Boekverslag :  - Struisvogelkoorts
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2778 woorden.


De uitgeverij is Leopold, Amsterdam. En in 1996 is het boek verschenen.

Inhoud:


Hoofdpersonen:


Sem: Hij is erg behulpzaam en meelevend. Dat kan je zien door de manier waarop hij met zijn broer en zijn zusje omgaat. Ook beleeft hij het avontuur erg serieus en hij denkt er diep over na. Daardoor pakt hij de dingen slim aan.

Hij ziet er stevig uit en is donker met grote wenkbrauwen. Hij is redelijk groot en niet te dik en niet te dun.



Feya: Zij is erg dapper, dat kan je opmaken uit de manier waarop zij alles aanpakt. Ze laat zich niet zomaar beïnvloeden door anderen. Ze is ook absoluut niet verlegen Kijk maar naar het volgende fragment: ‘’kom, kom’’ zei Feya, ‘’we pakken gewoon die gele envelop.’’ Ze stapt prompt naar binnen en grist zo de gele envelop uit de handen van Maud’s moeder. Dan zetten ze het op een lopen.

Feya heeft lange donkere haren en is erg slank. Ze heeft een smal hoofd en blauwe ogen. Ook is ze redelijk groot (ongeveer even groot als Sem).



Sem en Feya zijn ongeveer 12 jaar en zitten bij elkaar in groep acht. In het begin waren ze niet zo’n goede vrienden maar dat bouwde zich steeds meer op.

Het probleem van de hoofdpersonen:


Sem en Feya vinden het vreemd dat er steeds meer kinderen met een ‘Yacca’ verdwijnen. Ook gebeuren er nog meer vreemde dingen. Sem en Feya proberen een verband te zoeken tussen al die mysteriën. Ook proberen ze te achterhalen wat die Yacca voor een ding is.

De bijpersonen:


Professor Brandt: hij is een wetenschapper en heeft daar ook alles voor over. Hij heeft de Yacca’s uitgevonden en is de baas over het bedrijf Farmayaca. Hij is erg klein en heeft een kaal hoofd. In dit verhaal speelt hij de slechterik. Hierdoor is de verhouding tussen de hoofdpersonen en de professor erg slecht.



Niels: hij is de broer van Sem. Hij is ongeveer 23 jaar en lijkt best wel op Sem. Niels is iemand die moeilijk keuzes kan maken. Hij studeert medicijnen maar gaat later voor professor Brandt werken. Niels weet alleen niet dat die professor slecht is. De verhouding tussen Sem en Niels was heel erg goed totdat Niels bij de professor is gaan werken. Dat wordt steeds erger want in Farmayaca is alles strikt geheim en daardoor mag Niels Sem niet meer zien.



Alfons: Alfons is een hulpje van de professor die, zodra de professor vlucht, ineens Sem en Feya gaat helpen. Dat is wel eigenaardig want hij wist wel af van het duivelse plan van de professor. Hij is ook meer een achtergrondfiguur, de taak die hij had zou een ander vaag persoon ook kunnen hebben.



Lot: Zij is het zusje van Sem. Ze is 7 jaar en is erg eigenwijs, dat zie je de manier waarop ze met Sem omgaat. Ook is ze erg nieuwsgierig, want ze vraagt de hele tijd naar zo’n Yacca. Dit heeft later erge gevolgen voor haar.

Ze heeft twee vlechtjes in het haar en veel sproetjes. Ze erg slank en altijd slordig.



De Yacca-kinderen: Dat zijn de kinderen met een Yacca (een soort Tamagotchi). Het blijkt een aantal levels te hebben en ook voelt het heel raar aan als je het in je hand vasthoudt. In zo’n Yacca zit een hart van een struisvogeljong. De Yacca’s worden gemaakt in Farmayaca. De kinderen worden helemaal gehypnotiseerd door die Yacca’s. De verhouding tussen de Yacca-kinderen en de hoofdpersonen is niet goed doordat die Yacca- kinderen iedereen volkomen negeren en erg flauw doen tegen Sem en Feya.

De manier waarop je de personen leert kennen:


Je leert Sem en Feya allebei kennen door wat ze denken en door wat ze doen. Ze schrijven al hun gebeurtenissen op in hun dagboek. En zo lees je ook het hele boek. De bijpersonen leer je dus ook vanuit de dagboeken van Sem en Feya. Je leert ze dus kennen door de meningen en de manier waarop Sem en Feya over hen denken.

Waar het verhaal speelt:


Het verhaal speelt zich af in een onbekend, modern land, in een klein stadje met industrieterreinen, een wasserette en een moderne school. Er zijn veel rijtjeshuizen en er is een kanaal.

In welke tijd het verhaal speelt:


Het jaartal is onbekend. Het verhaal speelt zich wel af in onze tijd want er zijn wel treinen en computers en industrie, zoals bijvoorbeeld Farmayaca.

Hoeveel tijd verloopt er tussen het begin en het eind:


Het verhaal begint in het einde van de zomer waanneer de scholen weer beginnen. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in de herfst en de winter. En daarna gaat de tijd heel snel. Het verhaal eindigt in de Lente. Dus het hele verhaal duurt iets minder dan een jaar.

De mogelijke bedoeling van de schrijver:


De belangrijkste bedoeling van de schrijver is om je te vermaken. Ik denk dat een ander doel ook nog is de lezers te laten zien wat de gevolgen zijn van verslavingen (alleen hier is dat op een onrealistische manier uitgebeeld).

De verhaalsoort:


Het genre valt onder avontuur. Verder is dit een erg onrealistisch verhaal omdat bijvoorbeeld die Yacca’s nooit zouden kunnen bestaan. En wat er met die Yacca-kinderen gebeurt is ook onwerkelijk.

De samenvatting:


Deze samenvatting heb ik voor een deel van internet gehaald en voor een deel zelf gemaakt (bron: www.samenvattingen.nl en www.schoolieren.huiswerk.nl):



Sem zit in de kastanjeboom bij het hek op het schoolplein. Ineens kom er een man aan die iets aan het neuriën is en iets opschrijft, daarna wenkte hij naar Kai. Kai komt en de man zet op zijn wang een soort brandmerk. Een paar dagen later komt hij weer en laat per ongeluk een papiertje vallen waarop staat: brillen 3 gevallen, flaporen 3 gevallen etc.

Feya is nieuw op school, ze komt Lot ( een zusje van Sem) op school tegen die zit te huilen omdat ze een Yacca had gestolen en gesnapt is. Een Yacca kan je krijgen door een flesje jodium te kopen van Farmayaca en als er een struisvogel onder het dopje zit dan kan je er één bestellen.



Na een tijdje wordt het verboden om met een Yacca in je broek zak of in je hand te lopen in school. Alle kinderen die een Yacca hebben worden “ziek” en gaan niet meer naar school. Feya mag met haar vader mee naar de fabriek van Farmayaca. Ze gaan eerst naar de ondergrondse fabriek en daarna naar het “museum” dat bovengronds ligt. Feya komt er achter dat de machines in het “museum” nog functioneren. Want ze raakt per ongeluk zo’n machine aan en de sirene begint te loeien. Waarom zit er een sirene op? Sem’s broer, Niels werkt ook in Farmayaca voor dokter Brandt. Sem en Feya gaan Niels opzoeken. Ze blijven bij Niels slapen, Sem bij Niels in de kamer en Feya op de bank maar Niels vindt het niet echt leuk dat Sem steeds vragen stelt over zijn werk. Dus stuurt hij ze weg. Sem vindt dat zijn broer heel raar doet.



Feya gaat Maud ( een vriendin van haar op school) eens opzoeken. Zij had ook een Yacca en zij was ook ziek. Ze belt aan en mag binnen komen. Als ze binnen is ziet ze een brief op het bureau liggen van de Kernpolitie. De moeder van Maud ziet dat Feya die brief ziet en stuurt haar weg. De moeder van Maud doet heel erg vijandelijk tegen Feya en ze is erg bang. Feya denkt dat de Yacca’s de mensen anders maakt. Alle kinderen veranderen als ze zo’n Yacca hebben en sinds Niels bij Farmayaca werkt doet hij ook raar. Feya breekt in bij de ouders van Maud om de brief te stelen. Ze leest hem samen met Sem. Ze zien de handtekening van Niels er onder staan. Ook staat op de brief twee zuilen en een vlam ertussen. Sem gaat zoeken in de schoolcomputer wat dat betekent. Hij komt erachter dat het een teken is voor de heelmeesters van de pest in de Middeleeuwen.



Feya breekt in bij de Farmayaca fabriek door in de manden met schone lakens te gaan zitten en zo zichzelf in de fabriek te brengen. Daar binnen ziet ze alle kinderen die “ziek” waren op school. Het zijn vierentachtig kinderen. Alle kinderen slapen, eten, werken in de bovengrondse loodsen inclusief het “museum”. Soms komt er een dozijn kinderen bij. Allemaal hebben ze wel wat qua uiterlijk, ze worden ook geselecteerd op uiterlijk. Als ze binnen komen wordt er iets in hun wangen gespoten. De kinderen moeten zelf de Yacca’s maken, onder toezicht van Guurink ( de man bij het schoolhek) . De kinderen lijken net robots die alles maar doen wat hen opgedragen wordt.



Feya gaat het gebouw verkennen. Ze komt bij de struisvogelgang. Daar zijn twaalf struisvogels. Via de autolift komt alles erin en eruit. Guurink staat vaak op het balkon daar vandaan ziet hij alles. Feya verkleedt zich ook als zo’n Yacca-kind en ze werk ook met de Yacca’s, en ze gaat daar ook in bad. Zo komt ze meer te weten over de Yacca’s en de kinderen. Ze komt er achter dat Yacca’s niet tegen vuur kunnen. Als zo’n Yacca kapot is dan wordt zo’n kind weer normaal, maar als hij weer een nieuwe krijgt dan wordt hij weer zo’n robot die alles doet wat hem wordt verteld. Soms worden kinderen gecontroleerd door de mensen, door de “navelcontrole”. Feya weet niet wat dat is.



Lot heeft weer een Yacca gestolen, maar nu succesvol. Ze heeft het aan haar broer verteld. Daardoor is er ruzie ontstaan en Lot is mee gegaan met Guurink. Lot is nu ook bij Farmayaca. Maar haar broer Niels heeft haar beschermd, hij heeft geen groen spul in haar wang gespoten.



Feya heeft lucifers nodig, want die zijn er niet in de fabriek. Dus ze kan de Yacca’s niet verbranden. Ze heeft haar dagboek en een plattegrond opgestuurd met de post naar Sem. Die heeft alles gelezen en gaat er heen. Op dezelfde manier als Feya, met een wasmand met lakens. Sem is binnen, en met de plattegrond weet hij de weg. Hij hoort dokter Brandt en Guurink praten. Nu weet Sem alles, dat de kinderen als proefkonijn worden gehouden voor een nieuw zwerenmedicijn te testen. Maar het middeltje heeft te veel bijwerkingen. Toen dokter Brandt zag dat het niet lukte zei hij: “ ik ga over tot plan exit neem dat meisje in de vogelgang ook maar mee”. Sem weet gelijk dat, dat Feya is. Hij ziet ook waar de Yacca’s van gemaakt worden, want hij ziet een koffer met allemaal vakjes en in elk vakje een struisvogelhartje met wat draadjes er uit. Feya is ziek geworden en wordt verzorgd door Alfons, en ze ligt in de struisvogelgang.



Alfons vertelde alles aan Feya, waarom de kinderen hier waren, waarvan en hoe de Yacca’s gemaakt werden en dat hij het eerste proefkonijn was van dokter Brandt. Sem vindt Feya. Wanneer alle kinderen slapen gaan Sem en Feya alle Yacca’s pakken zodat ze de Yacca’s kunnen verbranden. Ze gooien alle Yacca’s in een badkuip en gooien er een lucifer bij. De Yacca’s zijn weg en de kinderen zijn weer normaal. De kinderen gaan gelijk een kussen gevecht houden, maar dokter Brandt komt binnen en zegt dat zij hier eeuwig in de fabriek zouden blijven zitten. Toen hij dat het gezegd had ging hij weg en wilde zijn koffers pakken, maar Niels sluit hem op in zijn kantoor.

De Yacca’s die in het magazijn lagen moesten ook weg. Feya duwt de kisten met Yacca’s in de luchtkoker. Toch is dokter Brandt uit zijn kantoor gekomen en hij heeft de kinderen vergif gegeven, dit was plan exit. Feya en Sem gaan op de schaats naar het dorp om de mensen te waarschuwen. En Niels maak het tegengif voor de kinderen in de fabriek. Sem en Feya komen terug in een trein met hun ouders. En ze hebben soldaten bij zich en verpleegkundigen.



Dokter Brandt wilde een zwerenmedicijn maken omdat jaren geleden de president een prijs uitloofde voor wie een medicijn kon maken tegen zweren. De president zat namelijk onder de zweren. Dokter Brandt wordt opgepakt en de soldaten onderzoeken het gebouw en de kinderen. Per ongeluk laat iemand zijn peuk in de luchtkoker vallen waar de Yacca’s liggen en de hele fabriek ontploft.

Mening:


Mijn eigen mening:


Ik vond het een beetje een vreemd boek, omdat het onwerkelijk en onmogelijk is. Ik werd wel nieuwsgierig naar de afloop. Sommige stukken waren wel langdradig, doordat er over een aantal dingen heel veel werd geschreven, maar de afloop was wel spannend. Het was wel vervelend dat je steeds op moest letten of het uit het dagboek van Sem of Feya kwam. Het boek was niet erg moeilijk om te lezen, maar was ook niet makkelijk.

Het boek werd steeds spannender omdat je niet kon weten of plan exit was gelukt, en of Sem en Feya wel op tijd hulp konden halen.

Een bijzonder fragment:


Dit fragment heb ik gekozen omdat ik het best wel spannend vond en ook een heel ander beeld geeft van Feya. Namelijk, dat ook kleine meisjes kunnen inbreken en niet zo lief en onschuldig zijn als ze eruitzien.

In dit fragment gaat Feya s’nachts op pad om in te breken in het huis van Maud, waar ze de vorige dag een dreigbrief zag liggen van de kernpolitie. Ze wil weten wat er in die brief staat, want ze wil erachter komen of er een verband is tussen de zieke Yacca kinderen en die brieven:

“Zo voelen dieven zich dus. Ik stak de straat over en ging Mauds huis binnen. Er liep iemand over de bovengang en ik stond in vier passen in de woonkamer. Terwijl ik radeloos om me heen keek, hoorde ik de stappen de trap af komen. Hoe moest ik in ’s hemelsnaam in een paar seconden in een wild vreemd huis een brief vinden? De voordeur viel dicht. Ik had me niet eens verstopt, er was ook helemaal geen plaats om je te verstoppen. Ik had niets om tegen Mauds vader te zeggen als hij binnenkwam. De voetstappen gingen de trap weer op. Het enigste wat ik wilde was weg. Ik was alweer bij de voordeur. Ik deed de deur open en daar stond opeens een grote man. Het was de postbode. Met een brede glimlach drukte hij me een stapel brieven in de hand. Ik kon niet praten, maar dat hoefde ook niet. Vanaf dat moment was ze haar zelf weer. Ze zag tussen de post een brief waar opstond ‘kernpolitie’. Binnen een paar seconden pakte ze de brief, smeet de deur achter zich dicht en sprong op haar fiets. Zo voelen dieven zich dus ook wel eens: triomfantelijk, alsof ze de hele wereld te slim af waren.”

Informatie over de auteur:


Een korte levensbeschrijving:


Marjet van Cleeff is 43 jaar en geboren in Arnhem. Ze heeft Nederlands gestudeerd en deed onder meer werk voor uitgeverijen zoals correctiewerk. Ze heeft altijd een geheime droom gehad en dat was om schrijfster te worden

Marja Roscam Abbing heeft ook Nederlands gestudeerd en is daarna de journalistiek ingegaan. Ze had gedacht dat de stap van het schrijven van een echt boek te groot zou zijn maar het is toch gelukt.

En samen vormen ze een goed duo en ze hebben al drie titels laten verschijnen. Bij uitstek detectives vinden ze samen een genre om over te schrijven en ze houden allebei niet van probleem boeken of boeken over een bepaald thema.

Wat voor een soort boeken schrijft deze auteur vooral:


Het duo schrijft vooral avonturen. Zoals het boek ‘de zwarte rugzak’. Dat is zo’n zelfde boek als dit, alleen iets realistischer.

Waar gaan de boeken vaak over:


De boeken gaan vaak over meerdere hoofdpersonen die ongeveer een leeftijd hebben tussen de negen en de veertien jaar. Dat zijn dezelfde leeftijden waarvoor de boeken zijn bestemd. De hoofdpersonen proberen vaak een mysterie op te lossen wat vaak goed afloopt. Vooral proberen de schrijfsters de spanning er in te houden.

Wat vinden de boekbesprekers van hun boeken:


Het merendeel van de mensen vindt de boeken een beetje vreemd. Maar wel heel erg spannend. De meningen op internet geven ook deze beoordelingswoorden.

Welke andere boeken hebben ze nog mee geschreven:


De twee schrijfsters hebben in totaal maar twee officiële boeken geschreven:

  • Het eerste boek is ‘De zwarte rugzak’.

  • Het tweede boek is ‘Struisvogelkoorts’.


Ze hebben wel pogingen gedaan om andere verhalen te maken, maar dat is nooit uitgegeven.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen