![]() |
Boekverslag : Margriet De Moor - Eerst Grijs Dan Wit Dan Blauw
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2431 woorden. |
Contact, Amsterdam (1991) Titelverklaring: De titel verwoordt een kinderlijke visie op de dood: eerst wordt alles grijs, dan wit en tot slot blauw. (Deze gedachte blijkt ook uit de passage in deel drie, waarin Magda aan de bootreis naar Canada in 1947 terugdenkt. Onderweg sterft er een baby en voor dat het lijkje overboord wordt gegooid, vraagt Magda aan de baby: ”Is het waar dat alles eerst grijs wordt, dan wit, dan blauw, en dat je dan naar de sterren vliegt? ) De auteur: Margriet de Moor wordt geboren als Margaretha Antoinette Neefjes. Ze komt op 21 november 1941 te Noordwijk ter wereld. Het katholieke gezin waarin ze opgroeit, telt tien kinderen. Margriet bezoekt aanvankelijk de school waar haar ouders werken, maar in de vierde klas stapt zij over naar de HBS. Na de HBS vervolgt ze haar opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Vanaf 1968 treedt ze regelmatig op als zangeres van voornamelijk twintigste-eeuws avant-garde repertoire. Aan het eind van de jaren zeventig studeert zij enige tijd klassieke talen en kunstgeschiedenis. Samen met haar man, Heppe de Moor, exploiteert Margriet een kunstenaarssalon in 's-Graveland. In 1988 debuteert Margriet met de verhalenbundel 'Op de rug gezien', waarmee ze in 1989 wordt genomineerd voor de AKO-literatuurprijs. Met 'Eerst grijs dan wit dan blauw' weet ze in 1992 deze prijs zelfs te winnen. Recent werk: De virtuoos (1993, roman), Ik droom dus (1995, verhalen), Hertog van Egypte (1996 roman) Literaire stroming: Moderne Nederlandse literatuur. Genre: Psychologische roman. Tijd en tijdvolgorde: Heden en verleden lopen door elkaar heen. Strikt genomen loopt de vertelde tijd van de vooravond van de moord tot de vrijdag waarop Magda begraven wordt. Het verhaal bevat echter veel flashbacks en is daarom niet chronologisch. Verhaalsopbouw: De roman bestaat uit vier delen, onderverdeeld in een aantal genummerde hoofdstukken. Plaats / ruimte: De moord vindt plaats in een kleine badplaats aan de Nederlandse kust: waarschijnlijk Katwijk of Noordwijk. Met de ‘grote stad’ nabij wordt Leiden bedoeld. Verder speelt een deel van de roman zich af in de Cevennen, figureert Canada tweemaal en brengt Magda enige tijd door in Berlijn. De route die Magda volgt, richting het voormalige Tsjecho-Slowakije, wordt uitgebreid beschreven. Karakterbeschrijving en –ontwikkeling / onderlinge relaties: Robert is kunstschilder en is getrouwd met Magda. Hij is iemand die zich heel erg door stemmingen laat beïnvloeden. Hij is opstandig, aanvaardt dingen niet op gezag van anderen, wil alles zelf onderzoeken en dan naar zijn hand zetten. Hij kan geen lijn vinden in de compositie van zijn leven. Magda is een goedgehumeurd raadsel, die getrouwd is met Robert. Door dat huwelijk is ze een belangrijk deel van zich zelf kwijtgeraakt. Ze gaat weg om zichzelf te zoeken en ze voelt zich helemaal niet schuldig of ongemakkelijk. Ze is juist rustig en opgewekt. Erik is getrouwd met Nellie en heeft een zoon Gaby, die autistisch is. Hij is een rustige tevreden man, hij houdt van orde en regelmaat. Hij is geslaagd in zijn werk en in het sociale leven. Nellie is getrouwd met Erik en heeft een autistische zoon Gaby. Zij is een boerendochter. Ze is een vrouw die haar zaakjes goed voor elkaar heeft en ze weet wat voor een invloed zij heeft op Erik. Gaby is de autistische zoon van Erik en Nellie en leeft op een andere planeet. Alleen het heelal kan hem boeien en Magda is de enige die hem kan ‘bereiken’. Agnes Rombouts is de vroegere vriendin van Robert en heeft, toen Magda weg was, een relatie met hem gehad. Zij woonde in Leiden. Michel Toussaint is een astronoom die Magda heeft ontmoet in Gaspeen. Michel helpt Magda met het opsturen van sterrenkundige tijdschriften naar Gaby. Hij heeft Magda ten huwelijk gevraagd, maar zij is er niet op ingegaan. Milena is een oude jeugdvriendin van Magda, bij wie Magda een paar weken heeft gelogeerd. Samenvatting: Op een ochtend in de nazomer van 1982 gaat Erik, oogarts van beroep, naar zijn werk in Leiden. Als hij langs het huis van Robert Noord en Magda Reskova komt, wordt zijn aandacht getrokken door een van de honden. Binnen treft hij Magda levenloos op bed aan. Vermoedelijk is zij neergestoken door Robert. Hij zit verdwaasd in een hoek van de kamer, met een dolk in zijn hand. Eriks gedachten gaan terug naar de avond van 22 januari 1964, toen zijn zoon Gabriel werd geboren. Maar bovendien is die avond Robert Magda komen voorstellen. Robert had Magda op een reis door Canada ontmoet. Robert was een jaar naar Amerika geweest. Robert en Magda gingen in een boerderij in de Cevennen wonen. Erik en zijn vrouw Nellie hadden hen daar in 1967 en 1973 bezocht. Op een avond in mei 1980 constateert Robert dat Magda en de honden verdwenen zijn. Na zijn periode in Frankrijk heeft Robert samen met Zijdervelt het metaalbedrijf tot bloei gebracht. Aan het eind van de dag gaat Robert bij Erik en Nellie langs om de honden op te halen. Hij mist Magda, hoewel hun relatie niet erg harmonieus is. Magda blijft onvindbaar. Zelfs een televisieoproep levert niets op. Op een dag is Magda plotseling weer thuis. Robert is te verbaasd om haar om uitleg te vragen. Erik waarschuwt de politie en terwijl Erik telefoontjes afhandelde, gingen zijn gedachten terug naar de ene keer dat hij Nellie bedrogen had met Magda. Hij had gevraagd waar zij die twee jaar had uitgehangen. Bij wijze van antwoord had zij hem verleid. Toen de politie was gearriveerd, werd Erik ondervraagd. Ze vroegen zich af, of hij wist waarom Robert Magda had vermoord. Maar Erik wist het niet, want hij wist niet of het huwelijk ongelukkig was.Wel had hij gezien dat de tweede keer dat hij hen in Frankrijk bezocht, hun relatie wat bekoeld was en hij had Robert een keer met een vroegere vriendin gesignaleerd. Maar of het huwelijk ongelukkig was, wist hij niet. Op een dag dat Robert thuiskomt van een zakenreis, blijkt Magda weg te zijn. Ze brengt de honden naar Erik en Nellie, bezoekt haar schoonzus Helene en haar schoonmoeder in Leiden en reist dan via Parijs naar de Cevennen, waar ze jarenlang met Robert gewoond heeft. Ze gaat als serveerster werken en heeft enkele korte liefdesaffaires. In september 1981 gaat ze per vliegtuig naar Gaspé, waar ze vroeger heeft gewoond en waar ze Robert heeft ontmoet. In het vliegtuig haalt ze jeugdherinneringen op met een medepassagier. Al pratend herinnert ze zich dat ze nog een jaar in Duitsland heeft gewoond. Dat weet ze omdat ze zich herinnert dat ze thuis Duits praten in plaats van Tsjechisch. Ze bezoekt kennissen en ontmoet de astronoom Michel Toussaint. Ze denkt voortdurend aan het begin van haar relatie met Robert. Ze bezoekt het graf van haar moeder en reist tenslotte naar haar geboorteplaats Moravië in het voormalige Tsjecho-Slowakije. En als ze in het vliegtuig zit, denkt ze aan het huwelijksaanzoek van Michel Toussaint en ze vraagt zich af of het mogelijk is je verleden te herzien, of je nachtmerries uit je geheugen kunt zetten en of het je lukt “niet meer hetzelfde te zijn”. Een jeugdvriendin, Milena, neemt haar gastvrij op. Samen halen ze jeugdherinneringen op, zoals bijvoorbeeld de herinnering aan september 1944, toen haar vader werd weggehaald door de Duitsers. Na twee jaar keert ze terug naar huis en overdenkt ze in het vliegtuig haar lange reis. Toen Robert had ontdekt dat Magda weg was, overdacht hij hoe ze samen dit huis betrokken hadden en aan Agnes Rombouts (het meisje met het Eekhoornehaar uit Leiden). Hij ging wel naar zijn werk, waar hij dacht aan zijn erotische avontuurtjes, die een onsamenhangende blok uit zijn verleden bleven. Toen hij de honden ophaalde, dacht hij aan Magda, hij had het gevoel dat zij hem bedroog, omdat zij haar gedachten in vrije loop liet. Dat gevoel had hij ook in de Cevennen, waar Magda het lijntje was, dat hem met de wereld verbond. Magda wilde een kind van hem, maar dat lukte niet, omdat ze twee keer een miskraam kreeg. Toen zijn inspiratie hem in de steek liet, ging hij zich Magda steeds meer toe-eigenen. Hij ervoer het als bedrog als zij haar eigen weg ging en vond dat zij een dubbelrol speelde. Toen Magda weg bleef, had hij ondertussen een geheime verhouding met Agnes Rombouts. In het voorjaar van 1981 overleed Roberts moeder en dat deed hem denken aan het overlijden van Magda’s moeder. Hij kreeg daar het gevoel dat ze de essentiële gedachten voor hem achterhield. Zelfs een ruzie in het bijzijn van vrienden leek haar onverschillig te laten. Ze ging steeds meer haar eigen leven leiden. Nellie overdenkt, op de dag dat Magda’s begrafenis is, dat ze Magda’s zwijgzaamheid aanvankelijk wel leuk vond, maar het dat op den duur toch haar ergernis opwekte en Magda’s omgang met Gaby ging haar ook steeds meer ergeren. Nellie weet niet hoe Gaby met Magda’s dood omgaat. Wat in hem omging bleek uit het vervolg: het lukt hem niet systeem in de materie te ontdekken: als hij woorden in het woordenboek leest, voelt hij een lachbui opkomen. Het aanknopen van betrekkingen blijft steken in pogingen, soms lijkt het wel alsof hij niet geboren is. Gaby leeft eigenlijk op een andere planeet, waar andere logische wetten gelden. Gaby is vertrouwd met de wereld van het heelal en heeft een sterrenkijker. Magda zocht Gaby op zaterdag altijd op met nieuwe tijdschriften over astronomie. Thematiek: Het niet ingelijfd willen worden, het willen erkennen dat de gebeurtenissen in je leven kriskras door elkaar rondstappen en het verlangen naar lucht. En verwarring. Motto: Ich fühle Luft von anderen Planeten. De personages verlangen naar ‘frisse lucht’; vooral Gaby leeft ‘op een andere planeet’. Taalgebruik: Het taalgebruik in Eerst grijs dan wit dan blauw is begrijpelijk. Het boek is best makkelijk leesbaar. Al moet je wel goed onthouden met wie je te maken hebt en in welke tijd het nou precies afspeelt. Vertelsituatie: Ikvertelsituatie. Perspectief: Het perspectief ligt in elk van de vier delen van de roman bij een ander persoon. In het eerste deel ligt het perspectief bij Erik, in deel twee bij Robert, in deel drie bij Magda en in het laatste deel ligt het perspectief vooral bij Nellie, echter het perspectief komt in dat deel ook nog twee keer bij Gaby te liggen. Wisselend perspectief. Motieven: Details. Magda laat haar leven leiden door details. Bijvoorbeeld wanneer ze naar Gaspé gaat, herinnert ze zich plotseling dat ze een jaar in Berlijn heeft gewoond, door de vraag of ze haar taal nog herinnerde. Toen Erik dat een paar weken eerder vroeg, kon ze zich niks herinneren. Of toen met Gaby, toen ze het over de grote en de kleine beer hadden, niet wetend dat Gaby vergroeid was met beertjes. Lucht. In het verhaal is het opmerkelijk hoe vaak er sprake is van frisse of heldere lucht of van luchtstromen. Bijvoorbeeld op de ochtend na de moord is de hitte verdwenen en de lucht opgeklaard (broeierige weer en Roberts gemoederen die uitmondden in de moord). Raadsels. Er staan in het boek verschillende raadsels: -Waar heeft Magda die twee jaar uitgehangen (in het boek)? -Waarom heeft Robert zijn vrouw vermoord? -Magda’s zwijgzaamheid over haar afwezigheid. -Waarom denken mensen dat je met praten iets oplost? Licht. Iedereen in het boek heeft iets met zien te maken, behalve Magda. Erik is oogarts, Nellie heeft een sieradenwinkel, Gaby houdt van de sterren, Robert is kunstschilder, de bewoner van het boerderijtje in de Cevennen is architect, de misdadiger bij wie ze zes maanden verblijft, is tekenaar, Michel Toussiant is een astronoom en Walter in Berlijn is beroepsfotograaf. Magda kan haar gevoelens in diepste wezen niet verwoorden, daarom zwijgt ze liever. Zien en zwijgen. Erik zegt:” Wat niet verteld kan worden, bestaat niet”, en Magda denkt: niet praten maar kijken. Dit is ongeveer de grootste tegenstelling in het boek. Grijs wit en blauw. Dit is een paar keer in het boek verschenen. -Bij de begrafenis van een baby. -Het gebruik van die kleuren bij Roberts schilderijen. -Roberts opsomming verwijst naar de omslag. Orde en chaos. Als Robert naar zijn jeugdavontuurtjes kijkt, dan zijn het voor hem onsamenhangende brokstukken. Magda en Robert proberen allebei samenhang te vinden tussen de gebeurtenissen. Mening “Eerst grijs dan wit dan blauw”. Het onderwerp van het boek “eerst grijs dan wat dan blauw” is het niet ingelijfd willen worden, verlangen naar lucht en het niet willen erkennen dat de gebeurtenissen in je leven kriskras door elkaar lopen. Zoals ik ook in mijn verslag heb staan, vind ik verwarring en stilte een onderwerp. Dat vind ik vooral het onderwerp van hoofdstuk 2. We zien dat hoofdstuk vanuit Roberts perspectief. Hij verwijt Magda vaak haar stilte, hij vindt dat zij hem bedriegt. Ik vind het boek aan de ene kant wel makkelijk te lezen, er stonden weinig echt moeilijke zinnen in. Aan de andere kant vond ik het ook wel verwarrend. De ene keer lees je “ik”, de andere keer “hij” en dan weer “Robert” en dan hebben ze het steeds over dezelfde persoon. Dat is best lastig. De nadruk ligt vooral op de gedachten van de persoon en hoe hij of zij iets beleeft. Ook spelen gevoelens een belangrijke rol. Bijvoorbeeld hoe de personen zich voelden toen Magda na twee jaar terug kwam. Eerst waren ze opgelucht en nieuwsgierig, maar later werden ze boos en een beetje gekwetst, omdat Magda er niks over vertelde. De gebeurtenissen zijn ook wel belangrijk, maar in mindere mate dan de gevoelens. Zoals de moord op Magda of de verdwijning van Magda. De gebeurtenissen hangen niet allemaal aan elkaar, maar sommige dingen wel. Zoals de moord op Magda en het verhoor. Maar veel dingen niet, ook al dachten ze er aan terug. Ik vind de gebeurtenissen wel boeiend verteld, daarom vind ik het wel een leuk boek, want je wilt toch weten hoe het allemaal is gegaan en hoe ze dat zien. Het einde van het boek is de begrafenis van Magda en hoe Gaby er over denkt en hoe hij het meemaakt. De gebeurtenissen riepen niet echt iets bij me op, hoewel het me best wel eng lijkt, om als je bij vrienden op bezoek gaat, één van hen dood te zien en te weten dat de ander het heeft gedaan. Het verhaal was niet echt moeilijk opgebouwd en niet supermoeilijk te begrijpen. Hoewel je wel goed moet onthouden, vanuit wiens gezichtspunt je het nou ziet en wanneer het nou was. Het is een niet-chronologisch verhaal, het verhaal bestaat eigenlijk uit een dag, maar er zijn heel veel flashbacks. Je krijgt wel een goed beeld van de hoofdpersonen. Je ziet bijna elke gebeurtenis vanuit ieders gezichtspunt, zodat je leest hoe iedereen erover denkt en hoe ze het meemaken. Daardoor worden hun karakters verdiept. Van de andere personages worden ze niet verdiept. Ik vond niemand echt sympathiek, maar ook niemand onsympathiek. Ik vind sommige een beetje te vaag. Ik vond het taalgebruik niet moeilijk en er stonden geen woorden die ik niet snapte. Er werd veel aandacht besteed aan de gevoelens van de hoofdpersonen, eigenlijk is het boek (bijna) een aaneenschakeling van gevoelens. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |