Boekverslag : Renate Dorrestein - Buitenstaanders
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1382 woorden.

Titel

Buitenstaanders



Over het boek

Wolters-Noordhoff, Groningen 1997, Grote Lijsters 1997 nr. 2

De eerste druk was in 1983



Uiterlijke beschrijving

Het boek heeft 169 bladzijden (met daarnaast aan het einde commentaar van Tonny van Winssen). Het is onderverdeeld in 4 genummerde hoofdstukken. Op de voorzijde van het boek staat een montagefoto van een vertrokken mensenhoofd en een zwanenvleugel. De foto maakt een akelige indruk. De afbeelding van het mensenhoofd heeft betrekking op de zwakbegaafden die een belangrijke rol spelen in het verhaal. De zwanenvleugel verwijst naar een belangrijke gebeurtenis in het boek: het herdenkingsfeest van Sterre.



Samenvatting

Een jong gezin -bestaande uit Max, Laurie en hun twee zoontjes- is, tijdens hun weg naar hun vakantiebestemming, door een ongeluk te water geraakt. Ze hebben het allemaal overleeft en toen ze bijkwamen wisten ze niet waar ze waren. Een van de jongens zag een meisje (Marrie) lopen en ze besloten haar te volgen. Ze kwamen uit bij een bouwvallig huis, waar vrij eigenaardige mensen leefden. In het huis woonden Agripinna, haar zoon Lupo, de tweeling Biba en Ebbe, Marrie en Wibbe.



Het jonge gezin moest hier wel verblijven tot dat hun auto weer gemaakt was en tot dat hun kleren weer gedroogd waren. Max was in een schok en werd op de kamer van de tweeling gelegd. Toen hij wakker werd en Ebbe naakt door de kamer liep, had hij wel zin om haar te nemen. Max had zijn vrouw al vaker bedrogen, ze bleven bij elkaar 'omdat dat keurig is voor de buurt' en voor de kinderen. Laurie werd zogenaamd verliefd op Lupo -kale, onaantrekkelijke vijftiger-. Ze wilde weer eens echte liefde voelen en tevens wilde ze Max jaloers maken.



Die avond vierden ze met z'n allen de verjaardag van Sterre, omdat het precies een jaar geleden was, dat ze zelfmoord had gepleegd. De tweeling ging bij de dakrand staan en iedereen dacht dat zij ook wilden springen. Wibbe ging naar boven om ze daar weg te halen. Ze werden boos en sloten hem op de zolder op. Max sloten ze op in de kelder. Laurie vond dit een prettig idee, maar ondertussen werd ze wanhopig, omdat ze dacht dat Agrippina weg was gegaan met haar zoontjes. Lupo was ook nergens te bekennen en ze vluchtte door het bos toen ze na een uur aankwam bij een inrichting. De doctoren legden aan Laurie uit dat het huis van Agrippina een fasehuis van de inrichting was. Ze vertelde het hele verhaal van de auto en over haar man die opgesloten was. De doctoren belden Wibbe op en Wibbe zei dat er totaal niets aan de hand was, omdat hij zijn project niet kwijt wilde. Hij beweerde ook dat Laurie een zielige, ijlende vrouw was, zodat de verplegers haar plat spoten. Wibbe kon de deur open krijgen en zo kwam alles weer goed. De volgende dag was de auto gemaakt en kon het gezin weer vertrekken.



Titel- en ondertitelverklaring

De titel 'Buitenstaanders' kan volgens mij op drie manieren worden verklaard: 1) De bewoners van het fasehuis zijn buitenstaanders voor de normale wereld; 2) Max en Laurie en de kinderen zijn buitenstaanders, vreemden, voor elkaar; 3) Sterre en Wibbe zijn de buitenstaanders; Sterre omdat ze zich afsloot en Wibbe omdat hij de begeleider is. Verder heeft dit boek geen ondertitel.



Motto

Dit boek heeft geen motto.



Genre

Epiek



Sub-genre

Moderne roman



Idee, thema en motieven

Wat normaal of gewoon is, hangt veel af van wat iemand in een bepaalde positie daaronder verstaat; wat voor hem op dat moment de realiteit is. Motieven voor dit thema zijn onder andere:

De hoofdpersonen hebben allemaal een andere waarneming van de realiteit. Deze verschillende waarnemingen leiden ertoe dat ze elkaar aldoor verkeerd begrijpen.

De sleur van het dagelijks leven, als je denkt aan het huwelijk van Max en Laurie, leidt al gauw tot vluchten uit de realiteit. Hoe gaat de moderne psychiatrie hiermee om?



Opbouw, structuur en spanning

Het verhaal speelt zich vooral af in en om het bouwvallige fasehuis. De tijdsduur is maar één dag met één nacht. Hoewel er wel verschillende flashbacks zijn waarin bijvoorbeeld Agrippina's leven kort wordt beschreven. Het boek is verdeeld in vier verschillende hoofdstukken, waarin het laatste hoofdstuk opvallend kort is. De hoofdstukken zijn elk onderverdeeld in scènes –gescheiden met behulp van een liggende streep- die elk hun eigen verhaaltje vertellen.



Personages

Zoals eerder genoemd wonen de meeste personages in het fasehuis en er zijn enkele van buitenaf. Hieronder een lijstje met de personen:



Agrippina: zij is geobserdeerd door de eeuwige jeugd en ze probeert jong te blijven door middel van vampirisme. Ze lijdt aan waanvoorstelling ten gevolgen van een hersentumor.



Max: is gesteld op carrière maken en neemt het niet nauw met de echtelijke trouw en blijft alleen bij Laurie vanwege de kinderen en 'omdat dat hoort'.



Laurie: gaat ten onder in het liefdeloze huwelijk en ze heeft last van zelfmedelijden. Lupo: is een dichter met een liefdesbrievenfabriek. Hij wil mensen gelukkig maken door ze te helpen (hij schrijft ook een liefdesbrief voor Max, zogenaamd van Laurie).



Biba: heeft engelengeduld en doet alles wat haar zusje haar beveelt. Ze is niet erg spraakzaam. Volgens haar medisch dossier heeft ze last van faalangst.



Ebbe: is het leiderstype en 'heerst' over Biba. Zij heeft last van grootheidswaanzin.



Wibbe: is de psychiater die het fasehuis bedacht en opstartte. In het fasehuis stelt hij de onnozele klusjesman voor.



De Jongens: doen tegenover hun vader keurig netjes, terwijl hun moeder wel beter weet. Ze martelen Marrie ook, omdat ze vinden dat zij ver beneden hun staat en omdat ze zich niet wilde aansluiten bij hun 'bloedbroederschap'.



Marrie: is een zielig meisje wat aan het syndroom van Down leidt en wie als baby als vondeling werd opgenomen in het fasehuis.



Evertje Polder: is de hond aan wie Agrippina haar verhalen kwijt kan.



Sterre: pleegde zelfmoord omdat ze haar zussen niet wilde opdringen met de 'kwade krachten in haar' (ongesteld zijn).



Tijd

Het verhaal speelt zich, zoals al eerder vermeld, vooral rond het fasehuis af en ook zoals eerder gezegd duurt het verhaal slechts één dag met één nacht. Tijdens het verhaal is het een zonnige, hete zomerdag, gevolgd door een onweersnacht. Er wordt geen jaartal genoemd, maar het verhaal speelt zich wel af in het verleden. Soms zijn er ook flashbacks.



Perspectief en vertelsituatie

Er is een alwetende vertelsituatie.



Ruimte

De ruimte in het boek is vooral het fasehuis met de grote tuin bij de rivier. Ook in het omliggende bos komt een stuk van het verhaal voor. Verder wordt er ook even aandacht besteed aan de inrichting. De weersomstandigheden spelen 's nachts een kleine rol; het onweert.



Taalgebruik en stijl

Renate Dorrestijn gebruikt mooie zinnen in het boek. Een voorbeeld hiervan is: "Tegenover hen zat Sterre de systematisch de picknickmand leeg te eten. Ebbe hoopte dat er tenminste een kippepootje voor haar zou overblijven.", (blz 90). Verder gebruikt ze geen hoogdravende taal en is het boek makkelijk te begrijpen.



Achtergronden van de schrijver

Renate Maria Dorrestein werd geboren te Amsterdam op de 25e van januari 1954. Ze zat op het Keizer Karel College, waarna ze journalistiek ging studeren. Dorrestein werkte vier jaar voor 'Panorama' waarna ze een eigen productiebureau opstartte. Tijdens die jaren werkte ze freelance voor 'het Parool', 'Opzij', en 'Vita'. Ze was ook redactrice van het inmiddels opgeheven tijdschrift 'Mensen van nu'. Dorresteins boeken gaan vooral over de verdrukking van de vrouw, het ouder worden en incest. Renate is een fanatieke feministe, wat ook blijkt uit Buitenstaanders.

Ze schreef de volgende boeken:



1983: Buitenstaanders;

1985: Vreemde streken;

1986: Noorderzon;

1987: Een nacht om te vliegeren;

1988: Korte metten columns;

1988: Het perpetuum mobile van de liefde;

1989: Voor alles een dame;

1991: Het hemelse gerecht;

1992: Ontaarde moeders;

1993: Heden ik;

1994: Addergebroed;

1994: Een sterke man;

1996: Verborgen gebreken;

1997: Want dit is mijn lichaam;

1997: Het tiende inzicht.




Achtergronden van het boek

Uit Buitenstaanders valt goed op te merken dat Renate Dorrestein een feministe is. Zoals ze bijvoorbeeld Laurie afschilderd als een zielige vrouw en Max als haar boosaardige, vreemdgaande echtgenoot. Zij voert dit door in haar boeken, dus ook in dit boek. Wanneer je het leest kan het soms wat irritatie opwekken, hoewel ik Buitenstaanders –nadat ik er in moest komen- toch een leuk boek vond.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen