Boekverslag : Patrik Bernauw - Spookrijders
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 647 woorden.





Spookrijders












Ik heb het boek “Spookrijders” gelezen, dat geschreven is door Patrick Bernauw .Het is oorspronkelijk in het Nederlands geschreven. Ik vind het omslag origineel door de aparte stijl, en dat past heel goed bij het verhaal, maar ik vind het niet zo aantrekkelijk omdat ik niet zo van die stijl houd.




Het verhaal gaat over Johnny, een achttienjarige jongen die helemaal aan de grond zit. Zijn moeder was er met een andere man vandoor gegaan toen hij zes was en zijn vader was gestorven toen hij twaalf was. Zijn grote broer Bob is overleden in een verkeersongeval maar Johnny praat nog altijd met Bob via de stem van Bob in zijn hoofd Hij vindt een muntstuk van 50 frank en gaat daarmee een hamburger kopen. Daar ontmoet hij Mefisto. Mefisto is een man die met duistere zaakjes Johnny aan geld wil helpen. Hij moet van Mefisto in het holst van de nacht een partij coke naar Smurry’s eiland brengen, maar plots zwijgt de stem van zijn dode, grote broer Bob. Onderweg doemen er nog een aantal vreemde personages op die hem stuk voor stuk willen tegenhouden. Achteraf blijkt dat Smurry’s eiland niet bestaat. Bob doet hem inzien dat hij verkeerd bezig is, dat hij op een andere manier zijn geld moet verdienen. Het verhaal eindigt met een happy end.




Ik vind de afloop wel goed verzonnen. Het hoofdstuk Black Bob heeft mij het meest aangesproken omdat ik het heel mooi geschreven vind en ik vind het fantastisch hoe goed Johnny en Bob overeen komen. Vooral het feit dat Bob hem nog altijd komt helpen. Het is een moderne parabel over goed en kwaad. Ik denk dat de auteur wil duidelijk maken dat je niets tegen je geweten in moet doen als je denkt dat het verkeerd is.




Het verhaal is chronologisch opgebouwd en er worden flashbacks gebruikt om aan te tonen hoe goed Johnny en Bob wel overeen kwamen toen ze nog klein waren. Het verhaal wordt verteld door de auteur. Die gebruikt veel herhalingen omdat het dan veel verwarrender lijkt zodat je je nog beter kan voorstellen hoe verwarrend het ook voor Johnny. Enkele voorbeelden: Eleven o’clock in Nevele, zong een vreemd verwrongen stem in Johnny’s hoofd. It’s eleven o’clock in Nevele Johnny Boy. … Het is halftwaalf geweest Johnny boy. Bijna middernacht. Het spoken uur nadert met rasse schreden! … Het is eleven o’clock geweest, Johnny Boy. Eleven o’clock in Nevele ! Héb je dat? Bijna middernacht, Johnny…Het spokenuur nadert met rasse schreden! En nevel is leven, Johnny Boy, maar dood blijft dood…Héb je dat?




“Op de snelweg richting …krak… werd een spookrijder gesignaleerd…krakkrak…we raden de automobilisten aan…krakkrak…”… Op de snelweg richting… … werd een spookrijder gesignaleerd. … We raden de automobilisten aan … …op het rechte vak te blijven en…




En Otto is een BOB’er! Otto is een BOB’er!




Patrick Bernauw speelt echt met de taal, hij gebruikt veel taalspelletjes die je zelf moet doorgronden. Bv: leven is nevel. Hij gebruikt die het hele verhaal door. Nevel is niet alleen een taalspelletje, maar ook een weerverschijnsel dat in het boek voorkomt en verwijst ook naar de emotionele gemoedstoestand van Johnny. Dat maakt het boek zo boeiend. Ook in het gebruik van namen is hij zeer sterk. Zo kiest hij voor de man die Johnny op het verkeerde pad zet de naam Mefisto. Mefisto is een duivelsnaam. Ook de naam Bob verwijst later in het verhaal naar de BOB’er die Johnny ook weer probeert tegen te houden om naar Smurry’s eiland te gaan. En ook bij Smurry’s eiland gebruikt hij een verwijzing naar het Nederlandse woord voor troep: smurrie.




Hij gebruik ook vaak elliptische zinnen, ook weer om het verwarrender te laten lijken: Keek nogmaals. Een motorman. Een manmotor. Zoiets.




Ik vind het een zeer goed boek, het is geschikt voor mijn leeftijd, en het is aan te raden. Een aanrader.



Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen