![]() |
Boekverslag : Multatuli - Max Havelaar
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2760 woorden. |
Multatuli - Max Havelaar Beoordeling door Ornée & Vermeer Tekstbureau Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij Enkele aantekeningen vooraf: auteur: Multatuli (ik heb veel gedragen; resp. ik heb veel geleden). titel: Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Max Havelaar is de hoofdpersoon van het boek. Droogstoppel had eigenlijk liever gezien dat het verhaal over de tweede titel zou gaan. vertelperspectief: De vertellers zijn Stern en Droogstoppel. Multatuli sluit zelf het verhaal af. Droogstoppel is een ikverteller. Stern is soms een ikverteller en geeft vaak ook uitvoerig commentaar op de bewijsstukken die hij voor zijn verhaal gebruikt. plaats: Amsterdam en Oost-Indië. De personages in het verhaal: Max Havelaar is eigenlijk de schrijver zelf tijdens zijn verblijf in Oost-Indië. Hij is een dromerig type met vonken schietende, blauwe ogen als een groot denkbeeld hem beheerste. Hij was vlijmscherp, bedroefd, zwaarmoedig, strijdlustig, moedig, roekeloos. Als hij merkte dat je hem waardeerde, was hij als een vriend, anders stug en nors. Hij voelde zich geroepen iets te doen voor het welzijn van de bevolking van Oost-Indië. Batavus Droogstoppel is het tegenbeeld van de schrijver. Hij is een zelfgenoegzame Nederlander, die zoveel mogelijk wilde profiteren van de handel met Oost-Indië, zonder zich iets van het lot van de Javaan aan te trekken. Hij is makelaar in koffie. Hij is egoïstisch. Hij constateert het onrecht dat vele leden wel, maar hij berustte hierin, omdat het immers de wil van God zou zijn. Wawelaar, zijn voorganger had dit hem immers ingepraat en dit paste precies in zijn straatje. Sjaalman (zoals Droogstoppel Max Havelaar noemt) is een oude ‘schoolvriend’ van Droogstoppel). Naar eigen zeggen is Droogstoppel een man bij wie de liefde voor de waarheid en voor zijn koffiezaken centraal staat, naast het geloof natuurlijk. Tine Havelaar is de vrouw van Max. Zij is zijn alles. Hij voelt zich zo nauw aan haar verwant, dat hij haar vaak verwijten maakt, als hij boos en verdrietig om zijn eigen handelen en kunnen is. Zij, die Max al zoveel jaren liefheeft, weet dat hij op zo’n moment haar (door liefde) met zichzelf verwart. Max is het zoontje van Tine en Max Havelaar. Ze zijn dol op hun kind. Max fleurt vaak op als hij zijn zoontje ziet. Hij is eigenlijk een factor van rust voor hem. Havelaar is de chef van controleur Verbrugge, een man die wel begaan is met het Javaanse volk, maar uit angst (om zijn vertrouwde leventje te verstoren) niet optreedt. Hieraan ergert Max Havelaar zich wel en weet Verbrugge uiteindelijk zover te krijgen dat hij toch schriftelijke verklaringen aflegt tegen de regent van Lebak. Stern is een Duitse jongeman, zoon van een rijk man, die een handelspartner is van Droogstoppel. Stern loopt stage bij Droogstoppel (die zijn vader als klant wil houden). Stern krijgt Droogstoppel zover dat hij stukken mag schrijven voor diens boek, naar aanleiding van een pakket van Sjaalman, zonder dat Droogstoppel er iets aan wijzigde. Frits is de zoon van Droogstoppel. Hij bemoeit zich, tot ergernis van zijn vader, met het schrijven van Stern. Hij komt naar voren als een echte puber, die zijn vader dan weer op het rechte pad probeert te houden. Dit deelt Droogstoppel ook de lezer mee om te laten zien hoe goed hij is en hoe goed hij het woord des Heeren naleeft. Samenvatting van Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij: Batavus Droogstoppel is makelaar in koffie, Lauriergracht no. 37 in Amsterdam en vertelt, dat hij niet gewend is een roman te schrijven, maar hij doet het toch. Hij wil een roman schrijven over koffie(veilingen). Droogstoppel zat al ongeveer 20 jaar bij een firma: Last & Co, wat vroeger Last & Meier was, maar sinds de Meiers eruit zijn, deze naam draagt. Laatst ontmoette Droogstoppel een oude schoolvriend, die hij Sjaalman noemde, aangezien hij nooit een winterjas droeg, maar wel een sjaal. Sjaalman had ooit een Griek een bloedneus geslagen op de kermis, nadat deze Droogstoppel had aangevallen, omdat hij het niet leuk vond dat Droogstoppel zijn dochter aansprak. Droogstoppel ontving later een pak papieren, waarvan hij niets begreep, aangezien het van Sjaalman was. Sjaalman vroeg hem het pak door te lezen, omdat Droogstoppel een zakenman was en Sjaalman een dichter. Een aantal onderwerpen interesseerde Droogstoppel en dan vooral het verslag over de koffiecultuur, omdat hij dit kon gebruiken voor zijn eigen boek. Op een dag was er een theekrans bij de Rosemeiers, die in suiker, doen waarbij Droogstoppels zoon een gedicht voordroeg uit het pak van Sjaalman. Hiermee had Frits groot succes, voor al bij de dames. Droogstoppel had contact met Stern, een zoon van een zakenrelatie die hij tijdelijk onderdak bood, die zou de papieren doorlezen en ze pasklaar maken voor zijn boek. Stern wilde wel enkele hoofdstukken zelf schrijven (over Havelaar), daar mocht Droogstoppel niets aan veranderen. Droogstoppel ging akkoord, wel voegt hij commentaar toe aan de stukken van Stern. Stern vertelt over de nieuwe assistent-resident van Lebak, Max Havelaar, die met zijn vrouw Tine en zoontje Max, aankwam in Lebak. Minstens duizend mensen hadden hem aan de grens opgewacht, onder wie ook de bejaarde regent van Lebak, Radhen Adhipatti Karta Natta Negara. Een assistent-resident is de hoogste Nederlandse ambtenaar in een afdeling. Drie tot vijf afdelingen vormen een residentie, met aan het hoofd een resident, die dan ook de chef is van de assistent-residenten. Boven hem staat de gouverneur-generaal, die in Indië regeert in naam van de koning van Nederland. De regent is het inlandse hoofd dat met de assistent-resident samenwerkt en, zowel door zijn gezag bij de bevolking als door zijn kennis, voor hem onmisbaar is. Beiden zijn ambtenaar, maar de Europeaan, die uiteindelijk voor de gang van zaken verantwoordelijkheid heeft, is het in alle opzichten; de regent, zijn ondergeschikte, moet zich aan de bevolking presenteren als een vorst. De bevolking moet zorgen, dat hij zo kan leven en levert bepaalde producten aan de regent. Ook aan de regering, want met die producten kan in Europa veel geld verdiend worden. De regent mag volgens oude gebruiken willekeurig beschikken over zijn volk, de assistent-resident moet namens de regering de bevolking beschermen als de regent te willekeurig wordt. Maar onderzoek naar de misdaden van de regent is moeilijk, want niemand durft tegen hem te getuigen. Daarbij komt ook nog dat de Nederlandse regering processen tegen de regenten niet graag heeft, omdat zij belangrijk zijn voor het waarborgen van de macht. Controleur Verbrugge en militair commandant Duclari bepraten het verleden van Havelaar. Verbrugge bevestigt dat Havelaar een man is met een gouden hart. De reiswagen arriveerde. De resident stapte als eerste uit, een man van uiterste omzichtigheid die tussen zijn woorden lange pauzes liet vallen. Daarna kwam mevrouw Havelaar, niet schoon van uiterlijk, maar wel van innerlijk. Daarna kwam het drie jaar oude zoontje Max en vervolgens de assistent-resident zelf. Havelaar laat Verbrugge meteen weten, dat hij goed op de hoogte is van alles wat in Lebak gaande is. De armoede deed hem in zekere zin plezier, want hij bestreed graag armoede. Daarna wordt hij in zijn ambt bevestigd en zweert hij de bevolking te zullen beschermen tegen onderdrukking. Havelaar betrok het huis in Rankas Betoeng, de hoofdstad van Lebak. Stern beschrijft het bestuur in Indonesië en het uiterlijk en karakter van Havelaar. Havelaar komt over als een man, die slim en vlug van begrip is en opkomt voor liefde en rechtvaardigheid, waardoor hijzelf ook wel eens in moeilijkheden komt. Havelaar is een idealist, die wel een nuchtere visie op het leven heeft. Havelaar en zijn gezin moeten wegens schulden zuinig leven. De dag erop houdt Havelaar, zoals gewoon was voor een nieuwe assistent-resident, een toespraak, waarin hij tegen de regenten zegt, dat hij zal opkomen voor de belangen van het Javaanse volk. Er zou dus veel te doen zijn voor hem, want de bevolking werd veelvuldig misbruikt. Droogstoppel ergert zich eraan, dat het verhaal niet over koffie kan gaan, omdat de grond in Lebak daar niet geschikt voor is. Hij beroept zich hierbij op de woorden van Wawelaar, die de Javanen tot God wil brengen door arbeid. Volgens Droogstoppel zouden deze heidenen koffie moeten gaan telen ergens waar wel koffie geteeld kan worden, om zo zaligheid te verwerven. Meteen na zijn aankomst heeft Havelaar al het verslag van zijn voorganger Slotering, die volgens geruchten en diens vrouw geen natuurlijke dood is gestorven. Hij leest daarin over ergerlijke vergissingen en afpersing van het volk, wat hem niet bevalt. Hij wil het beter doen, maar dat lukt hem niet, omdat de regenten toch doorgaan met het afpersen van de bevolking en met het roven van buffels. Daar komt nog eens bij dat de regenten eigenlijk door het Nederlands bestuurssysteem beschermd worden. Op een avond kwamen Duclari en Verbrugge bij familie Havelaar eten. Havelaar vertelt dan op verzoek waarom hij overgeplaatst was. Hij was geschorst door generaal Vandamme, gouverneur aan Sumatra’s westkust, wegens tekorten in de kas. Havelaar vindt dat hij onterecht is overgeplaatst, want hij had immers opstanden in het gebied de kop ingedrukt en vond daarom dat men het tekort hem niet te zwaar moest aanrekenen. Havelaar, die niet in grote luxe leefde, heeft nooit de neiging gehad om de bevolking voor hem te laten werken, wat veel van zijn collega’s wel deden. ‘s Nachts kwamen de slachtoffers van misdrijven bij Havelaar klagen. Havelaar onderzocht dit direct en ging soms meteen op onderzoek uit om niet de regent argwanend te maken met onderzoeken overdag. Dan wordt door Stern het verhaal over Saïdjah en Adinda vertelt: Saïdjah vertrekt, nadat voor de zoveelste keer de buffel van zijn ouders is afgenomen door de regent en zijn ouders sterven van verdriet. Hij beloofde Adinda dat hij na drie keer twaalf volle manen terug zal keren. Hij vertrekt om met klussen drie buffels te gaan verdienen. Als Saïdjah na drie jaar terug keert, na veel geld te hebben verdiend bij bazen, die zeer tevreden over hem waren, wacht hij onder een boom op Adinda, maar als zij niet komt opdagen besluit hij het dorp in te lopen. Waar hij ook zoekt, hij vindt Adinda niet. Een oude bekende vertelt dat haar vader na een buffelroof zich heeft aangesloten bij strijdende troepen. Saïdjah gaat haar zoeken en vindt de familie bruut uitgemoord en Adinda verkracht en vermoord. Stern zegt , dat Saïdjah en Adinda niet bestaan hebben, maar dat er wel vele Saïdjah’s en Adinda’s in werkelijkheid zijn. Op een dag vraagt Havelaar, waarom weduwe Slotering het terrein van Havelaar (waar zij ook op woont) zo argwanend in de gaten houdt. Zij vertelt dat haar man is vergiftigd. Als Havelaar dit hoort, onderneemt hij actie en houdt hij op de regent te beschermen (hij had de man wel eens geld gegeven uit sympathie). Havelaar schrijft een brief aan de resident, waarin hij hem voorstelt de regent van Lebak gevangen te nemen. Zodat ze onder de bevolking navraag konden doen naar het misbruik. De bevolking durfde anders niet, want velen waren na hun beklag bij de assistent-resident niet meer teruggekomen, omdat de regent het vernomen had en hen vermoordde. De resident geeft hem persoonlijk, maar niet officieel, antwoord en zegt, dat Havelaar hem daar niet mee moet lastig vallen, omdat hij het zo druk heeft. Een tijdje later krijgt Havelaar de mededeling dat hij is ontheven van zijn taak en overgeplaatst wordt. Hij geeft als antwoord het verzoek om in ere uit ‘s lands dienst te worden ontslagen. Als hij vertrokken is, wacht hij in Batavia om zich tot de gouverneur-generaal te wenden, maar deze heeft geen tijd voor hem en laat hem lang, tevergeefs, wachten. Dan neemt Multatuli zelf het woord en snauwt Droogstoppel af, en kan haast niet geloven dat hij zo’n afschuwelijk persoon had verzonnen. Hij vertelt dat alles verzonnen is. Hij vertelt, dat hij gelezen wil en zal worden. Hij draagt zijn werk op aan Koning Willem III. Hij heeft dit werk geschreven om te tonen, dat nog steeds (in zijn tijd) mensen worden misbruikt en mishandeld. Jaren later is in de zaak van Lebak nog steeds geen recht gedaan. Om die reden zal Nederland zijn Indische bezittingen kwijtraken. De macht berust nu eenmaal bij de mensen die moeten vluchten in schijnbewegingen, die voortdurend nieuwe regels uitvaardigen om te verbergen dat zij de bestaande niet kunnen handhaven. Maar Multatuli blijft ervan overtuigd dat hij uiteindelijk zal winnen. Aantekeningen bij het boek Max Havelaar: Thema Mensen in Indonesië worden misbruikt en mishandeld en de figuur (Max Havelaar) die strijdt voor rechtvaardigheid voor die mensen, heeft geen succes. Motieven Uitbuiting; de Javaan wordt uitgebuit door Regenten onder het toeziend oog van Nederlanders die er niets tegen doen. Kritiek op de overheid, door een bestuurssysteem waarbij de inlandse Regenten veel macht hebben gekregen van Nederland, omdat ze zo Indië konden behouden. Formeel had zo’n Regent een resident en een afdelingsresident boven zich. Maar in wezen had hij meer macht dan de assistent-resident. Stijl Soms komen erin het verhaal verbeteringen van het taalgebruik voor, door het ingrijpen van Frits. Multatuli maakt ook van een humoristisch middel gebruik, namelijk de herhaling: -Droogstoppel makelaar in koffie, Lauriersgracht no. 37, en is de "Co" in de firma Last & Co. Vroeger heette die firma Last & Meier, maar de Meiers zijn eruit gestapt. -"Frits zegt", dan wil de zoon van Droogstoppel hem verbeteren. -De Rosemeiers, die in suiker doen Aantekeningen bij de schrijver: Naam: Eduard Douwes Dekker. Pseudoniem is Multatuli. Hij leefde van 1820 tot 1887. Literaire stroming De roman behoort tot de Romantiek door zijn individualisme, idealisme, zelfidealisme (Multatuli verdedigt bestuursambtenaar Douwes Dekker), verzet tegen burgerlijkheid, zijn grote felheid en het doel van zijn schrijverschap, namelijk een beter leven voor de Javaan. Zijn kritiek op de overheid en het streven naar menselijkheid zijn echter typisch kenmerken van de Verlichting. E.D. Dekker beschrijft in Max Havelaar zijn eigen leven als assistent-resident. Door dit boek probeerde hij zijn idealen ten aanzien van de Javaan te doen verwezenlijken. Hij wilde betere leefomstandigheden voor hen. In 1856 werd Dekker namelijk assistent-resident van Lebak, in het westen van Java, het belangrijkste eiland van Nederlands-Indië. Multatuli wil zijn eigen ervaringen in Indië opschrijven aan de hand van verzonnen figuren. Het Nederlandse koloniale bestuurssysteem was afhankelijk van de samenwerking met plaatselijke hoofden. Zij waren formeel vaak Nederlands ambtenaar geworden, maar hadden bij de bevolking door hun adellijke afkomst veel meer gezag dan de ambtenaren uit Europa. Dekker bemerkte dat het hoofd, met wie hij samen moest werken, zijn gezag misbruikte. Toen hij daartegen wilde optreden, kwam hij in een ambtelijk conflict terecht. Zijn chef wilde de zaak voorzichtig behandelen en vond de aanpak van Dekker veel te wild. Uiteindelijk kreeg Dekker ongelijk bij de hoogst Nederlandse gezagsdrager, de gouverneur-generaal, waarop hij ontslag nam. In oktober 1859 schrijft hij in een pension in Brussel in minder dan een maand de Max Havelaar. In 1860 verschijnt het boek voor het eerst. Mijn mening: Het is een mooi boek, zeker omdat de gebeurtenissen echt gebeurd kunnen zijn. Multatuli schrijft namelijk uit zijn eigen ervaringen als assistent-resident. Door middel van verzonnen figuren in een verzonnen verhaal wil hij duidelijk maken dat onder de Nederlandse vlag mensen worden misbruikt, gedwongen worden tot herendienst, dat er goederen van hen worden afgenomen en dat ze worden mishandeld. Een heel mooi verhaal, dat Havelaar vertelt als Duclari en Verbrugge bij hem eten, dat ik niet in mijn samenvatting heb vermeld, omdat het niet belangrijk is voor de loop van het verhaal, is toch wel het vermelden waard. Een Japanse steenhouwer is ontevreden met zijn leven en dan vooral met zijn werk. Dan verschijnt er een Engel die hem de gelegenheid biedt te kiezen wat hij wil worden. Hij wil een rijk zorgeloos leven leiden. En hij werd rijk. Dan rijdt er een koning met veel gevolg langs het huis van de man en verzoekt hij de Engel om koning te mogen zijn en hij werd het. Nu beklaagde de koning zich dat de zon hem schroeide in het gelaat en macht boven hem had. Hij was weer ontevreden en hij wenste dat hij de zon was en hij werd het. Nu verschroeide hij het aardrijk, totdat een wolk hem dat belette. Hij werd toornachtig dat zijn macht werd weerstaan en wilde de wolk zijn en hij werd het. Hij nam plaats tussen de zon en de aarde en verwoeste veel landen met overstromingen. Hij was tevreden totdat zijn regen viel op een rots, die niet week voor zijn macht. Hij wenste de rots te zijn. En de Engel kwam weer en zei: u zij gelijk gij gezegd hebt. De rots bewoog niet als de zon scheen en niet als het regende, maar daar kwam een man met houweel en puntige bijl en met zware hamer, die stenen hieuw uit de rots. Hij kon het niet hebben dat er een macht boven hem was en wenste de man te zijn. Toen kwam de Engel weer en zei: u zij gelijk gij gezegd hebt. Hij leefde weer in moeilijke omstandigheden, maar was tevreden. Multatuli voorspelt in zijn ‘nawoord’: ik wil gelezen worden en ik zal gelezen worden. Nou, gelezen is hij inderdaad, want hij behoort tot de beste schrijvers van de vorige eeuw en misschien van alle tijden. Een minpuntje vind ik af en toe de zorgvuldige uitwijdingen en beschrijvingen over bepaalde zaken, maar daartegenover staan fragmenten met humor en het ontroerende verhaal over Saïdjah en Adinda. Multatuli laat ook zien dat hij een ontwikkeld man is, doordat er fragmenten in het boek in het Frans, Duits en Latijn geschreven zijn. Eigenlijk zou iedereen het boek moeten lezen, ook al telt het ruim 300 bladzijden! |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |