![]() |
Boekverslag : Maarten 't Hart - De Droomkoningin
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2936 woorden. |
Tweede romanbespreking: De droomkoningin – Maarten ’t Hart Eerste druk: 1980 Uitgeverij De Arbeiderspers - Amsterdam Dit schooljaar hebben we ‘De kroongetuige’ van Maarten ’t Hart moeten lezen. Ik vond het een ontzettend goed boek, en ik wou wel meer lezen van deze auteur. Bij deze opdracht zag ik mijn kans. Er zijn een heleboel boeken verschenen van Maarten ’t Hart, dus had ik nog veel keuze. Uiteindelijk heb ik mijn keuze gebaseerd op de omslag, de titel en de flaptekst van het boek. Om te beginnen zal ik een korte samenvatting geven van het boek. Metten Anker, musicoloog, verlaat op een nacht het huis van Angela, pianiste. Angela is de vrouw waarmee Metten zijn vrouw Renske diezelfde avond heeft bedrogen. Angela had Metten gewaarschuwd om zeker niet door de volkstuintjes te gaan wanneer hij naar huis toe ging. Het is er namelijk gevaarlijk om te verdwalen, zeker ’s nachts. Metten gaat ondanks de waarschuwing van Angela toch door het volkstuincomplex. Daar gaat hij op een witte bank zitten en begint te denken over hoe het toch zo ver is kunnen komen dat hij zijn vrouw bedrogen heeft met Angela. Dan begint hij te denken aan alle vrouwen en meisjes die in zijn leven een rol hebben gespeeld. Hij denkt aan het meisje waarmee hij in Doornroosje gedanst heeft, toen hij zeven was. Zij heeft hem duidelijk gemaakt dat met elkaar spreken niet het belangrijkste is. Hij denkt ook aan het meisje dat naast hem op de veerboot heeft gestaan toen hij 14 was. Ze vroeg hem waar de Grote Beer was. Na dit incident krijgt hij ‘de baard in de keel en begint zijn haar te kalen’. Tot zijn veertiende is Metten seksueel niet in contact gekomen met meisjes. Op die leeftijd ontdekt hij dat hij hevig verlangt naar meisjes. Daarna herinnert hij zich de kraamverzorgster, Tante Rieki. Zij kwam Metten verzorgen toen zijn zusje geboren werd. Hij was toen vier. Tante Rieki is erg agressief. Metten bewaart zeer slechte herinneringen aan haar. In een van haar agressieve buien is het zelfs voorgevallen dat ze een strijkijzer tegen Mettens kuit had gelegd (blz.12-18). Hij komt haar later nog één keer tegen, als ze met een gebroken been op straat ligt. Dat is op dezelfde dag dat Metten voor het eerst de betoverende muziek van Bach hoort. Die hoorde hij wanneer hij samen met Heiltje, dochter van een dominee, naar huis gaat. Haar moeder speelt het eerste deel van het Italiaans concert van Bach. Dan stapt hij een beetje verder in de tuin, hij is een beetje verdwaald en probeert zich via de sterren te oriënteren. Na een tijdje gaat hij weer zitten, aangezien hij de weg niet vindt. Ineens voelt Metten dat het begint te regenen. Hij glipt een tuinhuisje binnen om te schuilen. Door het getik van de regen op het dak moet hij denken aan een oude schooljuffrouw. Zij gaf hem meermaals een tik op de billen. Metten weet niet waarom ze dat deed. Hij dacht dat ze hem en zijn klasgenoten probeerde te intimideren. Metten deed nochtans altijd zijn best in de klas, hij was altijd snel klaar met zijn werk. En als hij dan klaar was liet hij zij schriftje aan de juffrouw zien, en ze scheurde de bladzijden eruit. Hij kon helemaal opnieuw beginnen. Op de moment dat Metten weg wil gaan uit het tuinhuisje, ziet hij dat het bewoond is door een vrouw. Ze hebben een gesprek over het huwelijk. Ze vraagt of hij nog even wil blijven, maar dat doet hij niet. Ze wordt boos en stuurt hem weg. Hij loopt verder, en denkt aan Marian. Ze was verliefd op haar mentor, en nam Metten in vertrouwen. Met hem kon ze over haar diepste gevoelens praten. Ze waren samen naar het examenfeest gegaan, en Metten bracht haar naar huis, maar durfde haar niet te zoenen. Hij is de weg kwijt, dus hij kruipt in een elektriciteitsmast om te zien waar de uitgang is. Toen hij eruit klom werd de weg versperd door twee ganzen. Dat deed hem denken aan die keer dat hij met Irene een weg wou afsnijden over een erf van een boer, toen ze door twee ganzen en twee honden werden tegengehouden op het moment dat ze het hek wouden over klimmen. Uiteindelijk werden ze toch doorgelaten. Irene was de dochter van een havenmeester. Metten leerde haar kennen doordat hij zijn vader in de vakantie hielp met het bezorgen van brood. Zij nodigde hem na een tijdje uit nadat ze met elkaar hadden gesproken, want ze hadden enkele weken niet tegen elkaar gesproken op het moment dat Metten er brood bezorgde. Ze speelt ook piano (vnl. werken van Bach, maar ze houdt meer van Chopin). (blz.67). Hij klimt weer in een elektriciteitsmast om zich te oriënteren (in paal 82 blz. 76/77/78) Dan ziet hij een man met een hond, die hem als het ware probeert te dwingen om mee te gaan naar zijn minibungalow. Deze man is een jurist, gespecialiseerd in misgelopen huwelijken (blz. 85 t/m 90). Dan dringt de man aan bij Metten om zijn hele verhaal te vertellen over zijn misgelopen huwelijk, want volgens de man loop je niet zo laat `s nachts rond in een volkstuinencomplex. Metten vertelt hoe hij Renske heeft leren kennen. Metten zit op een bankje in het park. Er loopt een meisje met een rood mutsje langs. Zij blijkt op het leerlingenconcert van een muziekschool de Chaconne van Bach te spelen. Na afloop heeft Metten even contact met haar nadat hij haar wat spa had gegeven na de Chaconne van Bach. Na een tijdje ziet Metten een kaartje waarop staat dat Renske van der Meer een pianist zoekt om met haar samen te spelen (blz.103). Metten meldt zich aan door het telefoonnummer te bellen. Ze maakt met Metten nog een afspraak om dezelfde avond nog te komen. Ze spelen enige tijd samen, waaruit blijk Metten duidelijk minder goed is, maar hij had van tevoren een klein beetje geoefend. Ze wil wel verder met hem spelen en na enige tijd bekennen ze elkaar hun liefde. Metten maakt kennis met de ouders van Renske, haar vader is directeur van een slachthuis en haar moeder is een kleine beschaafde dame die Metten ongemanierd vindt (blz.119). Dit doet Renske veel verdriet. Na een tijdje gaan Metten en Renske trouwen. Renske gaat daarna een maand lang naar Engeland en in de tussentijd gaat Metten naar een hoer. Hij voelt zich bestolen doordat ze hem vijftig gulden heeft afgetroggeld. Dan vinden de ouders van Renske dat het tijd wordt voor een kind, want Renske is al immers bijna dertig (blz.146). Metten zal dan leraar in de muziek moeten worden en Renske zal voor de kinderen moeten zorgen. Renske wil dit niet: ten eerste wil ze carrière maken en ten tweede wil ze geen kinderen. Haar vader koopt hen een leuk huisje. Het gesprek lijkt oneindig en ze verlaat het ouderlijk huis kinderloos. Na zijn verhaal verteld te hebben verlaat hij de jurist en loopt verder. Hij denkt na over wat hem vannacht allemaal overkomen is. Can belt zijn schoonmoeder en vraagt of ze hun 12½ jarige koperen bruiloft nog gingen houden. Hij wordt woedend en gaat naar een bijeenkomst waar een platenmaatschappij alle pianotrio`s van Haydn presenteert. Daar ontmoet hij Angela Enzerink. Ze brengen samen een tijdje met elkaar door en ze kunnen goed met elkaar opschieten. Als Metten weg wil gaan, ontstaat er een gevecht waarbij Metten wint. Ze hebben daarna twee keer gemeenschap. Als hij denkt dat hij gebruik maakt van haar toilet, komt hij weer tot bezinning als hij tegen een hek aan staat te plassen van het volkstuinencomplex (blz.198). Uiteindelijk vraagt hij de weg aan de eigenaar van een koffiekeet. Om 7 uur `s morgens komt hij weer thuis. Renske wordt wakker en ze vertelt dat ze gedroomd heeft dat Metten een meisje heeft gezoend. Ze barst in tranen uit en Metten probeert haar te troosten. Hij haat zichzelf en hoopt dan ook dat ze gauw weer in slaap valt en na een tijdje gebeurt dat ook. Als belangrijkste structuurelement zal ik de motieven bespreken. De motieven in dit verhaal zijn verhouding man-vrouw , onzekerheid , klassieke muziek , verleden. Hier ga ik de klassieke muziek als motief verder uitwerken. Metten is al geboeid van Bach vanaf zijn zesde. Het begon toen voor het eerst op school een compositie van Bach hoorde. Later zit hij met zijn radio bij het raam en speelt met zijn antenne om de muziekstukken van Bach te horen. Die worden afgespeeld door Europa. Hij kon er uren naar blijven luisteren Alles wat in het leven gebeurt kan hij wel plaatsen in een muziekstuk dat Bach ooit geschreven heeft. Hij weet bijna alle muziekstukken uit zijn hoofd. Zijn liefde voor muziek houdt niet op en daarom studeert hij musicologie op de universiteit. Daarna werkt hij voor een krant en geeft commentaar op klassieke concerten en andere klassieke vormen van muziek in het openbaar. Er wordt veel gepraat over muziek omdat de mensen die hij ontmoet ook met muziek bezig zijn. Alle vrouwen die hij ontmoette hadden wel in zekere zin te maken met de klassieke muziek van Bach. De één speelde het op de piano toen hij brood kwam brengen. Hij werkte voor zijn vaders bakkers bedrijf in de zomer. Toen zij het speelde op de piano was hij al verliefd op haar, maar eigenlijk was dit op de muziek. Later op de muziekschool speelde een meisje Bach op de viool, het was zo mooi dat hij bewondering had voor dat kleine meisje met kleine handen en hopeloos verliefd werd op haar. Het was liefde op het eerste gezicht. En dan al die gesprekken die hij voerde, zijn standpunt stond vast en iedereen die een ander standpunt had moest wijken voor de zijne, de meeste vrouwen vielen daardoor voor hem. Zonder muziek zou Metten niet kunnen leven, zegt hij zelf. De titel heeft een meervoudige verklaring; De vrouwen die hij in zijn dromen tegenkomt zijn "droomkoninginnen". Hij droomt, dus Metten is zelf ook een dromer. Zijn vrouw houdt van slapen, ze is een koningin van de droom. Verdiepingsopdracht 3: Bespreek de vertelstandpunten in dit verhaal en wat voor gevolgen dat heeft. Dit boek wordt verteld door middel van een Ik-verteller. Het is Metten die zijn levensverhaal vertelt. Hij vertelt over de vrouwen en meisjes die in zijn leven belangrijk zijn geweest. Hij denkt ook steeds na over vroeger en deze vrouwen en meisjes. Dit heeft als gevolg dat er veel flashbacks in het boek naar voren komen. Soms gebeurt het wel dat ook andere personen iets zeggen. Zo heb je bijvoorbeeld de moeder en vader van Renske, de jurist, de eigenaar van de koffiekeet, Angela en Renske die iets zeggen. Wat ze zeggen blijft wel heel beperkt, maximaal een kwart bladzijde. We zien dus alles uit Metten’s ogen en zullen ook eerder geneigd zijn hem te begrijpen. We staan hierdoor aan zijn kant, want we kennen maar 1 kant van het verhaal. Biografie/bibliografie van de schrijver Maarten ‘t Hart werd op 25 november 1944 geboren als oudste zoon in een gereformeerd gezin in Maassluis. Zijn vader werkte eerst in de tuinderij en werd later grafmaker voor de gemeente en beheerder van de plaatselijk kerkhof. Maarten had een zusje en een broertje. Hij had op de lagere school al onverzadigde leeshonger. Na de lagere school is hij op aandringen van het schoolhoofd naar de HBS van het Groen van Prinstererlyceum in Vlaardingen gaan studeren. Mede om aan militaire dienst te ontkomen ging Maarten in 1962 biologie studeren in Leiden. In 1968 studeerde hij af en was hij inmiddels getrouwd met Hanneke van der Muyzenberg. Maarten was gespecialiseerd in de ethologie: dat is het bestuderen van het gedrag van dieren. In 1970 werd hij medeschappelijk medewerker op het zoologische laboratorium van de universiteit van Leiden. Hij is toch in militaire dienst geweest en die bracht hij door op het TNO in Rijswijk. Tijdens zijn vrije uren in diensttijd heeft hij zijn eerste roman geschreven die hij vervolgens instuurde voor de Reina Prinsen Geerlingsprijs. Hij krijgt hiervoor een eervolle vermelding en 2 uitgevers zijn in hem geïnteresseerd geraakt en zo debuteert hij in 1971 met ‘Stenen voor een ransuil’ onder pseudoniem Martin Hart. Deze roman en het vervolg daarop ‘Ik had een wapenbroeder’ werden zo matig verkocht dat zijn vriend en collega-schrijver Maarten Biesheuvel hem aanspoorde om zich op het autobiografische genre te richten. In 1975 komt ‘Het vrome volk’ op de markt en een jaar later werd die roman bekroond met de Multatuliprijs. Maarten krijgt veel naamsbekendheid met artikelen in Vrij Nederland en het NRC. In 1978 komt ‘Een vlucht regenwulpen’ uit. Dit is de doorbraak voor groot publiek: 100.000 exemplaren verkocht in 1 jaar tijd. Vijf jaar hiervoor is zijn vader overleden en daar schrijft Maarten ’t Hart een roman over ‘De aansprekers’. Maarten zelf zegt hierover: “ik wilde mijn vader terughebben zoals hij was, zoals hij praatte, zoals hij handelde.” In 1987 gaf hij op aandrang van collega’s zijn baan aan universiteit op en werd fulltime huisman en schrijver. Op het boekenbal van 1991 ging ’t Hart als vrouw verkleedt: hij noemde zichzelf Maartje ’t Hart. ‘Het woeden der gehele wereld’ werd een jaar later bekroond met de Gouden Strop. Dit is een jaarlijkse prijs voor de beste misdaadroman in Nederland. Hij heeft met dit boek ook de Zweedse Gouden Strop gekregen voor best vertaalde misdaadroman. In het najaar van 1993 maakte hij zijn debuut als tv-presentator van een litteraire talkshow. Hij heeft nog een bundel geschreven voor de boekenweekthema. Het Thema was ‘Mijn God’. Daarvoor schreef ’t Hart de bundel ‘Wie God vertaalt heeft niets te vrezen’. Bespreking van 1 recensie: ‘In het schimmenrijk van de herinnering.’ Deze recensie uit de Volkskrant is niet zo positief over het boek. De auteur van de recensie vindt het boek ‘het boek van de gemiste kansen en de verkeerde beslissingen op vlak van verhaaltechniek, compositie en stijl. Allereerst stoort hem de manier waarop het verhaal verteld is. Hij vindt het idee van de volkstuintjes vergezocht, en het feit dat hij over elke vrouw in zijn leven nadenkt. Daar ben ik het wel voor een deel mee eens. Toch vind ik het ook boeiend te lezen wat zij ervaringen geweest zijn met al die vrouwen en meisjes, en hoe dat zijn leven beïnvloed heeft. De schrijver vindt ook dat het verhaal geforceerd en ongeloofwaardig overkomt, ten gevolge van een stijlbreuk. Eens een vertellend ik, dan een herbelevend ik vindt de recensent ongeloofwaardig. Zelf heb ik het helemaal niet storend ervaren. Misschien komt dit omdat ik zelf niet zoveel kennis heb als deze recensent, en dat mensen die meer thuis zijn in de wereld van de literatuur veel kritischer zijn. Natuurlijk kan ook persoonlijke smaak dit veroorzaken. Een effect van dit verhaal, dat in memoirevorm geschreven is, is volgens de recensent het feit dat de nevenpersonages slecht optreden als marionetten, die dankzij Metten in het verhaal komen. Mij stoort dit niet, dit is een genre van een verhaal. Als je dit genre niet graag leest, moet je het gewoon niet lezen in plaats van het te bekritiseren. Er zijn wel degelijk mensen die van dit soort romans houden. Waar ik het wel mee eens ben, is dat de schrijver zegt dat er ‘ een te lange serie van idyllische plaatjes en statische tableaus’. Soms was dit misschien wat langgerekt, en men zou beter wat passages korter maken. Maar dit feit heeft zeker niet mijn algemene gedachte over het boek beïnvloed. De schrijver zegt dat ’t Hart het verhaal beter in een hij-vorm geschreven had. Dan was het verhaal niet zo verwarrend geweest, beweert hij. Ikzelf weet niet goed of ik het daar mee eens ben. Het boek was wel eens verwarrend tijdens sommige passages, maar een boek moet toch niet altijd even simpel zijn? Het is net leuk een beetje te meten nadenken. Bovendien is het boek de diepste gedachtes van Metten kwijt. In een hij-vorm is dit toch helemaal niet hetzelfde. Ik vind deze recensie in het algemeen te negatief. Ik heb het boek heel graag gelezen, ik vond het heel goed. Ik vond het dan ook raar zo’n negatieve recensie te lezen. Ik had verwacht dat het boek alom geprezen zo zijn, maar niets is minder waar… Reflectie op het boek en op de opdracht Ik vond het een heel goed boek. Mijn verwachtingen lagen na het lezen van ‘De kroongetuige’ erg hoog, maar ze zijn zeker voldaan. Ik had wel iets anders verwacht. Ik dacht dat het een romantisch boek was, waarin een man zijn ‘droomkoningin’ beschrijft. Het is anders uitgedraaid, maar toch vond ik het een goed boek. Het boek telt wel veel bladzijden (212), maar ik was er snel door. Het boek leest zeer vlot. Er kwamen toevalligheden in het boek naar voren, waardoor de gebeurtenissen zo echt leken, dat ik er zelf leek bij te zijn. Metten komt ook levensecht naar voren in het boek. Het verhaal lijkt zelfs een deel autobiografisch, vind ik. Zijn gedachtegang is goed te volgen, je gaat er zelfs mee verder mee denken, en dat is ook een bijzonder leuk aspect van het boek. Soms zijn al deze gedachten een beetje saai, maar net op de moment dat dit vervelend begint te worden, stopt het en begint er een nieuw deel. Ook Bach komt veel naar voren in het boek, en dit kan lastig zijn als je de muziekstukkenniet kent. Met de opdracht heb ik niet echt een probleem ondervonden, het ging vlot. Ook de recensies waren gemakkelijk te vinden in de Stedelijke Openbare Bibliotheek van Mechelen. Ik heb gekozen om de recensie ‘in het schimmenrijk van de herinnering’ te bespreken, omdat deze recensie uitermate negatief is. Ik heb deze commentaren naar mijn eigen mening proberen weerleggen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |