Boekverslag : Herman Brusselmans - In De Knoei
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2704 woorden.

HERMAN BRUSSELMANS IN DE KNOEI



Gebruikte editie



In mei 2004 verscheen nota bene bij de winkelketen Het Kruidvat een literaire roman van de Vlaamse auteur Herman Brusselmans, In de knoei. De uitgeverij die het boek uitbracht, was Brillant Books in Amsterdam. De roman was reeds eerder verschenen (2002) in een zeer beperkte oplage van 300 exemplaren als relatiegeschenk voor een Haags adviesbureau Eprom.



Het Kruidvat bood de uitgave aan voor slechts € 5,00. De kleine roman telt slechts 122 pagina's en is onderverdeeld in 25 afleveringen (korte hoofdstukjes). Op de voorkaft staat een recente foto van Hermans Brusselmans afgebeeld met zijn karakteristieke lange haar.



Perspectief



Het perspectief van het verhaal ligt bij een auctoriale vertelinstantie, die met een soort helikopterview boven het verhaal zweeft. De twee hoofdfiguren zijn Gabrielle (79 jaar oud) en Alma (76 jaar oud) Dat de vertelwijze auctoriaal is, valt te zien uit de vorm van de roman (zie hieronder bij verhaalopbouw) en uit zinnen als : Karlijn zag er inderdaad zo uit zoals Gabrielle haar in de vorige aflevering voor ons had uitgetekend…….Laten we echter niet vergeten dat ook Gabrielle ooit op niet zo fraaie exemplaren van het menselijk ras was gevallen. Deze expliciete auctoriale vertelwijze doet enigszins ouderwets aan, maar schept wel enige verhaalafstand tot de beide hoofdpersonages, wat een vermakelijke en zelfs ironische visie tot gevolg heeft.



Verhaalopbouw



De roman wordt verdeeld in 25 afleveringen,wat de suggestie oproept van een feuilleton dat in een tijdschrift of krant verschijnt. De afleveringen hebben geen titel ; ze worden alleen genummerd. Aan het einde van elke aflevering wordt vooruitgeblikt naar de VOLGENDE AFLEVERING. Elke nieuwe aflevering begint met een korte samenvatting van het voorafgaande onder de kop WAT VOORAFGING. Een aantal verhaaltjes staan op zich zelf, maar er zit wel een doorlopende lijn in door de verhaaldraad steeds op te pakken in cafe De Knoei , waar de gastheer Fucking Bastard de scepter zwaait. In elke aflevering worden er door de beide dames een aantal Trappistenbiertjes besteld. In totaal word ter door de dames in 25 afleveringen 32 keer twee Trappistenbiertjes besteld en gedonken.



Titelverklaring



De titel van de roman is niet lastig te verklaren. De beide hoofdpersonen brengen hun dagen na de dood van hun echtgenoten (op dezelfde dag overleden bij een verkeersongeluk) voornamelijk door in het ouderwetse cafe De Knoei, waar Fucking Bastard de regie voert. Regelmatig gebeuren er zaken in het cafe die het rustige bestaan doorkruisen : er komt een bekende schrijver binnen, een drugsdealer, een stel onsympathieke kleinkinderen van Alma, een dronkaard, en in de apotheose van het verhaal een televisieploeg. “In De Knoei”heeft daarom een dubbelzinnige lading: nl. dat de hoofdpersonen letterlijk en figuurlijk enkele keren in de knoei zitten.



Thematiek



Een aantal keer laat Brusselmans in zijn roman de hoofdfiguren de gedachte uitspreken dat het leven soms zo ingewikkeld kan zijn en dat je het niet al te zwaar moet opnemen. Je moet positief blijven denken. De beide dames hebben de oorlog meegemaakt en dat is eigenlijk de basis waarmee je alle problemen de baas kunt; hun beider man is bij hetzelfde ongeluk om het leven gekomen, maar je moet niet bij de pakken gaan neerzitten, zelfs niet als je in een rolstoel terechtkomt, wat hun beiden eveneens tijdelijk overkomt. Ze nemen het ook de chauffeur Filip de Graeve niet kwalijk dat hij onder invloed van alcohol nog wel hun mannen heeft doodgereden. Ze blijven positief gestemd net als de tv-producer Kees Schmiechel. Daardoor kunnen ze de negatieve jongeren , die wraak op hen willen nemen tenslotte ook de tweede keer de baas. Hun eenvoudige leventje dat gelardeerd is met drank (de trappistenbiertjes) en seks, ( soms de herinnering eraan) maakt hen gelukkig. Ze dragen niet voor niets de positieve namen Gabrielle (afgeleid van de aartsengel Gabriel ) en Alma (de naam voor de oermoeder) Dat Brusselmans deze type mens waardeert, zou men ook kunnen afleiden uit de titel van het tv-programma waarin ze zouden optreden : “De mens bestaat nog.” De mens die blijkbaar recht voor zijn raap zegt, wat hem dwars zit.



De enige die een aantal vegen uit de pan krijgt, is de schrijver Paul de Wispelaere. Hem wordt de dood toegewenst, ook aan het einde van deze roman.



Decor en tijd



Het hele verhaal speelt zich af in een bruin, oubollig, Vlaams cafe in de buurt van het dorp Sint-Martens-Latem, (blz. 89) een dorp dat ontstaan is na een gemeentelijke fusie tussen Deurle en Latem, twee fraaie Leiedorpen. Ook het riviertje Lei wordt een aantal keren genoemd. Het stadje ligt in de provincie Oost-Vlaanderen. Het is de streek waarin de Ronde van Vlaanderen wordt verreden. Een grotere stad in de buurt is bijvoorbeeld Beveren. Daar zou het cafe gesitueerd kunnen zijn.



De tijd waarin het verhaal speelt, is af te leiden uit tekstgegevens. Wanneer Gabrielle de schrijver Paul de Wispelaere eraan herinnert dat ze met hem stond te tongzoenen (blz. 28) zegt ze dat dit in 1942 geschiedde: ze was toen 20 jaar en Paul 14. Ze is derhalve geboren in 1922. Op het moment dat het verhaal zich afspeelt , is ze 76 jaar. Dat houdt dat de gebeurtenissen in “De Knoei” zich afspelen in 1998.



Stijl van schrijven



In de flamboyante en niets verhullende stijl doet Herman Brusselmans in dit kleine boekje toch ook sterk denken aan de Nederlandse auteur Arnon Gunberg en zijn Vlaamse tijdgenoot Tom Lanooye. Zo zijn Gabrielle en Alma voor weduwen op leeftijd vrij grof in de mond , zeker daar waar het over hun seksuele ervaringen van nu en in het verleden . Toch wordt zijn stijl niet zo geroemd als die van deze auteurs, die ook herhaaldelijk in de literaire prijzen vallen. Zijn rake, cynische en zijn soms grove schrijfstijl hebben hem veelvuldig in opspraak gebracht: vgl. de rechtszaak die tegen hem werd aangespannen naar aanleiding van de verschijning van de roman: Uitgeverij Guggenheimer. Hij geeft vaak onomwonden zijn mening, maar doet dat meestal wel met de nodige humor.



Bij de critici is hij derhalve niet onomstreden, maar bij de lezers is hij zeer geliefd. Hij heeft een vaste schare fans.



Inhoud van de 25 afleveringen



In de eerste aflevering maken we kennis met Gabrielle (76 jaar) en Alma (79 jaar) twee ouwe taarten die op dezelfde dag weduwe zijn geworden, doordat hun echtgenoten Fons en Sylvain in een oude auto waren verongelukt. Ze hebben er nog wat geld aan over gehouden, zoeken na de begrafenis een stamkroeg (DE KNOEI) en slijten er hun dagen met het ophalen van verhalen over vroeger en het drinken van trappistenbiertjes. In elke aflevering worden er wel een aantal besteld. Alma heeft een voorliefde voor de muziek van Elvis en Tino Rossi, maar Gabrielle is wat meer met haar tijd meegegaan. Het cafe wordt gerund door Fucking Bastard



(een oudbakken new waver) De ouwe vrouwen praten vooral over de oorlog en hun seksuele ervaringen. Zo laat Fucking Bastard op en dag zijn tattoos op zijn kont zien en dan willen ze er zelf ook een. Aangezien ze er niet uit komen welke afbeelding ze op hun kont willen zetten (Alma moet natuurlijk kiezen tussen Elvis en Tino Rossi) en het tatoeeren bovendien behoorlijk pijnt lijkt te doen, zien ze er maar van af.



Een volgende uitdaging ligt alweer op de loer als een punker hun een joint aanbiedt. Dat bevalt hun wel, maar Fucking Bastard die de ellende van drugsgebruik aan den lijve heeft ondervonden en overwonnen, smijt de punker zonder pardon het cafe uit. Dan komt de schrijver Paul de Wispelaere het cafe binnen en Gabrielle beweert bij hoog en bij laag dat zij met deze schrijver als jongetje van veertien heeft staan tongzoenen en dat hij haar bij haar tieten heeft gegrepen. De Wispelaere voelt zich ongemakkelijk en zegt dat hij zich niets kan herinneren. Hij moet bovendien weg voor een voordracht. De beide dames willen wel mee, maar hij ziet dat toch niet zitten. Paul de Wispelaere wordt door de verteller als heel klein en heel lelijk voorgesteld en daarom treuren de vrouwen niet al te lang.



Het is het moment om hun seksuele ervaringen aan elkaar op te biechten. Ze vallen niet alleen op knappe mannen , maar ook op lelijke. Tenslotte waren ze ook met de sullen Fons en Sylvain getrouwd, maar de sullen waren beesten in bed. Nadeel van Fons was wel dat hij zijn piemel niet wilde wassen. Op een keer had hij er wel blaasjes op (een SOA?) In de volgende aflevering vraagt Alma aan Gabrielle of ze haar man wel eens bedrogen heeft . Er volgt een hele reeks mannen met wie de oude Gabrielle het buiten haar huwelijk heeft gedaan. Daarna komt Tuur de garageman het cafe binnen. Hij heeft de auto verhuurd aan Fons en Sylvain waarmee ze de dood zijn ingereden. Met deze Tuur heeft Gabrielle in het verleden lekkere seks gehad en Tuur beaamt dat. Ze krijgen alle drie weer zin en ze besluiten een triootje te doen in het huis van Alma. Dat gaat er heel heet aan toe. Helaas moet Tuur het met een hartaanval en met de dood bekopen en Alma komt als gevolg van een ongelukkige manoeuvre in een rolstoel terecht.



Elke dag wordt ze nu naar De Knoei gerold en drinken ze hun trappistenbiertjes. Het is even een rustige periode na de heftige scenes van de afleveringen ervoor. Fucking Bastard is echter depressief aan het worden o.a. omdat hij geen vrouw en daarmee geen doel in zijn leven heeft. Alma heeft wel een aardige, maar zeer lelijke hulp in de huishouding van het ziekenfonds gekregen en wil die aan Fucking B. koppelen. Ze neemt haar mee naar het cafe, maar die tante Karlijn heeft haar op haar tanden. Ze neemt het zelfs op tegen Fucking B. die haar met een beweging in een heupzwaai neemt en waarmee ze wordt afgeserveerd. Alma is meteen haar hulp in de huishouding kwijt, maar Fucking B. is wel genezen van zijn depressie.



Even is er weer een rustige periode aangebroken, waarin de beide vrouwen klagen over het gebrek aan liefde van hun eigen kinderen. De zoon van Alma, die zich tot India en de godsdiensten aldaar voelt aangetrokken, gaat scheiden en haar kleindochter Florence wil een tijdje bij Alma komen logeren , in ieder geval tot na haar eindexamens. Ze is echter wel gecharmeerd van Fucking B. geworden en deze heeft heel wat vlinders in zijn buik. Hoewel Alma dat eerst niet ziet zitten, neemt Gabrielle het leven wat gemakkelijker op : je moet het leven nu eenmaal maar nemen zoals het komt. Dan geeft ook Alma zich maar over. Het lijkt een echte romance tussen Fucking B. en Florence. Op een dag komt haar tweelingbroer Jochem zijn eindexamenfeestje vieren. Hij en zijn vrienden drinken veel te veel en beledigen de oude vrouwen. Dat laat Fucking B. niet op zich zitten. Hij begint een vechtpartij en wordt daarbij geholpen door Filip de Graeve . Alle jonge gasten worden weer uit het cafe gesmeten en de liefde is meteen over. Filip de Graeve, werkloos en beroepszatlap, is echter de man die Fons en Sylvain heeft doodgereden: ook toen had hij een slokje teveel op. Het worden jolige tijden, want hij geeft heel wat trappistenbiertjes weg aan de vrouwen en zuipt zelf ook voor twee. Ze voelen zich vaak in hoger sferen en kennen met elkaar momenten van geluk.



Op een dag komen er drie mensen De Knoei binnen. In de ene herkennen we de ex-punker en ex-drugsdealer Eks die aan het begin van de roman uit het cafe gesmeten is. Hij heet nu Bruno de wachter en komt met het meisje Sara (voor wie Fucking B. meteen weer een vlinder voelt kruipen) en een oudere man , de Nederlander kees Schmiechel, Fucking B. een voorstel doel. Ze zitten in een tv-productieteam “De mens bestaat nog”en willen een programma maken over vreemde mensen. Ze mogen alle drie een rol spelen en dat kan de publiciteit voor het cafe wel eens flink doen toenemen. In het intakegesprek doen de stamgasten zoveel moeite om indruk te maken, dat Bruno de draad kwijt raakt en wil afhaken, maar dan grijpt Kees Schmiechel in. Altijd doorgaan in het leven, is het advies. Bruno moet de productie toch maken en hij had daarnaast niet mogen verzwijgen dat hij een drugsdealer is geweest en Sara niet dat ze lesbisch is. Dat laatste is weer een dreun in het gezicht van Fucking B. die niet al te voorspoedig is in de liefde.



Een week later komt de cameraploeg om de opnames te maken. Maar de groep opgeschoten jongeren met Florence en Jochem zint op wraak. Ze zien Filip de Graeve en smijten hem door de ruiten van het cafe , waarna er een enorme vechtpartij ontstaat. Fucking B. staat zijn mannetje, evenals Gabrielle, die haar handtas als wapen gebruikt en ook Kees Schmiechel doet zijn uiterste best. De blaaskaken moeten het afleggen tegen de positieve denkers in het cafe. De prijs is wel hoog : later zit Gabrielle in een rolstoel, Filip mist negen tanden en de rechterelleboog van Fucking B. is gebroken. Ze hebben het journaal die dag niet gehaald omdat er toevallig een heleboel ander nieuws was in Belgie. Florence en haar vrienden zitten in de gevangenis : Alma en Gabrielle willen hen wel bezoeken, want ze zijn er nog nooit geweest; dat kan Fucking B. niet zeggen. Hij blijft wel zijn favoriete muziek draaien en eindelijk vindt ook Alma Black Sabbath wel lekkere muziek. Ze is een beetje genezen van Elvis en Tino Rossi. Wanneer ze naar buiten kijken, passeert de schrijver Paul de Wispelaere.



“Dat hij doodvalt,, zei Gabrielle, en toen schoten onze heldinnen in een langdurige, bewuste en blijmoedige glimlach.



Over de schrijver



De Vlaamse schrijver werd geboren in 1957 in het Vlaamse plaatsje Hamme. In zijn jeugdjaren lijkt de auteur nog op weg naar een carriere als profvoetballer als hij zich plaatst voor een selectieteam van S.K. Lokeren. Hij kiest echter voor Germaanse filologie (Nederlands/Engels) in Gent, waar hij in 1980 afstudeert met een studie over het werk van Jan Emiel Daele. Daarna werkt hij een tijdje in de ontspanningsbibliotheek van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening in Brussel. Sinds 1987 is hij beroepsschrijver.



Hij debuteert in 1982 met Het zinneloze zeilen en produceert sindsdien in hoog tempo (vaak twee per jaar) romans die het zeer goed doen bij een voornamelijk jong publiek. Het merendeel van zijn werk is autobiografisch geïnspireerd of verwijst naar de recente actualiteit in Vlaanderen. Mede door zijn veelvuldige mediaoptredens, zijn columns in het Vlaamse tijdschrift Humo en zijn scherpe uitspraken over al wie naam en faam heeft in Vlaanderen, weet Brusselmans ontzettend vaak de pers te halen.



In 1999 bijvoorbeeld veroorzaakt zijn roman Uitgeverij Guggenheimer heel wat opschudding. Een klacht van modeontwerpster Ann Demeulemeester (die in het boek figureert) zorgt ervoor dat het boek een maand na publicatie op bevel van de rechter uit de handel wordt gehaald. Na het betalen van een schadevergoeding van ruim 2.270 euro mag het boek weer verkocht worden.



Ook naar aanleiding van zijn boek Vergeef me de liefde (2000) wacht Brusselmans een rechtszaak wegens belediging. Deze keer werd de klacht ingediend door een redactrice van het damesblad Libelle die in een eerste versie van het boek was omschreven als een `debiele trut'. De provocerende uitspraken van Brusselmans passen bij het zelfbewuste imago dat hij zichzelf aanmeet: zo omschrijft hij zichzelf steevast als de `Mooie Jonge Oppergod der Vlaamse Letteren'. Het mooie kotsende meisje (1992) en Vrouwen met een IQ (1995) werden vertaald in het Duits. Zijn laatste roman voor “In de Knoei” was “Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn.” (ook 2004)
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen