Boekverslag : Tessa De Loo - De Tweeling
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 3203 woorden.

Publicatie: 1e druk, 1993; 11e druk, 1994



Genre: Roman, het boek heeft 435 bladzijden. De hoofdpersonen hebben een gecompliceerd intrige. Er zijn twee hoofdpersonen en een aantal bijpersonen, waarvan de meeste niet erg belangrijk. Beide hoofdpersonen ondergaan een behoorlijke karakterontwikkeling. Het verhaal (je kan niet spreken van een handeling) wordt langzaam opgebouwd (een climax is er niet). In een korte tijd wordt een heel leven besproken, het gaat dus over een lange periode. Het boek heeft een gesloten eind.



Andere boeken: -De meisjes van de suikerwerkfabriek (1983)

-Meander (1986)

-Het rookoffer (1987)

-Isabelle (1989)



Opgedragen aan: Mijn moeder en Maria Hesse



Motto: Die welt ist weit, die Welt ist schön,

Wer weiss ob wir uns wiedersehen.



Indeling: Het boek is ingedeeld in delen die onderverdeeld zijn in hoofdstukken.



Titels: deel1 Interbellum

deel 2 Oorlog

deel 3 Vrede



Opbouw: Er is geen bepaalde opbouw.

Voor- of nawoord: Er is geen voor- of nawoord



HANDELING

De fabel: Lotte en Anna komen elkaar tegen in het Thermaal Instituut in Spa, ze hebben elkaar in zeventig jaar maar twee keer gezien en allebei die keren waren een mislukking. Anna wil Lotte een heleboel uitleggen en zo komen ze tot lange gesprekken over hun hele leven en vooral de oorlog, die ze allebei heel anders hebben ervaren. Lotte wil de verhalen van Anna eigenlijk niet horen, maar bezwijkt toch weer iedere keer. Anna probeert Lotte duidelijk te maken dat de Duitsers helmaal zo slecht niet waren, maar Lotte vond dat maar onzin.



Het thema: De verhouding tussen Nederland en Duitsland, met daarin veel aandacht voor het lot van de Duitse bevolking vóór, tijdens en ná de verloren oorlog.



Motieven: De steeds terugkerende gesprekken over het leven in de oorlog van zowel Duitse als van Nederlandse kant.



RUIMTE

Plaats van de handeling: Spa is de plaats waar de twee zusters elkaar al hun verhalen vertellen, deze plaats werd niet toevallig gekozen, er werd in twee wereldoorlogen strijd geleverd. Daarbij is de negentiende-eeuwse

sfeer de geschikte plaats om het verleden te doen herleven. De

verhalen van de twee zusters spelen zich vooral in Nederland

(Lotte) en Duitsland (Anna) af.



Beschrijving van omgeving: Spa is een negentiende-eeuws kuuroord met veel oude bronnen.



Weersomstandigheden: De weersomstandigheden spelen geen rol.



TIJD

De periode dat Lotte en Anna in Spa met elkaar het verleden doornemen, duurt veertien dagen. Hun gesprekken en herinneringen bestrijken hun hele leven, van 1916 tot 1990. De periode van de tweede wereldoorlog is de belangrijkste.

In veertien dagen worden vierenzeventig jaar doorgenomen.

Je kan zeggen dat het boek chronologisch is als je de flash-backs weg zou laten.

Een groot deel van het boek bestaat uit flash-backs, vanuit Spa wordt er terug gekeken in het verleden.

Tijdverdichting speelt een rol, alleen de belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van Lotte en Anna worden besproken.

Er zijn geen verhaaldraden.

Lotte wordt gestoord door een stevige Duitse vrouw. Ook al ergert ze zich aan het feit dat het een Duitse is, toch antwoordt ze haar in het Duits, dan blijkt dat de Duitse haar tweelingzus is van wie ze op haar zesde gescheiden werd.

Anna en Lotte gaan net als iedere andere avond uit elkaar om elkaar de volgende dag weer te kunnen spreken, Lotte begint net een heel klein beetje begrip te krijgen voor Anna. De volgende dag terwijl Lotte ligt te baden, komt er een vrouw naar haar toe dat haar ‘vriendin’ is overleden.



PERSONAGES

Anna Grosalie-Bamberg is opgegroeid in Duitsland. Ze is een vrij stevige en luidruchtige vrouw die er vanuit gaat dat ook in de meest sombere tijden het leven door gaat. Ook is ze erg ondernemend en onstuimig. Model voor Anna stond Maria Hesse, de schrijfster heeft gebruik gemaakt van de verhalen van Maria Hesse. Anna doet wat haar goed lijkt en vindt het moeilijk om anderen te gehoorzamen. Ze is een vrouw die veel voor anderen over heeft en weinig van haar gevoelens laat merken.

Lotte Goudriaan Bamberg is opgegroeid in Nederland. Ze is een niet te dikke rustige vrouw, die niet over zich heen laat lopen. Ook is ze erg muzikaal, ze kan goed zingen. Ze is erg tegen Duitsers en wil daarom haar zus ook niet accepteren. Model voor Lotte staan Tessa de Loo en haar moeder.

Anna verandert van een klein meisje wat alles doet wat haar gezegd wordt in een vrouw die doet wat ze zelf wil, ze laat niet meer over zich heen lopen. Hoewel ze in de tijd van de oorlog niets van Lotte wilde weten is ze later dolblij haar weer te zien.

Lotte verandert na verloop van de gesprekken en begint iets meer begrip voor de Duitsers te krijgen.

Lottes stiefvader Rockanje is een man met een moeilijk karakter, hij houdt ze veel bezig met muziek en het communisme.

Lottes stiefmoeder Rockanje is een rustige vrouw die veel voor anderen over heeft en al haar zorgen verbergt.

De onderduikers bij Lotte zijn allemaal erg muzikaal en behulpzaam.

De grootvader van Lotte en Anna is iemand die graag profiteert van anderen.

Oom Heinrich lijkt heel aardig maar doet achter de rug van Anna erg nare dingen.

Pastoor Jacobsmeyer is een erg aardige man, hij begrijpt mensen en wil graag helpen.

Gräfin van Falkenau zorgt goed voor Anna en heeft veel vertrouwen in haar, ze behandelt Anna een beetje als vriendin.

Martin Grosalie is een aardige man, die veel van Anna houdt en het beste met haar voor heeft en goed voor haar zorgt.



PERSPECTIEF

De schrijfster is de vertelster van het verhaal, het is een personaal perspectief. Ook identificeert de schrijfster zich vaak met Lotte



TITEL

De titel ‘De tweeling’ slaat op de tweelingzusjes Anna en Lotte die elkaar weer ontmoeten.

De wereld is groot, de wereld is mooi, wie weet of wij elkaar weer zien. Dit is waarschijnlijk de vraag die de twee zussen wel eens in hun gedachten hebben gehad.



BIJZONDERE PASSAGES

Er zijn geen bijzondere passages.

Er is mij niets bijzonders opgevallen aan de schrijfstijl.



LITERATUUR GESCHIEDENIS

Dit boek valt onder de stroming: De tweede wereldoorlog in de literatuur, de tweede wereld oorlog dient als decor, maar ook zijn het een deel oorlogservaringen.

Er worden ervaringen over de oorlog uitgewisseld tussen de twee zussen, waardoor er een visie wordt gegeven.



EIGEN VISIE

Ik vond het een erg interessant boek, vooral omdat je nu ook eens de oorlog vanuit Duitse ogen meemaakt en weet dat zij net zo goed geleden hebben en een beetje begrip krijgt voor de Duitsers. Na Het woud der verwachting was dit een erg makkelijk boek om te lezen, kleine hoofdstukjes en een makkelijke taalgebruik. Gelukkig ook niet te veel personen zodat je niet zo snel in de war raakt. De verhaalfiguren zijn erg goed beschreven, de emoties worden goed getoond. Ook de gebeurtenissen zijn interessant, niet saai en ook niet erg spannend. Dit is een boek wat ik iedereen die zich een beetje voor de Tweede Wereldoorlog interesseert zou aanraden.





SAMENVATTING

Deel 1: ‘Interbellum’

De vierenzeventig jarige Lotte bevindt zich in het Thermaal Instituut te Spa voor een kuur tegen artrose. De kuur is een geschenk van haar kinderen. Tijdens de middagrust wordt ze wakker van een stevige Duitse dame van haar eigen leeftijd, eveneens een artrose lijdster. Ze ergert zich aan de luidruchtigheid van de vrouw en aan het feit dat het een Duitse is. Desondanks antwoord ze de vrouw in het Duits – dat zij vlekkeloos spreekt aangezien zij in Duitsland geboren is. Het blijkt dat de dames tweelingzussen zijn die op hun zesde jaar uit elkaar zijn gehaald. Anna reageert spontaan en enthousiast op het weerzien met haar zus. Lotte is gereserveerd en reageert met verwijten aan het adres van de Duitsers die zes miljoen joden vermoord hebben en de wereld in een oorlog hebben gedompeld. Anna verhaalt van de vernederingen en armoede van de Duitsers na de Eerste Wereldoorlog en herinnert Lotte eraan dat ook zij als Duitse is geboren. Lottes woede ebt langzamerhand weg.

De beelden van hun prille jeugd te Keulen komen boven. Hun moeder werkte aan de kassa van ‘Die Hoffnung’, een winkel van een socialistische coöperatie. Zij stierf aan borstkanker toen de meisjes drie waren. Hun vader had toen al tuberculose. Drie jaar later stierf ook hij.



Lotte, ook besmet met tbc, ging met tante Elisabeth naar Nederland om in het Gooi te worden ondergebracht bij het gezin van de zoon van tante Elisabeth, de familie Rockanje. Vader Rockanje had een moeilijk karakter. Hij was liefhebber van klassieke muziek en aanhanger van het communisme. In de periode dat Lotte moest genezen van de tuberculose , schreef ze veel brieven naar Anna, maar Anna kreeg die brieven nooit in handen. Nadat ze was genezen groeide Lotte op als een Nederlands meisje. Tijdens een strenge winter vol ijspret kwam ze onder het ijs terecht en werd met veel moeite tot leven gewekt. Sedertdien had ze moeite met praten. Zingen ging haar beter af; ze mocht meezingen in het radiokinderkoor. Later kwam ze in een meisjeskoor en kreeg ze zanglessen een piano om zichzelf te begeleiden. Haar (stief) vaderbelette haar vaak het spelen door tijdens haar spel zijn befaamde grammofoon aan te zetten. Ook tegenover zijn vrouw en overige kinderen gedroeg hij zich erg tiranniek. Als gevolg van een ongeluk zweefde hij geruime tijd tussen hemel en aarde. Hij herstelde in tijd van toenemende internationale spanningen. Hij schimpte op de Duitsers en Lotte trok zich dit aan, zich realiserend dat ook zij en Duitse was, evenals de moeder van haar stiefvader. In het geheim had ze gespaard om naar Duitsland te gaan om daar Anna op te zoeken. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verhinderde aanvankelijk dit plan.



Anna ging naar haar grootvader op een boerderij aan de Lippe. Grootvader wilde Lotte re niet bij omdat ze ziek was en dus duur en niet geschikt als werkkracht. Bij grootvader woonde ook oom Heinrich die, evenals haar overleden vader, meer interesse in boeken had dan in de boerderij. Ook was er tante Liesl, die vreselijk hard werkte. De overgang van de stad naar het platteland was erg groot voor Anna. Ze moest naar de rooms-katholieke kerk, waar Alois Jacobsmeyer pastoor was. Enkele jaren later stierf grootvader en ging tante Liesl het klooster in na een kortstondige kuise verhouding mat Leon Rosenbaum, die tot niets leidde vanwege Leons joodse afkomst,. Anna had zich inmiddels aangepast aan het boerenleven en dacht dat Lotte haar was vergeten. Uit balorigheid trouwde oom Heinrich met Martha Hohnekop, de oudste dochter van een kastelein. Martha was lui en bracht veel kinderen ter wereld. Het werk kwam op Anna neer, waardoor ze niet naar het gymnasium kon. Op haar zestiende zag ze bij de smid een krant met een foto van Hitler en hoorde voor het eerst van de nazibeweging. Er ontstond vriendschap tussen Anna en de Smit, die lid was van de NSDAP. Oom Heinrich was tegen Hitler en ook tegen deze vriendschap en mishandelde Anna vreselijk. Er moest een dokter aan te pas komen, die constateerde dat haar baarmoeder door de mishandeling wad gedraaid. Pastoor Jacobsmeyer zorgde ervoor dat ze uit huis werd gehaald en onderdak kreeg in een klooster om er op krachten te komen. Kort daarna was Hitler kanselier geworden en zag ze in het dorp bij het klooster voor het eerst de hakenkruisvlag. Nadat ze was aangesterkt, keerde ze terug naar het dorp. Daar was veel veranderd. Velen waren lid geworden van de SA en veel klasgenootjes van Anna waren bij de Hitlerjugend of Bund Deutsche Mädel. Pastoor Jacobsmeyer raadde Anna aan ook bij de BDM te gaan om te voorkomen dat het anders helemaal een naziclub zou worden.

Kort daarna stelde Jacobsmeyer haar in staat in Keulen een opleiding tot dienstmeisje/huishoudster voor de betere standen te volgen. Toen zij op haar eenentwintigste meerderjarig werd, moest ze een verklaring ondertekenen over het voogdijschap van haar oom over haar. Ze ondertekende zonder het stuk te lezen. In het stuk stond dat haar oom jaarlijks verklaard had dat Anna zwakzinnig was. De rechter zou er kort nadien reden inzien een procedure te beginnen om haar te laten steriliseren. Door de mishandelingen van haar oom Heinrich was ze echter al onvruchtbaar geworden. Kordaat optreden van Anna voorkwam de sterilisatie. Inmiddels was ze in dienst van de familie Stolz, waar de vrouw des huizes een dwangmatige regelmaar had ingesteld. Deze dwangmatigheid kon Anna niet lang verdragen. Ze nam ontslag en kwam in dienst van een adellijke familie die er in de buurt van Keulen een groot huis en veel personeel op nahield. Het was aanvankelijk een rustig bestaan dat Anna er als kamermeisje van Gräfin von Falkenau leidde. Ze bracht veel tijd door in de bibliotheek.



Deel 2: ‘Oorlog’

Lotte wist via haar grootmoeder het adres van Anna te achterhalen. Inmiddels was het oorlog, maar toch kreeg Lotte een visum en ging tegen het einde van 1939 naar Keulen om er met Anna de jaarwisseling door te brengen. Lotte verwachtte veel van de ontmoeting, maar het werd een desillusie. Anna sloot zich geheel van Lotte af en vluchtte in het werk. Diep teleurgesteld keerde Lotte terug naar Nederland.



Anna bleef achter met zelfverwijt; ze begreep niet waarom ze haar zus zo koel en afwijzend had behandeld. Het had ermee te maken dat Lotte erg op hun vader leek en in niets herinnerde aan het zesjarige meisje van wie ze eens was gescheiden. Tijdens een dansavond ontmoette Anna in het tot danszaal omgebouwde casino van haar jeugd de uit Wenen afkomstige soldaat Martin Grosalie. Er ontstond een verhouding die zich aanvankelijk zou uiten in wederzijdse brieven, aangezien Martin werd verplaatst naar het andere front. Na de Poolse veldtocht genoten ze samen van enkele dagen vakantie in de Eiffel, maar toen de eerste bommen op Keulen vielen, moest Martin weer naar Polen. De familie waar Anna werkte, was naar het buitenhuis in Oost-Pruisen gegaan. Anna volgde hen na de winter van 1940/41. Eind oktober 1941 had Martin verlof en hij stelde haar voor te trouwen in Wenen. Het huwelijk kon echter geen doorgang vinden. Anna maakte wel kennis met de enigszins gestoord moeder van Martin en met zijn vader. Terug bij haar werkgever moest ze mee verhuizen naar een ander landhuis in de buurt van Berlijn waar Anna de leiding kreeg van de huishouding, met personeel dat bestond uit Poolse en Russische krijgsgevangenen. Ze slaagde erin het vervallen huis bewoonbaar te maken en de ouderwetse huishouding te stroomlijnen. Een jaar later had Martin weer verlof en trouwden ze alsnog in Wenen. Niet lang daarna werd Martin in de buurt van Berlijn gedetacheerd en zagen ze elkaar elk wekend. Na een officierscursus te hebben gevolgd, kreeg hij verlof en verbleven ze korte tijd in Wenen. Nadat haar werkgever was verongelukt bij een vliegtuigongeluk werd hij landgoed bij Berlijn het decor voor het beramen van de mislukte aanslag op Hitler door Von Stauffenberg en de zijnen in de zomer van 1944. Martin kwam bij de Waffen-SS en adviseerde Anna naar Wenen te gaan; de Russen zouden spoedig in Pruisen zijn. Met verdriet nam ze afscheid van de familie waar ze meer dan vijf jaar had gewerkt. In Wenen kreeg ze het bericht dat Martin was gesneuveld in de Eiffel. Na een periode van depressies hielp de sociale dienst van de SS haar er weer een beetje bovenop en zorgde voor werk in een veldlazaret, dat door nonnen werd geleid. Ze werkte zonder zich rust te gunnen. Bij een bombardement werd haar appartement in Wenen verwoest. De Russen waren in aantocht een het veldhospitaal werd ontruimd, met bussen en een Donauschip vertrokken patiënten en verpleegsters noordwaarts.



Lotte leerde in de eerste maanden van de oorlog de conservatoriumstudent David de Vries kennen die haar aan de piano begeleidde. Ze zeilden en schaatsen samen, maar voor er iets definitiefs uit hun verliefdheid kon groeien, werd David opgepakt door de Duitse politie en naar het kamp Buchenwald gestuurd. De joodse familie Frinkel dook bij de (stief) ouders van Lotte onder. Vader Frinkel en zijn zoon David speelden viool. Daarna volgden nog andere onderduikers. Lotte had geweigerd zich bij de Kultuurkamer aan te melden en mocht niet meer optreden met haar koor. Ze hielp haar (stief) moeder in het zich door onderduikers uitbreidende gezin. Moeder Rockanje werd geopereerd en kreeg extra bonnen om na de operatie aan te sterken. Het egoïstische gezinshoofd gebruikte de bonnen voor zichzelf, kocht er brood en roomboter voor en at het alleen op. Na ontdekking eiste Lotte de resterende bonnen op voor haar moeder. Ze kreeg de bonnen, maar hij wist haar diep te kwetsen: ‘na al die jaren nog steeds een moffin.’ Van een paragnost had ze inmiddels begrepen dat David de Vries aan een vreselijke dood moest zijn gestorven. In het laatste oorlogsjaar, toen de voedselsituatie nijpend was, nam ook Lotte deel aan hongertochten naar het platteland met alle ‘avonturen’ vandien. Vlak voor het einde van de oorlog trouwde ze met de vioolbouwer Enst Goudriaan, een van de vele onderduikers in het gezin Rockanje.



Deel 3: ‘Vrede’

Anna

De komst van de Amerikanen maakte een eind aan de oorlog. Het veldhospitaal kwam onder Amerikaans toezicht. Na een korte gevangenschap werd Anna in september 1945 vrijgelaten. Na omzwervingen besloot ze in de kinderbescherming haat toekomst te zoeken. Ze werd aangenomen voor de opleiding omdat ze verklaard had zelf als kind problemen te hebben gehad. Voordat ze naar de opleiding vertrok, bezocht ze het graf van Martin. Ze kreeg er te horen hoe hij gesneuveld was. Toen enkele van zijn mannen appels wilden plukken had hij aan hun wens gevolg gegeven en had de vrachtwagen waarin ze zaten, halt laten houden. Een verdwaalde granaat maakte toen een einde aan zijn leven. Haar opleiding in de kinderbescherming was in een klooster in de nabijheid van de boerderij waar ze was opgegroeid. Het kwam tot een afrekening met tante Martha. Oom Heinrich was als een wrak uit Rusland teruggekeerd. Ze ging ook naar Nederland om Lotte op te zoeken. Lotte wilde echter niet met haar praten, dat wil zeggen: Ze wilde geen Duits met Anna praten. Het bezoek werd dan oom een grote teleurstelling. Een andere teleurstelling was dat het graf van Martin werd ontruimd en dat, zonder haar iets te vragen, zijn gebeente werd bijgezet in een anoniem soldatengraf.



Lotte beleefde de komst van de geallieerden en zag hoe de Duitsers werden afgevoerd. De onderduikers verlieten het huis en moeder Rockanje kwam in het ziekenhuis terecht; de opgekropte spanningen van de laatset jaren eisten hun tol. Ernst kreeg een baan in Den Haag, waar Lotte en hij gingen wonen. Ernst ging totaal op in zijn werk, Lotte was erg eenzaam. Haar zangstem was verdwenen. Ze leefde alleen voor de zorg van haar kinderen.



Na een van de vele gemeenschappelijke diners, met verhalen over dood en begrafenissen, eindigen de gesprekken van de tweeling. De zussen gaan ieder naar hun eigen kamer in de veronderstelling dat zij de volgende dag verder zullen gaan met het elkaar vertellen van het verleden. Als Lotte de volgende dag haar modderbad neemt, wordt ze gewaarschuwd dat de vrouw met wie ze de laatset tijd omging was overleden aan een hartaanval. Een vrouw met een wit schort vroeg Lotte: ‘weet u of ze familie had?. U was tenslotte haar vriendin’ ‘Nee’ zei Lotte ‘Ík ben…ze is mijn zuster.’
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen