Boekverslag : Carry Slee - Razend
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3805 woorden.

Uitgeverij: Van Holkema & Warendorf

Jaar: 2000

Verdere informatie: Razend doet mee aan de Jonge Jury 2001.



Vooraf:

Ik heb dit boek gekozen voor mijn boekverslag, omdat ik het een heel mooi boek vind. Het onderwerp mishandeling spreekt me aan, en over het algemeen kan Carry Slee heel goed boeken over een serieus onderwerp schrijven die toch niet saai worden. Ik verwachtte veel van dit boek. Dat komt omdat ik al veel boeken van Carry Slee heb gelezen, en vooral de boeken voor kinderen van 12 jaar en ouder waren allemaal erg mooi. Je verwacht sowieso altijd meer van een boek van een schrijver die je al kent als je haar boeken mooi vond, dan dat je een boek van een schrijver leest die je nog niet kent, of die je alleen op aanraden van een ander leest.



Omslag:

De illustratie op de omslag is gemaakt door Roelof van der Schans en de vormgeving van de omslag is verzorgd door Toine Post. De achtergrond van de omslag is geel, met overal bruine schaduwen. De illustratie geeft Sven weer met een mes in zijn hand. Het lijkt gemaakt te zijn met verf en ziet er een beetje ruwgeverft uit. De combinatie van die achtergrond en de tekening en daarbij ook nog de rode (bloedkleurige) letters, maken het een omslag die er een beetje eng en kil uitziet. Maar dat geeft wel weer mooi het gevoel dat Sven bij de gebeurtenissen in dit boek heeft weer denk ik.



Schrijver:

Ik heb alle boeken voor kinderen van 12 jaar en ouder van Carry Slee gelezen, en vroeger heb ik ook bijna alle boeken van 8 tot 12 jaar van haar gelezen. Alle boeken van Carry Slee voor 12 jaar en ouder (Spijt, Pijnstillers, Afblijven, Kappen) gaan over problemen in de samenleving. Ik vind dat ze goed met die problemen omgaat. Ze legt uit (in de vorm van een verhaal) hoe het is om zoiets mee te maken, maar maakt het niet een heel zwaar boek om te lezen. Mijn favoriete boek van haar is: pijnstillers, dit gaat over een jongen die zijn moeder aan kanker verliest.



Titel:

De titel van dit boek is Razend. Deze titel past op 2 personen tegelijk:

 Sven is boos op zijn vader, omdat die hem mishandelt en zijn broer Lennart voortrekt.

 De vader van Sven wordt vaak boos op Sven, omdat hij niet alles doet wat hij zegt, zo is Sven gestopt met zwemmen. Daarom mishandelt hij Sven vaak.



Genre:

Het genre van dit boek is: Maatschappelijk geëngageerd, dit is zo omdat het over problemen in de samenleving gaat, zoals:

 mishandeling: Sven wordt mishandeld door zijn vader en dit komt ook veel in gewone gezinnen voor.

 Aanrandingen: Roosmarijn wordt aangerand door haar leraar. En zij is niet de enige op school die word aangerand. Ook dit kan voorkomen op een school.

Ik hou van dit soort boeken, ik vind het leuk om boeken te lezen die ook echt gebeurt zouden kunnen zijn. Science Fiction spreekt me niet echt aan, daar kan ik me niet zo goed in inleven.



Thema’s

Het hoofdthema van dit boek is: Mishandeling.

De subthema’s in dit boek zijn:

 Vriendschap (vriendschap tussen verschillende personen).

 Liefde (de liefde die ontstaat tussen Sven en Roosmarijn).

 Seksuele intimiteiten (Bob die zijn handen niet thuis kan houden bij Roosmarijn, en naar wat later bleek ook bij andere meisjes, zoals: Astrid van Lanen.



Samenvatting:

Sven wordt thuis mishandeld door zijn vader. Lennart wordt voorgetrokken, omdat hij alles doet wat zijn vader zegt. Als Sven tegen zijn vader zegt dat hij stopt met zwemmen om meer aan zijn hobby filmen te doen, loopt het helemaal uit de hand.

Sven wil namelijk een film gaan maken met Roosmarijn in de hoofdrol (het meisje waar hij verliefd op is). Roosmarijn heeft zelf ook een probleem, maar houd het niet verborgen, zoals Sven doet. Als ze aan de klas vertelt dat hun favoriete leraar zijn handen niet thuis kan houden gelooft niemand haar, behalve Sven en Halima (haar vriendin). Sven besluit weg te lopen, als blijkt dat Lennart Roosmarijn probeert af te pakken. Hij schrijft een afscheidsbrief, waarin hij aan zijn moeder uitlegt waarom hij weg gaat. Roosmarijn vindt die brief. Ondertussen bedenkt Sven een oplossing voor het mishandelen: als zijn vader hem dan toch dood wil hebben moet hij hem maar meteen vermoorden. Dit doet zijn vader niet, en dan blijkt dat zijn vader vroeger zelf ook mishandeld is.

De leraar die Roosmarijn lastig valt word betrapt en word ontslagen. Roosmarijn en Sven krijgen op het eind verkering.



Samenvatting van het verhaal in 1 zin: Sven wordt mishandeld door zijn vader.



Personen:



De hoofdpersoon:

 Sven Feije



Andere belangrijke personen in het boek:

 Lennart Feije

 Roosmarijn

 De vader van Lennart



Bijfiguren:

 De moeder van Sven

 Bob, de wiskunde leraar van klas 2b

 Halima, de beste vriendin van Roosmarijn

 Bart , de beste vriend van Sven

 Arnout, een van de vrienden van Sven

 Hakim, een andere vriend van Sven

 De oma van Sven

 Astrid van Lanen

 Meneer Hazelman, de conrector op de school van Sven



Sven:

Sven is een jongen die heel erg mishandeld word door zijn vader, daarom voelt hij zich vaak diep ongelukkig. Als zijn vrienden geen vrienden meer met hem willen zijn, omdat hij vaak niet komt opdagen, wordt hij nog bedroefder. En als Lennart dan ook nog aan Roosmarijn vertelt dat Sven eigenlijk niet echt verliefd op haar is (wat niet waar is), maar dat hij haar alleen maar versiert om stoer te doen, wil Roosmarijn eerst ook niks meer met hem te maken hebben. Sven’s hobby is filmen, daarvoor geeft hij zwemmen op, daardoor krijgt hij nog meer slaag van zijn vader. Als ik Sven zo bekijk, vind ik het een sympathiek persoon. Hij probeert zijn vriendschap te onderhouden, maar dat gaat niet altijd. Toen hij van Bart (zijn beste vriend) nog een laatste kans kreeg om het goed te maken, ging dat mis. Ze zouden gaan zwemmen, maar omdat hij geslagen was en er nog striemen te zien waren, kon dat echt niet, zo verloor hij dus zijn beste vriend. Sven heeft ook doorzettingsvermogen, hij zegt op de meeste punten wel wat hij vindt, of hij daar nou om geslagen wordt of niet. Ik vind dat wel goed van hem dat hij dat nog durft. Maar het is misschien niet echt praktisch.

Ik zelf zou er denk ik allang vanaf zijn gestapt om mijn mening te zeggen, en mijn vader gaan gehoorzamen.

Een echte beschrijving van het uiterlijk van Sven staat niet in het boek. En ik vind ook niet dat dat echt nodig is. Ik vind het niet echt leuk als je een helemaal precieze beschrijving krijgt van de persoon waar het om gaat. Je kunt Sven voor je zien, en zo hoef je je niet op uiterlijk te beoordelen, het innerlijk van Sven is veel belangrijker in dit boek.



Lennart:

Lennart wordt voorgetrokken door zijn vader, omdat hij alles doet wat hij zegt. Hij gaat wel door met zwemmen, en als zijn vader hem zomaar een trui cadeau geeft waar Sven heel lang voor heeft moeten werken, doet hij er niks aan. Ik vind hem daardoor (en ook door andere momenten) erg onsympathiek, ik zou niet op hem willen lijken. Hij lijkt me heel egocentrisch.

Zo probeert hij op een gegeven Roosmarijn af te pakken van Sven, hij zegt tegen Roosmarijn dat Sven haar alleen maar wil om stoer te doen. En zegt vervolgens tegen Sven dat Roosmarijn hem wel ziet zitten. Tegen zijn vader zegt Lennart dat Roosmarijn zijn vriendin is, als zijn vader dan brieven van Sven aan Roosmarijn in Sven’s prullenbak vindt, krijgt Sven weer slaag, omdat hij de ‘vriendin’ van Lennart af probeert te pakken.

Lennart zegt later als de hele familie in therapie gaat, dat hij eigenlijk wel bewondering heeft voor Sven, omdat hij doet wat hij wil, terwijl hij braaf alles doet wat zijn vader doet. Ik vind dit eigenlijk best wel zwak van iemand, om na al dat gedoe met zijn broer en Roosmarijn te zeggen dat hij eigenlijk best wel tegen hem opkijkt. Al is het misschien wel een manier geweest om aandacht te krijgen van Sven.

Op de een of andere manier, kreeg ik in dit verhaal meer de indruk dat Lennart de grotere broer van Sven was, al word er wel in het verhaal gezegd dat hij het kleine broertje is. Maar je krijgt al snel het idee van een ouder iemand, omdat ik me niet echt voor kan stellen dat een kleiner broertje zulke dingen doet bij een grotere broer. Maar dat komt misschien omdat er in de meeste verhalen toch gesproken word van een vervelende grote broer.



Roosmarijn:

Roosmarijn is het belangrijkste persoon in het boek na Sven. Ze heeft te maken met een groot probleem: ze wordt seksueel geïntimideerd door haar leraar. En dan niet eens een leraar waar iedereen een hekel aan heeft, maar de favoriete leraar van de klas. Ze voelt zich heel ongemakkelijk elke keer als de Bob haar aanraakt. Dat vind ik begrijpelijk, ik denk ook dat ik me heel ongemakkelijk zou voelen. Ik weet niet wat ik in zo’n situatie zou doen. Als ze Sven leuk begint te vinden, kan Sven nog steeds niet filmen met haar, omdat zijn vader nog steeds zijn camera gebruikt voor de opnames van de zwemselectie van Sven.

Sven zegt dan dat de camera kapot is, en dat de winkel hem nog steeds niet gemaakt heeft. Roosmarijn gaat dat controleren met Halima, ze vraagt bij de winkel of de camera er is, als blijkt dat dat niet zo is, vertrouwt ze Sven helemaal niet meer.

Ik kan begrijpen dat ze Sven niet meer vertrouwt, ze weet niet wat er allemaal bij hem thuis gebeurt, dus het is een logische reactie als iemand steeds iets belooft, en vervolgens allemaal leugens vertelt als het niet kan, om dan genoeg van hem te krijgen. Het uiterlijk van Roosmarijn wordt niet echt beschreven, er word wel genoemd dat Halima haar mooi vindt, en dat ze zichzelf eigenlijk ook best knap vindt.



De vader van Sven:

Ik vind de vader van Sven geen sympathiek persoon, en ik denk ook dat dat de bedoeling is van de schrijver. Je krijgt de gedachtegang van de vader niet echt te weten. Je weet niet precies waarom hij Sven slaat en Lennart niet.

Mij lijkt het een persoon die vindt dat iedereen naar hem moet luisteren, in ieder geval zijn familie moet dat. Hij laat het niet toe dat zijn vrouw Sven troost of de wonden schoon maakt. Hij denkt waarschijnlijk alleen maar na over zijn gedachten, over wat hij ergens van vindt, en vindt ook dat iedereen zo moet denken.



De moeder van Sven:

De moeder van Sven wordt onderdrukt door haar man. Je kunt in sommige stukken van het verhaal merken (bijvoorbeeld dialogen tussen Sven en zijn moeder) dat ze het niet eens is met de manier hoe haar man Sven behandelt. Toch komt ze niet voor Sven op als hij weer mishandeld wordt. Ik kan best begrijpen dat het moeilijk is als je kind mishandeld wordt door de man waar je van houdt. Ik weet niet wat ik zou doen in zo’n situatie. Het is begrijpelijk als je niet voor je kind op durft te komen, omdat je anders misschien zelf ook klappen krijgt, maar het is ook weer vreemd dat je je eigen kind niet beschermt tegen zoiets.



Bob:

Bob geeft wiskunde. Hij is de favoriete leraar van klas 2b, en bijna alle leerlingen van de school vinden hem aardig. Als Roosmarijn vertelt dat hij haar seksueel intimideert gelooft niemand haar. Sven krijgt in de klas ruzie met hem over wat er rond Roosmarijn gebeurt, als Roosmarijn later bij de conrector ontkent dat ze aangerand is door Bob, wordt Sven geschorst. Daarna wordt Bob betrapt als hij weer aan Roosmarijn probeert te zitten, hij wordt ontslagen.

Ik vind Bob geen aardig persoon, als leraar is hij misschien aardig, maar wat hij daarnaast doet is echt slecht.



Halima:

Halima is de beste vriendin van Roosmarijn. Je krijgt niet echt een persoonlijk beeld van haar. Ze steunt Roosmarijn, is erg behulpzaam als het nodig is en komt op voor haar vriendin als niemand anders dat doet. Het behulpzame kun je o.a. merken doordat ze aan Roosmarijn voorstelt om van plaatst te ruilen bij wiskunde, zodat Bob niet meer aan haar kan zitten als hij langs loopt. Er word verder niet echt meer over haar vertelt, maar toch vorm ik me het beeld van haar dat ze een goede vriendin zal zijn die je kunt vertrouwen.



Bart:

Bart is de beste vriend van Sven. De vriendschap loopt stuk, omdat Sven hun afspraken altijd afzegt. Bart zit hier ook erg mee, maar begrijpt niet waarom en dat kan ook niet omdat Sven niet vertelt aan zijn vrienden hoe het bij hem thuis is.

Je komt ook niet veel te weten over Bart in het verhaal, maar door wat ik van hem weet lijkt het me een aardig persoon.



Arnout en Hakim

Ik doe deze 2 personen samen, omdat ze in het boek alleen maar samen voorkomen. Ze spreken af om te gaan chatten en via de chatbox een vriendin te vinden. Ze doen zich voor als 2 meisjes(Dieke en Lotte) en hopen zo beet te krijgen. Als Sven en Bart dit horen spreken ze af om met Hakim en Arnout te gaan chatten, en zich dan voor te doen als 2 meisjes (Arnout en Hakim weten dit niet). Als ze een paar keer met elkaar gechat hebben spreken ze een keer ergens af. Als Arnout en Hakim zien dat Sven en Bart hun in de maling hebben genomen worden ze eerst boos, maar daarna kunnen ze er wel om lachen. Voor de rest spelen deze personen geen rol in het boek. Zo kun je aan deze kleine gebeurtenis bijvoorbeeld afleiden dat Arnout en Hakim ook weer heel natuurlijke reacties hebben. Ik vind het een vreemd idee om een vriendin te zoeken via een chatbox, ik zou dat nooit doen. Dus dat vind ik wel een raar trekje in hun karakter.



De oma van Sven:

De oma van Sven komt maar enkele momenten in het boek voor. In die momenten praat ze met haar zoon (Sven’s vader) aan de telefoon. Ze stelt haar zoon voor om naar mevrouw Simons een psycholoog te gaan, maar dat wil hij niet. Sven’s vader zegt dat je de ellende alleen maar uit Sven kan slaan. De oma heeft dus door wat er bij haar thuis gebeurt, maar de vader van Sven luistert niet. Ik denk niet dat dit slim is van hem. Ik denk namelijk dat de oma van Sven best goed zal weten wat ze moet doen, omdat ze deze situatie bij haarzelf thuis ook heeft meegemaakt (toen haar man, de vader van Sven in elkaar sloeg).



Astrid van Lanen:

Bij haar heeft Bob hetzelfde gedaan als bij Roosmarijn. Daarom is ze uit de feestcommissie gestapt. Daarna kwam er een plek vrij voor Roosmarijn in de feestcommissie, maar daar is ze toen dus ook niet in gegaan, omdat Bob er ook inzat.



Meneer Hazelman:

Hij is de conrector die eerst Sven schorst en daarna Bob ontslaat. Verder gebeurt er niks rond hem in het verhaal.



Ruimte:

Het verhaal speelt zich vooral af in het huis van de familie Feije en op school. Dit zijn de belangrijkste plaatsten, want daar gebeuren de meeste dingen, namelijk de mishandelingen van Sven in het huis van Feije. Op school gebeurt er van alles rond het vriendengroepje van Sven en rond Roosmarijn en Bob (de wiskundeleraar). Verder spelen er nog kleine scènes af in het huis van Roosmarijn, en op haar kamer, voor de opnames van de film, en in verschillende zwembaden waar Lennart zwemt. En als Bart en Sven gaan chatten met Arnout en Hakim, dan doen ze dat bij Bart thuis. Het verhaal speelt zich in een normaal milieu af (afgezien van de mishandelingen). De familie lijkt me niet arm. Een gewoon gemiddeld Nederlands gezin. Ik denk niet dat het veel uitmaakt in wat voor milieu het verhaal speelt, mishandelingen, en seksuele intimidaties kunnen overal gebeuren. Bij mensen die rijk zijn, bij mensen die arm zijn en het kan net zo goed in Venezuela als in Nederland. Nou is het wel zo dat er in dit verhaal wel allemaal gebruiksvoorwerpen meespelen, die niet overal op de wereld evenveel zijn, zoals: computers, gsm’s etc, omdat het daar misschien een armer land is.



Tijd:

Het verhaal speelt zich in deze tijd af. Dat kun je merken onder andere merken door internet. Arnout en Hakim gaan chatten om via een chatbox een vriendin te krijgen. Dat gebeurt tegenwoordig ook. En internet is nog niet zo lang zo populair dat bijna iedereen een computer heeft thuis. Ook wordt er gesproken over gsm’s, dit bestaat al wel langer, maar het is pas sinds kort dat veel kinderen ook een eigen mobiele telefoon hebben. Daarom denk ik dat dit verhaal zich afspeelt tussen 1998 en 2000 (2001 was het boek nog niet geschreven, maar ook voor 2 jaar na 2000 kan dit denk ik nog wel gelden). Het verhaal wordt chronologisch verteld, er zitten geen flashbacks of flashforwards in.Het is wel zo, dat er in het begin van het verhaal verteld wordt: hij herinnert zich nog de ruzies toen hij met scouting stopte. Maar ik denk dat dat geen flashback is, omdat hij dat denkt in de tegenwoordige tijd.



Verteller:

In het boek word gebruik gemaakt van een alleswetende verteller, maar toch weet je niet meer van situaties dan de personen. Het hele verhaal wordt verteld met hij en zij personen, of door het noemen van de naam van de persoon waar het om gaat. De verteller weet wat Sven denkt, maar ook wat Roosmarijn denkt.

Je volgt het verhaal door de ogen van Sven, maar sommige kleine stukjes ook door die van Roosmarijn, in hoofdstuk 4 begint het met:

Roosmarijn verheugt zich erop een film met Sven te maken. Ze ziet het echt als een kans, Sven is echt keigoed. Daarna komt er nog een stukje waarin je volgt hoe ze zich voelt als ze merkt dat ze weer wiskunde heeft die dag, en dat ze weer het lokaal van Bob in moet.

Het maakt me niet echt uit, wie de verteller is in het verhaal. Ik let er ook niet echt op. Carry Slee gebruikt altijd de alleswetende verteller, tenminste in de boeken die ik van haar gelezen heb. Ik vind het fijn om verhalen zo te volgen, maar het is niet zo dat ik een boek niet zal lezen omdat er een ik-verteller in gebruikt wordt.



Werkelijkheid en fantasie:

Dit boek is ongetwijfeld werkelijkheid. Het verhaal is dan wel verzonnen maar de dingen die er in voorkomen gebeuren in het echte leven ook. Mensen worden mishandeld door andere mensen, mensen worden aangerand door andere mensen, mensen chatten met andere mensen op de hoop om verkering te krijgen, liefde tussen mensen bestaat. Dus dit verhaal zou eigenlijk zo echt gebeurt kunnen zijn.

Ik identificeer me niet echt met 1 van de personen, dat komt omdat ik zelf nog niet echt zo’n situatie heb meegemaakt. Wel heb je de neiging om helemaal mee te gaan leven met de personen in het boek die slachttoffer worden. Zo huilde ik bij het gedeelte dat Sven het mes aan zijn vader gaf. Omdat je daar merkte dat zijn vader toch wel een beetje om Sven gaf.



Stijl:

Het boek is niet kinderachtig geschreven, het gaat er van uit dat je van bepaalde onderwerpen wel wat afweet voordat je het gaat lezen. Zo moet je kunnen begrijpen wat het precies inhoudt om seksueel geïntimideerd te worden. Er wordt wel uitgelegd wat er gebeurt, maar het is beter te volgen als je weet wat het inhoudt.

Er wordt geen gebruik gemaakt van uiterst lange zinnen of veel moeilijke woorden.

Dit boek is geschikt voor kinderen van ongeveer 12 jaar of ouder. Het ligt er natuurlijk aan hoe diep je over de onderwerpen in een boek gaat nadenken als kind en hoeveel je leest (hoeveel woordenschat je hebt), om precies te bepalen wanneer je kunt beginnen met dit boek.



Visie en bedoeling van de schrijver:

Ik denk dat het de bedoeling van de schrijver is geweest om kinderen een beetje te laten merken hoe het is als je mishandeld wordt door je vader, of aangerand word, en hoe je daarbij denkt. Het is niet de bedoeling om de kinderen daarover een lesje te gaan leren, want ze schrijft het boek waarschijnlijk om lekker in te kunnen lezen. Maar toch wil ze er een kleine boodschap bij meegeven.

Het lijkt me vrij logisch dat de schrijver de hoofdonderwerpen in dit boek niet leuk vind. Dat kun je merken aan de manier hoe ze het verhaal vertelt. Ze vertelt het verhaal zo dat je medelijden krijgt met Sven en Roosmarijn, anders had ze het wel zo verteld dat je medelijden krijgt met Sven’s vader en Bob. Dan had ze het ook waarschijnlijk zo verteld dat je het verhaal via hun ogen volgt.



Opbouw:

De opbouw van het verhaal was duidelijk. Het is chronologisch verteld en er zitten geen flashbacks of flashforwards in. Ik vind dat een makkelijke manier van lezen.

Carry Slee zorgde ervoor dat het boek spannend werd door bij sommige stukjes in een keer op een ander onderwerp over te gaan.

Ze heeft er voor gezorgd dat je het boek het liefst in één keer uit wilt lezen, dat doet ze ook door het verhaal zo te vertellen dat je meteen helemaal meeleeft met de personen, daardoor wil je heel graag weten hoe het nou uiteindelijk afloopt.



Mijn mening:

Ik vond dit een heel mooi boek. Dat komt omdat Carry Slee goed over dit soort onderwerpen kan vertellen en de onderwerpen me ook aanspraken. Ik vind Sven de leukste persoon die in dit boek voorkomt. Ik identificeer me toch het meeste met hem, maar dat komt waarschijnlijk ook omdat je van die persoon het meeste weet.

Van Roosmarijn weet je ook veel, maar sommige kleine dingetjes aan haar staan me toch minder aan, zo denkt ze op een gegeven moment: Ik ben ook eigenlijk best wel blij met mijn uiterlijk, ik ben best wel mooi. Daar kan ik me niet mee identificeren ik voel me niet mooi, etc. Ik zal dit boek zeker aan anderen aanraden, en dat heb ik ook al gedaan. Nou hoef je meestal niet te zeggen tegen iemand dat een boek van Carry Slee mooi is, want de meeste jongeren vinden dat toch wel.

Zodra er weer een boek uit is van deze schrijver ga ik hem zeker lezen. Jammer genoeg heb ik tot nu toe alle boeken van haar al gelezen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen