![]() |
Boekverslag : Boudewijn Buch - Het Dolhuis
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1541 woorden. |
Bibliografie -Jaar van uitgave: 1987 -Tweede druk Samenvatting 2 Inhoud Winkler Brockhaus wordt door zijn ouders naar Huize Kindervrede, een gekkenhuis, gestuurd. Maar hier mocht niets en als je een regel overtrad werd je geslagen. Toen hij hier uitkwam ging hij naar een gewone school. Hij heeft nooit begrepen waarom hij naar het gekkenhuis was gestuurd. Daar kreeg hij pas een antwoord op na zijn vaders dood. Hij had het van Mevr. Sprong, hun vroegere huishoudster, gehoord. Hij snapte alleen niet waarom zijn moeder niet was gescheiden toen ze erachter kwam. Later heeft hij gehoord dat zijn moeder ooit een hoertje is geweest en dat als ze zou gaan scheiden dat de hele buurt dat te weten zou komen. 3 Analyse -Titelverklaring: Een Dolhuis is een ander woord voor gekkenhuis. En daar heeft Winkler in gezeten.De ondertitel is roman,de reden is denk ik omdat het boek een roman is, een betere verklaring kan ik er niet voor bedenken. -Er is geen opdracht en/of motto. -‘Het Dolhuis’ is een realistische roman. -Dit boek behoort tot de moderne stroming. -Personages: de hoofdpersoon is : Winkler Brockhaus Twee bijpersonen zijn: Solange Luna en Sigmund Wolfgang Brockhaus. -Winkler Brockhaus: Hij is tien jaar als hij naar een gekkenhuis wordt gestuurd, omdat hij te zenuwachtig is, zeggen ze. In Huize Kindervrede heeft hij met allerlei psychiaters gepraat. Hij kwam er daar al snel achter dat hij niet alles moest vertellen. Winkler heeft drie broers: Brit, Laroux en Meyer. Hij komt uit een gezin, waarvan de vader hem en daarna ook nog een van zijn andere broers seksueel misbruikt heeft. In Huize Kindervrede heeft hij maar één vriend gehad en dat was Tommie. Maar hij is verbrand doordat hij in een vat met kokend water is gevallen. -Solange Luna: Ze heeft vier jaar een relatie gehad met Winkler, maar is daarna weggelopen. Hij kwam thuis van een aardrijkskundige conferentie op Cyprus en toen was ze weg. Hij was toen ongeveer achtentwintig en zij bijna éénentwintig. Dat ze bij hem was weggelopen verbaasde hem niet, want hij leidde een druk en egocentrisch leven, waarin alles om geografie draaide. En daar maakte hij zich drukker om , dan zijn relatie met Solange. Hij had ook een gestoorde vorm van vertrouwelijkheid, want hij vertelde meer aan de hoofdredacteur van Het Hollands Geografisch Maandblad, dan aan zijn vriendin en zelfs in zijn omgang was hij niet erg hartelijk tegen haar. -Sigmund Wolfgang Brockhaus: Hij is de vader van Winkler, Winkler wordt ook door hem naar Huize Kindervrede gestuurd. Iets wat hij hem nooit meer heeft kunnen vergeven. Zijn vader heeft er ook voor gezorgd dat zijn moeder uit de prostitutie kwam. Maar dat betekende dat Winklers moeder niet van hem mocht scheiden ander zou de hele buurt te weten komen dat ze vroeger een hoer was. Tijd: - Het speelt zich af in: Ongeveer in 1956. (Citaat: ‘ In 1956 zat hij nog gewoon op school en was zenuwachtig als altijd. Hij sloot uit dat hij de song in 1956 gehoord zou hebben. In Huize Kindervrede zeker niet.’ Blz. 105, regel6-8 van onder). Maar hij is ergens ander in het boek veertig dus er verstrijkt wel aardig wat tijd. (Citaat: ‘Bijna dertig jaar na zijn eerste, grote treinreis zat Winkler Brockhaus een glaasje Magloire te drinken in Drinkpaleis Tevredenheid.’ Blz. 13, regel 1-3) Zijn eerste treinreis was namelijk toen hij op weg ging naar Huize Kindervrede, toen hij een jaar of tien/elf was.(Citaat Op de dag dat…naar het zuiden.’ Blz. 9, regel 1-3). - Er verstrijkt zo’n dertig jaar, aan het begin is hij ongeveer tien en op een later tijdstip is hij dertig jaar ouder. Omdat het niet chronologisch verteld is , is hij aan het einde van het boek geen veertig, maar ergens op de dertiende bladzijde. -Het is geen chronologisch verteld verhaal, want de gebeurtenissen spelen zich niet naar tijdsvolgorde af. - De functie van de tijd: Er wordt eerst beschreven wat voor een jeugd Winkler heeft gehad en wat de gevolgen van het gekkenhuis voor hem zijn geweest. Daarna krijg je te horen hoe het er later aan toe gaat en dat hij nog steeds niet over zijn tijd in het gekkenhuis heen is. Er wordt dus steeds teruggekeken op zijn tijd in Huize Kindervrede, omdat dat zijn hele leven verder heeft beïnvloed. Ruimte: Eerst aan het begin van het verhaal in de trein.( Citaat ‘Op de dag dat de Gooische Stoomtram zijn laatste rit maakte , reisde de tienjarige Winkler Brockhaus met een rammelende, groene trein naar het zuiden.’ Blz. 9 , regel 1-3 )Dan in het Gekkenhuis. ( Citaat ‘In Huize Kindervrede ervoer hij de strenge reglementeringen de eerste dagen als vreemd en knellend, maar het wende spoedig.’ Blz. 45 , regel 4-6 ). Het speelt zich ook nog eventjes in Oceanië af, waar Winkler voor zijn werk als Geograaf moest zijn. ( Citaat ‘ ‘lieve jongen,’ schreef zijn moeder. ‘Ik was erg blij met je brief uit Afrika; je reist wat af, zeg!’ Stom wijf - dacht Winkler: tussen Oceanië en Afrika liggen tienduizend kilometers.’ Blz. 152 , regel 21-24 )- Functie van de ruimte: De trein, hiermee moest hij naar het gekkenhuis toe. Het gekkenhuis,daar zat hij een tijdje, maar dat heeft hij nooit helemaal goed kunnen verwerken. -En Oceanië, daar was hij voor zijn werk als Geograaf. Vertelwijze: -Het verhaal wordt je verteld, maar sommige stukjes worden ook door Winkler zelf gezegd. -Wat ik zou veranderen: Ik zou het hele verhaal door Winklers ogen vertellen, op de ik –vertelwijze. Thematiek: -Het Hoofdonderwerp is: Incest, want daardoor belandt hij in het gekkenhuis wat hem zijn hele leven blijft achtervolgen. -De Deelonderwerpen zijn: Krankzinnigheid en haat ( tegenover zijn vader, waarom hij hem naar Huize Kindervrede stuurde bijv.) -Als ik hiermee te maken zou krijgen zou ik het eerst ook niet weten, maar ik zou uiteindelijk wel proberen hulp te zoeken. 4 Bedoeling/Boodschap: -Ik denk dat de schrijver bedoelt dat als je bent misbruikt of in een inrichting hebt gezeten, zoiets nooit meer over gaat en het je hele leven blijft achtervolgen. 5 Mening: Ik vond het boek nog best wel moeilijk, omdat je in het begin meerdere verhaallijnen had. Eerst was Winkler namelijk tien en het hoofdstuk daarna veertig en als je weer verder las begon het weer toen hij tien was. Verder vond ik het een interessant boek, dat vooral door alle gebeurtenissen die er plaatsvonden. Het taalgebruik was op zich niet moeilijk,want er werden geen moeilijk woorden gebruikt, maar de opbouw van het boek( al die verschillende hoofdstukken) was wat ingewikkelder. 6 Schrijversinformatie/secundaire literatuur: Over de schrijver: Boudewijn Maria Ignatius Büch werd op 14 december 1948 geboren in Den Haag. Zijn lagere schooltijd werd enkele malen onderbroken door langdurige ziektes en een verblijf in een jeugdpsychiatrische inrichting. Van 1976 tot 1984 werkte hij als redacteur en columnist in de universitaire pers voor de universiteitsbladen Mare ( Leiden) en Folia ( Amsterdam). Hij debuteerde in 1976 als dichter met: Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs. In 1981 maakte hij zijn prozadebuut met De blauwe salon. En sinds 1978 woont hij in Amsterdam. Nog een aantal boeken geschreven door Boudewijn Büch: -De taal als blauw ( 1977 ) -De Sonnetten (Gedichten uit 1978 ) -De kleine blonde dood -Weerzien (1984 ) -Het androgyn in ska ( Dichtbundel uit 1985 ) -Eilanden (Essay uit 1981 ) -Literair Omreizen ( Essay uit 1983 ) -Bibliotheken ( Essay uit 1984 ) Secundaire literatuur: Recensie door: Hans Warren Bron: PZC: provinciale Zeeuwse courant ‘In de eerste plaats schrijft hij sterk autobiografisch en dan heeft hij bovendien de neiging om in vraaggesprekken en in gewone gesprekken het te laten voorkomen of alles wat hij beweert over zijn leven op zuivere waarheid berust.’ Mensen zijn dit natuurlijk ook gaan onderzoeken. En stuiten op tegenstrijdigheden, ze geloven hem dus niet meer. “Om literaire kritiek voor te zijn heb ik voor het eerst een boek in de hij -vorm geschreven. Opdat ze me niet kunnen verwijten dat ik wéér over mezelf schrijf. Terwijl het natuurlijk helemaal over mezelf gaat.”( Door Boudewijn Büch zelf gezegd ). ‘Wanneer de mensen slecht zijn , zoals de psychiaters en de nonnen in het kindergekkenhuis, dan zijn ze ook ware duivels zonder één wat mildere trek. Als er Brabants of Vlaams geklapt moest worden, dan maakt Büch er opzettelijk een potje van.’ ‘Incest is een van de zwaarste taboes in onze samenleving en literatuur. Büch schreef er een mogelijk wat zwaar aangezette maar levenswaardige roman over.’ Recensie door: Koos Hageraats Bron: De Tijd ‘ Om de kritiek voor te zijn schreef hij zijn nieuwste boek , Het Dolhuis, in de hij –vorm. Want, zo zegt Boudewijn Büch, “mij wordt altijd verweten dat ik over mezelf schrijf.” Het is echter niet erg dat hij over zichzelf schrijft maar dat het niet klopt wat hij over zichzelf schrijft.’ Waar of verzonnen. ‘Zijn voorafgaande romans liet Büch steeds voorafgaan door de romantische mededeling dat elke gelijkenis tussen de personages en gebeurtenissen in het boek met bestaande personen en gebeurtenissen op toeval berust, maar tegelijkertijd is hij als de hoofdpersoon Boudewijn Büch maar al te goed herkenbaar: de hoofdpersoon van De kleine blonde dood heet dan ook Boudewijn Büch. Daarmee roept hij voor de lezer de vraag op of het nu allemaal waar is of verzonnen. Wat mij betreft is die vraag niet van belang en zelfs onzinnig, omdat hij alleen maar afleidt van het boek, maar voor Büch is het klaarblijkelijk een structurerend onderdeel van de mythe die hij aan het opbouwen is.’ |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |