![]() |
Boekverslag : Gunter Wallraff - Ganz Unten / Ik Ali
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 8535 woorden. |
Titel: Ganz Unten Auteur: Günter Wallraff Uitgeverij: Kiepenheuer & Witsch Plaats: Köln Jaar: 1985 Verwachting en eerste reactie Ik kende dit boek al wel. Een paar jaar geleden heb ik het boek in het Nederlands gelezen: ‘Ik (Ali)’. Ik vond het echt een geweldig boek en was echt heel erg onder de indruk. Nu ik het boek (weliswaar in het Duits) voor het literatuurverslag mocht gebruiken, heb ik die kans dus meteen ‘aangegrepen’. We hebben ook al een keer bij u in de Duitse les, bij een soort literatuuropdracht, een fragment van dit boek gelezen. Ook toen was ik weer aangegrepen door dit verhaal… Ik wist dus, voordat ik ging lezen, al wat ik verwachten kon, maar aangezien het alweer een paar jaar geleden was dat ik het boek voor het laatst gelezen had, was het niet zo dat ik nog precies wist wat er allemaal in stond…. Nu ik het boek gelezen heb weet ik weer waarom ik het zo’n goed boek vond…. In het Duits heeft het boek al net zo’n indruk op me gemaakt als toen in het Nederlands… Als ik het boek/verhaal in een paar woorden zou moeten omschrijven, dan zijn dat de volgende: Schokkend, verbazingwekkend, confronterend, aangrijpend en vooral beschamend…. Kortom: Al mijn verwachtingen, over hoe schokkend en confronterend het boek zou zijn, zijn zeker uitgekomen. Inhoud Het is lastig om dit boek samen te vatten, aangezien het geen ‘roman’ is, maar meer een ‘verslag van gebeurtenissen. Op Internet waren alleen samenvattingen in het Duits te vinden (en ik wist niet of we die mochten gebruiken) en daarom heb ik zelf een samenvatting gemaakt: Het boek is een verslag van een journalist, Günter Wallraff, die zich vermomt als Turk en zo op onderzoek gaat in de wereld van de buitenlandse arbeiders in Duitsland. Hij neemt een andere identiteit aan: hij gaat gedurende twee jaar door het leven als Levent (Ali) Sigirlioglu. Hij heeft heel zijn ‘oude’ leven opzij moeten zetten, om zich helemaal in te leven in zijn nieuwe ‘rol’. Hij gaat iets gebrekkiger Duits spreken (draait wat woorden en dergelijke om..), laat zich donkerbruine contactlenzen aanmeten (een saillant detail is overigens dat hij eigenlijk drieënveertig was, maar door zijn nieuwe ‘zuidelijke’ uiterlijk door kon gaan voor iemand van ca. vijfentwintig tot dertig jaar!). Hij plaatst de volgende advertentie in verscheidene kranten: “Ausländer, kräftig, sucht arbeit, egal was, auch Schwerst-u. Drecksarb., auch für wenig Geld. Angebote unter 358 458.” Hij bespreekt in het boek verschillende gebeurtenissen. Ik zal hier een opsomming geven van de verschillende (relevante en belangrijkste) gebeurtenissen en bedrijven waar hij ‘undercover’ heeft gewerkt: (bij het onderdeel ‘Uitwerking Thema’ in dit verslag zal ik alles verder toelichten, in de samenvatting heb ik dat dus bewust weggelaten). - Hij test eerst zijn ‘vermomming’ uit. Hij begeeft zich op plaatsen waar mensen hem kennen als Günter Wallraff. Zijn vermomming doorstaat de test: ze herkennen hem niet en zien hem echt aan voor een Turk. - Hij begint zijn onderzoek met enkele kleine testjes: zo gaat hij bijvoorbeeld werken op een boerderij, gaat naar een voetbalwedstrijd en neemt verschillende baantjes aan. Nu al ervaart hij de haat die er is tegen de Turken. - Dan begint het ‘echte’ werk: hij gaat aan de slag bij Mc Donalds! Wat hij vertelt over o.a de hygiëne binnen deze restaurantketen, is echt heel verontrustend: hij bespreekt de slechte arbeidsvoorwaarden, zoals ik al zei: de slecht hygiëne, en de buitenlanderhaat onder de klanten. Vooral wat hij vertelt over een “bedrijfsbroek zonder zakken en dus ook personeel zonder een zakdoek, waardoor bij verkoudheid de snotdruppels op de bakplaat en de hamburgers vallen” blijft je nog érg lang bij…. - Zijn volgende baan is op een bouwplaats in het Ruhrgebied. Ook hier gaat het er raar aan toe: personeel wordt niet tegen ziektekosten verzekerd en ook hier wordt Ali, als buitenlander zijnde, verschrikkelijk slecht behandeld. Niet alleen door zijn collega’s, maar ook door zijn meerderen. Zo moet hij bijvoorbeeld telkens vervelende klusjes opknappen (de verstopte toiletten ontstoppen), voortdurend beledigingen aanhoren en zijn collega’s halen ook vervelende streken bij hem uit om hem in diskrediet te brengen en zo te zorgen voor zijn ontslag. - Dan doet hij een volgend onderzoek: Hij gaat langs allerlei christelijke kerken met het verhaal dat hij graag gedoopt wil worden, omdat hij in Christus gelooft, maar ook omdat hij alleen op die manier kan trouwen met een meisje uit Duitsland. Zonder dat huwelijk zou hij uitgewezen worden naar Turkije, waar hij in de gevangenis terecht zou komen (omdat hij het niet eens was met de militaristische dictatuur daar). Overal vindt hij nul op rekest: Bij de meesten wordt hij al gelijk weggestuurd, nog voor hij zijn mond open kan doen, en bij andere parochies vertellen ze hem dat hij niet zomaar gedoopt kan worden, en dat het christelijk worden een lang proces is en dat hij dan allerlei onderwijs daarover moet volgen… Kortom: Ze proberen hem allemaal te ontmoedigen, en zelfs als hij laat zien hoe goed hij de leer van de bijbel beheerst, dan nóg weten ze wel een excuus te vinden! Uiteindelijk is er toch een pastoor die hem wil dopen. Hij zegt dat dat helemaal geen probleem is en dat hij hem graag wil helpen… deze mensen bestaan dus ook nog, maar het erge is, is dat het de eerste was na een bezoek aan circa tien kerken!! - Dan begint toch wel het zwaarste werk: hij gaat werken bij een subonderneming die mensen (vooral illegale buitenlanders) uitleent aan het staalbedrijf Thyssen in Duisburg. Wat hij hier allemaal meemaakt is niet voor mogelijk te houden. Hij werkt bij de kleine ondernemer ‘Adler’ (in werkelijkheid heet hij ‘Vogel’), die weer mensen verhuurt aan Remmert en via Remmert moet hij zich wagen aan het zware werk in de staalfabriek. De arbeidsomstandigheden zijn verschrikkelijk slecht. De levens van de buitenlanders lijken niets waard te zijn: ze krijgen geen helm, geen stofmasker, geen handschoenen en geen speciale schoenen (die veel Duitse arbeiders wél krijgen…). Ook worden ze slecht behandeld door Adler: sommigen (waaronder Ali) krijgen af en toe gewoon niet betaald voor hun zware arbeid!! In de fabriek moeten ze in onmenselijke situaties werken, en dat zorgt voor bijvoorbeeld chronische longproblemen, en op lange termijn kan het ook kanker veroorzaken. De arbeiders worden hier gewoon uitgebuit: ze hebben geen rechten en kunnen elk moment ontslagen worden (wat ook regelmatig gebeurt als iemand iets doet wat de baas niet zint…). Günter Wallraff heeft dan ook echt geleden, en dat maar in een half jaar… Voor de meeste buitenlandse arbeiders daar, is het de beste baan die zij ooit in Duitsland zullen krijgen… - In de periode bij Thyssen perfectioneert Dhr.Wallraff zijn rol als buitenlandse arbeider. Hij verzint een verhaal om te vermijden dat de Turken Turks tegen hem spreken (wat hij natuurlijk niet verstaat). Hij vertelt hen dat hij een Turkse vader heeft en een Griekse moeder en is opgegroeid met zijn moeder in het Griekse deel van Turkije, waardoor hij dus Grieks, en géén Turks spreekt. Ook gaat hij tussen de arbeiders wonen, in een arme wijk, grenzend aan het industriegebied en dichtbij Thyssen. Ook wint hij het vertrouwen van enkele buitenlanders op zijn werk, en zij vertellen hem van alles over wat ze meemaken. Ali (G.W) leeft erg mee met deze mensen. - Het werk bij Thyssen breekt hem op, en dus gaat hij op zoek naar werk in een andere sector. Hij hoort van een collega dat er veel geld is te verdienen in de ‘medische sector’ … als menselijk proefkonijn voor nieuwe medicijnen (‘menschliche Versuchskaninchen’)… Ali neemt deel aan zo’n project, maar al na de eerste testdag kan hij het niet meer aan. De medicijnen hebben enkele ernstige bijwerkingen, zoals: moeheid, stemmingsveranderingen, bewegingsstoornissen, bepaalde functies van het lichaam die uitvallen, vermindering van het zicht, allergische reacties, ademnood en in enkele gevallen zorgen de bijwerkingen van het medicijn voor levensbedreigende situaties. G.W kan het zich veroorloven om te stoppen na één testdag (als je het volledige project niet doorloopt, krijg je ook geen geld), maar de échte arme arbeiders kunnen dat niet zomaar… Die hebben dat geld nodig voor hun levensonderhoud! - In het hoofdstuk ‘Die Beförderung’ vertelt G.W over hoe hij met een list de bodyguard en chauffeur van Adler wordt. Op deze manier kan Ali hem goed in de gaten houden, en zo komt hij erachter dat al zijn verwachtingen wat betreft Adler uit lijken te komen. Adler is een achterbakse mensenhandelaar, en verdient er grof geld mee ook nog, maar hij wordt door de politie niet aangepakt. Hij staat zelfs hoog in aanzien! Adler biedt Ali nog werk in een kerncentrale aan, maar hij weigert dit vanwege de ernstige gezondheidsrisico’s, hij durft het niet aan. Wel gaat hij onderzoeken hoe het er aan toe gaat in kerncentrales, en hij ontdekt dat men vaak een veel grotere hoeveelheid straling krijgt, dan eigenlijk toegestaan is. Vooral buitenlandse arbeiders worden het slachtoffer van deze bedriegerij. Vaak kan niet aangetoond worden dat er uit deze arbeid ziekte volgt, want veel van deze arbeiders zijn, als ze ziek worden, allang teruggekeerd naar hun thuisland, en dus ‘verdwenen’ uit de statistieken …. - G.W (Ali) ziet dus dat Adler zijn mensen zelfs naar een kerncentrale zou sturen. Door middel van een list wil hij gaan testen hoe ver Adler wil gaan. De list wordt opgezet met behulp van twee journalisten, die bevriend zijn met G.W, en zij spelen beambten van de kerncentrale. Zes vrienden van Ali spelen ook mee. De list is als volgt: de beambten van de kerncentrales bieden Adler een heel winstgevend klusje aan: ze hebben Turkse arbeiders nodig voor een zeer gevaarlijke klus in een kerncentrale. Ze vertellen dat de stralingsdosis die de arbeiders zullen krijgen, zóveel hoger is dan toegestaan, dat Adler er wel voor moet zorgen dat deze personen gelijk na de klus weer naar hun thuisland zullen vetrekken. De beambten geven erg duidelijk aan dat het echt heel erg gevaarlijk is (en dat de arbeiders vrijwel zeker ziek zullen worden), maar toch neemt Adler de klus aan! Hij vraagt aan Ali of deze enkele mensen voor hem wil verzamelen (hij vertelt hen niets over het verschrikkelijk grote gezondheidsrisico). Ali heeft nu gezien hoe ver Adler wil gaan… Dat hele gedoe met die beambten van de kerncentrale was natuurlijk doorgestoken kaart, maar hij kan er niet ineens mee ophouden, want dan zou Adler wantrouwend worden. Ze zetten dan een arrestatie van de politie in scène, en Adler vlucht weg, zonder wantrouwend te worden. - Günter Wallraff heeft nu zijn rol gespeeld. Hij heeft vreselijke dingen ontdekt en nu kan hij het in de openbaarheid gaan brengen…. Een aantal opvallende zaken in het boek: Personages: Wat natuurlijk heel bijzonder aan dit boek is, is dat het een verzameling is van gebeurtenissen die daadwerkelijk plaatsgevonden hebben! De personages zijn dus geen verzonnen personen; Zij bestaan écht en ook wat ze meemaken is écht gebeurd! Dat maakt de impact van de dingen die ze meemaken ook veel groter! Bij een roman heb je toch nog in je achterhoofd dat het ‘toch niet echt gebeurd is’… maar in dit geval kan je dat niet tegen jezelf zeggen, en dus ga je heel erg nadenken over het thema: Hoe kunnen mensen andere mensen zó als oud vuil behandelen?? Hoe kan je dat een medemens aandoen? Het bleef bij mij echt door m’n hoofd malen … De vertelwijze: De vertelwijze in dit boek is ook heel bijzonder. Het is niet geschreven als een roman, maar als een verslag. Af en toe staan er echt gesprekken opgetekend, op deze manier: Ik (Ali) zegt: ……… Michael zegt: ……… Enz. Dan staat er echt ‘wie wat zegt’. Soms vertelt Dhr. Wallraff ook ‘verhalend’. Dan vertelt hij over iets dat hij van iemand anders heeft gehoord, of over een gebeurtenis die plaats heeft gevonden. In het boek staan er tussen het verhaal door ook blokjes met achtergrondinformatie, die ook erg interessant zijn om te lezen. In de Nederlandse versie stond ook nog een hele ‘nabeschouwing’, met een beschrijving van de ‘nasleep’ van het boek (met het verloop van de rechtszaken en dergelijke). Dit vond ik toen erg interessant. Helaas was dit ‘extra verslag’ niet aanwezig in de Duitse versie die ik nu gelezen heb. De ruimte: Het verhaal speelt zich af op verschillende plaatsen, en dat maakt zijn bevindingen ook zo ‘betrouwbaar’ vind ik. Het is niet zo dat de Turkse arbeiders alleen bij de Mc Donalds of alleen in de bouw benadeeld worden, en slecht behandeld, maar het gebeurt gewoon bij een heleboel bedrijven! Bij Thyssen, bij Mc Donalds, bij de bedrijven die mensen verhuren, op boerderijen … Buitenlanderhaat zie je dus overal! Het feit dat Dhr. Wallraff dit met zijn ‘undercover onderzoek’ allemaal heeft kunnen ontdekken, is natuurlijk geweldig. Hij heeft bij een heleboel mensen voor een ‘besef’ gezorgd, en hij heeft mensen hiermee geconfronteerd. Men wist wel dat de buitenlanders slecht behandeld werden, maar dat het zó erg was… Het mooie is ook nog dat Günter Wallraff dit kon bewijzen: hij had videomateriaal! Dat maakt het nog meer confronterend! Dit boek heeft veel ogen geopend en dat is een heel goede zaak! Uitwerking thema Ik heb enkele artikelen over dit boek gezocht in secundaire literatuur: Ik heb een krantenartikel (dat m’n moeder al een hele tijd geleden bewaard had), een artikel dat ik van u gekregen heb, een biografie van G.W en in de encyclopedie heb ik feitelijke informatie gevonden over arbeidsrecht van buitenlanders en migrantenstromen (deze zijn helaas van toepassing op Nederland, en niet op Duitsland, maar ik neem aan dat beleid van Duitsland en Nederland op dit gebied niet veel zal verschillen. Deze informatie heb ik overigens niet weergegeven in dit verslag, omdat ik het irrelevant vind en dus papierverspilling… ). Ook heb ik de film gekeken (Ik (Ali) – Met vreemde ogen). Korte biografie van G.W, om een indruk te krijgen van wat voor persoon de auteur is: Wallraff, Günter Wallraff, Günter, voluit: Hans Günter (Burscheid, bij Keulen, 1 okt. 1942), Duits publicist, wist in steeds andere vermomming werk te vinden in fabrieken en kantoren in de Bondsrepubliek Duitsland; hier bestudeerde hij de structuren en de arbeidsomstandigheden om er vervolgens op zeer kritische wijze verslag van te doen, hetgeen tot diverse gerechtelijke processen aanleiding gaf. Ook op politiek terrein was hij actief: een protest in Athene tegen het kolonelsregime in 1974 had drie maanden gevangenisstraf ten gevolge. Veel opzien baarde Wallraff met zijn onthullingen over de methoden van het sensatieblad Bild, waar hij bijna vier maanden op de redactie werkte; zijn ervaringen bundelde hij in Der Aufmacher (1977; Ned. vert. incl. de op rechterlijk bevel gewijzigde of geschrapte passages o.d.t. Verslaggever van Bild, 1977), in 1979 gevolgd door Zeugen der Anklage. Die Bildbeschreibung wird fortgesetzt. Met Ganz unten (1985), een verslag van zijn belevenissen als ‘Turkse arbeider’, greep Wallraff terug op zijn vroegere procédé van de ‘industriereportage’. Het werd een ongekend succes. Binnen anderhalve maand al waren er meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Maar behalve verbeteringen in de werkomstandigheden en de welhaast gebruikelijke processen had het boek ook allerlei aantijgingen (plagiaat, vertrouwensmisbruik e.d.) tot gevolg, die de schrijver niet wist te weerleggen, waardoor hij aan geloofwaardigheid verloor. Over de bemoeienis van Duitse veiligheidsdiensten met hem schreef hij Akteneinsicht (1987). WERK (o.a.): Wir brauchen dich (1966; o.d.t. Industriereportagen, 1970); meskalin (1968); Nach-Spiele (1968); 13 unerwünschte Reportagen (1969); Von einem der auszog und das Fürchten lernte (1970); Ihr da oben – wir da unten (1973; m. B. Engelmann); Was wollt ihr denn, ihr lebt ja noch (1973; m. J. Hagen); Unser Faschismus nebenan. Griechenland gestern... Ein Lehrstück für morgen (1975; m. E. Spoo); Wie hätten wir's denn gerne (1975; m. B. Kuhlmann); Aufdeckung einer Verschwörung. Die Spinola-Aktion (1976); Berichte zur Gesinnungslage der Nation (1977; m. H. Böll); Das Bild-Handbuch bis zum Bild-Ausfall (1981); Die unheimliche Republik (1982; met H. Hannover); Unser Faschismus nebenan (1982); Befehlsverweigerung. Die Bundeswehr- und Betriebsreportagen (1984); Enthüllungen, Recherchen, Reportagen und Reden vor Gericht (1985); Reportagen 1963–1974 (1986; red. D. Pollmann); Vom Ende der Eiszeit und wie man Feuer macht (1987); Wallraff war da. Ein Lesebuch (1989); Enthüllungen (1992). ® Encarta ® - Encyclopedie - Winkler Prins. © 1993-2003 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle rechten voorbehouden. Deze informatie gaat over de samenstelling van de migrantenstromen en de sociale aspecten die meespelen: Samenstelling van de migrantenstromen Voor de oorzaken en gevolgen van migratie moet worden gekeken naar de samenstelling van migratiestromen. Ook hier kunnen tal van variaties optreden. Bekend is het onderscheid naar individueel of collectief migrerenden, waarbij in de laatste categorie nog een verdeling gemaakt kan worden tussen gezinsmigratie (vgl. bijv. de Nederlandse emigratie naar Canada, Vlaamse boeren naar Frankrijk) en groepsmigratie (zoals de Nederlandse emigratie naar Brazilië, Argentinië en Frankrijk, de 19de-eeuwse landverhuizing van de Afgescheidenen naar Michigan en Iowa). Bij vrijwillige migratie is de economisch actieve bevolking (jeugdige alleenstaanden en jonge gezinnen) sterk vertegenwoordigd. Daar draagt ook de immigratiepolitiek van ontvangende landen toe bij. Van groot belang, vooral voor het ontvangende gebied, is de culturele achtergrond van de migranten. In de jaren zeventig wierven West-Europese landen grote aantallen werknemers uit Italië, Spanje, Turkije en Marokko. In de jaren tachtig en negentig kwamen grote aantallen Aziaten en Afrikanen, meestal geheel op eigen initiatief, naar Europa. Begin jaren negentig begon, als gevolg van de politieke omwentelingen in Oost-Europa en de Sovjet-Unie, een migratiestroom van Oost- naar West-Europa op gang te komen. In Nederland en België bestaat tegenwoordig een zeer groot deel van de immigratie uit zogeheten gezinsvorming en gezinshereniging; veelal van oorsprong Marokkaanse en Turkse Nederlanders en Belgen halen een partner of hun familieleden uit het land van herkomst. Een kleiner, maar evenmin onaanzienlijk deel van de immigranten zijn asielzoekers uit de ‘brandhaarden’. De rest komt overwegend om in Nederland of België te werken. Buitenlandse werknemers: De oorzaak van deze massale arbeidsmigratie was de omvangrijke werkloosheid en het lage loonniveau in de landen van herkomst, waar een grote bevolkingsaanwas samen ging met een lage industriële ontwikkeling. In de landen van vestiging was de behoefte aan arbeiders van elders het gevolg van het aanbreken van een postindustriële ontwikkeling: een steeds groter deel van de beroepsbevolking was werkzaam in de dienstensector en tegelijkertijd ontstond een tekort aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Buitenlandse werknemers werden dan ook aangesteld in functies waar geen scholing vereist was, die laag gewaardeerd werden en die zich kenmerkten door veel ‘arbeidsinconveniënten’ (gevaarlijk werk, vuil werk, zwaar werk e.d.). De rekrutering van buitenlandse werknemers was aanvankelijk georganiseerd via bilaterale wervingsakkoorden. De nationale overheden van de landen waar de arbeiders worden geworven, voldeden graag aan de aanvraag van de rijke landen: de werkloosheid zou erdoor afnemen, er zouden waardevolle valuta’s worden toegezonden, en de terugkerende arbeiders zouden scholing en industriële vaardigheden meebrengen, zo dacht men. Deze verwachtingen kwamen niet uit. Bij de werving selecteerde men naar opleidingsniveau de beste arbeiders uit het overstelpende aanbod en richtte men zich in verschillende landen (Turkije, Joegoslavië) op de hoogst ontwikkelde streken, waar de werkloosheid naar verhouding nu juist niet zo hoog is. In sommige regio's heeft dit zelfs geleid tot een plaatselijk tekort aan arbeid en de noodzaak arbeidskrachten te halen uit nog armere landen. Hoewel aanvankelijk van het overmaken van vreemde valuta's werd geprofiteerd, is steeds duidelijker gebleken dat hiervan een zodanig inflatoire werking is uitgegaan, dat het totaaleffect niet onverdeeld gunstig is. De hoeveelheid geldzendingen nam overigens later af, omdat gastarbeid steeds minder een tijdelijke aangelegenheid is geworden. Sociale aspecten De sociale positie van buitenlandse werknemers, hun vrouwen en hun kinderen is in meerdere opzichten niet benijdenswaardig. Op de arbeidsmarkt bekleden zij de meest nederige posities. De mogelijkheden tot scholing zijn beperkt en daarmee ook hun promotiekansen: men heeft hen immers geworven met het oogmerk de laagste arbeidsplaatsen op te vullen. Men moet bovendien in heel West-Europa constateren dat buitenlandse werknemers in het algemeen weinig steun ondervinden van de nationale vakbeweging als het gaat om hun specifieke belangen. Hun juridische positie is niet sterk, de aanwezigheid van buitenlandse werknemers is gekoppeld aan verblijfs- en tewerkstellingsvergunningen en veruit de meeste buitenlandse arbeiders houden vast aan de nationaliteit van het land van herkomst. Bij ontslag en ook in andere opzichten kunnen zij minder op sociale rechten aanspraak maken dan de inheemse bevolking. In alle West-Europese landen gaat het tewerkstellen van buitenlanders gepaard met een nevenstroom van zgn. illegalen; hun rechtspositie is nihil. De in aantal sterk toegenomen gezinnen zijn vrijwel geheel aangewezen op woonruimte op het allerlaagste niveau. Men vindt in alle grote West-Europese steden belangrijke concentraties van buitenlanders in oude arbeiderswijken die voor sanering in aanmerking komen. Dit kan tot uiting komen in rellen, vreemdelingenhaat en racisme. Men moet vaststellen dat daardoor buitenlandse werknemers over het algemeen nog niet in de samenleving zijn geïntegreerd en object van discriminatie vormen. In geheel West-Europa groeien de kinderen van buitenlandse werknemers op. Zij passen in beide culturen niet volledig, enerzijds kampen zij ten opzichte van de samenleving van het ‘gastland’ vooralsnog met grote maatschappelijke achterstand, anderzijds is het voor hen moeilijk zich volledig te schikken naar de verwachtingen van de oudere generatie. Er ontstaat hierdoor een omvangrijk tweedegeneratieprobleem (zie ook vreemdelingenrecht). Vergrijzing en immigratiedebat: Mede als gevolg van het moeilijke proces van de integratie van de immigranten is in alle West-Europese landen de laatste jaren een groot maatschappelijk en politiek debat ontstaan over immigratie. Dit heeft geleid tot de sterke aanpassing van de wetten die de immigratie regelen (zie vreemdelingenrecht). In sommige gevallen is de immigratie van mensen uit niet-EU landen daardoor gedaald. Toch is er ook een groeiende groep (onder meer uit het bedrijfsleven) die juist pleit voor immigratie, en wel om de vergrijzing van de West-Europese samenlevingen tegen te gaan. West-Europeanen krijgen relatief weinig kinderen en worden steeds ouder, waardoor het segment ouderen sterk stijgt en er te weinig arbeidsgeschikten overblijven om voor hen te zorgen. Demografen verwachten dat die stijging voort zal duren. De oplossing ligt bij meer immigratie, met name uit landen waar een groot gezin de standaard is, zo denken sommigen. Maar demografen zien immigratie in het algemeen niet als een oplossing. Ook de immigranten worden per slot van rekening ouder, en zullen steeds minder kinderen krijgen als zij zich aanpassen aan de westerse leefgewoonten. Bovendien zouden er zoveel immigranten nodig zijn om de totale vergrijzing op te vangen dat de bevolking binnen een paar jaar zou verdubbelen. © 1993-2003 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle rechten voorbehouden. Rassendiscriminatie Wanneer aan de factor ‘ras’ een doorslaggevende betekenis wordt toegekend en op grond daarvan zowel in theorie als in feitelijk gedrag het onderscheid (discriminatie) tussen de rassen als onvermijdelijk en juist wordt beschouwd, spreekt men van racisme. In de vorige eeuw voltrok zich in bijna geheel de wereld een emancipatieproces waarbij in ieder geval wettelijk aan racisme een eind werd gemaakt. In Zuid-Afrika, waar het idee van blanke superioriteit tot een politiek van apartheid leidde, werd de apartheid in 1992 officieel afgeschaft. Wel blijft het uitblijven van feitelijke gelijkberechtiging tussen de rassen, ondanks beloften van volledige gelijkstelling en integratie, op vele plaatsen, waaronder in de Verenigde Staten, leiden tot gewelddadige botsingen, zoals tussen militante Afro-Amerikaanse groeperingen en de plaatselijke, statelijke en federale gezagsdragers. In verschillende westerse landen waar immigratie van gekleurde personen aanzienlijk is toegenomen, speelt het rassenvraagstuk in de laatste decennia een rol in de politiek, vooral aangegrepen door nationalistische partijen, die beperking van de toelating van buitenlanders bepleiten. De grote toevloed aan asielzoekers bracht Duitsland er begin jaren negentig toe zijn ruime toelatingsbeleid aan te passen. Daardoor kregen andere EU-landen meer te maken met immigratie uit derdewereldlanden. De acceptatie van vreemdelingen nam als gevolg hiervan af, waarna een zekere vorm van restrictief toelatingsbeleid politiek bespreekbaar werd, mede ingegeven door angst voor rassenconflicten. © 1993-2003 Microsoft Corporation/Het Spectrum. Alle rechten voorbehouden. Artikel uit NRC Handelsblad dinsdag 2 september 2003 Stasi zag in Günter Wallraff 'waardevolle bondgenoot' Van onze correspondent Philippe Remarque BERLIJN - Onderzoeksjournalist Günter Wallraff ontkent het al jaren, maar nieuw onderzoek maakt aannemelijk dat hij Stasi-informant was. Tot nog toe zijn West-Duitsers die samenwerkten met de DDR buiten schot gebleven. Maar dat kan wel eens veranderen. Günter Wallraff werd in de jaren zeventig wereldberoemd toen hij onder een valse naam bij Bild-Zeitung werkte en vervolgens een boek schreef over de onzuivere journalistieke praktijken van Duitslands grootste krant. Later deed hij bruine contactlenzen in en een pruik op om aan den lijve te ondervinden hoe gastarbeiders werden uitgebuit. Van zijn boek Ik, Ali werden vier miljoen exemplaren verkocht. Maar nu vecht de grote onthuller tegen een onthulling over hemzelf. Als die wordt bevestigd, loopt zijn reputatie als links geweten van Duitsland ernstige schade op. Nieuwe gegevens tonen dat Wallraffs samenwerking met de Oost-Duitse geheime dienst, 'de Stasi', verder ging dan hij wil toegeven. Zelf zegt hij dat de DDR hem dertig jaar geleden uitsluitend hielp bij zijn onderzoek naar het nazi-verleden van hoge West-Duitse politici. Zoals meer journalisten uit West-Duitsland kreeg hij daarbij materiaal toegespeeld van de desinformatieafdeling van de Stasi. Wallraff leverde ook aan de Stasi, althans volgens de toenmalige Stasi-medewerkers. In een document dat in de nadagen van de DDR werd verscheurd maar door onderzoekers weer aan elkaar is geplakt, wordt Wallraff aangeduid als 'I(nformelle) M(itarbeiter) Wagner', die in 1968 is 'geworven voor samenwerking met de inlichtendienst van de DDR'. Weliswaar had hij niet veel opgeleverd, maar hij was toch een 'waardevolle en betrouwbare bondgenoot'. Wallraff ontkent. 'Ik heb alleen die archieven gebruikt, ik ben zelf nooit gebruikt', zei hij tegen Die Welt, de krant die de kwestie in augustus oprakelde. 'De gebruikelijke grootspraak van Stasi-officieren', noemt hij het dossier over hemzelf. Overigens beziet hij ook een beperkte samenwerking met de DDR inmiddels kritisch. Het Stasi-archief en de Duitse media kozen aanvankelijk de kant van Wallraff. Had het conservatieve Springer-concern, uitgever van Die Welt en Bild, immers niet nog een appeltje met Wallraff te schillen? Maar deze week sluit het degelijke én links-liberale blad Der Spiegel zich bij de beschuldigingen van Die Welt aan. In het Stasi-archief is sprake van vier 'leveranties' door IM Wagner, onder andere West-Duitse documenten over biologische en chemische wapens. Een ober die geregeld de toenmalige West-Duitse minister van Defensie Helmut Schmidt bediende, bood via Wallraff zijn diensten aan de Stasi aan. Veel is het niet, en eventuele strafbare feiten zouden allang zijn verjaard. Maar Die Welt stelt dat Wallraffs hele werk in een ander daglicht komt te staan omdat hij handelde 'in het belang van een vreemde staat '. Wallraffs reputatie staat dus op het spel. Hij zou wel eens de eerste van een reeks West-Duitsers kunnen blijken. Der Spiegel citeert uit het Rosenholz-archief, een overzicht van de West-Duitse contacten van de Stasi dat na de Wende in handen van de CIA is geraakt. Twee maanden geleden heeft Washington die gegevens vrijgegeven. Echt spectaculaire gevallen verwacht woordvoerder Christian Booß van het Stasi-archief niet, de Duitse justitie heeft immers al jaren geleden inzage gehad en de ergste gevallen onderzocht. 'Maar het zal ons duidelijker worden hoe sommige mensen met de DDR samenwerkten.' Vooralsnog ontkent het archief dat er bewijzen zijn voor Wallraffs medewerking, maar 'we hebben nog wat meer over hem in huis' zegt Booß. De beschuldiging van conservatieve politici dat zijn archief de West-Duitse Stasi-informanten de hand boven het hoofd houdt, noemt hij 'onzin'. Maar Hubertus Knabe is wantrouwig. De vooraanstaande onderzoeker, die een boek heeft gepubliceerd over de Stasi-invloed in West-Duitsland, wijst erop dat veel dossiers over de buitenlandse spionage na de Wende zijn vernietigd. Het Rosenholz-archief is een van de weinige resten. 'Maar er worden al tien jaar steeds nieuwe redenen aangevoerd waarom dat niet openbaar kan worden.' Waar tal van Oost-Duitsers door het binnenlandse Stasi-archief in diskrediet zijn gebracht, zijn de westerlingen ongemoeid gelaten. 'Dat is onrechtvaardig', zegt Knabe. 'Uit het oogpunt van de moraal is het precies verkeerd om. De Oost-Duitse Stasi-informanten stonden nog onder druk van hun staat. Het is veel erger als een burger van een democratie vrijwillig samenwerkt met een dictatuur.' maandag 7 juni 2004 Van leverancier tot importeur Philip Muus HISTORIE Europa ontwikkelde zich de afgelopen 50 jaar tot hét immigratiecontinent bij uitstek. Dat was niet altijd zo en de vraag is of het in de toekomst zo blijft. Vlak na de Tweede Wereldoorlog kon slechts een enkeling voorzien dat Europa zich in enkele decennia zou ontwikkelen tot een belangrijk immigratiegebied. De Europese landen waren tot die tijd vooral leveranciers van emigranten geweest, deels naar de koloniën, maar vooral naar de Nieuwe Wereld. De geslaagde naoorlogse wederopbouw, maar ook de voortgaande dekolonisatie leidt een nieuw hoofdstuk in van de moderne Europese migratiegeschiedenis. De natiestaten worden in toenemende mate geconfronteerd met buitenlandse immigranten, deels uit andere Europese landen, maar steeds vaker ook uit de periferie van Europa en uit verder weg gelegen (ex) koloniën. De recente immigratiegeschiedenis van de huidige EU-landen kan in grofweg drie perioden worden ingedeeld: de periode vanaf 1960 tot de oliecrisis van 1973, de periode vanaf de oliecrisis tot de eerste grote stroom asielzoekers in 1985, en de periode na 1985 tot heden. Die eerste periode wordt vooral gekenmerkt door arbeidsmigratie en migratie vanuit de (voormalige) koloniën. De arbeidsmigratie komt voort uit een toenemende behoefte aan laag- en ongeschoolde arbeiders – speciaal voor de industrie, de bouw en de mijnbouw in Noordwest-Europa. Deze immigratie, zo hoopt men, is van tijdelijke duur. De buitenlandse werknemers worden niet voor niets als `gastarbeiders' aangeduid en de gedachte is dat zij na verloop van tijd terug zullen keren naar hun land van herkomst. Van die gastarbeiders komt het merendeel uit Europa zelf en dan vooral uit de huidige zuidelijke Europese lidstaten, waarvan aanvankelijk alleen Italië tot de EG behoorde. De behoefte aan meer arbeiders in Noordwest-Europa leidt al snel tot wervingsakkoorden met Turkije, Marokko, Algerije, Tunesië en voormalig Joegoslavië. Functioneert het systeem van tijdelijke migratie die eerste jaren nog redelijk – vele migranten keren terug naar hun herkomstland, vooral in tijden van korte recessie – met de oliecrisis van 1973 verandert dat voorgoed. Die crisis leidt tot een vrijwel totale stop van deze arbeidsmigratie, waardoor veel van de reeds aanwezige migranten – bang om in de toekomst buiten de boot te vallen – besluiten een nieuw leven op te bouwen en hun gezin laten overkomen. In diezelfde periode doet zich een ander verschijnsel voor. Steeds meer inwoners van de voormalige koloniën trekken naar het land dat hen ooit overheerste, of keren daarnaar terug. Alleen al de Algerijnse onafhankelijkheid van 1962 stuwt de netto migratie in Frankrijk op naar ruim 800.000 personen in 1962. Maar ook andere voormalige kolonisatoren (het Verenigd Koninkrijk, België, Nederland) krijgen tussen 1960 en 1973 met deze vorm van migratie te maken. In een aantal gevallen gaat daar gerichte arbeidswerving aan vooraf. Zo werft het Verenigd Koninkrijk in de Caraïbische gebiedsdelen arbeidskrachten en Frankrijk in de Maghreb. Beide verschijnselen – arbeidsmigratie en de migratie uit de voormalige koloniën – leiden gaandeweg tot de ontwikkeling van nationale migratiesystemen. In de periode 1974-1985 verandert de Zuid-Noord Europese migratie van richting. Een deel van de geïmmigreerde Zuid-Europese migrantenbevolking besluit terug te keren als de economische en politieke ontwikkelingen in landen als Griekenland, Portugal en Spanje verbeteren. Het vooruitzicht van de deelname van deze landen aan de Europese Gemeenschap – met haar sinds 1968 ingestelde vrije verkeer van werknemers – zal de beslissing om terug te keren zeker bespoedigd hebben. Deze Zuid-Europese landen worden niet alleen geconfronteerd met een massale terugkeer van de eigen bevolking, maar blijken gaandeweg ook steeds aantrekkelijker als land van bestemming voor nieuwe immigranten. Zuid-Europese lidstaten van de EU maken in deze periode een omslag mee van emigratie- naar immigratieland. Het nationale migratiebeleid van de vestigingslanden richt zich in deze tweede periode vooral op de beperking van het aantal nieuwkomers, dat in belangrijke mate uit volgmigranten bestaat. Dit gebeurt deels via visabeleid en deels via restrictieve maatregelen gericht op het bemoeilijken van gezinshereniging en gezinsvorming (huwelijksmigratie) en van migratie vanuit de voormalige koloniën. Landen als Duitsland gaan over tot de uitvoering van een actief terugkeerbeleid, voornamelijk gericht op de bevordering van de terugkeer van werkloze buitenlandse werknemers. De derde periode begint rond 1985 en duurt nog altijd voort. Sinds de val van de Muur groeit het aantal asielzoekers dat aanklopt bij de Noordwest-Europese verzorgingsstaten. Ook de toename van het aantal illegale of `onregelmatige' migranten naar met name Zuid-Europese landen stijgt sindsdien opvallend. Had in de eerste en tweede periode elk bestemmingsland nog zijn eigen, specifieke migratiesysteem, sterk verankerd in het koloniale verleden en in de voormalige gastarbeid, na 1985 zijn het de asielzoekers en de illegale migranten, dan wel hun reisagenten (maar ook het toeval) die bepalen naar welk land nieuwkomers migreren. De oude migratiesystemen worden opengebroken en aanzienlijk verbreed met tal van nieuwe herkomstlanden. Het is ook in deze periode dat de EU aanzet tot de creatie van een ruimte van `vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is in combinatie met passende maatregelen met betrekking tot de buitengrenzen, asiel, immigratie en voorkoming en bestrijding van criminaliteit'. De controle aan de binnengrenzen van Europa wordt opgeheven en de gemeenschappelijke controle van de buitengrenzen komt steeds hoger op de Europese politieke agenda te staan. In de toekomst zal het vraagstuk van migratiebeheersing naar verwachting alleen maar complexer worden. Als de EU – zoals voorgenomen – uitbreidt richting het oosten, zullen sommige buitengrenzen binnengrenzen worden en gaan de oostgrenzen van de nieuwe lidstaten fungeren als buitengrens. De verdeling van het vluchtelingenvraagstuk baart vooral zorgen in het land waar nu de meeste asielzoekers aankloppen – Groot-Brittannië. Het restrictieve Duitse asielbeleid, dat in het begin van de jaren negentig werd geïntroduceerd, leidde tot een vermindering van het aantal Duitse asielaanvragen, maar zorgde ook voor een verplaatsing van het verdelingsvraagstuk. Maatregelen in het ene land hebben effect op de instroom in andere landen. Zo zullen de introductie van de nieuwe Nederlandse Vreemdelingenwet en de recente restrictieve Deense stellingname tegen asielmigratie in de toekomst zonder meer hun weerslag hebben op het Europese asielvraagstuk. Dit toont opnieuw aan hoe belangrijk het is haast te maken met een gemeenschappelijk Europees asielbeleid. Philip Muus is associate professor Internationale migratie aan de Universiteit van Malmö (Zweden). Duitsland telt meeste migranten, migratiebewegingen binnen de Europese Unie, 1997 Bron: Eurostat, OESO Voordat ik de fragmenten op papier zet wil ik eerst nog even wat kwijt over Wallraff’s vermeende Stasi verleden… Of hij nou bij de Stasi heeft gezeten of niet, staat wat mij betreft los van de ontdekkingen die hij nu gedaan heeft. Die worden niet ineens minder waar daardoor!! Ik vind dat men dat los moet zien van het onderzoek: wat hij daar heeft bereikt en wat hij ervoor op het spel heeft gezet (hij heeft zelfs ondergedoken moeten zitten) vind ik echt bewonderenswaardig!! De film De film vond ik erg interessant. Het feit dat het heel stiekempjes is gefilmd zorgt ervoor dat je echt kan zien dat de film ‘echt’is. Als het een ‘fullcolour’ film geweest was, dan had je misschien toch wat bedenkingen gekregen over de echtheid (Ik las namelijk ergens dat sommige mensen geloven dat alles in scène is gezet door de Stasi (DDR) en dat de echte bedoeling zou zijn geweest om West- Duitsland als ‘slecht’ af te schilderen.). Ik geloof G.W in elk geval, zoals nu wel duidelijk zal zijn… Fragmenten (Ik noem hier niet alleen zozeer de fragmenten die nou specifiek zijn voor het thema (ze laten in elk geval duidelijk zien hoe erg de buitenlanders werden achtergesteld in de Duitse maatschappij), maar het zijn eigenlijk ook de fragmenten die mij op de één of andere manier erg opvielen of bijzonder aangrepen) - Bladzijde 93: (Voorschriften) Hier wordt er gesproken over een bepaald papier met een soort van gedragsregels, meegenomen door een Turkse collega die dat heeft gekregen in een ‘Haus der Jugend’. Het volgende staat erop: “Dass… + … In Anwesenheit von Deutschen Deutsch gesprochen werden (sollte), zumindest wenn über Deutsche gesprochen wird. + … Wir hier in Deutschland für twei Tage nicht in die Gesellschaft von anderen Menschen gehen, wenn wir Knoblauch gegessen haben, und wir erwarten dasselbe von unseren Gästen. + … Wenn die ausländischen Jugendlichen glauben, sie hätten ein nutzrecht für das Haus der Jugend, weil sie, ihr Vater oder irgendein Onkel hier in Deutschland Steuern zahlen, stimmt dies auch in etwa, soweit sich diese Jugendlichen in die hiesigen Sitten und Gepflogenheiten integrieren, aber nur dann!” Echt vreselijk dat dit gewoon aan mensen wordt opgelegd! Er wordt hen gewoon gezegd van: “Zo doen wij het, en zo willen wij dus ook dat jullie het doen!” Alsof mensen niet zelf mogen weten hoe ze zich willen gedragen!! Natuurlijk moet je elkaar met respect behandelen, maar verder mag iedereen wat mij betreft zijn/haar tradities behouden, zolang ze er maar geen anderen mee tot last zijn… En dat over de knoflook is gewoon een belediging: Ze zeggen het niet precies zo, maar wat ze eigenlijk willen zeggen is dat ze die knoflooklucht van de buitenlanders gewoon zat zijn! Echt heel asociaal gewoon!! - Bladzijde 96: (Helm voor Duitser) “Die Schutzhelme müssen wir uns kaufen oder man hat das Glück, mal einen stark ramponierten, weggeworfenen zu finden. Die Köpfe der deutschen Kollegen werden schützenswerter und weltvoller als die der Ausländer eingeschätzt. Zweimal riß mir (Ali) Vorarbeiter Zentel meinen Helm vom Kopf, um ihn deutschen Kollegen zu geben, die ihren vergessen hatten. Als ich (Ali) beim ersten Mal protestiere: ‘Moment, hab ich gekauft, gehört mir’ wies mich Zentel in die Schranken; ‘Dir gehört hier gar nichts, höchstens ein feuchter Dreck. Du kannst ihn dir nach der Schicht wiedergeben lassen’ Later gebeurt het nog eens; Ali moet zijn helm weer afstaan aan een Duitse collega, en er wordt met ontslag gedreigd als hij het niet doet… Hij werkte toen de hele ploegendienst zonder helm, terwijl de ‘noch glühende Erzbrocken niederdonnerten’.” Echt afschuwelijk dat ze dat zomaar doen!! Wat me heel erg raakte, was de volgende zin: Die Köpfe der deutschen Kollegen werden schützenswerter und weltvoller als die der Ausländer eingeschätzt. Dat is toch erg! Als ze je je zó minderwaardig laten voelen… Als jouw leven minder waard is (voor een paar mensen) dan dat van een Duitser.. En daarbij: Ze kunnen het nog maken ook! Die arbeiders zoals Ali hebben binnen die bedrijven totaal geen rechten! Ze kunnen niet opkomen voor hun belangen, want dan worden ze meteen ontslagen! Is dat nou hoe het werkt binnen een democratie? Lijkt me niet!!! En die arbeiders kunnen ook niet ‘principieel’ zijn en zeggen van: “Oké, ook al moet ik die helm echt weg geven, dan doe ik dat toch niet, dan ontsla je me maar!” ; Dat kunnen die mensen niet zeggen, want die baan is hun enige houvast en de enige manier om brood op de plank te krijgen!! - Bladzijde 100: (Wegwerfmenschen) “Für die Unternehmer sinds sie Wegwerfmenschen, Austauscharbeiter, es gibt ja genug davon, die Schlange stehen, um Arbeit zu bekommen und für jede, wirklich jede Arbeit dankbar sind.” Wegwerpmensen … dat is echt de beste omschrijving voor de manier hoe deze mensen behandeld worden!! Voor de baan van elke arbeider die niet meer in ‘goede staat’ is, of die ‘moeilijk gaat doen’ staan er alweer tien volgende werkzoekenden in de rij! Daardoor kunnen de ondernemers ook zoveel maken: ze weten dat er voor die mensen niets anders opzit… ook al is het niet zo’n beste baan en hebben ze niets te zeggen.. Ze moeten die al die vervelende zaken op de koop toe nemen, want zónder werk zijn ze al helemaal nergens! Er wordt op deze pagina ook beschreven hoe hard er wel niet gewerkt wordt.. je hebt zelf gewoon niets te zeggen over je werktijden! Als de baas je belt, dan heb je gewoon te komen, ook al heb je dan al 24 uur gewerkt, dat kan hem echt niets schelen… - Bladzijde 105: (beledigingen over land en cultuur) Op deze bladzijde is een gesprek bezig tussen Jussuf en één van de bazen in de fabriek en Jussuf is erg vereerd als de baas hem een compliment geeft over zijn land (Tunesie), dat het daar zo mooi is, en dat hij er graag op vakantie gaat. Jussuf is zelfs zo blij met al deze complimenten (dat horen ze niet vaak), dat hij zelfs het adres van zijn ouders aan de man geeft, dat hij bij hen langs kan gaan als hij daar weer op vakantie is… dan neemt het gesprek een andere wending: “Verlaß’ dich drauf, ich komme. Du mußt mir nu rein paar Adressen besorgen. Du weißt schon, was ich meine. Bei euch gibt’s doch tolle Frauen zum Ficken. Das ist doch unheimlich da. Was kostet das im moment bei euch?” Jussuf zegt dat hij het niet begrijpt, wíl het niet begrijpen, maar hij kan eigenlijk gewoon de schaamte niet aan. Hij dacht dat hij en zijn land gecomplimenteerd werden, maar hij en zijn land werden eigenlijk gewoon beledigd. De baas gaat er nog een tijdje over door, maar Jussuf loopt dan snel weg met een excuus. Als Ali hem later spreekt, zegt Jussuf: “Is nicht gut, dass wir Deutsch gelernt und verstehen. Immer viel Ärger. Besser so tun, als ob wir nicht verstehn.” Hij vertelt ook over enkele Tunesische collega’s die op grond van ongeveer dezelfde ervaringen als Jussuf zojuist had gehad, de duitse taal heel bewust niet meer verder wilden leren. “Egal, was Meister sagt, immer ‘Ja Meister’ sagen, so gibt auch kein Palaver”. (blz. 106/107) Dat kan toch niet! Dat de beledigingen zelfs zó ver gaan dat ze de taal niet eens meer willen leren! Ik kan me daar overigens echt wel in inleven: ik zou ook geen taal willen leren, als dat me alleen maar in staat zou stellen om ‘vervelende zaken’ te begrijpen! Dan zou ik ook liever niet meer willen weten wat ze zeggen, dan zou ik me er ook niet druk over hoeven maken…. Dat deze man Jussuf zo beledigt, vind ik echt heel schandelijk. Jussuf nodigt hem heel beleefd uit bij zijn ouderlijk huis, en is heel gastvrij, en dan wordt hij daar zo voor beloond… Hij tast Jussuf gewoon in zijn eergevoel aan en toont geen respect. Dat vind ik echt niet kunnen. - Bladzijde 107: (Spreuken op het toilet) Hier worden enkele voorbeelden genoemd van teksten die op de wanden in het bedrijf staan en vooral op de toiletten: + Lieber 1000 Ratten im Bett als einen Türken im Keller. + Hängt alle Türken auf und alle Deutschen Mädchen, die sich mit ihnen abgeben. + Türkensau, Ich knall euch alle ab. + Lieber ein SS-Schwein als eine Türkensau sein. + Es gab nie einen besseren Deutschen als Adolf Hitler. + Tod alle Türken!! + Türken ‘raus!! Deutschland bleibt Deutsch!! Zo kan ik (helaas) nog wel even verdergaan… Wat er allemaal niet gezegd/geschreven wordt, is echt vreselijk. Ik denk dat ik er verder ook niet veel over hoef te zeggen; Het is gewoon respectloos. - Bladzijde 108: (Hitler) Hier spreekt Ali met drie Duitse collega’s, en twee ervan, Alfred en Udo, maken telkens vervelende grappen over Turken waar Ali bij zit. Ook prijzen de tijd dat Hitler nog heerste de hemel in …. Toen was de maatschappij tenminste nog ‘ordelijk’ en veilig door discipline en gezag (ook vinden ze het goed dat Hitler van de homo’s, de zigeuners en de Joden af probeerde te komen). Gelukkig is er wel een derde Duitser, Michael, die het voor Ali opneemt, en de anderen zegt dat het niet netjes om zich zo te gedragen tegenover Ali. Michael keurt ook het gezag van Hitler af. Een voorbeeld van één van de ‘grapjes’ die Alfred vertelt: “Was ist der Unterschied zwischen den Türken und den Juden?” (Ali zegt dat er geen onderscheid is, beide zijn mensen). Alfred (triumphierend): “Doch! Die Juden haben’s schon hinter sich!!” Ik vind deze ‘mop’echt smakeloos. Het is sowieso vreselijk wat er in de Tweede Wereldoorlog met de Joden is gebeurd, maar dat deze mensen er ook nog zo over kunnen praten… echt erg! En het feit dat ze zoiets zeggen betekent dus ook dat ze eigenlijk willen dat hetzelfde met de Turken zou gebeuren… Ik heb het al een paar keer gezegd, maar dit is gewoon echt schandelijk!! Ze hebben het dan over dokter Mengele (de verschrikkelijk ‘moorddokter’ uit de concentratiekampen, die mensen uit de kampen gebruikte voor zijn vreselijke ‘tests’.) Alfred en Udo vinden hem helemaal geweldig en maken telkens vervelende opmerkingen. Michael zegt gelukkig iets goeds: “Aber weißte, wenn ich die Berichte seh und hör, dann schäm ich mich, ein Deutscher zu sein, so was, ehrlich.” Eindelijk!! Eens iemand die tenminste niet zo’n ‘extreemrechtse’ mening heeft. Ik vind het heel goed dat Michael zo voor zijn mening uitkomt, terwijl hij toch bij twee collega’s zit die heel duidelijk een andere mening hierover toebedeeld zijn…. - Bladzijde 122 en 123: (Beschuldiging diefstal) Ik wil toch ook nog even naar deze bladzijden verwijzen. In dit fragment is er een bankovervaller die ontsnapt is, en de politie komt dan toevallig in het café binnen waar Ali staat te wachten voor een bespreking met Adler (die natuurlijk weer te laat is…). Ze zijn eigenlijk op zoek naar een BLONDE man van 1.70 meter, maar ze nemen Ali (met DONKER haar en met zijn 1.83 meter) tóch in hechtenis!! Als hij daar had gestaan als autochtoon ‘Günter Wallraff’ dan hadden die politieagenten nog geen twee keer een blik op hem geworpen, maar omdat hij een buitenlander is, is hij een verdachte!! Dit hangt echt van de vooroordelen aan elkaar!! - Bladzijde 130/133: (Uurbriefjes) Echt heel erg is dit!! Hebben Ali en zijn collega’s de hele tijd keihard gewerkt: krijgen ze hun geld niet!! Ze moeten Adler constant achterheen zitten, maar hij weet telkens een ander smoesje te verzinnen. Op een gegeven moment komt hij ermee dat hij alleen kan uitbetalen als hij uurbriefjes krijgt. Ali en co. gaan dus naar de voorman, maar die wil geen briefjes schrijven en.. dus krijgen ze hun geld niet!!! Hebben ze voor die paar Marken hun gezondheid weer op het spel gezet en echt keihard gewerkt: krijgen ze niets!! En ze kunnen er gewoonweg NIETS aan veranderen… - Bladzijde 161 (Laboratorium) Günter Wallraff deed dit ‘werk’ voor het onderzoek, en niet omdat hij dat geld echt nodig had. Hij kon het zich dus veroorloven om met de test te stoppen, maar vele anderen, die dat geld echt nodig hebben om henzelf en soms ook nog hun gezin te onderhouden, kunnen dit niet zomaar doen!! Als ik dit allemaal lees ben ik echt zo blij met wat ik heb: ik ga naar school, verdien geld met verschillende baantjes (die ik ook nog eens leuk vind om te doen) en heb een leuke familie en een mooi huis. Je wordt als je dit boek leest toch wel meer bewust van hoeveel geluk wij hier eigenlijk hebben, in al onze rijkdom!! Beoordeling Gebeurtenissen: - De gebeurtenissen waren zeker echt!! Het is gewoon allemaal echt gebeurd! Ik heb nog nooit eerder een boek gelezen dat op zo’n manier een kwestie aan de kaak stelde. Günter Wallraff heeft het op een geweldige manier gedaan en ik vind het echt heel moedig van hem dat hij zich zo ingezet heeft (ik kan wel zeggen: met gevaar voor eigen leven) om dit aan te kunnen tonen! Ik bewonder die moed echt heel erg… - Ik heb wel eerder boeken gelezen die echt zijn gebeurd, en ik houd ook zeker van non- fictie verhalen (bijvoorbeeld: ‘Een zondag aan het zwembad in Kigali’ van Gil Courtemanche, over de genocide in Rwanda – een echte aanrader overigens - en ‘Uit naam van al de mijnen’ van Martin Gray, over het leven van Martin Gray zelf -ook een geweldig boek trouwens-), maar een boek dat op deze manier geschreven is (als een soort van ‘verslag’) heb ik nog niet eerder in handen gehad. - De film erbij was interessant om te zien. Het geeft echt ‘extra betekenis’ aan het boek: Die film bewijst nog maar eens dat het écht is gebeurd!! Het is ook interessant dat ze echt stukjes laten zien die ook in het boek opgetekend staan. Je herkent de gebeurtenissen dan echt, zo van: “Heej, dat is met dat alarm dat telkens afgaat, maar dat ze toch door moeten werken!” Dat geeft toch een soort van extra ‘dimensie’ aan het verhaal. Personen: - Ik kon me erg goed inleven in bepaalde personages. Ik kreeg echt medelijden met die mensen, hoe ze behandeld werden… echt onmenselijk gewoon. Ik heb gewoon ‘hoofdschuddend’ het boek zitten lezen… Gewoon van ongeloof en uit onbegrip; Echt zo van: Dit kan toch niet, hoe kunnen ze iemand zoiets aandoen, iemand zó vernederen? Echt schandelijk… - Ik had medelijden met de buitenlandse arbeiders en kon me in hen inleven, maar in de Duitse arbeiders, koppelbazen en ondernemers? Nee, voor hen kan ik echt geen begrip opbrengen… Ik kan me dan ook totaal niet in hen inleven, want ik kan me gewoon niet voorstellen dat je zó door en door slecht kan zijn. Ik heb me echt geërgerd aan deze mensen. - Natuurlijk waren niet álle Duitse autochtonen gemeen tegen de buitenlanders, maar als ik dit boek lees dan schaam ik me gewoon bijna om Europeaan te zijn …. Ik schaam me dan gewoon tegenover de buitenlandse mensen voor het onrecht wat hen aangedaan wordt, hoe ze hier in Europa behandeld worden…Want dit gebeurt écht niet alleen in Duitsland, dit speelt waarschijnlijk in heel Europa! Opbouw: - Het boek was zeker niet saai. Af en toe wordt er natuurlijk in voor mij wat aparte termen gesproken, als ze in die fabrieken bezig zijn, maar saai was het zeker niet. Ik heb dan ook géén stukken tekst overgeslagen, maar echt alles gelezen (inclusief de tekstblokjes met achtergrond informatie). - De opbouw van het boek is echt heel goed. Hij vertelt echt duidelijk zijn verhaal, en het verloop van zijn ‘onderzoek’ is ook heel duidelijk. Het is heel overzichtelijk in hoofdstukjes ingedeeld. Evaluatie - Het lezen in het Duits ging gewoon heel erg goed. Ik vind ook niet dat er heel erg moeilijk Duits in werd gebruikt, dus daar kan dat ook door komen… Maar het was in elk geval wel heel prettig dat het lezen van het boek zo vlot verliep. - Ik heb eigenlijk alles uit het boek wel begrepen: de meeste moeilijke woorden waren wel begrijpbaar met behulp van de context en al die ‘medische taal’ was ook te begrijpen, doordat G.W er een duidelijke toelichting bij gaf. Ook was het leuk om te zien dat je bepaalde woorden uit de afgelopen lessen terugzag in het boek! Het ging namelijk over die menselijke proefkonijnen in één van de teksten van het laatste hoofdstuk, en ook in ‘Ganz Unten’ gaat Ali op zoek naar werk bij een laboratorium als proefkonijn en dan worden ongeveer dezelfde woorden gebruikt! Bijvoorbeeld: Probanden, Versuchspersonen en Menschenversuchen. Leuk om te zien dat je woordenschat ook daadwerkelijk groter wordt door het lezen van die teksten uit het boek! - Ik heb me wel goed aan m’n leesplanning kunnen houden, vooral omdat het lezen van het boek heel vlot verliep. Ik heb het eigenlijk op dezelfde manier gedaan als met ‘Der Vorleser’: Toen heb ik ook een aantal avonden een halfuurtje gelezen als ik niet kon slapen, en tegen het eind van de periode heb ik toen op een zondag de rest van het boek uitgelezen. Dat is mij toen goed bevallen, en daarom heb ik het dit keer weer zo gedaan! Ook nu beviel dat dus uiterst goed… - Ik ben best wel heel tevreden over m’n leesverslag. Het heeft me wel redelijk veel tijd gekost om alles op papier te krijgen, maar ik ben tevreden met het uiteindelijke resultaat. Ik vind het ook wel fijn dat ik m’n mening nou juist over dít boek op papier kan zetten. Ik heb een duidelijke mening over dit soort kwesties, en ik heb het daar met mijn ouders regelmatig over, maar het is dus fijn dat ik dit keer mijn mening en mijn waardering voor G.W eens echt uit kan schrijven! |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |