![]() |
Boekverslag : Jan Wolkers - Kort Amerikaans
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1571 woorden. |
Jan Wolkers - Kort Amerikaans Beoordeling door Ornée & Vermeer Tekstbureau Motto: 'There is no trap so deadly as the trap you set for yourself'. Samenvatting Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog. Eric van Poelgeest is 18 jaar oud en woont op een klein kamertje ergens in Leiden, waar hij ondergedoken leeft voor de arbeidsdienst. Hij houdt erg van schilderen, daarom werkt hij bij jonkheer d’Ailleurs, waar hij lampenkappen beschildert. Er werkt ook een ondergedoken joods meisje, Elly. Op een dag wordt zijn vriend Peter opgepakt bij een razzia, waarbij Eric zelf nog net kan ontsnappen. Eric hoopt dat zijn vriend toch uit de handen van de Duitsers heeft kunnen glippen en gaat kijken op de teken- en schilderacademie of hij hem daar toevallig kan vinden. Er is geen enkel spoor van Peter, maar Eric vindt de academie heel interessant en besluit zich er in te schrijven. Eric heeft ook een vriendin, Ans, maar ze is rooms-katholiek en de priester bij wie ze gaat biechten, probeert Ans over te halen de relatie met Eric te verbreken. Uit woede verkracht Eric haar en wil niets meer van dat “moederskindje” weten. Uit pure eenzaamheid en wanhopigheid (omdat hij een groot litteken op zijn slaap heeft en hij denkt dat alle meisjes alleen maar op die grote vlek letten) vrijt hij dan maar met een tors van de godin Venus, die zich op de schilderacademie bevindt. Enkele dagen later maakt hij kennis met een andere leerling van de academie, (Kees) De Spin. Hij is, net als de eigenaar van de academie, Van Grouw, een NSB-er. De Spin is een zeer eigenaardige man met heel eigenaardige gedachten; zo denkt hij bijvoorbeeld dat niet de aantrekkingskracht van de aarde, maar de kleuren ervoor zorgen dat de dingen op hun plaats blijven. Hij heeft ook een hond gehad waarvan hij erg veel hield, maar die heeft hij doodgeknepen omdat die niet wou praten… Enkele dagen later hoort Eric van zijn moeder, die met zijn vader en zijn zus in Oegstgeest leeft en hem dagelijks een pannetje eten komt brengen, dat zijn oudere broer Frans, difterie heeft gekregen en op sterven ligt. Eric besluit hem te gaan bezoeken in het ziekenhuis en Frans sterft waar Eric bij is. Maar net voor Frans stierf, heeft hij nog zijn gebalde vuist naar Eric opgestoken, waarmee hij bedoelde dat Eric sterk moet zijn, nooit de moed op moet geven. Dit teken ontroert hem erg en hij zal dat moment dan ook nooit meer vergeten. Thuis is iedereen natuurlijk diep bedroefd, dus besluit hij er weg te gaan en Elly op te zoeken. Hij vrijt een hele nacht met haar en de volgende morgen ziet hij d’Ailleurs op het toilet zitten, met zijn broek naar beneden en een prentenboek open op de bladzijde met het schilderij “de geboorte van Venus”. Door dit voorval zal Eric ontslagen worden. Eric besluit De Spin nog eens te bezoeken, maar als hij er aankomt ziet hij zijn lichaam opgehangen aan een touw, hij heeft dus zelfmoord gepleegd. Erg de kluts kwijt gaat Eric terug naar de academie. Daar treft hij Van Grouw aan, die bezig is enkele spullen in te pakken. Hij vertelt dat hij zal vluchten, omdat de Amerikanen te dicht bij komen. Hij vraagt Eric om in de academie te komen wonen en er zorg voor te dragen. Eric aanvaardt het voorstel en stelt zelf voor aan Elly om bij hem te komen wonen. Aanvankelijk wil ze niet, maar enkele dagen later, als d’Ailleurs opgepakt is, vlucht ze naar de academie om er bij Eric te komen onderduiken. ’s Avonds in bed vertelt Eric haar hoe hij aan het paarsachtige litteken komt (toen hij klein was heeft hij heet lood van een theepot over zijn slaap heen gekregen) en dat het stomme litteken al zijn hele leven heeft verpest. De daaropvolgende morgen, als Elly nog slaapt, vrijt Eric weer met de gipsen tors. Maar Elly betrapt hem, wordt verschrikkelijk kwaad en gooit van woede de tors stuk. Eric verliest alle redelijkheid uit het oog en wurgt haar. Een tijd later hoort hij buiten opeens radio’s schetteren en een fanfare tussen de huizen door trekken: de oorlog is voorbij, de Amerikanen hebben de stad bevrijd. Eric wil naar buiten gaan, maar ziet dan opeens beneden voor zijn deur drie soldaten staan. Hij denkt dat hij verraden is en dat hij alsnog opgepakt of vermoord zal worden. Hij pakt snel een antiek geweer dat in zijn buurt lag en mikt op de soldaten die naar boven komen, maar op het moment dat hij wil schieten, schiet een van de soldaten en Eric valt dood neer. Hoofdpersonages De absolute hoofdpersoon is Eric van Poelgeest, een 18-jarige jongen die ondergedoken leeft voor de arbeidsdienst. Hij heeft een paarsachtig litteken aan zijn linkerslaap, waardoor hij zich vaak anders dan de anderen en eenzaam voelt. Op het einde van het boek wordt hij doodgeschoten. Eric is een round character. Elly is een joodse onderduikster die net als Eric in het atelier van d’Ailleurs werkt, waar ze trouwens ook woont. Op het einde van het boek gaat ze bij Eric wonen, maar die vermoordt haar al gauw. Elly is een flat character. De Spin is net zoals Eric een leerling van de schildersacademie en heeft een heel aparte manier van denken. Hij is NSB-er net als de eigenaar van de academie, meneer Van Grouw. Hij zal zich in de loop van het verhaal ophangen. Ook De Spin is een flat character. Deze drie personen zijn de belangrijkste. Verder komen er ook nog meneer Van Grouw, jonkheer d’Ailleurs, de hele familie van Eric en Ans in voor. Perspectief Het verhaal is geschreven in hijperspectief, dus alles vanuit het oogpunt van Eric: hoe en wat hij denkt en zegt weet de lezer, maar je weet niet wat de andere personages denken. Daardoor kun je je een beetje in hem inleven. Thematiek De thema’s van dit boek zijn: eenzaamheid (Eric voelt zich vaak eenzaam), de dood (er gaan in het hele verhaal vier mensen dood: Frans, De Spin, Elly en Eric zelf) en anders zijn dan anderen (Eric voelt zich anders door zijn litteken). Ook seks speelt een grote rol in het boek. Opbouw Het verhaal speelt zich bijna de hele tijd in Leiden af: de ene keer op de academie, de andere keer in het atelier van d’Ailleurs , dan weer op het kamertje van Eric. Een heel enkele keer speelt het verhaal zich af in Oegstgeest, bij de ouders van Eric, namelijk als Frans gestorven is. Het verhaal speelt zich af aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, dus rond 1944/45. De tijd waarbinnen het verhaal zich afspeelt is waarschijnlijk een vijftal maanden, van najaar 1944 tot het voorjaar van 1945. Het verhaal is chronologisch opgebouwd met héél af en toe een flashback. Spanning Het verhaal is niet echt spannend, omdat alles nogal traag gaat en het niet echt heel emotioneel verteld wordt. Je bent natuurlijk wel benieuwd hoe het verhaal zal aflopen; wie zal de oorlog overleven, wie niet? Moraal Aan het begin van het boek, voor het verhaal begint, staat er de volgende uitspraak van Raymond Chandler: “There is no trap so deadly as the trap you set for yourself”. In dit boek is dat van toepassing omdat op het einde van het boek. Eric gaat wonen in een NSB-gebouw, namelijk de schildersacademie. Als de bevrijders dan komen en denken dat Eric een NSB-er is, is hij zo dom een geweer op hen te richten. Hij heeft zichzelf dus als het ware een val gezet. Titelverklaring “Kort Amerikaans” is de naam van een bepaalde haarcoupe, waarbij het haar heel kort geknipt wordt. Het boek heet zo omdat de hoofdpersoon, Eric, vroeger van zijn ouders telkens zijn haar “Kort Amerikaans” moest laten knippen omdat het goedkoop was, waardoor je zijn litteken heel duidelijk kon zien, wat Eric haatte. Werkelijkheid Een groot deel van het verhaal is autobiografisch: in de periode waarin het verhaal zich afspeelt was de schrijver ongeveer even oud, hij moest ook onderduiken in Leiden waar hij ook lampenkappen schilderde en naar de schildersacademie ging en zijn oudste broer stierf in 1944 ook aan difterie. Soort boek Dit boek is een psychologische roman. Het hele verhaal is gebaseerd op psychologische problemen, namelijk het complex dat Eric heeft omtrent zijn litteken. Volgens mij kun je dit verhaal als literatuur beschouwen, omdat het toch wel goed in elkaar zit: het leven van de hoofdpersoon wordt heel gedetailleerd beschreven, zijn gevoelens worden goed en mooi beschreven en de thema’s “de dood” en “eenzaamheid” zijn toch zeer moeilijke, volwassenen thema’s. Info over de schrijver Jan Wolkers is geboren op 26 oktober 1925 in Oegstgeest. Hij had tien broers en zussen en kende een strenge opvoeding. In 1943 ging hij naar Leiden, waar hij lampenkappen beschilderde en de schildersacademie bezocht. In 1944 stierf zijn oudere broer aan difterie, wat hem erg aangreep, want hij bewonderde zijn broer heel erg. Na de oorlog is hij naar enkele verschillende steden (Den Haag, Amsterdam, Salzburg, Parijs) gegaan om er beeldende kunst te studeren. Hij begon zijn schrijverscarrière in 1961 met de verhalenbundel “Serpentina’s Petticoat”. Zijn eerste roman was “Kort Amerikaans” die hij schreef in 1962. Sinsdien heeft hij een twintigtal boeken geschreven, waaronder “Terug naar Oegstgeest”(1965), “Turks Fruit”(1969) en “Brandende Liefde”(1981) die alle verfilmd zijn. Wolkers heeft verschillende keren een literaire prijs geweigerd, zoals de “Constantijn Huygens-prijs” in 1982 en de “PC Hooftprijs” in 1988. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |