna. Ann-Karin liet hem een stuk uit het Duitse grammatica boek zien omdat er een stuk over een kat in stond. Pas toen hij thuis was kwam hij erachter dat hij het Duits boek van Ann-karin nog had. Hij belde haar op om te vragen of hij het langs mocht komen brengen. Ann-karin vond het goed. Toen hij op haar kamer kwam ontdekte hij een citroen-melisse plantje. Ze praatten de hele avond. Wanneer het tijd werd om naar huis te gaan mocht hij van Ann-karin die hij vanaf nu melisse noemt, omdat ze naar die plantjes ruikt, een citroen-melisse plantje meenemen. Hij stopte het in zijn tas en kwam er thuis achter dat hij nog steeds het Duitse boek in de tas had zitten. Vanaf dat moment gebruikten ze elke keer het Duits boek als gijzelaar. Hij nam het elke keer weer mee naar huis.
Op een dag was hij alleen thuis want zijn familie was een weekend weg. Hij nodigde Melisse uit en ze gingen eerst wat eten daarna belandden ze op zijn kamer en ook in zijn bed.De volgende dag was de laatste dag dat hij Melisse nog kon zien, voordat hij een maand naar Amerika ging, hij had er geen zin in want dan moest hij Melisse een maand missen. In Amerika krijgt hij vrienden en hij stuurt Melisse 12 brieven waarin hij vertelt over zijn gebeurtenissen (die niet helemaal waar zijn). Hij krijgt maar 1 ansichtkaart terug van Melisse. Als hij weer naar huis gaat krijgt hij een Amerikaanse vlag van zijn vrienden als herinnering.
Eenmaal weer thuis, na een lange maand, wilt hij zo snel mogelijk naar Melisse toe. Om haar weer te zien en om haar het cadeautje te geven wat hij daar in Amerika voor haar heeft gekocht.
Hij gaat bij Melisse binnen en vertelt dat hij een dag eerder naar huis is gegaan zodat hij haar eerder kon zien. Dat hij een dag eerder was terug gekomen beviel Melisse niet.
Hij ontdekt dat Melisse niet alleen thuis is. Er is nog iemand bij haar thuis namelijk Hans-Peter, hij noemt hem Nazi-Hans. Melisse had verteld dat ze bezoek krijg van een vriend die ze op wintersport had leren kennen. Maar wat ‘hij’ niet door heeft is dat Nazi-Hans en Melisse een relatie hebben. Hij ontdekte het pas na het bioscoopbezoekje als Melisse een Mona-lisa lachje naar Nazi-Hans werpt. Melisse probeerde alles uit te leggen maar hij wou niet met haar praten. Ze had zijn hart gebroken.
Pas als hij thuis is gaat hij alles op een rijtje zetten, hij herhaalt de film voor zijn ogen. En komt dan dingen tegen die hij eerst niet had opgemerkt aan Melisse omdat hij hopeloos verliefd op waar was.
Hij voelt zich zo wanhopig dat hij zelfmoord wil plegen, alleen Melisse kan hem nog redden, door hem te bellen. Als hij zo’n beetje alle voorwerpen (herinneringen) heeft weggegooid heeft hij alleen nog een doosje blauwe pilletjes en melissezaad voor zich.
Hij wacht op het telefoontje…
Ondertussen doet hij wat melissezaad in zijn mond en kauwt erop. Die zaadjes geven hem zo de kracht dat hij gauw het potje met blauwe pilletjes weg zet. En besluit dat hij toch maar geen zelfmoord pleegt. Dan wordt er gebeld…
Hij neemt niet op en zegt tegen de telefoon: ‘Ik hou van je’.
Dat is het einde van de film van de jongen. Het boek eindigt ook met het hoofdstuk waarmee het begon: ‘Wat je zou hebben gezien en gehoord’. |