Boekverslag : Hannes Meinkema - En Dan Is Er Koffie
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2121 woorden.

Hannes Meinkema - En dan is er koffie

Beoordeling Ornée & Vermeer Tekstbureau



1. Auteur

Hannes Meinkema is een pseudoniem van Johanna Maria Jelles Nelemans. Een ander pseudoniem is Hannemieke Stamperius. Verder publiceert ze ook onder de naam Hannemieke Postma- Nelemans. Johanna Nelemans is geboren in 1943.



2. Titel en ondertitel

En dan is er koffie. ‘En dan is er koffie!’ was een bekende reclameslogan van Douwe Egberts. In Nederland wordt koffie vooral geassocieerd met gezelligheid, kleinburgerlijkheid en bekrompenheid. Ook is er het idee dat een kopje koffie elk probleem oplost. De titel is ironisch bedoeld.



3. Motto

Er is geen motto. De opdracht is ‘Voor E en W en nog eens E’. Uit het verhaal wordt verder niet duidelijk wie dit zijn. Deze opdracht heeft verder niets met het verhaal te maken.



4. Jaar van eerste uitgave

Januari 1976. Ik heb de vijftiende druk uit 1987 gelezen.



5. Aantal pagina’s

Het boek heeft 167 bladzijden.



6. Genre

Het is een psychologische/feministische roman.



7. Stroming

Het is moderne Nederlandse literatuur. In de jaren zeventig waren er al niet echt stromingen meer.



8. De motivering om het boek te kiezen

Ik heb dit boek voor mijn HAVO-lijst gelezen. Hoewel ik het niet erg boeiend vond, vind ik het wel typerend voor de jaren zeventig. Daarom heb ik besloten om het nogmaals op mijn lijst te zetten.



9. De eerste reactie na het lezen van het boek

Op zich vond ik het wel een bijzonder boek, omdat ik absoluut niet bekend ben met de hippiecultuur. Sommige dingen vond ik wat al te beeldend beschreven, zoals de abortus van Josien. ‘Sta daar niet te gillen op de gang, moeder. Ik zal heus straks alles opruimen. Ondertussen schijn ik hier een abortus te hebben op de wc. Er is hier tenminste iets groots, dat ik eruit moet trekken. Ik moet het breken anders krijg ik het er niet uit. Het is al zo groot als mijn onderarm. Het heeft al beentjes. Als het maar doorspoelt. Als de wc maar niet verstopt raakt. Het is van kraakbeen zeggen ze, dat lost gauwer op, zeggen ze. Ik moet niet vergeten er loog achteraan te gooien, en veel water. Ze is verstandig.’ (bladzijde 84/85)



10. Korte samenvatting

Het boek begint bij Rosa, een zesentwintigjarige lerares Nederlands. Ze woont in Amsterdam en leeft in een hippiemilieu, waarin veel hasj gebruikt wordt, veel gedronken wordt en erg ingewikkelde relaties voorkomen. Rosa is de enige hippie op haar school en hierdoor wordt ze door de meeste collega’s niet geaccepteerd. Ze is de oudste dochter in een gezin van drie kinderen, alleen heeft ze een andere vader. Haar moeder, Cora Verburgt, is korte tijd getrouwd geweest met een Duitse officier. Haar stiefvader, Jacques Verburgt, heeft haar aangenomen als zijn eigen kind, maar de twee mogen elkaar niet. Haar ouders zijn in haar ogen heel burgerlijk en zij vinden Rosa een excentriekeling.

De relatie tussen de Cora en Jacques is niet bijzonder goed. Cora ergert zich aan de zelfzucht en het onbeleefde gedrag van haar man terwijl Jacques zich op zijn beurt ergert aan de luiheid en onverschilligheid van zijn vrouw.



Rosa heeft nog een broer, Jaap, 22, die stiekem samenwoont met Josien. Josien wil graag trouwen met de hogeropgeleide Jaap en laat zich alles welgevallen. Jaap laat Josien haar eigen kamer aanhouden, omdat hij bang is dat zijn vader erachter komt dat ze samenwonen. Zijn vader zou hem dan geen geld meer toesturen. Jaap denkt dat Josien nog hartstikke maagd was tot ze hem leerde kennen, maar ze heeft stiekem een onvakkundige abortus uitgevoerd.



Rosa heeft ook nog een jongere halfzus, Arja, 20. Ze is waarschijnlijk lesbisch en koestert heimelijke gevoelens voor een lerares van haar vroegere school. Deze probeert ze toevallig tegen te komen door op dezelfde tijden boodschappen te doen.



Rosa heeft een los-vaste relatie met een zekere Douwe; hij is een paar jaar jonger dan Rosa. Douwe heeft ook nog wat met Louise en Rosa gaat nog een tijdje om met Boudewijn.



Op vrijdag is er een feest in het Kultureel Sentrum. Rosa gaat met Boudewijn, Douwe met Louise. Rosa en Douwe trekken naar elkaar toe. Louise gaat ongelukkig en alleen weg. Op straat ziet ze hoe Rosa stomdronken naar huis wordt gebracht door Douwe en Boudewijn. De volgende dag wordt Boudewijn gedumpt door Rosa.



Zondag is de 58e verjaardag van Jacques en de hele familie komt gezellig langs. De sfeer is gespannen; niemand heeft het echt naar zijn zin. Dan belt Douwe ‘s avonds op en vraagt of Rosa morgen koffie komt drinken. Ze is blij om Douwe weer te spreken, vertelt dat ze geen koffie meer kan zien, maar vertrekt wel onmiddellijk naar Amsterdam.



11. Personages

Rosa Verburgt is een zesentwintigjarige lerares Nederlands. Ze is zeer geëmancipeerd en een hippie. Ze heeft een relatie met Douwe en een halve relatie met Boudewijn. Ze heeft geen goede band met haar familie, omdat ze haar te extreem vinden. Rosa vindt hen kleinburgerlijk en bekrompen. Rosa drinkt, rookt en blowt wat af. Ze lijkt een hekel aan school en lesgeven te hebben en heeft schijt aan iedereen. Hoewel ze het niet leuk vindt dat iedereen haar negeert op het familiefeestje. De enige bij wie ze zich thuisvoelt is Douwe, door de anderen voelt ze zich buitengesloten. Ze is een round character.



Douwe is jonger dan Rosa. Hij komt ook uit het hippiemilieu, maar vindt dat Rosa wel een beetje op zich zelf moet letten. Hij heeft ook een relatie met Louise, maar hij heeft een zwak voor Rosa. Louise heeft seks met Douwe, omdat hij het prettig vindt. Zelf beleeft ze er geen plezier aan. Douwe is een flat character.



Cora Verburgt is een vrij luie vrouw. Ze vindt haar man egoïstisch en probeert vooral om goede relaties te krijgen met andere mensen uit de buurt. Dit verpest haar man voor haar. Cora wil graag dat het gezellig wordt in de familie, maar zij maakt dit zelf ook onmogelijk. Ze weet niet hoe ze met haar dochter om moet gaan. Cora vindt de seks met haar man niet prettig; ze is altijd blij dat het licht uit is. Ze is een flat character.



Jacques Verburgt is een 58-jarige arts. Hij heeft geen goede relatie met zijn vrouw. Al helemaal niet met Rosa, zijn stiefdochter. Verder hoopt hij dat Arja ooit wat volwassener en vrouwelijker wordt. De enige die nog wat goed kan doen is Jaap, totdat Jacques er achter komt dat Jaap stiekem samenwoont met Josien. Jacques is erg egoïstisch. Volgens de beschrijving is hij niet uitermate knap; hij is kaal, te dik en heeft hele dunne beentjes. Hij is een flat character.



Jaap Verburgt is een student medicijnen. Hij is bijna net zo burgerlijk als zijn ouders, maar woont wel stiekem samen met Josien. Jaap is ook egoïstisch verder is hij conservatief en afhankelijk van de mening van anderen. Hij is een flat character.



Arja Verburgt studeert evenals haar broer. Ze is lesbisch en is verliefd op een lerares van haar vroegere school. Ze hangt erg aan haar vader en beschuldigt haar moeder ervan dat ze niet goed voor hem zorgt. Arja vindt het moeilijk om zelfstandig te zijn. Ze verafschuwt alles wat met seks te maken heeft. Ze is een flat character.



Josien Verkerke lijkt een braaf, maagdelijk meisje, maar ze blijkt een miskraam opgewekt te hebben. Verder is ze vrij onopvallend. Ze heeft een minderwaardigheidscomplex, mede doordat ze slecht is behandeld door haar ex Harry. De seks met Jaap is wel fijner dan met haar ex, maar het gebeurt meer omdat het moet. Josien is in staat zich volledig voor Jaap op te offeren. Ze is een flat character.



12. Thema

Het contrast tussen de verschillende culturen leidt tot eenzaamheid en gebrek aan communicatie, dat gecamoufleerd wordt door de koffiecultuur.



De verschillende familieleden kunnen niet goed met elkaar communiceren, maar ook vrienden onderling. Dit wordt ontkend doordat iedereen alsmaar ‘gezellig’ een kopje koffie gaat drinken.



13. Motieven

Bekrompenheid van de burgerlijke maatschappij, eenzaamheid en het gebrek aan echte communicatie, de positie van de vrouw, contrasten tussen culturen en personen, seks en het eventuele plezier dat er aan beleefd wordt, drank, drugs en eten en drinken.



14. Tijd

Het verhaal is chronologisch verteld. Het boek begint maandag en eindigt zondag. Het beschrijft dus de gebeurtenissen in een week. Er komen ook flashbacks voor.

‘Zij was niet zoals Jaap en Rosa, die van huis wegwilden. Daarom was ze ook in dezelfde stad gebleven. Ze kon hier toch ook studeren? Wat Rosa betreft weet ze heus wel waarom. Pappie schreeuwend in de huiskamer: je dochter is een hoer en een hippie. En haar moeder met dat gezicht dat betekende dat ze straks wild de kamer uit zou lopen en zich boven opsluiten, huilend. Ze waren vergeten dat zij er was. Niet meer aan denken’ (Bladzijde 12)



Het verhaal speelt in de jaren zeventig. Dit is heel typerend voor het boek.

‘Nou ja, bier, dat zou wel gaan. Ze kon er nou wel weer tegen. Ze had tenslotte geslapen vanmiddag. Als ze nou maar niet meteen weer achter de jenever aanging was de zaak nog wel in de hand te houden. Ze drinken uit het flesje. Schone glazen zijn er niet meer. Douwe zegt er niks van. ‘Laten we een stikkie roken,’ zegt hij. ‘Groot of klein? ’Als het een grote wordt moet Douwe het doen. Die kan zij niet rollen. Dat is te moeilijk, met zo’n filtertje van vloeitjeskarton en met vier vloeitjes enzo. (bladzijde 22)



15. Ruimte

De gebeurtenissen spelen zich voor het grootste gedeelte af in Amsterdam. Dit was in de jaren zeventig het centrum van de hippies-cultuur. Verder speelt een deel zich af in de stad waar de ouders van Rosa wonen. Haar zus Arja heeft daar ook een kamer. Deze stad is willekeurig; het zou elke stad kunnen zijn.



16. Perspectief

Het is een personaal verhaal. Je ziet het verhaal door de ogen van meerdere personages. Bij elk personage weet je wat hij/zij denkt en voelt. Juist doordat sommige gebeurtenissen meerdere keren verteld worden, maar dan vanuit verschillend perspectief, is deze vertelwijze zo bijzonder.



17. Structuur

Het verhaal is opgedeeld in zeven hoofdstukken met de namen maandag tot en met zondag. Het boek beschrijft een week gezien vanuit het perspectief van verschillende personen. Sommige gebeurtenissen beleef je op deze manier meerdere keren.



18. Stijl

Het boek is eenvoudig geschreven. De zinnen zijn niet lang en er komt veel spreektaal in voor. De dialogen zijn levensecht. De woordkeus was toen heel modern, maar staat nu in mijn ogen vreemd. Verder noemt Rosa bijvoorbeeld alle dingen gewoon bij naam.

Voorbeelden van woorden: ‘tiesjirt’, ‘Kultureel Sentrum’.

Dit is een dialoog tussen Douwe en Rosa op bladzijde 30/31:

‘Ze pakt de slaappillen van het tafeltje naast ‘r bed, doet er twee in haar hand, slikt ze weg met wat bier. ‘Wat zijn dat?’ ‘Slaappillen’. Bij nader inzien zal ze ook nog maar wat aspirine nemen. …………..Ze drukt drie aspirientjes uit de strip en slaat ze achterover. ‘En dat?’

‘Aspirine’. ‘Wat slik je toch verdomd veel rommel, Rosa.’

‘Bemoei je er niet mee.’ ‘Wedden dat je morgen wakker wordt met een hoofd van beton van al die gore troep in je lijf?’

‘Dan neem ik wel een peppil.’ ‘Je meent ‘t.’ Ze zegt niets.’



‘En maar lullen over z’n vrouw die toch zoveel begrip had en z’n arm om d’r heen en maar drinken jongen alsof ‘t niks was. Eén geluk: hij haalde (en betaalde) de drank, dus van dat bier was ze eindelijk af. Na de arm om d’r schouders kwam onvermijdelijk de mededeling hoe mooi ze wel was, en daarna was de stap naar tietjes voelen heel beslist gezet. Hoewel ze zo aangeschoten was dat ‘t ‘r verbaasde dat ze die tieten überhaupt nog had. En kussen, natuurlijk. Niet dat ze dat nou zo vreselijk ziet zitten, hij smaakt naar gauloises, maar ze kan er weinig tegen doen.’ (Bladzijde 80/81)



19. Waardeoordeel

Uiteindelijk viel het boek best mee. Het is op een bijzondere manier geschreven. Wat ik grappig vond om te lezen, waren gebeurtenissen uit verschillende perspectieven. Zo bleek dat de ene persoon er heel anders tegenaan keek dan de ander. Saaier was, dat het boodschappen doen bijvoorbeeld heel uitgebreid beschreven werd, dat hoeft voor mij niet zo. Ik zou niet snel een ander boek van Hannes Meinkema willen lezen, omdat dit boek me niet erg aansprak. Het is een beetje een ver-van-mijn-bed-show. Ik begrijp ook niet dat mensen zo veel blowen en drinken. De mensen in mijn omgeving die dat doen zijn over het algemeen niet erg aardig. Rosa vond ik ook niet zo sympathiek; ik begreep haar maar ten dele. Bij sommige hoofdfiguren uit andere boeken leef je echt mee, maar dat kon ik bij haar niet.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen