Boekverslag : Willem Elsschot - Lijmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1535 woorden.

Willem Elsschot - Lijmen

Beoordeling Ornée & Vermeer Tekstbureau



1: gegevens

Jaar van eerste publicatie: 1924

2: korte inhoud

Laarmans had een dure fles drank besteld in een café en begon te vertellen waarom hij zo verschrikkelijk veranderd was. Zijn hoed, zijn pijp, zijn knuppel en zelfs zijn sik was verdwenen.

Hij had 15 jaar geleden Boorman ontmoet, die zijn hele leven had veranderd. Boorman was directeur van 'Het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen'. Hij had hem een contract aangeboden, dat hij ook tekende. Hij was verrast door het belachelijk hoge salaris. Het enige dat hij hoefde te doen was wat Boorman hem opdroeg. Misschien zou Laarmans over tien jaar zelfs de zaak over kunnen nemen.

Lijmen was het belangrijkst, vertelde Boorman hem. Na een paar weken kreeg Laarmans zo onderhand in de gaten waar ze zich eigenlijk mee bezig hielden. Het Algemeen Wereldtijdschrift moest verkocht worden aan klanten, door ze te lijmen. De klant moest zo worden beïnvloed, dat hij het contract zou tekenen. Er kwam dan namelijk een slijmerig artikel over het bedrijf in het tijdschrift. Vervolgens moesten ze een zo groot mogelijk aantal bestellen, waarna de klant erachter zou komen dat hij die tijdschriften nooit kwijt zou raken. Zo had Boorman er al een heleboel te pakken gehad en daar had hij al ontzettend veel aan verdiend.

Op een gegeven moment, na een paar mislukte lijmpogingen, zagen ze wel wat in de firma Lauereyssen. Deze firma, een smidse, produceerde keuken-liften. Na een tijdje bleek dat mevrouw Lauereyssen het heft in handen had. Mevrouw Lauereyssen was heel erg dik, maar wel netjes. Na "dag, heren" begon ze te klagen over haar been. Ze had al allerlei zalfjes geprobeerd, maar het ging niet over. Boorman had zogenaamd erg veel medelijden en na nog wat te slijmen moesten ze een concept maken voor een artikel. Laarmans moest het schrijven, maar het bleek niets anders te zijn als een ander artikel veranderen. De "piano's" moesten worden veranderd in "keuken-liften".

Toen het klaar was, gingen ze weer naar mevrouw Lauereyssen en Laarmans las het voor. Dat deed hij goed want ze was helemaal verrukt. Boorman liet haar het contract tekenen. Ze bestelde honderdduizend exemplaren , wat natuurlijk veel te veel was. Boorman en Laarmans gingen tevreden huiswaarts en niet al te lang erna, kwam meneer Lauereyssen aan de deur. Ze wilden nu al terugkrabbelen, maar Boorman zei dat alles al besteld was.

Laarmans moest nu een vervelend karweitje opknappen, want hij moest iedere maand het hoge termijnbedrag ophalen. Laarmans voelde zich (terecht) schuldig, en had er al spijt van dat hij het zo leuk had voorgelezen.

Mevrouw Lauereyssen mocht de laatste termijn laten zitten, maar door haar overdreven eerlijkheid betaalde ze toch. Dat maakte het voor Laarmans alleen nog maar erger, want die mensen hadden niets te makken.



3: personen

Bij beide hoofdpersonen, Laarmans en Boorman, is er sprake van een round character. De karakters worden duidelijk uitgediept.

Laarmans: Frans Laarmans is een man die aan het begin niets en aan het eind alles heeft. Zijn karakter wordt niet veranderd door Boorman, echter zijn leven wel. Hij is een eerlijke man die meegesleept wordt in een oneerlijke business. Hij houdt van Boorman en doet ook veel voor hem. Laarmans heeft vanaf het begin al medelijden met mevrouw Lauereyssen en Boorman krijgt dat pas later. Op het laatst is Laarmans ook uit die business gestapt. Dat zegt ook wat over zijn karakter.

Boorman: Boorman is een sterke man die voor niemand bang is. Hij houdt van Laarmans en ook van mevrouw Lauereyssen. Hij heeft veel contacten waarvan hij af en toe handig gebruik maakt. Ook de politie komt regelmatig bij hem aan de deur voor een borrel. Boorman is erg rijk. Het geld komt gemakkelijk binnen, maar gaat er ook gemakkelijk weer uit.

4: tijd

Het verhaal speelt zich toch wel een tijd geleden af. Naar schatting rond 1920.(Er waren al auto's en een telefoon was op kantoren aanwezig).

Het verhaal verloopt niet-chronologisch. Een 'ik' komt Laarmans twee keer tegen en dan wordt er verteld wat er zich in die tussentijd heeft afgespeeld. Het is dus een raamvertelling.

5: ruimte

Er is hier sprake van een belangenruimte. De firma Lauereyssen bijvoorbeeld, is in een vies en slecht onderhouden pand gehuisvest. Verder zijn er nog een aantal plaatsen, zoals een café, die een bepaald beeld schetsen. Het weer is niet belangrijk in dit boek.

6: perspectief

Het verhaal wordt vanuit een ‘ik’ verteld. Het grootste gedeelte is die ‘ik’ Laarmans, maar een paar hoofdstukken is die ‘ik’ een oude bekende van Laarmans.

7: thema

Het thema is: als iemand ergens goed spijt van heeft -wat voor persoon dan ook- blijft het hem zijn leven achtervolgen, totdat hij het probleem echt heeft kunnen oplossen.(Maar hiervoor moet je de roman Het Been, het vervolg op dit boek uit 1938, er wel bij betrekken).

8: motieven

Een algemeen motief is spijt. Door spijt komt het verhaal op gang. Ook hebzucht is een algemeen motief.

Een verhaalmotief is het geldbedrag (de bankbiljetten) die Boorman aan mevrouw Lauereyssen wilde geven.

9: titelverklaring

De titel van het eerste deel, Lijmen, komt uit het lijmen van de klanten. Eén van die klanten is de firma Lauereyssen.



10: structuur

Het boek is opgesplitst in verschillende hoofdstukken. Het tijdsverloop hangt hiermee samen.

11: stijl

De schrijver gebruikt zakelijke zinnen. Het loopt lekker door. De toon is vaak uiterst cynisch.

Het is vreemd te bedenken, dat de Antwerpse schrijver Willem Elsschot (1882- 1960), die thans tot onze meest geliefde auteurs behoort, tot zijn vijftigste jaar heeft moeten wachten, voordat er bij het publiek van enig enthousiasme voor zijn werk sprake was. Zijn eerste boeken, die kort vóór en na de Eerste Wereldoorlog verschenen, weken zo sterk af van wat door de literaire smaak van die tijd werd voorgeschreven, dat ze in het algemeen maar weinig lezers vonden. Terwijl de meeste Nederlandse schrijvers zich in navolging van de Tachtigers toelegden op een mooie, dichterlijke taal, onderscheidde het proza van Elsschot zich vanaf het begin door een voorkeur voor het gewone woord, een taal die op geen enkele wijze is opgesierd. Daarbij komt dat Elsschot zijn inspiratie niet zocht in verheven fantasieën, maar dat hij uitging van het alledaagse leven, zoals hij het om zich heen waarnam. Pas met de opkomst van de 'Forum'-generatie omstreeks I930, die ook aan het gewone woord de voorkeur gaf boven een 'poëtische' manier van schrijven, ontstond er in brede kring belangstelling voor zijn werk.

Dat Elsschot, die eigenlijk Alfons de Ridder heette, zijn eigen leven als zijn belangrijkste inspiratiebron beschouwde, blijkt al uit zijn eerste roman, 'Villa des roses' (1913), die hij schreef, toen hij als chef-correspondent bij de Werf Gusto in Schiedam in dienst was. In dit boek verwerkte hij herinneringen aan de tijd dat hij in Parijs in een familiepension in de Rue d'Armaillé woonde. Een meisje met wie hij in die jaren omging, stond model voor Louise, de trieste hoofdpersoon in 'Villa des roses'. De talloze verwikkelingen, die altijd wel voor opwinding in het ogenschijnlijk zo vredige pension zorgden, worden door Elsschot in zijn boek met veel humor beschreven.

Ook aan het verhaal ‘den ontgoocheling' (1921) liggen ervaringen uit zijn eigen leven ten grondslag. Elsschot, die zelf als leerling aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen vier jaar had gedaan over de eerste twee klassen en daarna wegens 'baldadig gedrag' van school was gestuurd, beschreef in deze novelle vooral de ontgoocheling van de vader, die de gedroomde carrière van zijn zoon ziet mislukken. In hetzelfde jaar kwam ook de roman 'De verlossing' uit, waarin de verbeten strijd tussen een winkelier en de plaatselijke pastoor wordt beschreven.

In I924 verscheen de roman 'Lijmen', die door velen als Elsschots meesterwerk wordt beschouwd. Bij het schrijven hiervan werd hij geïnspireerd door de periode kort vóór de Eerste Wereldoorlog, toen hij in Brussel samen met zijn vriend jules Valenpint 'La Revue Générale Illustrée' uitgaf. Dit tijdschrift, dat geen abonnees telde, was nauwelijks meer dan een advertentiefuik. Zo geven ook Boorman en Laarmans, de twee hoofdpersonen in 'Lijmen', een eigen blad uit, het 'Algemeen Wereldtijdschrift Voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten En Wetenschappen', dat ondanks de ronkende naam alleen bedoeld is om ijdele zakenlui van hun geld af te helpen. Dat daarbij ook de weduwe Lauwereyssen tussen de tanden van het duo Boorman en Laarmans vermalen dreigt te worden, geeft aan het geestige boek een tragische ondertoon. Een vervolg op 'Lijmen' is de roman 'Het been' (1938), waarin dezelfde weduwe schitterend terugslaat, zodat zelfs de krachtfiguur Boorman in een crisis belandt.

Nadat ook 'Lijmen' bij verschijnen vrijwel onopgemerkt was gebleven, zweeg Elsschot bijna tien jaar als schrijver, totdat de dichter Jan Greshoff hem aanmoedigde om weer eens aan een boek te beginnen. Het resultaat was de roman 'Kaas' (1933), die opnieuw in de zakenwereld speelt. Een jaar later kwamen Elsschots aangrijpende 'Verzen van vroeger' uit, die grotendeels al dateren uit de periode vóór 1910. Belevenissen uit zijn gezinsleven verwerkte hij in de ontroerende verhalen 'Tsjilp' (1934) en 'De leeuwentemmer' (1940).

Elsschots laatste boek is 'Het dwaallicht' (1946), waarin hij op zijn eigen, spottende wijze een ontroerend zelfportret geeft.

12 waardeoordeel

Het was een humorvol boek. De Franse tekstjes ergerden mij alleen een beetje. Het Frans dat er in stond, was ook niet het gemakkelijkste Frans dat er is. Het verhaal is echter erg goed en ook de titel van het boek wekt wel de nieuwsgierigheid.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen