Boekverslag : Harry Mulisch - De Aanslag
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1760 woorden.

Bibliografie
Amsterdam, De Bezige Bij, 1991, eerste druk: 1982

Het Motto
Het motto is: "Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht." C.Plinius Caecilius Secundus Epistalae, VI, I6.

Het motto is ontleend aan een brief van een Romeinse senator, die verslag doet van de rampzalige uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79. Pompeji werd bedolven en kwam in een absolute duisternis. Zo'n ramp is "de aanslag" voor Anton: hij komt terecht in een diepe duisternis.


Samenvatting
SAMENVATTING

Proloog
Aan de rand van Haarlem staan langs het Spaarne vier villa's. In "Buitenrust" woont de familie Steenwijk: vader (griffier bij de rechtbank), moeder, Peter (17 jaar) en Anton (12 jaar). Links van hun huis staat de villa van de familie Beumer en rechts het huis van meneer Korteweg en zijn dochter Karin.

Eerste Episode,1945
Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor het huis van de buren Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg, hoofdinspecteur van politie. Korteweg en dochter Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar buiten om het dode lichaam weer weg te zeulen. De duitsers komen; Peter vlucht weg en neemt het pistool van Ploeg mee. Anton en zijn ouders worden uit het huis gehaald en de villa wordt in brand gestoken, nadat eerst de ruiten kapot zijn geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er met zijn ouders gebeurt, weet hij niet.
Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede geworpen. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over fascisten ("ze zullen zeggen, dat het de schuld van de illegaliteit is") en over de noodzaak hen te haten.

Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is. Oom Peter haalt hem op.

Tweede Episode, 1952
Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante, een kinderloos doktersechtpaar aan de Apollolaan in Amsterdam. Na de oorlog blijkt, dat zijn ouders en Peter in de fatale nacht ter plekke zijn doodgeschoten. Anton reageert beheerst; hij gaat niet op onderzoek uit.

Na het gymnasium gaat hij medicijnen studeren. Als hij tweedejaars is, wordt hij door een studiegenoot uitgenodigd op een feestje in Haarlem. Zo komt hij in 1952 voor het eerst weer terug in de stad die hij in januari 1945 heeft verlaten. Het feestje wordt voor hem een teleurstelling, omdat een paar brallerige studenten kwetsende opmerkingen maakt. Anton wordt hierdoor herinnerd aan hetgeen hij in de oorlog heeft meegemaakt. De aansporingen om zich als vrijwilliger aan te melden voor de oorlog in Korea doen hem besluiten het feestje vroegtijdig te verlaten.

Op de terugweg komt hij langs de kade waar zijn ouderlijk huis heeft gestaan. Mevrouw Beumer roept hem binnen. Ze vertelt dat Antons moeder op die fatale januari-avond een Duitser is aangevlogen en dat zij en haar man daarna zijn doodgeschoten. Anton vertrekt zwijgend en loopt langs het monument dat is opgericht voor de slachtoffers van de januari-tragedie. Hij leest de namen van de gefusilleerden, waaronder die van zijn ouders. De naam van Peter staat er niet bij.

Bij navraag blijkt dat zijn oom hem wel verteld heeft over het monument, maar dat hij de onthulling niet wilde bijwonen. Anton voelt voor het eerst iets van angst voor het afgesloten verleden.

Derde episode, 1956
Na zijn kandidaatsexamen gaat Anton op kamers wonen in de binnenstad van Amsterdam. In 1956 vallen de Russen Hongarije binnen. Dagenlang is het rumoe-rig rond het hoofdkwartiervan de C.P.N. in Amsterdam (het gebouw Felix Meritis). Tijdens een relletje ontmoet Anton in het portiek van zijn huis Fake Ploeg jr., die een kei in zijn hand heeft. Op de kamer van Anton ontwikkeld zich een heftig gesprek. Omdat zijn vader in de oorlog fout was, heeft Fake niet kunnen studeren. Hij werkt nu in een zaak voor huishoudelijke artikelen. Hij is fel anti-communi-stisch ("Het zijn niet toevallig dezelfde rotcommunisten geweest, die mijn vader hebben vermoord"). Anton verwijt Fake dat het de vrienden van zijn vader waren, die Antons familie hebben uitgeroeid. Fake wordt woedend en verbrijzelt de spiegel met zijn kei. Kort daarop ontploft de oliekachel, waardoor de kamer vol roet komt. (Er is sprake van een herhaling van hetgeen in januari 1945 is gebeurd: de Duitsers sloegen de ruiten kapot en staken het huis van Antons ouders in brand.)

Vierde Episode, 1966
In 1959 doet Anton artsexamen. Hij krijgt een assistentschap in de anesthesie en gaat in de buurt van het Leidseplein wonen. Hij werkt in het Wilhelmina Gasthuis. In Londen ontmoet hij de stewardess Saskia de Graaff. Een jaar later trouwen ze. Ze kopen een half huis in de buurt van het Concertgebouw. De vader van Saskia is ambassadeur in Athene. In de oorlog speelde hij een belangrijke rol in het verzet. Begin juni 1966 wordt Sjoerd begraven. Hij was een bekend journalist, die in de oorlog in het verzet zat. Omdat hij een vriend was van De Graaff, gaan Anton, Saskia en hun dochtertje Sandra ook naar de begrafenis. Na afloop van de plechtigheid komt Anton in contact met de vrijheidsstrijder Cor Takes. Deze heeft Fake Ploeg doodgeschoten. Anton wil eigenlijk niet meer over het gebeurde uit de oorlog praten, maat Takes moet zijn hart luchten. hij tracht zich te rechtvaardigen door te vertellen over de gruweldaden van Ploeg. Over het gezeul met het lijk van Ploeg weet hij niets. Hij vertelt over zijn vriendin Truus Coster. Zij blijkt het meisje te zijn met wie Anton een nacht in de cel heeft gezeten. Anton hoort nu, dat ze drie weken vóór de bevrijding is terechtgesteld. Takes geeft zijn adres en telefoon-nummer aan Anton.

Anton gaat met zijn gezin en schoonouders ergens lunchen. Daarna gaat hij met Saskia en Sandra naar het strand. Door de onthullingen van Takes is hij helemaal uit zijn evenwicht. Hij wil de foto van Truus die in het bezit is van Takes, zien. In een foto van Saskia herkent hij het beeld, dat hij sinds 1945 in zijn hoofd heeft van Truus.

De volgende dag gaat Anton naar Takes, die nog helemaal met zijn gedachten in het oorlogsverleden leeft. Het vrijlaten van de oorlogsmisdadiger Lages maakt de verzetsheld woedend. Anton ziet de foto van Truus. Takes vertelt over zijn verhouding met Truus. Zij was het die de laatste twee schoten op Ploeg afvuurde. Ploeg heeft haar daarna nog met een schot verwond. Anton is zeer geëmotioneerd.

Laatste Episode, 1981
Anton en Saskia zijn gescheiden en Anton is hertrouwd met Liesbeth, die kunstge-schiedenis studeert. Ze hebben een zoon: Peter (1969). Anton verdient veel en heeft vier huizen. Hij is vaak in Italië. Hij wordt neerslachtig en heeft soms ook last van een crisis.

In 1978 gaat hij met Sandra naar Haarlem. Op de plaats waar het verbrande huis heeft gestaan, is een bungalow gebouwd. Ze bezoeken het monument en het graf van Truus Coster op de erebegraafplaats in Bloemendaal. Sandra legt een roos op het graf. Door de emoties weet Anton nu plotseling, wat Truus in de cel tegen hem heeft gezegd. Als Anton het aan Takes wil vertellen, blijkt het huis van de verzetsman te zijn gesloopt.

Tijdens een vredesdemonstratie op 21 november 1981 te Amsterdam ontmoet Anton Karin Korteweg. Van haar verneemt hij, dat Peter in januari 1945 bij de Kortewegs is binnengevlucht. De Duitsers hebben hem neergeknald. Korteweg en zijn dochter zijn naar de Ortskommandant gebracht. Anton herinnerd zich dat hij Korteweg daar even heeft gezien (zie blz.59). Hij hoort nu ook waarom Korteweg het lijk weg wilde hebben: hij was bang voor zijn hagedissen. Toen bleek welke represaillemaatregelen de Duitsers namen, heeft hij de beestjes zelf doodget-rapt. Hij wilde het lijk niet voor het huis van Aarts leggen, omdat daar drie joden ondergedoken zaten. Nu weet Anton alles. Hij laat Karin hulpeloos achter en wordt opgenomen in de stroom demonstranten. Samen met Peter loopt hij verder.



FICTIE EN WERKELIJKHEID



In de roman De Aanslag hebben we uiteraard te maken met fictie. Toch komen er in het boek gebeurtenissen en personen voor die aan de werkelijkheid zijn ont-leend. De verzetsstrijdster Truus Coster vertoont zeer opvallende overeenkomst met Hannie Schaft. Fake Ploeg doet denken aan Fake Krist, een politieman die op 25 oktober 1944 aan de Westergracht te Haarlem werd doodgeschoten. Van deze dode politieman bestaat een foto die Harry Mulisch gebruikt heeft bij de beschrijving van de op straat liggende Ploeg. Zie het boek van Ton Kors getiteld Hannie Schaft (Amsterdam, 1976.) Sjoerd doet denken aan de journalist Henk van Randwijk.



TITEL

De aanslag op Fake Ploeg veroorzaakt de dood van Antons ouders, maar niet alleen dat, ook de loop van zijn verdere leven. Onbewust is Anton zijn hele verdere leven met deze aanslag bezig. Het is dus ook een aanslag op Antons gedachten.



PERSONAGES

Anton is rustig, intelligent en gevoelig. Hij heeft geen haatgevoelens t.o.v. de Duitsers of Fake Ploeg. Anton heeft een round character, omdat hij veel verschil-lende eigenschappen heeft en omdat hij verandert door de gebeurtenissen in zijn leven, hij wordt zelfbewuster en zelfstandiger.

De andere personen in het boek worden niet uitvoerig beschreven. Zij beïnvloe-den Antons ontwikkeling en zorgen dat Anton steeds meer te weten komt over de aanslag. Al deze personen hebben een flat character en sommigen staan model voor groepen mensen van wie hun leefwijze in het heden op verschillende manieren door de oorlog beïnvloed is.



TIJD

Het verhaal wordt chronologisch verteld met flash-backs en vooruitwijzingen. De vertelde tijd duurt 37 jaar. Het boek is geschreven in de verleden tijd.



THEMATIEK

Thema
De schuldvraag. Wie is schuldig aan de dood van Antons ouders en broer?

Motieven
Tegenstellingen: in de aanslag zijn veel tegenstellingen te vinden zoals stilte-lawaai, schuld-onschuld, goed-slecht, liefde-haat en de belangrijkste, licht-duister-nis (donker).



LITERATUURGESCHIEDENIS

Harry Kurt Viktor Mulisch werd op 29 juli 1927 in Haarlem geboren. Hij trouwt in 1971 met Sjoerdje Woudenberg. Zij krijgen 2 kinderen, Anna en Frieda. Mulisch is al vroeg gaan schrijven, zijn eerste boek publiceerde hij in 1952. Hij heeft veel literaire prijzen gekregen, o.a. de Constantijn Huygenprijs (1977) en de P.C. Hooft-prijs (1977). Samen met W.F. Hermans en Gerard Reve wordt Mulisch tot de bekendst hedendaagse Nederlandse auteurs gerekend. Een aantal van zijn boeken: Bloedbruiloft, Stenen Bruidsbed en De Grens.



EIGEN MENING

Ik vond het een mooi boek. Het begin was echter het mooiste, want aan het eind had je veel meer emoties e.d. en die zaten aan het begin niet. Daar was het meer actie. Maar over het algemeen vind ik het een mooi boek.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen