Boekverslag : Hella S Haasse - Heren Van De Thee
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2383 woorden.

SAMENVATTING



Het boek draait voornamelijk om Rudolf Kerkhoven, voor wie het eigenlijk al zijn hele leven duidelijk is, wat hij later wil gaan doen. Net als zijn ouders en een heleboel andere familieleden vertrekt hij na zijn studie naar Java. Maar het lijkt wel, of Rudolf daar niet echt welkom is; hij moet bij een oom het theevak leren en als zijn ouders een opzichter aannemen, wordt het hem duidelijk dat ze hem niet nodig hebben op hun theeplantage. Dat is een grote teleurstelling, hij meent namelijk nogal wat verplichtingen te hebben als oudste zoon. Na z’n leerperiode moet hij dan maar zelf iets gaan zoeken. Hij kiest voor Gamboeng, een mooie, maar verwilderde koffieplantage midden in de rimboe. De ontginning en het planten van nieuwe theestruiken is een heel werk, maar uiteindelijk lukt het hem toch. Ondanks het teleurstellende resultaat van z’n proeftuinen, krijgt hij toch erfpacht voor 75 jaar.

Op een dag ontmoet hij bij z’n zus Cateau een van haar vriendinnen, Jenny Roosegaarde Bisschop. Hij is meteen verliefd, maar de trouwerij moet nog een tijdje worden uitgesteld, omdat Jenny nog geen achttien is. Rudolf is dolgelukkig met z’n echtgenote, maar heeft helemaal niet in de gaten, dat zij zich helemaal niet zo thuis voelt op Gamboeng. Wanneer Rudolfs ouders vanwege de oogziekte van zijn vader terugkeren naar Nederland, krijgt zijn jongere broer August de leiding over de achtergebleven plantage. Rudolf voelt zich enorm benadeeld. In de loop van de tijd gaat het steeds verder bergafwaarts met Jenny, ondanks de geboorte van vier zoons en een dochter. Rudolf heeft nog steeds niks door.

Als hij na de dood van zijn vader zijn aandeel in Gamboeng probeert over te nemen, voelt hij zich van alle kanten tegengewerkt. In werkelijkheid valt het allemaal nogal mee, maar dat kan hij zelf niet inzien. Daardoor verslechteren de relaties met zijn familie aldoor. Om ze eens te laten zien wat hij waard is, koopt hij een nieuw stuk land, Malabar en later ook nog Negla en Taloen. Vanaf dat moment gaat het fantastisch en het geld lijkt binnen te stromen alsof het niks is. De vier zonen hebben inmiddels hun studie in Nederland afgerond en Jenny vertrekt met haar dochter naar Europa. Pas wanneer zij weer terugkeren, wordt het Rudolf duidelijk hoe erg Jenny veranderd is. Maar dan is het al te laat, een arts stelt vast dat ze geestesziek is. Op een dag sterft ze zogenaamd aan een hartverlamming, maar in werkelijkheid heeft ze zichzelf vergiftigd.

Het laatste hoofdstuk gaat helemaal over het afscheid van Gamboeng. Pas dan realiseert Rudolf zich, dat hij alles bereikt heeft wat hij wilde, maar dat dat ten koste is gegaan van zijn vrouw, zijn huwelijk en de band met zijn familie.



ANALYSE

Titelverklaring

De titel “Heren van de thee” vormt een treffende karakterisering van de theeplanters in de Preanger. De Kerkhovens en Holles waren “heren” in elke betekenis van het woord. Zij waren beschaafd, gewichtig en aanzienlijk, maar ook autoritair. Bovendien kun je uit de titel opmaken dat het voornamelijk een mannenberoep was.

Motto

Er zijn twee motto’s. Het eerste is een fragment uit een brief van Bertha de Rijck van der Gracht-Kerkhoven aan haar broer Karel Kerkhoven, waarin zij schrijft: “Je zegt: die brieven zijn geschiedkundig niet van belang. Misschien niet. Maar het is toch ook een feit dat het nageslacht dikwijls meer heeft aan de ‘side-lights’, die een veel klaarder beeld geven van de toen heersende toestanden, en vooral van de toen gangbare opvattingen, dan bijvoorbeeld een serie cijfers. De zaken zijn dood, en kunnen niet herrijzen, maar de personen kunnen voor ons weer leven als we vernemen wat ze dachten en voelden.”

Dit motto heeft betrekking op het feit dat Hella Haasse haar boek heeft gebaseerd op brieven en documenten uit Het Indisch thee- en familie-archief.

Het tweede motto is ontleend aan Philippe Labro: “Un ouvrage de fiction mélange à sa guise le vrai en le faux, le vécu, le transit, l’imaginaire, la biographie.” Dit motto luidt in vertaling; “Een werk van fictie vermengt naar believen waarheid en leugens, het beleefde, het imaginaire, de biografie.” Dit motto verwijst naar de werkwijze die de schrijfster heeft toegepast en die tot een roman met een bijzondere opbouw heeft geleid. 'Heren van de thee' is een roman, maar geen fictie. Het gaat hier om een mengvorm van literatuur en geschiedschrijving.

Thema

De tragiek van een man die zijn gevoelens niet bespreekbaar kan maken, die zich te kort voelt gedaan door zijn ouders en die uiteindelijk tot het besef komt dat zijn enige echte liefde zijn plantage was, is het hoofdthema van deze roman.

Genre

'Heren van de thee' is een historische roman, gebaseerd op Het Indisch thee- en familiearchief; een psychologische roman, vooral menselijke gebreken komen aan bod, maar ook een biografie. Het is een levensbeschrijving van Rudolf Kerkhoven. Verder zou je het boek kunnen opvatten als een familieroman en een Indische roman. Hella Haase geeft een duidelijk beeld van de leefomstandigheden in het Indië van de tweede helft van de 19e eeuw.

Motieven

Het herhaalde motief van het pad dat in het duistere oerwoud verdwijnt, zorgt voor spanning in het verhaal. Het is een teken dat naar Jenny’s lot verwijst.

Perspectief

In de eerste helft van het boek wordt vooral verteld vanuit het perspectief van Rudolf; de vertelsituatie is deels personaal, deels auctoriaal. Bij dit laatste treedt de schrijfster op als de vertelster die bescheiden op de achtergrond blijft. In het vierde hoofdstuk wordt ook vanuit Jenny’s perspectief verteld en zijn er fragmenten uit haar dagboek ingelast. Het vijfde hoofdstuk brengt nog een sterkere afwisseling in de vertelwijze, omdat via ingevoegde documenten meer gezichtspunten aan bod komen.

Tijd

Het verhaal bestrijkt de jaren tussen 1869 en 1918 en is chronologisch verteld, met uitzondering van het eerste hoofdstuk. Dit is een grote flashfoward. Ook het vijfde hoofdstuk wijkt nogal af, waardoor je een beetje buiten het verhaal komt te staan. Er is sprake van vele grote tijdsprongen, brieven van buitenstaanders en beschrijvingen van familiefoto’s. De verteltijd telt 302 bladzijdes.

Ruimte

De beschrijving van de ruimte is hoofdzakelijk topografisch. Er is een kaartje in het boek afgedrukt en de natuur in de Preanger, het gebied ten zuiden van Buitenzorg en ten westen van Bandoeng op West-Java, komt uitgebreid aan bod. Bovendien kun je ook spreken van historische ruimte, er wordt bijvoorbeeld verteld over de komst van de telefoon en de auto. De ruimte is het kader waarin de gebeurtenissen van de roman plaatsvinden, het geeft de lezer een mooie mogelijkheid tot inleving in het verhaal en haar personages.

Opbouw

De roman is opgebouwd uit zes hoofdstukken, die weer zijn onderverdeeld via witregels en andere topografische middelen. Het eerste en laatste hoofdstuk spiegelen elkaar en dragen parallelle titels. In beide bevindt Rudolf zich op Gamboeng; aanvankelijk vol wilskracht en idealisme, tenslotte met inzicht en berusting. Het ‘nawerk’ bevat, behalve de Verantwoording, een woordenlijst, een overzicht van de theeondernemingen in de Preanger en een tweetal kaartjes.

Personages

Er komen veel personages voor in deze roman, vooral omdat verschillende familiebanden met elkaar zijn verweven. Deze verwanten zijn flat characters. De hoofdpersonen, de round characters, zijn Rudolf Kerkhoven en zijn vrouw Jenny Roosegaarde Bisschop.

Rudolf is in Nederland geboren en heeft daar aan de Hogeschool gestudeerd. Zijn ouders hebben een theeplantage in Indië en er is voor hem geen twijfel mogelijk dat dat ook zijn roeping is. Hij is koppig, zuinig, ambitieus, wilskrachtig en eigenwijs. Pas na de dood van zijn vrouw komt hij tot de conclusie dat de schepping van zijn theeonderneming Gamboeng ten koste is gegaan van haar levensgeluk.

Jenny is weliswaar van Nederlandse afkomst, maar geboren in Indië. Ze is zwaarmoedig, bang voor het leven; een gecompliceerde persoonlijkheid die het geluk niet vindt naast Rudolf op Gamboeng. Zij pleegt uiteindelijk zelfmoord.



DE KUNSTENAAR

Hella Serafia Haasse is in Batavia in Nederlands-Indië geboren op 2 februari 1918. Haar moeder was pianiste en haar vader inspecteur van financiën bij het Gouvernement. Hella Haasse bracht haar jeugd door in het land dat nu Indonesië heet, tot ze in 1938 definitief naar Nederland is gegaan.

Ze heeft gedichten, verhalen en romans geschreven. Al op elfjarige leeftijd kriebelde ze haar eerste roman, over religieuze problematieken.

Hella Haasse heeft, hoewel haar oeuvre niet omvangrijk is, werk geleverd van literaire waarde. Zij maakt geen deel uit van een bepaalde groep of beweging. Het motief in haar werk is de mens, de levende mens, ook en vooral in haar historische romans.

De angst die Jenny voor een bepaald tuinpad op Gamboeng heeft, is wellicht terug te voeren op ervaringen uit de jeugd van de schrijfster. In ieder geval komt het motief van een ‘doolhof’pad dat een onberedeneerbare angst inboezemt, in veel romans van Hella Haasse terug.



DE CULTUURHISTORIE

Het boek speelt zich af tussen 1869 en 1918, een periode die zeer geschikt is om een beeld van het plantersleven in het voormalige Nederlands-Indië te geven. Het tijdvak wordt begrensd door koloniale veranderingen. De afschaffing van het cultuurstelsel, waarmee het tijdperk aanvangt, betekent meer ruimte voor het vrije initiatief van particuliere ondernemers. Een eerst geleidelijke, dan snelle bloei van de economie is daarvan het gevolg. Dat leidt tot toename van het aantal Europeanen in Indië. De leefwijze wordt meer Europees en er vinden tal van veranderingen plaats. Dat proces is in de roman goed te volgen: zeilschepen worden vervangen door stoomschepen, spoorlijnen komen tot stand, de telefoon doet in 1886 op Gamboeng zijn intrede en rond de eeuwwisseling verschijnen de eerste auto’s in Batavia. Tenslotte bestaat de Oudindische leefwijze nog slechts in de binnenlanden en buitengewesten. Hella Haasse laat de roman eindigen één dag voor haar geboorte in Batavia.



EIGEN MENING

Het onderwerp

Ik vond het erg boeiend om te lezen over het plantersleven in een deel van de wereld dat eerst tot de Nederlanden behoorde. Verre, onbereikbare oorden spreken nou eenmaal tot mijn verbeelding. Door de invoeging van authentieke documenten wordt het verhaal nog levensechter, wat het voor een deel ook is. Hoewel het boek zich afspeelt ver buiten m’n belevingswereld, in een andere tijd aan de andere kant van de wereld, was het niet moeilijk om één te worden met het verhaal en haar personages.

De gebeurtenissen

De verhaallijn in de roman is gemakkelijk te volgen en blijft boeien van begin tot einde. Het verloop van Rudolfs leven wordt van zijn studentenleven tot nagenoeg zijn dood verteld, wat mij erg aanspreekt. Zo krijg je een gedetailleerd beeld van de veranderingen gedurende een bepaalde tijd in de geschiedenis. De gebeurtenissen zijn boeiend, soms dramatisch en altijd geloofwaardig beschreven. Helaas is het einde nogal tragisch, als Jenny haarzelf blijkt vergiftigd te hebben. Maar misschien was dit wel de enige manier om Rudolf tot het besef te laten komen dat zijn streven naar rijkdom en uiteindelijk ook het verkrijgen hiervan, ten koste is gegaan van het levensgeluk van zijn vrouw en de relatie met zijn familie.

De bouw

Het eerste hoofdstuk is aanvankelijk een beetje verwarrend, omdat het niet meteen duidelijk is dat het om een flashfoward gaat. Daarna komt het verhaal vloeiend op gang, met enkele onderbrekingen door de inlassing authentieke documenten; brieffragmenten van Rudolf, delen uit Jenny’s dagboek, brieven van andere familieleden en een stuk uit de memoires van Carmen Erdbrink-Bosscha. Bovendien worden er vier familiefoto’s beschreven. Dit alles ervoer ik niet als beklemmend, het was juist verfrissend om de omstandigheden vanuit verschillende standpunten belicht te krijgen. Indien dit niet gebeurt ben je namelijk gemakkelijk geneigd om de gedachtegangen en acties van de hoofdpersoon als ‘goed’ en normaal aan te nemen, wat natuurlijk helemaal niet zo hoeft te zijn.

De personages

Rudolf Kerkhoven vond ik al vanaf de beschrijving van zijn studententijd niet erg sympathiek. Hij komt over als een kil iemand, enkel gericht op prestatie en aanzien. Dit gevoel wordt alleen maar versterkt, wanneer later blijkt dat zijn vrouw nooit het levensgeluk naast hem heeft kunnen vinden door zijn drukkende geldingsdrang en materialistische verlangens. Wel heb ik respect voor zijn doorzettingsvermogen in het opzetten van een eigen plantage, na afgewezen te zijn door zijn ouders.

Jenny komt menselijker over, ik voelde oprecht medelijden voor haar en haar tragische levensloop. Ik kan goed begrijpen waarom ze niet gelukkig was met het plantersbestaan, zo afgezonderd van de bewoonde wereld.

Het taalgebruik

De taal in Heren van de thee is vrij zakelijk en ‘straight-foward’, er wordt geen onnodig gebruik gemaakt van ingewikkelde woordspelingen om het verhaal mooier te laten overkomen. De toevoeging van enkele Soedanese woordjes, die worden verklaard in een woordenlijst, maken het verhaal nog levensechter. Hieruit blijkt maar weer dat Hella Haasse goed bekend is in de beschreven cultuur, en dat ze zich grondig heeft verdiept in de geschiedenis voor het schrijven van deze roman



DE BEROEPSRECENSENT



In tegenstelling tot mijn laatst gemaakte gedocumenteerde boekverslag -over De tweeling van Tessa de Loo-, ben ik er deze keer niet in geslaagd om een recensie te vinden die vrijwel tegenover mijn mening staat. Misschien heeft dit de maken met het feit dat Heren van de thee over een minder controversieel onderwerp gaat, of gewoon beter is uitgewerkt. Door dit ‘gebrek’ aan tegenstelling in meningen, zal ik enkele delen van het artikel aanhalen en benadrukken.

Nelleke Noordervliet schrijft: “Een in principe misschien saai gegeven als de theecultuur heeft Hella Haasse zo goed gedoseerd verweven in het verhaal, dat de lezer toeschijnt alsof hij nou juist altijd dát over thee had willen weten.”

Inderdaad, zonder het zelf door te hebben wordt het verwerkingsproces van de thee beschreven. Op het moment dat het saai dreigt te worden, kapt Haasse af en gaat verder op een andere gebeurtenis.

Ook ben ik het eens met Noordervliets mening dat; “Hella Haasse haar historische evocaties op een glijdende schaal tussen werkelijkheid en fictie plaatst…”. Om historische documenten tot leven te brengen is vast en zeker heel wat inlevingsvermogen en fantasie nodig. Natuurlijk wordt het karakter van een persoon niet letterlijk beschreven in brieven, dit kun je enkel opmaken uit de opvattingen die blijken uit deze documenten. Haasse doet dit op een aannemelijke manier, ik vind niet dat “De inzet van fictionele middelen met zoveel kracht moest gebeuren, dat de beschrijving hier en daar te groot lijkt voor het beschrevene.” Ik heb, tijdens het lezen van dit boek, geen enkele keer het idee gehad dat een zekere gebeurtenis zich niet in het echt had kunnen volstrekken.

Ten slotte sluit ik me aan bij de laatste regels van Nelleke Noordervliet; “…als Hella Haasse ergens de herinneringen aan het landschap van haar ziel en van haar jeugd heeft bewaard, dan is het in Heren van de thee”.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen