Boekverslag : Toon Kortooms - Beekman En Beekman
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 5910 woorden.

Samenvatting
Hfst 1 : Hoofdstuk 1 is een inleiding over het geslacht Beekman .
Als de Beekmannetjes zijn geboren komt de hele familie uit de omtrek naar ze kijken . De geboren kinderen heten Mathieu gemakshalve Matje en Heintje . Naarmate groter ze worden gaan ze op expeditie naar de molen van hun vader waar het meel wordt gemalen en naar de haven van het stadje waar ze wonen . Ze maken ook kennis met een leeftijdsgenoot die later hun beste vriend wordt namelijk Hendrik van Ham , die te groot en te dik is voor zijn leeftijd . Het blijkt al vroeg dat hij geen vriendschap wil met de gebroeders Beekman . Hij laat dat blijken door een kei door de spijlen van het hek te gooien boven op Heintjes hoofd . Maar Heintje gaat niet huilen en zijn moeder houdt er een koud mes tegen .

Hfst 2 : De gebroeders leiden een rustig en leuk leventje tot dat ze naar school moeten . Hun vader bracht ze ook nog een keer naar de bewaarschool op een maandag , maar daar bleven ze niet lang , want toen ze een keer hard op vloekten was er geen aardigheid voor Beekmannen aan , dus haalde Jan hun vader hun van school af .Op hun sloffen en spelenderwijs komen ze in de 7e klas . Het gaat zo goed dat hun ouders besluiten ze naar een internaat te doen . In de derde klas komen ze Hendrik van Ham tegen en zoals het lot beslist komen ze achter Hendrik te zitten . Hendrik probeert zogenaamd vriendschap te sluiten met de gebroeders Beekman maar de gebroeders hebben dat al snel door omdat Hendrik een bromvlieg in hun inktpot had gedaan . De vergelding bleef niet lang uit . Matje haalde de bromvlieg er uit en plantte hem in Hendrik's nek . Hendrik zei dat tegen de meester zodat de meester kwam kijken . Het gevolg was dat Matje een portie strafwerk kreeg en Hendrik moest zich gaan wassen aan de pomp .

Hfst3 : Eenmaal per jaar gaat Hendrik naar de paardenmarkt in Oss. Paarden kopen voor hun goed lopend boeren bedrijf . Ze waren hier begonnen als Fries in Brabantse grond te ploeteren totdat ze zelfstandig waren . De van Ham's waren goede paardenfokkers geworden door de jaren heen en hadden vele paarden en hun eigen knecht en paardenvlees en worsten . Na het middageten gingen de Beekmannnen naar de boerderij van de van Ham . Ze liepen wat rond , toen ze opeens een heel mooi paard zagen Ze plukten wat gras en probeerden het vertrouwen van het paard te winnnen . Dat lukt ze proberen op het paard zijn rug te klimmen en er op te gaan rijden. Matje geeft het paard de sporen dat werkt niet dus een klap op de bil van het paard . Het paard schiet naar voren en rent steeds harder . De Beekmannen houden zich goed vast aan de manen van het paard , dan opeens stopt het paard bij een heg en de ze vallen zo van het paard in een oude modder sloot . Willem Weeg helpt hun uit de sloot en maakt hun kleren schoon en droog .

Hfst 4 : Jan , de vader van de gebroeders , heeft een boot gekocht om schepen door het kanaal te leiden tot na de bocht . Ze gaan ook een keer varen met het bootje met Hendrik van Ham. Maar als Hendrik de boot nog een duw wil geven , omdat ze anders voor een vrachtschip komen , valt hij met een snoekduik in de vaart . Gelukkig komt de boot niet onder het vrachtschip . Een paar dagen later heeft Hendrik een nieuwe pet op naar school . De grotere jongens hebben bewondering voor de pet . Ze geven een kleuter een duwtje zodat die tegen Hendrik aan valt en Hendrik ook valt en zijn pet verliest . Matje zag dat en heeft de pet snel op gepakt . Opeens pakt een slungel de pet van Matje af en gooit hem in de boom . Hendrik neemt gelijk een vechtpositie aan en dat doet ook Matje . Het hele schoolplein raakt in gevecht . Een klein kleutertje rent naar binnen en waarschuwt de meester . De meester haalt iedereen uit elkaar , maar niemand zei wat over de pet die nog buiten in de boom hing terwijl zij aan het strafwerk schrijven zijn . Om half vijf halen ze een stok om de pet uit de boom te halen . Heintje haakte de ijzeren punt achter de klep van de pet en trekt hem zachtjes naar beneden , er kraakte wat en hij trekt nog harder aan de stok , krak zei de pet en viel naar beneden . De volgende morgen had Hendrik een briefje bij zich voor de meester . De meester riep ze beiden naar voren en vroeg de aap uit de mouw. De meester wilde nog wel weten wie de pet in de boom gegooid had . Iedereen zweeg . Hij zei jullie blijven hier tot vanavond . De meester liet ze zitten tot het donker werd .

Hfst 5 : Jan en Marie moesten naar een bruiloft van de dochter van oom Mathieu . De gebroeders gingen zolang naar schipper Reinsma . Hij vertelde de gebroeders over gebeurtenissen die hij had beleefd en liet ze spullen zien die hij had meegenomen uit verre landen . Toen de jongens moe waren liet Evert hun hun bedden zien in de kleine roef . Heintje en Matje zouden naar de middelbare handelsschool gaan . Daarvoor moesten ze een toelatingsexamen doen . Ze zouden bij de bovenmeester komen studeren . De gebroeders Beekman gaan een paar dagen bij Oom Mathieu logeren en die komt hun op halen met de auto want hun moeder is zwanger . Oom Mathieu had een auto gekocht om melk naar de zuivelfabriek te brengen want lopen is te ver . Ze mogen ook een stukje meerijden , ze rijden nog een kip dood , die daar rondscharrelde op de weg . De vijfde dag van hun verblijf bij oom Mathieu komt er een bericht voor de gebroeders Beekman . Daarin staat dat ze er een zusje bij hebben . Ze zijn er heel blij mee en willen zo snel mogelijk kijken . Als ze zijn dan kijken ze in de wieg naar de baby. De gebroeders gaan alvast reddend zwemmend leren voor als ze kan lopen en op verkenning uitgaat .

Hfst 6 : Voor dat ze naar het internaat gaan willen ze eerst Hendrik van Ham nog fietsen leren want die had van zijn vader een hele nieuwe fiets gehad van het merk "all Britisch" , zodat hij zich snel tussen de landerijen kan verplaatsen . s'Middags laat Hendrik zijn fiets zien aan de Beekmannen . Ze bieden Hendrik aan hem fietsen te leren . Vele malen valt Hendrik met het bestijgen van zijn fiets . Ze gaan de volgende morgen verder met de lessen . Het bestijgen lukt ook behalve het remmen , Hij laat zich in de armen van de gebroeders vallen . Ze proberen het nog een keer , ze rijden helemaal tot aan Deurne daar halen de gebroeders hem weer in maar ze kunnen hem niet helpen dus gaat de rit verder naar helmond . Hendrik durfde niet af te stappen . De reis ging verder naar Kaldenkirche over de heide . Daar kreeg hij een meisje in het vizier die bloemen aan het plukken was en Hendrik reed gewoon de sloot in . De schade was een slag in zijn voorwiel . Te voet gingen ze naar huis en brachten zijn fiets naar de Fietsenmaker .

Hfst 7 : Het was augustus . Het had al drie dagen geregen , dus Hendrik z'n vader had nieuwe laarsen gekocht . Toen het ophield met regenen gingen de gebroeders naar Hendrik . Ze liepen wat rond op de boerderij , in de stal zagen ze de nieuwe laarsen . Hendrik wilde ze proberen en stapte er in. Opeens riep zijn moeder dat Hendrik moest komen eten . Hij probeer de ze uit te treken maar dat ging niet . Nog eens riep zijn moeder maar nu met stem verhef . Hij kreeg ze nog niet uit . Toen kwam zijn moeder er aan en overzag de situatie en bam tegen Hendrik's hoofd , daarna liep zijn moeder naar binnen , de gebroeders liepen snel door de heg naar hun tuin . Later zagen ze Hendrik lopen met twee kapotte laarsen achter zich aan geslingerd . Een dag later sluipen ze naar de schuur van van Ham en nemen de kapoten laarsen mee naar de schoenmaker om ze te laten maken . Ze lopen weer naar de schuur , maar kunnen niks vinden om de laarsen mee op te hangen .
Hendrik ziet dat er iemand in de schuur is en rent er heen maar loopt over de deksel van de gierput en zakt er door heen en schreuwt om help . Daar komt zijn vader aan gelopen met een knecht en zij hijsen hem er uit . Dan ineens ziet hij de gerepareerde laarsen liggen . Hij lacht bijna onmerkbaar .

Hfst 8 : De gebroeders gaan vissen met Hendrik van Ham . Hendrik had onlangs nog een hengel gekocht met een fel gekleurd dobbertje . Met Hendrik gaat het niet goed als hij opeens een school voorntjes ziet geeft hij een ruk aan de hengel maar hij vergeet dat hij het haakje in zijn hand nog had , dus "tjak" zit het haakje in zijn vinger . Hij haalt hem er uit , maar laat het vallen . Dus hij moet er een nieuwe opzetten. Intussen hebben de gebroeders allebei 2 voorntjes in hun emmer zitten . Hendrik vangt er ook een en doet hem in de wekfles die hij heeft meegenomen . De vis zwemt een paar rondjes en springt er uit zo het water in . De gebroeders lachen zich een ongeluk .Hendrik is moe en geeuwt diep en opeens krak en zijn mond blijft open staan . De jongens gingen direct naar de dokter . De dokter zei direct naar het ziekenhuis om foto's te maken . Ze liepen snel naar Hendrik's vader . Op een hoek was de dokter wat vergeten en liep terug . Daar liep Hendrik tegen zijn vader op want die had het gehoord wat er was gebeurd en zijn mond kon weer dicht.

Hfst 9 : Een dag voor dat ze naar school gaan komen ze Hendrik tegen die aan het water halen is uit de put op het erf . Ze vertellen dat ze morgen naar school moeten . Hij zoekt in zijn zakken en vindt wat hij zoekt . De gebroeders kijken verbaast en zeggen rook jij . Ja zegt Hendrik , halen jullie ook een pijp dat krijgen jullie van mij een beetje tabak . Ze gaan op de rand van de put zitten en roken de pijp . Ze haalden een keer diep over hun longen adem en begonnen te hoesten . Toen Hendrik weg ging liepen ze weg naar huis , zo wit als sneeuw .

Hfst 10 : De dag is aan gebroken dat ze naar het internaat gaan in Weert met de trein . Ze denken nog even na over hun leventje en Peel het dorp waar ze wonen en spellen en waar ze zoveel lol hebben gehad . Het is tijd dat ze naar het stadion gaan . Ze worden gebracht door Jan en Marie hun vader en moeder.



Het Internaat

Hfst 1 : In de trein maken ze kennis met de Helmonder die ook naar het internaat toe moet . Later beleven ze nog veel leuks met hem . Op het station in Weert waar het internaat is staan nog meer kinderen die naar het internaat moeten . Op het station maken ze ook kennis met de directeur van het internaat , hij vroeg aan hun of ze ook naar het internaat moesten . Nee zeiden ze we moeten naar de koffieplantages van mijn oom Mathieu en liepen verder . Bij het internaat aan gekomen kunnen ze gewoon naar binnen lopen . Een deur in , een gang op en een trap op . Toen stonden ze ineens op de slaapzalen . Daar ontmoeten ze weer de man van het station . Alles op de slaapzaal is verdeeld in stukjes . Elke leerling heeft zijn eigen slaapgedeelte . Daar in staat een bed , een kastje en klerenkast en wanden vol met spijker- en punaisegaten . Ze maken op de slaapzaal kennis met Bert van Rooy die in de 3e klas zit . Bert vertelt over het internaat , over de kinderen en de leraren. Zo heb je Duim die heeft altijd zijn duim in het eten en veegt het dan aan zijn schort af.

Hfst 2 : Bert neemt de gebroeders mee naar de speelzaal was namelijk een coulissen daar achter kon je rustig roken zonder dat je wordt opgemerkt. In de coulissen hangen allemaal voorhistorische kostuums . Opeens gaat de deur op want Bert was vergeten af te sluiten . Het licht stroomde naar binnen. De gebroeders doken snel weg achter de kostuums . Het was oude Dirk die op het podium ging staan en een verhaal vertelde aan de nieuwe leerlingen toen hij klaar liep hij weg en alle kinderen gingen ook . Bert begon wat gesmeul te ruiken . De mouw van een kostum stond in de brand . De Helmonder rende snel naar het blusapparaat om de brand te blussen. Het hielp niet dus gingen ze op de kledingstukken staan . Ze reden gezamelijk naar de brandmelder en gingen naar buiten . Ze liepen naar de lift om naar boven te gaan en ze gingen in de lift zitten .Opeens ging de lift naar boven . Boven zagen ze de lompe voeten van een broeder . Ze lieten de broeder zo schrikken dat hij de hendel los liet en de lift ging weer naar beneden . Ze liepen snel de trap naar boven en gingen andere kleren aantrekken en peppermuntjes kauwen . Daarna liepen ze naar beneden of er niets was gebeurd . Buiten was de brandweer bezig om het vuur te blussen . Alles op het podium was een ruine , alle kostuums en alles was beroet . Bert moest bij de directeur komen . Hij vroeg aan Bert of hij had gezien of oude Dirk had gerookt . Bert bezorgt de gebroeders de examen opgaven . Ze zouden het van binnen naar buiten leren . Ze gaan naar de bibliotheek , om boeken te lenen om daaruit te studeren . s'Morgens worden ze om half zes gewekt door een harde zoemer dat moet je je gaan wassen en aankleden . Beide 2e bel moesten ze naar beneden om te gaan eten . Ze liepen nog even langs de Helmonder die nog lag te slapen . Ze maakten hem wakker en hielpen hem naar beneden . Tegen tien uur moesten alle leerlingen die een toelatingsexamen moesten doen zich melden in de studieruimte en moesten het eerste deel van het examen maken . Oude Dirk had nog een blijde medeling dat leerlingen met goede cijfers niet het toelatingsexamen hoeven te maken maar direct plaats kunnen nemmen in de eerste klas , die zouden de zaal mogen verlaten . Daar bij zaten ook de gebroeders Beekman en Beekman

hfst 3 : Vandaag zouden de eerste lessen beginnen , dan krijg je weer anderen gezichten te zien . De gebroeders Beekman en Beekman zaten voor Bert [ de Helmonder ] . Bij het opnoemen van de noemen stond Bert van Rooy er z'n naam er niet bij , hij zat in de verkeerde klas . Maar de jongens poorde een jongen op die dacht dat hij verkeerd zat dus kun de Helmonder daar gaan zitten . Hun eerste les uur was Duits . De leraar Duits stond bekent als "de Lorelei" . Het tweede les uur was wiskunde . Het werd gegeven door een ventje die zo geel was als een chinees en kaal als een luis was . Men noemde hem Tsjing Tsjang . Als Heintje een vraag niet wist gaf Matje gewoon antwoord en de vraag die voor hem was ook , zo hielpen ze elkaar de les door.

Hfst 4 : De gebroeders vinden de eerste weken langzaam voorbij gaan. Ze krijgen ook nog een brief van het thuisfront , daar staat in wat er zo al gepasseert is . s'Middags gingen ze wandelen en Bert had zijn enkel verstuikt om niet mee te hoeven , zodat ze de brief van hun moeder konden lezen . Ze liepen naar de poort om te kijken naar het Fordje dat daar stond . Bert wou wel eens rijden dus ze starten de wagen en Bert reed er een blokje mee , om maar toen hij weer bij de poort was kon hij niet stoppen en reed nog een blokje om . Toen kwam er een broeder aangelopen die vroeg wat ze daar deden . Ze zeiden dat ze aan hem moesten vragen af hij kisten wilden halen . De broeder geloofde dat en ging er een paar zoeken . Ze zagen Bert weer langs komen en hij zei dat hij niet kon stoppen ze renden naar de kleine poort en riepen naar hem het contactsleuteltje moet je omdraaien en hij was al weer weg . Daar hoorde ze al weer het Fordje aan komen , Bert stopte snel en met vereende krachten druwde ze het Fordje op zijn plaats .

Hfst 5+6 geen belangrijke hoogtepunten

Hfst 7 : De gebroeders vonden wiskunde een afmattende les want Matje moest dubbel opletten om ook de vraag van zijn broer te kunnen beantwoorden en zijn eigen vraag ook natuurlijk . De hele klas kreeg een proefwerk van hem wat dubbel telde voor het rapport . Iedereen pakte het schrift en maakte het proefwerk . Aan het einde van de les haalde hij ze op en nam ze mee naar huis zodat zijn vrouw het nakijken kon . Matje had zijn proefwerk klaar , dus gaf Heintje zijn schrift aan hem zodat Matje zijn proefwerk kon gaan maken . Opeens hoorde ze Bert SOS zeggen , Ze keken in zijn schrift dat nog helemaal blanko was . Heintje begon hard te hoesten zodat zijn blaadtjes op de grond vielen . Ze keken naar Thing Thang , die zat nog steeds aan zijn flesje zijn neus op te ademen . Matje kroop op de grond om Heintjes kladbladjes op te rapen en gaf snel er een door aan Bert met de antwoorden van de vragen voor het proefwerk . Opeens schrok Heintje want het vloei met de tekening van het proefwerk zat nog in het schrift . Matje zei daar kijkt ze overheen , rustig maar . Heintje wilde bij de volgende les er niet bij zijn . Nu kwam de zangles van Lorelei . Men moest een stuk of wat noten zingen op de maat die hij met zijn handen aan gaf . Altijd werd er een solist aangesteld , die moest zingen , deze keer was het Bert . Bert zong gewoon zonder enig toon verschil het lied . Hij vroeg aan hem wat er was . Bert zei dat hij verschrikkelijke hoofdpijn had . Bert moest gaan zitten , De gebroeders moesten maar eens gaan zingen vond lorelei . Zij hadden de smoes dat ze niet konden zingen omdat ze van de zandgronden waren en ook griep hadden . Iemand anders kreeg de solo . Bert zakte steeds meer met zijn hoofd en mocht later naar de slaapzaal . Toen was de les afgelopen . Papa kwam de klas binnen . De gebroeders zorgde ook de ze de les uit mochten en zorgden ze de naar de slaapzalen mochten . Later waarschuwde oude Dirk de ziekenbroeder om hun hun temperatuur op te nemen . Bert kreeg zijn thermometer niet hoger dan zevendertig graden . De broeder kwam Heintje en die had een koorts van veertig graden dus vond de broeder het te hoog en moest de dokter komen . Matje had dat gehoord en deed hem snel in de mond , hij had weer zevendertig graden , dus moest weer naar de klas terug . De ziekebroeder zag dat de thermometer van Bert kapot was dus haalde hij de thermometer van Matje , waste hem af en Bert zijn temperatuur werd ook gemeten , die was normaal dus hun moesten samen de les weer in . Later kwam de dokter voor Heintje . Heintje vertelde hem wat er die dag allemaal was gebeurt . De dokter beloofde niks te verklappen aan de ziekenbroeder en gaf een soort medicijn . Matje makte bij Tsjing Tsjang allemaal geke bekken maar werd gesnapt en kreeg een klap . De gebroeders besloten om naar huis te gaan . Thuis aan gekomen zijn hun ouders daar niet blij mee en belde oude Dirk op om te praten met hem en ze kunnen weer terug . Hun vader brengt hun helemaal tot aan het internaat .

Hfst 8 : De Jongens haalden met hun daad zelfs de kwartieren van de leraren . Bert stond steeds meer in de belangstelling en kreeg daardoor een heel ander gedrag , hij liet iedereen lachen op tijden dat leraren er geen raad mee wisten en maar een proefwerk gaven om het stil te laten worden . Het internaat werd ook steeds rommeliger dat had als gevolg dat er vele treinen naar de verschillende thuisfronten gingen . Tegen de tijd van Allerheiligen was zelfs in de les van Tsing Tsjang rumoerig . In totaal bleven er maar dertig leerlingen over op het internaat . Over het hele kleine geroepje leerlingen waakte een broeder , die heel aardig was . Iedereen ging rustig slapen . Tegen middernacht liepen de jongens naar de kelder . Op weg naar de kelder kregen ze het koud . Bert gaf hun wat te drinken , ze waren gelijk warm , maar Bert ging door met drinken . Ze moesten het zware lichaam van Bert weer helemaal naar boven brengen en hij gaf totaal niet mee en ze hadden zelf ook al wat gedronken .

Hfst 9 : Langzaam kwamen de jongens weer in het gareel . De jongens liepen eens langs de kapel van broederkoster die altijd kaarsen en licht in het kapelletje heeft . De gebroeders en Bert liepen naar binnen en zagen daar een uil zitten . Ze renden naar de broeder toe en zeiden dat . Er werd een ladder gehaald en ze probeerden hem te vangen dat lukte niet en de uil ging weer op zijn oude vertrouwde plaats zitten boven in het kappelletje

Hfst 10 : Het was de week voor kerst , dus je zag overal leerlingen rond lopen met boeken of zitten leren op allerlei plaatsen in en rond het internaat . De gebroeders en Bert zaten uren lang tegen de verwarming gebogen over hun boeken . De gebroeders stopten een uur voor elk proefwerk met leren , want wat je er dan nog instampt dat loopt er zo weeruit . Meestal zag je nog leerlingen zitten of lopend die zelfs de minuut voor de repetitie nog aan het studeren waren . Het was winter , dat kon je ook wel voelen . De gebroeders vroegen aan de regent of ze de speelplaats mochten onderlaten lopen zodat ze konden schaatsen . Dat mocht op voorwaarde het sneeuw zouden op ruimen . Dat wilden ze wel en ze lieten het speelplaatsje onderlopen en sproeiden de gehele nacht door zodat ze morgen zouden kunnen gaan schaatsen . Bert had het koud dus nam een slokje jenever maar had te veel gedronken en gleed uit , hij had zijn enkel verzwikt . Dus iedereen kon schaatsen behalve Bert .

Hfst 11 : Na de koude winter was het tijd geworden voor de lente , zelfs Papa kwam in een bloemtjes blouse op school . De gebroeders vinden een hondje die steeds met hen mee loopt , ze stoppen het hondtje onder hun jas en nemen het mee naar de les van Papa . Bert had nog een jongetje mee naar binnen genomen . Zodra de jongens de les binnnen komen zetten ze het hond aan de tafelpoot vast onder buro van Papa . De les duurde zo lang dat het jongetje ongeduldig werd en zei dat tegen Bert had tegen hem gezegt dat het jongetje eerst tegen Papa dag Papa moest zeggen . Dat deed hij ook , Papa schrok en was boos . Het hondtje lag nog steeds onder het buro van Papa . Het hondje zag Heintje staan een begon te blaffen Papa schrok weer en Heintje moest het beest weg brengen naar de eigennaar. Het voetbaltournooi was er weer er was een elftal van leraren en een van leerlingen . Bert had door zijn lengte een plaats in het voetbalelftal . Voor de rust stond het 1-0 voor de leraren door een kopbal van Tsjing Tsjang . Na de rust ging het verder , er raakte een speler gewond , dus heintje was al op het veld en melde zich als reserve speller . Het hielp niet , de leraren wonnen

Hfst 12 : Het was augustus , augustus was de maand van vakantie . Er was bijna alweer een jaar voorbij gegaan . De gebroeders en Bert zaten een beetje naar buiten te staren toen ze opeens de deuren van het platte dak bij de buren zagen open gaan en daar drippelde het hondje naar buiten dat ze een keertje hadden vast gebonden aan de tafelpoot van Papa . s'Middags was het hondje nog niet op het platte dak geweest . Toen de les uit was gingen ze het vragen aan het kleine jongetje . Hij zei alleen maar dat het hondje weg was . Later blijkt dat een jongen bij hun uit de klas het hondje hadden meegenomen en binnen vast gezet aan de tafelpoot van oude Dirk . De jongen had niet eens het lef om het hondje terug te brengen dus had Matje het maar gedaan . Die middag liep het hondje weer op het platte dak . Later zorgen de gebroeders dat de jongen die de Vries heet zijn verdiende loon krijgt .

Hfst 13 : Daar is Juli al weer met zijn hete zon . Het hondje doet niks anders dan liggen op het platte dak van de buren . De klassen worden door de hitte steeds slomer . Niemand heeft nog een jas aan , alle ramen staan open en de gordijnen hangen ook al helemaal stil . Er is geen zuchje wind . De gebroeders moeten nu gaan werken voor hun overgangsexamen . Ze zouden beginnnen met boekhouden en dan twee of drie proefwerken per dag . Heintje vind dat teveel voor het werken bij zo'n hitte ,er zouden vragen worden gestelt over de gehele leerstof van de stof die behandeld is in het afgelopen jaar . Iedereen in het internaat loopt met een boek of zit in de schaduw te leren voor de proefwerken die heel zwaar wogen voor het overgangsexamen . Tijdens de leraasbesprekingen werden de Beekmannen en Bert uitvoerig besproken . Iedereen was het er over eens dat het hele goede leelingen waren en dat hun grapjes niet nageaapt waren maar erg orgineel . Het eerste proef werk was boekhouden , dat was voor de gebroeders geen probleem maar voor Bert wel . Ze hadden ook ondekt dat als ze een spiegeltje langs de op gaven legde van boekhouden dan kon je de vragen lezen van het volgende examen en zo ging het verder . Ze haalden ook nog een geintje uit met oude Dirk , ze belden met hem en zeiden allerlei dingen tegen hem over ouderdomsverschijnselen . Oude Dirk stoof naar de portiershok je toe en wilde weten wie hem dit aan deed . De gebroeders hadden hun examen gehaald en het was zomervakantie . Toen ze uit de trein stapte was het eerste bekende wat ze zagen was Hendrik van Ham . Hij was blij hun te zien en ze praten wat . Het blijkt dat Hendrik een vriendinnetje had . Er was in Peel veel veranderd maar toch veel dingen waren hetzelfde gebleven . De gebroeders gingen weer op zoek naar Hendrik , Hendrik was achter in de boomgaart . Toen ze steeds dichter bij het eind van de boomgaard waren zagen ze Hendrik staan zoenen met een meisje . De jongens liepen terug en zeiden het tegen Hendrik's vader . De gebroeders liepen snel naar de zijkant van de boomgaard en zagen daar dat Hendrik door zijn vader werd betrapt . Hendrik's vader was zo boos dat Hendrik van schrik hard verder werkte .

Hfst 14 : De gebroeders gaan met Hendrik van Ham naar de kermis in Helmond . Onderweg verliest Hendrik zijn hoed . Op de kermis komen ze Bert van Rooy tegen bij een kraampje . Op de rest van de kermis schiet Hendrik een man in het oor die bij een schiettent stond en maakt een kop van Jut kapot door te hard er op te slaan maar voor dat de man wat kon doen waren ze al weg gegaan . Hendrik wordt ook nog dronken in een cafe en krijgt ook steeds iets gratis te drinken van een onbekend iemand . De gebroeders zouden ook nog een hoed gaan kopen voor Hendrik . Ze lopen naar de hoedenzaak in de Dorpsstraat tegenover de kermis . De gebroeders hadden nog net genoeg geld om een perronkaartje te kopen om mee naar huis te gaan . De gebroeders doen deze week niets . Ze worden gevraagd om mee te gaan varen of te komen slapen bij oom Mathieu . Het werd varen . Ze lagen ergens in een stad en ze moesten op het schip passen , maar ze gingen toch weg de stad in . Toe ze thuis kwamen zat daar de schipper boos te lezen in een boek en hij was zo boos dat ze het schip hadden verlaten dat hij ze ieder een pak slaag gaf .

Hfst 15 : Het was 1 september geworden , de dag dat de scholen weer gaan beginnen . De gebroeders zitten in de trein op weg naar het internaat in Weert . Hendrik had voor dat ze weg gingen belooft dat hij ze een keer zou opzoeken in het internaat . In de trein kwamen de gebroeders Bert van Rooy weer tegen , hij liep met 2 zware koffers te slepen . Oude Dirk is blij ze weer terug te zien op het internaat . De gebroeders slipen weer naast elkaar maar tussen hun en Bert zat er een persoon tussen . Ze hadden ook hun eigen morsecodes , als bij Matje een paar voetbalschoenen om hoog gingen dan was het Bert die wat te vertellen had . Een korte ruk aan het touw gevolgd door een lange ruk dan was dat de A en andersom een N . De gebroeders en Bert moesten bij oude Dirk komen , Hij had te vertellen dat ze alle drie een goed raport hadden . Bert mocht naar de 2e klas , de gebroeders sloegen die over en mochten naar de 3e klas toe omdat ze z'on goed raport hadden . De broeders belden naar huis en vertelde het blijde nieuws aan hun ouders . Bert kreeg last van slaapwandelen dus moest verhuizen naar een kamer met een afgesloten deur . De overgang was voor de Beekmannen was heel moeilijk en moesten dan ook bijlessen nemen bij sommige leraren . Het slaapwandellen van Bert werd steeds erger , zo liep hij een keer boven in de toren van het internaat en lag de volgende dag weer in zijn bed .

Hfst 16 : De gebroeders moesten zich vast bijten in de studie , zodat de tijd voorbij vloog en het alweer bijna kerstvakantie is . De proefwerken werden weer op de banken gegooid . In de kerstvakantie studeerden ze elke dag 2 uur lang . Bert van Rooy moest zich al scheren , soms sneed hij zich er mee droop er rood bloed over het witte schuim . Hij deed heel lang met een mesje omdat hij het elke keer zelfslijpt .

Hfst 17 : Het was alweer lente geworden in Weert . Het was al bijna weer het einde van het school jaar . De examens vielen dit jaar veel vroeger dan anders , dus er moest veel worden gestudeert door de gebroeders . De gebroeders liepen wat rond in het internaat . Ze zagen Bert staan bij de smid. Op het pleintje voor de smid stond een lasketel . De gebroeders vroegen aan Bert hoe het werkte zo'n lasketel , Bert zou het wel laten zien , maar er ging wat fout en de lasketel vloog in de lucht . Ze liepen een paar straten om en gingen langs de portier , hij zei tegen hun dat er bezoek voor hun was . Het was Hendrik die was naar Weert gekomen om de gebroeders op te zoeken . Hij zou bij een kennis kunnen slapen , maar later blijkt die kennis weg te zijn en blijft hij slapen op het internaat en gaat s'morgens weer naar huis terug .

Hfst 18 : Tegen het begin van de maand mei beginnen de gebroeders al te praten over de schriftelijke examens , ze lopen studerend rond over het schoolplein . Bert loopt tijdens het studeren op het plein alleen maar zong ook leerstof op een zelf gemaakt lied . Op het platte dak liep eens een meisje waar naar Bert had geknipoogt en ze had terug gezwaaid daardoor was Bert ook in de wolken . De gebroeders gaan ook 's nachts studeren want anders zouden ze de 3e klas nog een keer over moeten doen . Ze liepen warm aangekleed naar het fietsenhok en gingen daar studeren . Toen ze terug gingen waren de naamplaatjes van hun bedden afgehaald en het bed was op geruimd . Ze liepen naar de nachtbroeder , die zei dat hun naar de kermis zijn geweest . Ze liepen met ze drieen naar oude Dirk , hij geloofde hen en ze mochten gaan slapen . De jongens die wel naar de kermis waren gegaan werden door oude Dirk gepakt .

Hfst 19 : De gebroeders zijn geslaagd met vlag en wimpel . Bert die was ook geslaagd en zal volgend jaar de 3e klas doen . Oude Dirk vond het een hele goede prestatie die de gebroeders Beekman hadden behaald . Een drie jarige school in twee jaar te voltooien . Ze gaan naar huis met de trein , ze komen steeds dichter bij Peel.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen