![]() |
Boekverslag : Rudi Van Dantzig - Voor Een Verloren Soldaat
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1990 woorden. |
1e druk: 1986 Plaats: Amsterdam Uitgever: De Arbeiderspers Motto: - Voor Berendina Hermina, mijn moeder, en mijn Friese disgenoten, in dank. - [] dan vrouwen zij de handen, de disgenoten in het huis. Van tafelrand tot tafelranden Geschikt tot een onzichtbaar kruis. (Ida G.M. Gerhardt) Motivering van mijn keuze De keuze waarom ik dit boek heb genomen is omdat mijn moeder hem me aanraadde. Ze zei dat het makkelijk las, ondanks dat best een dik boek is. Eigenlijk wilde ik een ander boek kiezen, maar deze was niet in de bibliotheek aanwezig en moest besteld worden, maar dit duurde me allemaal te lang. Dit boek hadden we thuis, dus dat was ook handig. Samenvatting van de inhoud In het vroege najaar van 1944 vertrekt een groep Amsterdamse kinderen naar het Friese platteland. Daar is, in tegenstelling tot de stad, nog voldoende te eten. Ook de elfjarige Jeroen gaat mee in de kleine vrachtauto. Hij komt terecht bij een vissersfamilie in het dorp Laaxum. Hait en Mem hebben zeven kinderen, waarvan er vijf nog thuis wonen. Het leven in het dorp is zeer vreemd voor Jeroen. Hij kan moeilijk wennen aan de taal, het eten, het bidden, de kerkgang en de christelijke school. De enige die hij kent, is zijn buurjongen Jan Hogervorst, die in een nabijgelegen dorp is ondergebracht. Na een zwempartij liggen de twee jongens te drogen op de dijk, als Jan plotseling op hem gaat liggen en zijn erectie laat zien. Jeroen is in verwarring gebracht, maar ervaart ook een vreemd gevoel van intimiteit. Enkele weken later krijgt hij zelf een erectie wanneer hij het been van Jan aanraakt. Op een dag in het voorjaar is er het nieuws dat de Duitsers gevlucht zijn. Overal in het dorp lopen Amerikaanse soldaten en Jeroen is gefascineerd door de gespierde lichamen van deze mannen. Eén van hen biedt hem een pakje kauwgum aan. Hij stelt zich voor als Wolt en wil heel graag "friends" worden met Jeroen. Ze maken samen een autoritje en bij het uitstappen begint Wolt hem te kussen en te betasten. Jeroen is zeer geschokt en begint te huilen. Thuis wordt hij ziek en 's nachts krijgt hij nachtmerries over de ervaringen van die dag. Toch zoekt hij Wolt de volgende dag weer op, terwijl de hele familie naar de kerk is. Opnieuw hebben ze seksueel contact, maar nu is het minder wild. Er volgen meer ontmoetingen en Jeroen is helemaal in de ban van zijn soldaat. Hij is dan ook zeer geschokt als hij hoort dat de Amerikanen het dorp hebben verlaten. De ervaringen hebben zo'n grote invloed op hem dat Jeroen opeens niet meer naar Amsterdam verlangt. Zijn moeder komt hem ophalen en hij twijfelt of hij in Laaxum zal blijven om op Wolt te wachten. Toch gaat hij met haar mee. Hij voelt zich onwennig in zijn eigen omgeving en blijft zoeken naar zijn soldaat tussen de weinige geallieerden die er nog zijn. Hij is verliefd op Wolt en voelt zich opeens een stuk volwassener. Pas als hij weer naar school moet, stopt hij met zoeken. In het laatste hoofdstuk is Jeroen vijfendertig jaar ouder geworden. Een groep Canadese oud-strijders komt ter gelegenheid van het zevende lustrum van de bevrijding terug in Amsterdam. Even hoopt Jeroen zijn Wolt terug te zien. De herinneringen aan de laatste oorlogsmaanden en de moeizame tijd daarna komen weer boven. Nadat hij zich op zijn studie en werk heeft gestort, heeft de tijd alle wonden geheeld. Verhaalanalyse Titelverklaring Jeroen, (de hoofdrolspeler) ontmoet aan het eind van de Tweede Wereldoorlog een Amerikaanse soldaat, Wolt, waarmee hij zijn eerste homoseksuele ervaringen heeft. Plotseling zijn de Amerikanen, inclusief Wolt, met de noorderzon vertrokken en ook na zoektochten blijft Wolt voor Jeroen een verloren soldaat. Personen Karakters: Jeroen Typen: de ouders van Jeroen, Hait en Mem Visser, Wolt, Jan Hogervorst, Jantsje/Popke/Diet/Trientsje/Meint/Harmen en Pieke. Jeroen is een jongen die in het begin van het boek elf jaar oud is. Hij wordt in het vroege najaar van 1944 door zijn ouders naar Friesland gestuurd omdat in Amsterdam de omstandigheden verslechteren. Jeroen was volgens zijn moeder "altijd al een beetje anders, zo'n rare dromer". Als hij aankomt in het Friese dorpje Laaxum, kan hij moeilijk wennen aan de totaal verschillende omstandigheden. Ook hier voelt hij zich een buitenstaander. Weer terug in Amsterdam zit hij nog steeds in een isolement, hij voelt zich anders door de ontdekking van zijn homoseksualiteit. Zelf zegt hij voortdurend in een "bedrieglijk niemandsland" te leven. Jeroen is een rond karakter. Er wordt verteld hoe hij zijn eerste stappen op weg naar de volwassenheid zet. De ouders van Jeroen sturen hem in het laatste oorlogsjaar met de beste bedoelingen naar Friesland, maar toch voelt hij zich verraden door hen. Hait en Mem Visser nemen Jeroen in huis in Friesland. Ze wonen in Laaxum en hun leven staat van de vroege ochtend tot de late avond in het teken van God en Zijn Woord. Ze hebben zeven kinderen. Wolt is een Amerikaanse soldaat met wie Jeroen een kortstondige (liefdes?)verhouding heeft. Hij verschijnt ineens en is ook plotseling weer verdwenen. Wolt is de eerste man op wie Jeroen verliefd wordt. Jan Hogervorst komt ook uit Amsterdam en is ondergebracht in het dorp dicht bij Laaxum. Hij is ongeveer even oud als Jeroen. Jantsje/Popke/Diet/Trientsje/Meint/Harmen en Pieke zijn de kinderen van Hait en Mem, waar Jeroen dus een jaar woont. De tijd Het boek is in chronologische volgorde geschreven. De tijd die beschreven wordt, is die tussen 1944 en 1945. Het laatste hoofdstuk speelt in het jaar 1980. De tijd is wel belangrijk voor het verhaal, want het is oorlog in deze tijd en dat is belangrijk voor het verhaal. De plaats Het verhaal speelt zich af in Amsterdam, waar Jeroen woont, en in Laaxum (Friesland) waar hij een jaar woont in de oorlog. In Laaxum speelt het verhaal zich vooral af in het huis van Hait en Mem, in de school, in de kerk en de omgeving om het huis. Deze ruimten zijn best belangrijk voor het verhaal. Het wordt dan ook wel uitvoerig beschreven. Het gaat niet zo ver dat het het onderwerp van het verhaal vormt, maar het is wel belangrijk. Vertelstandpunt Het verhaal wordt verteld in de ik-vertelsituatie door de hoofdpersoon, Jeroen. Het is geschreven in de tegenwoordige tijd en net als Jeroen, weet de lezer niet wat er nog gebeuren gaat. In het laatste hoofdstuk, dat 35 jaar later speelt, wordt teruggekeken op de gebeurtenissen door de verteller zelf. De stijl Van Dantzig gebruikt eenvoudig taalgebruik. Situaties worden erg uitvoerig beschreven vanuit de ik-persoon. Hierdoor kan je je goed inleven in situaties en omgevingen. Het verhaal bevat ook aardig wat dialogen en mede hierdoor leest het boek erg makkelijk. Thematiek Het thema van het verhaal is de ervaringen van een jongen op homoseksueel gebied en de angst hiervoor. Enkele motieven zijn: - Heimwee; Jeroen wacht dagen op een brief van thuis, maar als hij er uiteindelijk een krijgt, weet hij eigenlijk niet wat hij ermee aan moet. - Oorlog/bevrijding; het verhaal speelt in de laatste maanden van W.O. 2. - Vriendschap; Jeroen heeft in Friesland een bijzondere vriendschap met een Amerikaanse soldaat. Conclusie Ik vond het wel een leuk en makkelijk boek om te lezen, maar het boek sprong er niet echt uit. Het werd soms een beetje eentonig, omdat alles zo uitvoerig beschreven werd. Daarentegen kon je je hierdoor wel goed inleven in het boek. Het is dan ook erg realistisch geschreven en daar houd ik altijd wel van. Ik heb het boek in een ruk uitgelezen, want het is wel een boek dat je niet goed los kan laten, omdat het chronologisch geschreven is en je wilt weten hoe het verder gaat. Ik zou niet nog een boek van deze schrijver willen lezen, omdat ik denk dat het dan eentonig wordt. Ik geloof dat dit ook het enige boek is dat Van Dantzig geschreven heeft. De schrijver Rudi van Dantzig wordt geboren in 1933 in Amsterdam. Voordat hij in 1971 artistiek leider van het Nationaal Ballet wordt, danst hij zelf. Hij maakt vele balletstukken, zowel op nationaal als op internationaal niveau. Zijn eerste choreografie maakt hij in 1955: Nachteiland. Andere werken: Monument voor een gestorven jongen (1965); Vier letzte Lieder (1977); Het zwanenmeer (1988) en Aartsengelen slachten de hemel rood (1990). Vele buitenlandse dansgroepen voeren zijn werk uit en hij werkt samen met Rudolf Nureyev. Voor hem maakt hij balletten als Touwen van de tijd (1970) en About a dark house (1978). Zijn debuutroman Voor een verloren soldaat is autobiografisch: op elfjarige leeftijd logeerde Dantzig bij de familie Visser in Laaxum. Daar ontdekte hij zijn homoseksualiteit. Flaptekst (invalshoek A, de psychologie) Het hele verhaal draait om de beleving en ervaringen van Jeroen. Hij is een jongen die zich moeilijk kan aanpassen en een beetje eenzaam is. Hij is ook een beetje een dromer. In het boek worden zijn gedachten uitdrukkelijk verteld. Niemand weet hoe hij over bepaalde dingen denkt, want dit houdt hij voor zichzelf. Heel soms vindt hij iemand om het mee te delen. Bijvoorbeeld als hij ziet dat Jan ook naar Friesland wordt gebracht, wil hij samen met hem een ontsnappingsplan bedenken. Een andere belangrijke vriendschap is natuurlijk die met Wolt, de soldaat waar hij zijn eerste homoseksuele ervaringen mee heeft. Eerst schrikt Jeroen hiervan en is er bang van, maar tegelijkertijd wordt hij ertoe aangetrokken en zoekt Wolt steeds weer op. Door deze bijzondere vriendschap voelt Jeroen zich een soort van belangrijk. Hij kan aan niets anders meer denken, maar laat dit niet merken aan zijn omgeving. Als Wolt plotseling verdwijnt is hij helemaal in de war en denkt dat hij op hem moet wachten. Hij weet zich er geen raad mee. Als zijn moeder hem komt halen om weer naar Amsterdam te gaan, wil hij ook eigenlijk niet mee, omdat hij zich bedenkt dat Wolt dan niet weet waar hij is. Als hij weer in Amsterdam is zet hij een zoektocht op en gaat elke dag op zoek naar Wolt in de stad. Als de school weer begint kan dit niet meer en langzaam vervagen de herinneringen aan hem. Het blijft echter een heel belangrijk element in zijn leven, want als hij al 35 jaar ouder is houdt het hem nog steeds bezig. Verwerkingsopdracht (10. De hoofdpersoon verandert) Het verhaal begint als Jeroen, de hoofdpersoon, 11 jaar is en voor een jaar naar Friesland moet vertrekken, omdat door de oorlog de omstandigheden in Amsterdam te slecht worden. Jeroen is een beetje een dromer. Bij de familie in Friesland kan hij moeilijk wennen aan de mensen en de gewoonten daar. Langzaamaan gaat dit echter steeds beter. Dan begint de vriendschap met Wolt, een Amerikaanse soldaat. Door Wolt gaat Jeroen zich bijzonder voelen en heeft zijn eerste homoseksuele ervaringen. Dit maakt Jeroen allemaal een beetje in de war. Hij heeft er gemengde gevoelens over. Het stoot hem af, maar de aantrekkingskracht ertoe is groter. Hoewel hij eerst heimwee had naar huis, wil hij nu in Friesland blijven, om op Wolt te wachten die plotseling is verdwenen. Terug in Amsterdam kan hij nog steeds aan niets anders denken. Hij is verliefd op Wolt en voelt zichzelf volwassen vergeleken bij zijn leeftijdsgenootjes. Hij blijft zoeken naar Wolt. De eerste twee jaar na de oorlog bleef hij aan de bevrijding denken. Hij was er een beetje geobsedeerd door. Daarna is het vervlakt, wat gepaard ging met buien van zelfverwijt en somber, ingekeerd zwijgen. Jeroen ging gewoon naar school en studeerde zonder overtuiging, vond daarna zijn bestemming en ging volkomen op in het werk dat volgde. Hij probeerde het dus weg te stoppen door zich op andere dingen te storten. Dit lukte echter niet helemaal, want aan het einde van het boek, als hij 35 jaar ouder is bezoeken een groep Canadese oud-strijders Amsterdam en blijft Jeroen een beetje op zoek naar Wolt. De gedachte dat Wolt al gestorven is vind hij onmogelijk. Hij hoopt nog steeds op een ontmoeting met Wolt. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |