![]() |
Boekverslag : Jona Oberski - Kinderjaren
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1301 woorden. |
Bibliografie Bzztôh, 's-Gravenhage, eerste druk: 1978 Oorlogsnovelle, 101 pagina's, 21 hoofdstukken met titel in vijf afdelingen, ik-verteller. Hoofdfiguur: ik-verteller. Bijfiguren: zijn vader en moeder. Samenvatting De ik-figuur, een zoontje van Duits-joodse emigranten, bevindt zich met zijn moeder bij "vergissing" in doorgangskamp Westerbork. Na een week mogen ze terug naar huis, naar zijn vader in Amsterdam. Het oude vertrouwde gezinsleven wordt hervat. Maar de lieve vrede komt steeds meer in het gedrang door de antisemitistische maatregelen van de bezetter. Op een dag worden de gezinsleden in alle vroegte van hun bed gelicht. Ze moeten "op reis". In de haast kunnen ze alleen de hoognodige spullen meenemen. Met een grote groep lotgevallen (waaronder tante Trude) worden ze per trein naar Wester-bork weggevoerd. Velen verkeren in de waan naar Palestina te gaan. Vanuit Westerbork reizen ze, in stampvolle veewagens, door naar Duitsland. De eindbestemming is het concentratiekamp Bergen-Belsen. Palestina lijkt verder weg dan ooit. In het kamp wordt de jongen met zijn moeder gescheiden van zijn vader. Op de verjaardag van vader brengen ze hem heimelijk een bezoek. Hij blijkt erg veran-derd en sterk verzwakt. Als cadeautje geven ze hem een taart, van uit hun mond gespaarde "bij elkaar gepropte aardappelen en stukjes brood". Enige tijd later wordt zijn vader in de ziekenbarak opgenomen. Het gaat snel slechter met hem. De jongen en zijn moeder zijn bij hem als hij sterft. Na het overlijden van zijn vader wordt de jongen door de oudere kinderen met wie hij optrekt voor vol aangezien. Om te bewijzen dat hij geen kleintje meer is, moet hij het "ketelhuis" binnengaan. Daar ziet hij talrijke lijken kriskras door elkaar op een hoop gekwakt. Het is een "knekelhuis", geen ketelhuis. Hij zoekt er wanhopig naar zijn vader. Op een ochtend wordt de jongen voor dag en dauw door zijn moeder gewekt. Als ze opschieten, kunnen ze mee met de trein "naar Palestina". Weken zitten ze in de trein, die nu eens oostwaarts dan weer noordwaarts rijdt. Vaak ook staat hij dagenlang stil. Tijdens een van die stops zien ze Russische soldaten langs marcheren met Duitse krijgsgevangenen bij zich. Het is afgelopen. Ze zijn vrij. De trein spoort door naar Tröbitz. De jongen wordt er met Trude en ene Eva in een van de moffen gevorderde villa ondergebracht. Zijn moeder die de reis te veel is geworden, wordt naar een "ziekenhuis" getransporteerd. Daar sterft ze. Eva licht de jongen in. Hij valt flauw en krijgt hoge koorts. Ze zijn bang dat hij ook doodgaat. Maar de koorts wijkt. Als hij weer beter is, gaan ze - in open vrachtwagens, onder begeleding van Canadezen - op huis aan. Terug in Mokum raakt iedereen door het dolle heen. 's Avonds is er een feest. De jongen wordt als pleegkind opgenomen in het gezin van de vroegere werkgever van zijn vader (meneer Paul) en zijn vrouw (tante Lisa). Hij is heel lastig voor hen. Zij zijn heel goed voor hem. TIJD Begin tot einde Tweede Wereldoorlog. Het verhaal is chronologisch verteld. RUIMTE Amsterdam, Westerbork en Bergen-Belsen. VRAGEN EN ANTWOORDEN Waaruit blijkt dat het boek voor een groot deel autobiografisch is? Het verhaal eindigt met de opdracht "Aan mijn pleegouders die heel wat met me hadden uit te staan". Waarvoor heeft de schrijver dit werk geschreven? In eerste instantie schreef Oberski zijn boek als een soort vingeroefening voor het maken van proza. Hij heeft getracht met dit werk duidelijk te maken hoe hij die verschrikkelijke jaren beleefd heeft. Hij voegt er zelf aan toe: "Voor mij is het boek niet primair literair, al moet het evenmin beschouwd worden als biografisch of historisch". Op welke andere oorlogsnovelle lijkt het een beetje? Het heeft wat weg van "Het bittere kruid": dezelfde kroniek-achtige opbouw in korte hoofdstukjes; dezelfde heldere zakelijke stijl; dezelfde manier van waarne-men en het ontbreken van emotionele, verheven woorden. Wat is het belangrijkste verschil? De ik-verteller is veel jonger dan de ik-verteller uit "Het bittere kruid". Wat dat betreft lijkt het meer op het gegeven uit "Wierook en tranen". Ook daarin wordt de oorlog beschreven vanuit de visie van een kind. Welk belangrijk verschil kun je noemen? De kinderlijke visie op de gebeurtenissen in "Kinderjaren" is goed doorgevoerd. Dat is in "Wierook en tranen" niet het geval. Hoe oud is de hoofdpersoon? Als het verhaal aanvangt is de hoofdfiguur ongeveer 4 jaar. Het knappe van het verhaal is dat je als lezer meekijkt met de 4-jarige hoofdfiguur, die in de ik-vorm vertelt zonder dat dat storend werkt. Het is dus niet een verhaal waarin een volwassenen ik-figuur (vertellende ik-figuur) terugblikt op zijn jeugd, hoewel het verhaal in de verleden tijd beschreven is. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de "vertellende ik" en de "belevende ik". Wat is daarvan het gevolg? De lezer heeft soms eerder door wat er aan de hand is, dan de hoofdfiguur. Hierdoor krijgt het verhaal een vreemd soort spanning. Kun je daarvan een voorbeeld geven? Ja, bij het vertrek uit Westerbork lees je: "Nu gaan we weg. Nu gaan we naar Palestina." Door het kennisoverwicht dat je als lezer hebt, ben je geneigd de ik-verteller te corrigeren. Je weet dat de ik-figuur waarschijnlijk in een kamp terechtkomt. Hoe komt het dat een kind tegen de keiharde werkelijkheid is opgewassen? Het afweer mechanisme van een kind berust vooral op onbegrip. Het onvermogen de slechtheid van de omgeving te kunnen doorgronden. Daardoor (de slechtheid wordt niet echt ervaren) wordt de toekomst niet echt gevreesd. Hoe komt het dat de spanning in het begin direct voelbaar is? Aanvankelijk worden de ik-figuur en zijn moeder bij vergissing weggevoerd. Ze zullen teruggaan naar vader in de stad. Dat gebeurt inderdaad, maar de dreiging van de vergissing blijft doorklinken in de (nog) gelukkige, idyllische beginscènes. Welke scènes zijn dat? Een verjaardag (de ik-figuur krijgt een harlekijn), bij vader op kantoor op een schrijfmachine tikken, het stuur mogen vasthouden van de pont. Wat volgt er dan? Het thuis weggevoerd worden; het verzamelen in de Hollandsche Schouwburg; de treinen en het aankomst in het kamp. Dan begint de hel. Noem eens een aantal gruwelijkheden. De ondervoede kinderen mogen bij wijze van gunst de etenspannen leegeten; de moeder mag tegen betaling de verjaardag van de vader met hem samenvieren (enkele minuten slechts; het cadeau voor de vader is een taart die uit etensresten is gemaakt); de dood van de vader; het bezoek van de ik-figuur aan het knekel-huis; de dood van de moeder. In hoeverre is het verhaal cyclisch? Het verhaal begint en eindigt in Amsterdam. LITERATUURGESCHIEDENIS Jona Oberski wordt in 1938 in Amsterdam geboren. Zijn ouders zijn in de jaren dertig vanuit Hitler-Duitsland naar Nederland gevluchte joden. Gedurende de Tweede Wereldoorlog zit het gezin in een kamp. Anders dan zijn ouders keert Jona levend in Amsterdam terug. Hij wordt ondergebracht bij pleegouders, volgt een studie natuurkunde en specialiseert zich als kernfysicus. Regelmatig praat Jona over zijn oorlogservaringen. Hij heeft daarbij telkens het idee niet precies te kunnen zeggen wat hij werkelijk wil zeggen. Midden jaren zeventig meldt hij zich bij een literaire workshop onder leiding van de dichteres Judith Herzberg. Hij houdt zich hoofdzakelijk bezig met poëzie. Een echt thema heeft hij niet. Maar ineens komt alles samen: het schrijven, het praten over de oorlog en de ontevredenheid daarover. In zes weken schrijft Jona zijn boek: Kinderjaren. Hij laat de novelle aan Herzberg lezen, die er erg van onder de indruk is. Ze stimuleert hem het werkje te publiceren en helpt hem bij de bewerking. In 1978 komt het uit. Kinderjaren is Oberski's enige boek tot nu toe. Of er ooit nog ander werk van hem zal verschijnen, staat nog te bezien. EIGEN MENING Mooi boek, erg zielig omdat het uit het oogpunt van een kind is geschreven. Hij komt het ene moment heel kinderlijk over en het andere moment juist niet. Dat is best realistisch en het is ook heel interessant om te lezen hoe een jongetje omgaat met een vreselijke omstandigheden in een concentratiekamp. En je realiseert je meteen hoe belachelijk het is om een heleboel mensen, zelfs een onschuldig jongetje, vast te zetten en om te brengen alleen omdat ze Joods zijn. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |