Boekverslag : Leon De Winter - Serenade
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1996 woorden.

Leon de Winter - Serenade

Beoordeling door Ornée & Vermeer Tekstbureau



Opbouw

Het boek bevat 93 bladzijden in veertien ongenummerde, ongetitelde hoofdstukken. De

vertelde tijd beslaat ongeveer een jaar. Het verhaal wordt chronologisch verteld en bevat

enkele flash-backs. Het verhaal wordt achteraf verteld :vision par derriëre. Het boek

wordt opgedragen aan Leon de Winters moeder: Annie de Winter-Zeldenrust (1910-1994).

Serenade is het boekenweekgeschenk van 1995.



Inhoud

Ben Weiss is componist van Top-Veertighits en muziek voor reclamespots. Hij is het

enige kind van Anneke Weiss, een levenslustige vrouw van vierenzeventig bij wie op een dag

een tumor wordt vastgesteld. De artsen brengen Ben op de hoogte van haar fatale ziekte maar

hij besluit het voor zijn moeder verborgen te houden. Anneke herstelt en lijkt

ogenschijnlijk niets te mankeren. Ze ontmoet Fred Bachman, wordt verliefd op hem en wekt

de indruk aan een nieuw leven te willen beginnen. Totdat zij op een bepaalde dag

verdwijnt. Ben veronderstelt dat ze op vakantie is en dat ze hem nog zal bellen. Dit deed

zij altijd, sinds zij voor het eerst op eigen inititatief naar Parijs was gegaan. Als haar

telefoontje echter uitblijft, vrezen Ben en Fred het ergste. Fred denkt dat zij een ander

heeft, maar als Ben haar woning doorzoekt en erachter komt dat haar paspoort, reistas en

enkele kleren ontbreken, concludeert hij dat zij toch op vakantie is. Dan herinnert hij

zich ineens het onderwerp van discussie van het laatste telefoongesprek met zijn moeder.

Zijn moeder zei, dat zij iets aan onze vreselijke wereld zou gaan doen, nadat zij een

uitzending van Nova had gezien over voormalig Joegoslavië. Als Ben in het huis van zijn

moeder een enveloppe vindt met het opschrift 'Reisbureau Oppenmeiner' scheurt hij deze

open. Het blijkt een rekening te zijn. Ze had een vliegreis geboekt naar Split in

Kroatië. Haar vertrek had afgelopen woensdagmiddag plaatsgevonden. Na enig informeren

komt hij erachter dat zij eerst een vlucht naar Sarajevo wilde boeken, maar toen de

boekingsagente geen maatschappij kon ontdekken die daarop vloog, wilde ze naar de stad die

er het dichtstbij lag. Fred en Ben boeken een vlucht naar Split om Anneke te gaan zoeken.

Nadat Fred ruzie heeft gemaakt met de taxichauffeur, zet deze hen af bij het Marjan Hotel

aan de haven van Split. Fred en Ben leren elkaar aardig kennen. Zij gaan op zoek naar

Anneke maar vinden haar niet. Dan herinnert Fred zich dat hij een oude vriend in Split

heeft wonen: Drazen Mesic. Deze vertelt dat hij vermoedelijk weet waar Bens moeder

is. Ondertussen gaat Fred vreemd met een kamermeisje, maar rechtvaardigt dit door te zeggen dat Anneke ook geen lieverdje is. Ben weigert dit te geloven. Diezelfde dag vertelt een van Mesic's assistenten over Slavko. Deze Slavko versierde rijke meisjes en vrouwen met mooie praatjes en liet hen daarna duizenden guldens betalen voor een nacht met hem. Slavko zou ook Anneke hebben afgezet. Hij zou haar beloofd hebben wapens te leveren aan de bewoners van Sarajevo zodat zij zich konden beschermen tegen de Serviërs. Zij had hem hiervoor

honderdvijfenzeventigduizend gulden betaald, maar het wapentransport was nooit gearriveerd.

Op het goederenstation waar Anneke nog steeds op haar wapentransport stond te wachten (dit zou twee dagen geleden gearriveerd moeten zijn), vindt Ben zijn moeder. Ben weet haar ervan te overtuigen dat Slavco een oplichter is en neemt haar mee terug naar Nederland, waar zij na

tien dagen met hoge koortsen en snijdende krampen in het AMC wordt opgenomen. Op

maandagnacht sterft zij aan haar levercarcinoom.



Personages

Anneke IJsman: Anneke is ondanks haar kanker, waarvan zij niets weet, een levenslustige

vrouw: 'Ik besloot erover te zwijgen. Ik wist hoe ze zou reageren. Kanker was een

woord dat niet werd uitgesproken. Zeggen was oproepen. Benoemen was tot leven brengen. Nu en dan kreunde ze. Niemand had het recht haar te vertellen dat ze over een jaar niet naar

de telefoon zou grijpen om me op de hoogte te brengen van het dubieuze karakter van

Arafat, 'die boef met z'n theedoek, niet te vertrouwen is ie ook al staat ie nou te

glimlachten en gaat ie naar Gaza'. Niemand had het recht om de dagen die ze nog had, één

KLM-scheurkalender met twaalf kleurenfoto's van dijken, rijstvelden, bergtoppen,

gletsjers, te verduisteren met fabels van kwakzalvende medici. Ze zou geen dag kunnen

ademen met de gedachte dat in haar buik een tijdbom tikte. Voor haar dijde het leven

eindeloos uit, zoals het heelal. Als er een scherp einde opdoemde, zouden haar

luisterrijke zorgen over haar zoon, het presidentschap van de Verenigde Staten van

Amerika, Israël, de kwaliteit van het vlees van slagerij Hergo, de kwaliteit van het

brood van bakkerij Van Muyden, de kwaliteit van de koffie bij café-restaurant Delcavi, de

roestplekken in mijn Citroën DS, de afleveringen van the Bold and the Beautiful,

verdreven worden door het besef dat niets zin had. Ze vertoonde tomeloze, haast

kinderlijke nieuwsgierigheid naar 'de structuur van alledag', zoals Inge het noemde. Als

er een mus van het dak viel dan richtte haar intuitie zich op als een hond die zijn baas

ruikt. Ze was gespecialiseerd in het onaanzienlijke, het nietige, het onbelangrijke. Meer

dan eens had ze me gek geërgerd met minutenlange telefonische oraties over mijn gammele DS die naar haar bescheiden mening niet bij mijn status paste, maar ze kon niet anders: elke

broodkruimel kende ze belang toe. ' Over haar uiterlijk komen wij dit te weten:

'Nog steeds had ze een mooi gevormde mond, tenminste als ze haar gebit droeg. Haar

neus was de afgelopen decennia geprononceerder geworden, maar niet te erg, een scherpe,

fiere neus onder ogen die ooit pikzwart waren en nu langzaam aan kracht verloren. Na

enkele jaren van beschamend haarverlies was de groei teuggekeerd en kon ze weer zonder

pruik de deur uit. Op halfhoge hakken ('Mama, je bent gek dat je daarop loopt, Inge doet

dat niet eens, je maakt er je rug kapot mee.'), haar kapsel kastanjebruin geverfd,

wandelde ze in maatgesneden mantelpakjes naar de Beethovenstraat, haar garderobe, genaaid

door een Turkse die op de Middenweg woonde, ontwierp ze aan de hand van voorbeelden die ze in internationale modebladen vond. IJdel als een actrice, trots als een bokser. Nog altijd

was ze en stijfkop, een betweter een eigengereid adviseur. ' Ben vraagt zich af

waarom zij nooit per trein reist: 'Nimmer reisde ze per trein. Toen ik daarover een

keer mijn verbazing uitsprak, antwoordde ze dat ze niet hield van de geluiden van de

rails, van de schokkerige bewegingen op de wissels. Ik wist niet of ze de waarheid sprak.

Misschien had papa haar verteld over zijn treinreis naar het Onbeschrijflijke, en na die

ene keer zweeg ik erover. ' Pas op de laatste bladzijde van het boek komen we

erachter wat de echte reden is: 'In 1942 was zij tweeëntwintig jaar oud. Zij had in

Brabant als fabrieksarbeidster, als dienstmeisje, als winkelbediende gewerkt, maar door de

wet die niet-joden verbood joden in dienst te houden, had ze haar baan verloren. Ze hielp

haar moeder in de huishouding, wat dat ook mocht betekenen. Samen met Benjamin werd ze aan het einde van '42 op straat door Nederlandse politiemannen gegrepen. Ze werden naar het

station van Den Bosch vervoerd. Maar zij slaagde erin te vluchten. Benjamin offerde zich

op. Doelbewust had Benjamin de aandacht getrokken, op het perron overdonderde hij de

bewakers met gespeelde waanzin, en Anneke vluchtte over de spoorlijnen, rende door de

weilanden in de richting van het gehucht Engelen, waar zij op goed geluk bij een kerk

aanklopte en door een rechtvaardige pastoor verborgen werd gehouden. Sindsdien meed Anneke stations. Nooit was ze in een trein gestapt, nooit was ze aan een tafeltje in de

stationsrestauratie geschoven. Ze had me verteld dat ze altijd per bus of per vliegtuig reisde

omdat ze bang was voor het schurende geluid van ijzer op ijzer. Maar de trein was taboe.

Op alle perrons van alle stations ging Benjamin als een waanzinnige tekeer om zijn

tweelingzusje te redden. ' Ben Weiss: We leren Ben kennen als componist van

middelbare leeftijd van Top-Veertighits en muziek voor reclamespots: 'Tien jaar

geleden scoorde ik mijn eerste hitjes met Black & White, twee meisjes die bij een

talentenjacht door de platenproducer waren opgepikt en potentie hadden. In een kwartier

schreef ik een drie-akkoorden-deun en in een uur een I-need-you-tekst, en door het talent

van de regisseur van de videoclip verdiende ik binnen drie maanden twee ton netto. Black

& White, gekleed in strak leer, bleef vijftien maanden in leven, vooral in Japan,

Korea en Taiwan. Ik kocht het huis in Hilversum. ' Over zijn jeugd vertelt hij het

volgende: 'Ik had meer van Europa gesnoept dan zij. In de jaren zeventig kon je nog

met de duim omhoog naar de Riviëra liften en vanaf mijn zestiende had ik zomernachten in

greppels, jeugdherbergen of strandtenten doorgebracht met één hand op mijn gitaar en de

andere op mijn portemonnee. De opbrengst van wekenlange verveling aan de lopende band bij Maggi of Luycks was verdubbeld door de bonus van mama, een gulden van haar voor elke gulden die ik zelf had verdiend, en met dat fortuin doorkruiste ik de Geschiedenis en de Cultuur.

Ik beschouwde mezelf als een ervarn Parijsganger die haar van adviezen had kunnen voorzien

als ze me op de hoogte had gesteld van deze gekte. Maar dat had ze niet gedaan, en ik

voelde me gepasseerd. ' Over het uiterlijk van Ben komen wij het volgende te weten:

'Net als mijn vader was Fred klein van gestalte en ik ben nauwelijks langer dan

hij. Gelukkig kroest mijn haar en ik houd het bovenop wat langer dan aan de zijkanten (in

mijn jeugd liet ik het uitwoekeren tot een afrokapsel), waardoor ik in combinatie met

schoeisel op forse hakken, bij voorkeur halfhoge laarzen, vijf centimeter illusie aan mijn

lengte kan toevoegen. Mijn gelaat heeft een muizige vorm met een zwak ontwikkelde kin en

een bescheiden voorhoofd met lage haargrens en mondt uit in een Semitische neus, zo'n

gezicht dat voor joods doorgaat en in de regel zeker tien jaar te jong wordt geschat.

Fred Bachman: Fred Bachman is de vriend van Bens moeder Anneke. Hij gaat samen met

Ben op zoek naar Anneke als deze spoorloos is verdwenen. 'Hij rookte sigaretten door

een gouden pijpje, hetgeen in de ogen van mijn moeder gezelligheid en elegantie

uitstraalde. Boven zijn smalle gezicht met grote jongensogen en krachtige mediterrane neus

koesterde Fred een dikke witte haardos, kunstzinnig lang alsof hij Bernstein of Beethoven

collegiaal kon aanspreken. Fred mat misschien een-zestig, maar hij was langer geweest,

vertelde hij bij onze kennismaking. En armer, voegde hij er openhartig aan toe. Zijn

Rolex, schakelarmband, drie ringen en halsketting met davidster, alles van massief goud,

maakten die toevoeging overbodig, maar Fred sprak graag. ' Fred oogde als een Griek

uit een piratengeslacht: zwarte ogen, geprononceerde kin, zware wenkbrauwen en zilveren

manen, die hij vandaag in een modieus staartje had gebonden. Hij droeg een wit zijden

hemd, een wijde spijkerbroek en witte instappers.



Thema en motieven

Het thema van het boek is het treuren om zijn moeders dood:

'Ik heb mijn reclame-relaties verteld dat ik de komende tijd niet beschikbaar ben. De

notitieboekjes zijn van de duisternis van de la bevrijd en liggen nu kwetsbaar op de

Roland. Ik schrijf iets waarboven ik schaamteloos Serenade no. 1 noteer. Ik schrijf een

stuk voor mijn moeder. Als ik de beelden van de Bosnische Oorlog zie, hoor ik haar klacht

dat de bandieten zegevieren terwijl de beschaving toekijkt. Gewapend met pen en piano,

gekleed in een bordeauxrood vest met zwart werkje, zal ik ze in haar naam bestrijden. '

Hieruit is ook het belangrijkste motief af te leiden: 'de oorlog in voormalig

Joegoslavië'. Andere motieven zijn: muziek, reizen en de liefde: 'Liefdesperikelen.

Blijkbaar verdwenen die ook na je zeventigste niet. Fred was bang dat mijn moeder er een

tweede op na hield. Voor zoiets had ze niet de overtuiging. Niet mjin moeder. 'Ik krijg

haar niet te pakken,' zei Fred. 'Alsof ze zich voor mij verbergt.' 'ze is dol op je. Ik

heb haar nog nooit zo zien doen tegen iemand.' 'Waren er anderen dan?' 'De afgelopen

dertig jaar niet, maar daarvoor was ze getrouwd, zoals je weet.' 'Ik wou dat ik haar eerder

ontmoet had, Bennie. Wat 'n vrouw. Ik wil haar niet kwijt, dat zeg ik in alle eerlijkheid.

En daarom doet het me zo'n pijn dat ze niet opneemt of opendoet.'



Mening

Een prachtig boek met actuele motieven. De Winter beschrijft, zoals gewoonlijk, alles weer

even uitvoerig en mooi. Ook heb ik bewondering voor hoe hij in zo weinig bladzijden toch

zoveel kwijt kan. Leon de Winter heeft een prachtige stijl en ik zal hem zeker nog blijven

lezen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen