Boekverslag : Hieronymus Van Alphen - Proeve Van Kleine Gedigten Voor Kinderen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1462 woorden.


Hoofdstuk I Beschrijven




§ 1.1 Proeve van kleine gedigten voor kinderen, Hieronymus van Alphen, 1978


oorspronkelijke uitgave: Utrecht, Jan van Terveen en zoon, 1779




§ 1.2 Deze bundel bestaat uit 66 versjes die het kind aansporen om te leren. De volgende zes onderwerpen komen in de bundel voornamelijk naar voren:


1. De verhouding mens en God komt sterk naar voren. Zo beseft een jongen in het versje “De bedelaar” dat God het met iedereen goed voor heeft alleen de een in alle wijsheid wat meer geld geeft dan de ander. Naar het bevel van Jezus moet je voor de armen zorgen. Verder leert Van Alphen de kinderen dat God het kind lief heeft, je God moet loven, Hem dankbaar moet zijn en vrezen. Jezus is de kindervriend die zonden en gebreken vergeeft.


2. In de relatie tussen ouders en kinderen weerspiegelt men de relatie tussen mens en God. Zo maakt in de vertelling “De pruimeboom” Jantje de overweging of hij wel of niet gehoorzaam aan zijn vader en God zal zijn.


3. De verhouding tussen de mens in het algemeen gaat over naastenliefde, barmhartigheid en liefdadigheid (“De bedelaar”). Zo laat het gedicht “De waare rijkdom” zien dat rijkdom maar betrekkelijk is.


4. De verhouding tot de natuur. Dieren vertolken in de gedichten meestal de moraal. Zo ook in “Het hondjen” waar een jongetje beseft dat als een beest zo dankbaar is, dat ‘men’ van hem dan ook wel veel verwacht.


5. Een lichamelijke zaak wordt bijvoorbeeld besproken in “De gezondheid”. Een belangrijke passage in dit gedichtje is: “ Die nooit genoeg heeft voor zijn mond, leeft zelden vrolijk en gezond.” Hierin klinkt door dat Van Alphen ziekte beschouwt als een gevolg van de zonde.


6. Goede eigenschappen zijn in de tijd van de dichter het opzij leggen van speelgoed dat dan plaats maakt voor boeken om het kind wijsheid en deugden bij te brengen. Deze wijsheid zal leiden tot tevredenheid en geluk. Zo ook in “Klaartje en Keetje”.




§ 1.3 Deze gedichtenbundel sprak mij vanaf het begin zeer aan. Dit met name omdat ik erg benieuwd ben wat men de kinderen vroeger wilde bijbrengen. Aangezien mijn kern de ontwikkeling tot volwassene is, is ‘Proeve van kleine gedigten voor kinderen’ het perfecte boek om te lezen.






Hoofdstuk II Verdiepen




§ 2.1 Hiëronymus van Alphen werd geboren op 8 augustus 1746 te Gouda. Na de dood van zijn vader in 1750 verhuisde hij met zijn moeder naar Utrecht waar hij naar de Nederduitse, Franse en Latijnse school ging. Vervolgens ging hij letteren en rechten studeren in Leiden. In 1767 overleed een goede vriend van hem en dit leidde tot zijn bekering tot orthodox Christenen. Hij legde bij het gevoel het accent op de persoonlijke beleving van het geloof. Hiermee liep hij vooruit op de Nederlandse Verlichting. Een voorbeeld hiervan is “Proeve van Stichtelijke mengel-poëzie” die hij samen met zijn vriend Pieter Leonard van de Kasteele schreef (1771). In 1768 werd Van Alphen advocaat in Utrecht en trouwende hij in 1772 met Johanna Maria van Goens. In 1775 stierf zij bij de geboorte van hun derde kind. Naar aanleiding van haar dood schreef hij de “Klaagzang” en deze wed opgenomen in de “Gedigten en overdenkingen” (1777). Voor zijn drie kleine kinderen schrijft Van Alphen de drie bundeltjes “Proeve van Kleine gedigten voor kinderen” (1778-1782). Met deze 66 versjes haalde hij zijn hoogtepunt als dichter. In 1780 werd Van Alphen procureur-generaal, deze functie vervulde hij met Orangistische ijver. In 1781 hertrouwde hij met Catharina Geertruyda van Valkenburg en met haar krijgt hij nog twee kinderen. In 1789 verhuisde hij als stadspensionaris naar Leiden en in 1793 werd hij benoemd tot thesaurier-generaal, soort minister van financiën, van de Republiek der verenigde Nederlanden, waardoor hij naar Den Haag moest verhuizen. In 1795 komen de Fransen en legde Van Alphen als overtuigde aanhanger van de Oranjepartij zijn functie neer. Zijn ambteloosheid en sterfgevallen in zijn gezin en familie leidden ertoe dat Van Alphen in psychische problemen kwam. Op 2 april 1803 stierf Van Alphen.




§ 2.2 “Proeve van Kleine gedigten voor kinderen”. Deze 3 bundeltjes heeft hij voor zijn kinderen geschreven. Het zijn gedichtjes voor kinderen tussen de 5 en 10 jaar. Met deze gedichten wilde Van Alphen nuttige waarheden in rijm voordragen.




§ 2.3 Het belangrijkste thema is: opvoeding tot gelukkige en deugdzame mensen d.m.v. verstandelijk inzicht. De twee hoofddeugden die centraal staan, zijn ijver om kennis en deugd te verwerven en dankbaarheid aan God. Ander thema’s die telkens terugkomen zijn naarstigheid en tevredenheid.


Er komen in de bundel zes onderwerpen uitgebreid aan het licht:


· De verhouding mens en God,


· De relatie tussen ouders en kinderen,


· De verhouding tot de mens in het algemeen,


· De verhouding tot de natuur,


· Lichamelijke zaken,


· Goede eigenschappen.






Hoofdstuk III Verwerkingsopdracht




§ 3.1 Dit werk van Hiëronymus van Alphen kan men plaatsten in de tijd van de Verlichting. De bundel is didactisch – moralistisch uit de vroeg christelijke romantiek of ‘gevoelige Verlichting’. Deze stroming, die van ong. 1780 tot 1800 loopt, vormt de overgangsfase tussen het rationalisme, de Verlichting en de romantiek. Hierin wordt de reden verdrongen door het gevoel en de emotie. De gedichten van Van Alphen waren vooruitstrevend omdat ze een nieuwe opvatting over de opvoeding van kinderen bevatten. In de Verlichting werden kinderen gezien als de mensen die nog maar weinig met de maatschappij te maken hebben gehad en dus nog niet bedorven waren. Daarom moet je ze zoveel mogelijk vrij laten, want dan kunnen ze zichzelf tot een goed mens ontwikkelen. Kinderen werden zo veel vroeger zelfstandig waardoor Van Alphen ze al snel voor volwassenen zag. Dit is wellicht de reden waarom de gedichten voor kinderen soms onbegrijpelijk zijn. Verder zijn de gedichten kort en hebben ze een eindrijm, zodat ze in het geheugen blijven hangen. De illustraties (in koper gegraveerde tekeningen van kunstschilder Buys) verwoorden de kerngedachte van de tekst met daaronder een kernzinnetje uit het gedicht.




§ 3.2 Hiëronymus van Alphen is de Jean-Jacques Rousseau van Nederland. Proeve van kleine gedigten voor kinderen is het belangrijkste Nederlandse jeugdboek uit zijn tijd. Zijn populariteit Van Alphen te danken aan het feit dat zijn gedichten van veel natuurlijker toon dan die van zijn tijdgenoten. Van Alphen paste de inhoud aan de kinderlijke mentaliteit aan waardoor zijn wijze lessen, hetgeen past in de geest van de Verlichting, goed leesbaar zijn, dit in tegenstelling tot vrijwel alle achttiende-eeuwse dichters.




§ 3.3 Zoals al eerder bij § 3.1 gezegd, behoort deze gedichtenbundel van Van Alphen tot het didactisch – moralistische genre. Lang de rationalistische weg probeerde hij logisch te beredeneren hoe het moest. De kinderen spoort hij aan tot deugden als leergierigheid, gehoorzaamheid, naastenliefde, vaderlandsliefde en godsdienstigheid.


Een voorbeeld van zo’n didactisch - moralistisch versje, en tevens zeer bekend:


De perzik


Die perzik gaf mijn vader mij,


Om dat ik vlijtig leer.


Nu eet ik vergenoegd en blij,


Die perzik smaakt naar meer.


De vrolijkheid past aan de jeugd


Die leerzaam zig betoont.


De naarstigheid, die kinderdeugd,


Wordt altoos wel beloond.






Hoofdstuk IV Evalueren




§ 4.1 Op de huidige lezer maken de gedichten een enigszins komische indruk, omdat de kinderen zélf deugden als gehoorzaamheid en leergierigheid aanprijzen; er zijn dan ook talrijke parodieën op geschreven. Tevens zijn ook de ouders in Van Alphen’s wereld te volmaakt en wordt God er wat te vaak bij gehaald. Daar staat tegenover dat ze ook iets heel vertederends hebben en dat ze heel goed geschreven zijn. Van Alphen weet precies de gedachtewereld van de kinderen te treffen en heeft regelmatig strofes geschreven die ook nu nog goed te citeren zijn. Doordat Van Alphen veelal algemene waarden omschrijft, alleen met andere bewoordingen, zijn sommige (delen van) gedichten ook nu nog toe te passen op de mensen in deze tijd. Een voorbeeld hiervan is dit citaat uit de Spiegel:




Die telkens in de spiegel ziet,


En zig met schoonheid vleit;


Beseft de waare schoonheid niet,


Maar jaagt naar ijdelheid.




De bekendste parodie op een versje van Van Alphen is die op de Pruimeboom, geschreven door John O’Mill:




Pruimejantje




Jantje zag eens pruimen hangen


Oh, als eieren zo groot;


De tuinman zag zijn bolle wangen


Sloeg de vuile gapper dood.




§ 4.2 De gedichtjes van Hiëronymus van Alphen zijn gemakkelijk te lezen. Toch vond ik het zo af en toe best moeilijk om de inhoud goed te begrijpen, aangezien de gedichtjes zijn geschreven voor kinderen uit een hele andere tijd die naar vele zaken op een andere manier keken. In de tijd van de Verlichting werden kinderen aangespoord tot leren, hetgeen wij nu op een hele andere manier doen. De opdrachten waren goed te maken aangezien er in het literatuurboek ook al de nodige informatie over Hiëronymus van Alphen staat en ik zelf de gedichten eruit kon pikken die ik leuk vond en tevens goed begreep. Zelf vond ik het heel leuk om zo’n bundeltje te lezen dat eigenlijk voor kleine kinderen bestemd is. Zo kon ik me weer wat beter inleven in de gedachtewereld van kinderen door de jaren heen en is dit werk van Van Alphen zeker een verrijking voor mijn boekenlijst.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen